Psalmen
Verlangt u geluk, let dan op uw omgang
Iemands metgezellen kunnen een invloed ten goede of ten kwade op hem uitoefenen. Vaak geven mensen toe dat omgang met vrienden tot het gebruik van drugs en tabak of tot een immorele levenswijze heeft geleid. Door er vastberaden moeite voor te doen zich van ongezonde omgang los te maken en in plaats daarvan personen met edele beginselen als metgezellen te zoeken, zijn anderen erin geslaagd schadelijke gewoonten te overwinnen.
Indien u dus waar geluk en werkelijke zekerheid wilt genieten, zult u zeer beslist de omgang moeten mijden met personen die geen liefde hebben voor wat juist is. Dit wordt in de bijbel krachtig onder onze aandacht gebracht. In het boek Psalmen lezen wij bijvoorbeeld: „Gelukkig is de man die niet in de raad der goddelozen heeft gewandeld, en op de weg der zondaars niet heeft gezeten. En op de zetel der spotters niet heeft gezeten.” — Ps. 1:1.
Degenen die Gods wetten negeren, kunnen eenvoudig niet gelukkig worden. Als een liefdevolle Vader heeft de Allerhoogste alleen maar wetten gegeven die het welzijn van zijn met verstand begiftigde schepselen bevorderen. Alleen iemand die weigert de „raad” van de goddelozen als gids in zijn leven te aanvaarden, zal dus gelukkig zijn. Aangezien hij hun denkwijze krachtig verwerpt, zal hij beslist niet „de weg der zondaars” volgen. Dit betekent dat hij niet aangetroffen zal worden waar zij zich bevinden; hij wil niet in hun gezelschap verkeren. Daarom verlaagt hij zich niet tot hun niveau door te zamen met hen de draak te steken met godvruchtigheid.
Het geluk van de rechtvaardigen bestaat vanzelfsprekend niet enkel in het laten van verkeerde dingen. Neen, hij vindt werkelijk genoegen in opbouwende dingen, terwijl hij zijn geest en hart met gezonde gedachten vult. De eerste psalm vervolgt: „Zijn lust is in de wet van Jehovah, en in diens wet leest hij dag en nacht met gedempte stem.” (Ps. 1:2). Doordat de rechtvaardige toegeeft aan het oprechte verlangen de wet van Jehovah te kennen en toe te passen, is werkelijke vreugde zijn deel. (Vergelijk Jakobus 1:25.) Er gaat geen dag voorbij dat hij zich niet met geestelijke zaken bezighoudt.
Net als alle andere mensen ondervinden rechtvaardige personen beproevingen, maar zij kunnen deze met succes doorstaan, net zoals een gezonde boom betrekkelijk krachtige winden kan weerstaan. De psalmist vergeleek een godvruchtig persoon op passende wijze met een sterke boom in een waterrijke omgeving, zeggende: „Hij zal stellig worden als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn eigen vrucht geeft als het de juiste tijd ervoor is en waarvan het gebladerte niet verwelkt, en al wat hij doet, zal gelukken” (Ps. 1:3). Een boom die bij een onuitputtelijke waterbron wordt geplant, zal in een tijd van droogte of in de zomerhitte niet verdorren, maar zal vruchten dragen. Evenzo is de kracht van rechtvaardige personen afkomstig van een onuitputtelijke bron, namelijk Jehovah God. Met de hulp van Gods geest kunnen zij onder de druk van beproevingen en moeilijkheden staande blijven. Ten slotte hebben zij met alles succes, omdat zij zich in de allereerste plaats ten doel stellen goedgekeurde dienstknechten van de Almachtige te blijven. De hitte van tegenstand brengt hen niet van hun besluit af. Zij komen zegevierend uit de strijd te voorschijn als personen die door Jehovah zijn goedgekeurd.
Hoe anders is het met de goddelozen! Het gaat hun misschien een tijdlang goed, maar zij genieten geen blijvende zekerheid. De psalmist vervolgt: „De goddelozen zijn niet zo, maar zijn als het kaf dat in de wind verwaait. Daarom zullen de goddelozen geen stand houden in het oordeel, noch zondaars in de vergadering der rechtvaardigen. Want Jehovah neemt kennis van de weg der rechtvaardigen, maar het is de weg der goddelozen die zal vergaan.” — Ps. 1:4-6.
De goddelozen genieten dus niet meer zekerheid dan kaf gedurende het wanproces. Het kaf wordt weggeblazen terwijl de zwaardere graankorrels op de grond vallen. Evenzo blijven de rechtvaardigen in leven maar worden de goddelozen als waardeloos kaf weggeblazen. Wanneer de goddelozen onder het oordeel komen, zullen zij eenvoudig geen goedgekeurde positie voor het aangezicht van Jehovah God innemen maar zullen zij veroordeeld worden. Er zal in het gezelschap van rechtvaardigen geen plaats voor hen zijn. Verstokte zondaars zullen niet de schijn kunnen ophouden dat zij in de vergadering van rechtvaardigen thuishoren.
Dat de goddelozen geen goedgekeurde positie voor het aangezicht van Jehovah God innemen en niet onder de oprechten gerekend zullen worden, komt doordat de Almachtige de „weg der rechtvaardigen” kent. Ja, hun levenswijze wordt door hem als goedgekeurd erkend en hij beloont hen dienovereenkomstig. De weg der rechtvaardigen blijft derhalve altijd bestaan, terwijl die van de goddelozen vergaat. Aangezien de goddelozen vergaan, zal hun weg of levenswijze vanzelfsprekend met hen vergaan.
De eerste psalm moedigt ons er werkelijk van harte toe aan genot te scheppen in de wet van God, terwijl wij het vermijden intieme vriendschap te sluiten met degenen die geen werkelijke liefde voor de Allerhoogste hebben. Deze handelwijze zal tot resultaat hebben dat wij gelukkig zijn, niet slechts voor enkele jaren, maar voor eeuwig als loyale dienstknechten van Jehovah God.