Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w79 1/5 blz. 10-12
  • Gods Koninkrijksvoornemen zegeviert

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Gods Koninkrijksvoornemen zegeviert
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • GODS KONING
  • GODS VERORDENING TEGEN DE NATIËN
  • EEN BARMHARTIGE UITNODIGING
  • „De verordening van Jehovah” kan niet falen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2004
  • Wanneer God over de gehele aarde als koning regeert
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
  • Een internationaal lofgezang voor de ene God
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
  • Wie dient de mensheid te regeren?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
w79 1/5 blz. 10-12

Psalmen

Gods Koninkrijksvoornemen zegeviert

GOD heeft een voornemen. De natiën hebben een voornemen. Deze voornemens verschillen heel erg van elkaar omdat, om het met Gods eigen woorden te zeggen, „zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen, en mijn gedachten dan uw gedachten”. Zo is ook Gods goede voornemen met de mensheid oneindig veel beter. — Jes. 55:9.

Dit nastreven van tegenstrijdige belangen wordt door de psalmist als volgt beschreven: „Waarom zijn de natiën in tumult geraakt en de nationale groepen over iets ijdels blijven mompelen?” Hoewel hun voornemen ijdel en nutteloos is en tot falen is gedoemd, blijven zij het nastreven. Zij kunnen geen vrede en harmonie op aarde tot stand brengen. Niettemin voeren zij hun daden zo ver dat zij Gods heerschappij tegenstaan, want de psalmist zegt: „De koningen der aarde stellen zich op en de hoogwaardigheidsbekleders zelf hebben zich als één blok aaneengesloten tegen Jehovah en tegen zijn gezalfde.” — Ps. 2:1, 2.

GODS KONING

Deze gezalfde is Jezus Christus, Gods koning. De apostelen brachten Psalm 2:1, 2 op Jezus van toepassing (Hand. 4:24-27). De natiën zouden hem kunnen erkennen, maar ze willen zich nu eenmaal niet graag onderwerpen aan de vereisten en beperkingen die Jehovah en zijn gezalfde koning de mensheid zullen opleggen, en daarom zeggen ze: „Laten wij hun banden verscheuren en hun koorden van ons wegwerpen!” — Ps. 2:3.

Baren deze krachtsinspanningen van de natiën om hun eigen soevereiniteit en vorm van heerschappij te bestendigen, God zorgen? Hij zegt: „Hij die in de hemel zetelt, zal lachen; Jehovah zelf zal hen bespotten.” Hij gaat gewoon door met zijn voornemen alsof deze heersers er helemaal niet waren. Toch is hij niet met hun houding ingenomen, want als zij zijn voornemen trachten te dwarsbomen, „zal hij tot hen spreken in zijn toorn [als het geluid van een verschrikkelijke, voortrollende donderslag] en in zijn brandend misnoegen [als een heldere bliksemstraal] zal hij hen met ontsteltenis slaan”. Wat hij verklaart, brengt hen helemaal van streek: „Ik, ja ik, heb mijn koning geïnstalleerd op Sion, mijn heilige berg.” De troon over de aarde is reeds ingenomen door Gods eigen aangestelde koning, zijn keuze. Er is geen plaats voor iemand anders. — Ps. 2:4-6.

Vervolgens spreekt de Koning Jezus Christus zelf: „Laat mij melding maken van de verordening van Jehovah [God had met zijn Zoon reeds een verbond voor het Koninkrijk gesloten]; hij heeft tot mij gezegd: ’Gij zijt mijn zoon; heden ben ík uw vader geworden.’” De Koning is derhalve Gods eigen Zoon, degene die na Hem de hoogste positie inneemt, zijn beproefde, loyale en betrouwbare Messías. De Koning verwijst vervolgens naar de aanspraken die hij op het koningschap mag laten gelden, want God heeft tot hem gezegd: „Vraag van mij, opdat ik natiën tot uw erfdeel moge geven en de einden der aarde tot uw eigen bezitting.” Als degenen die God tot zijn eerstgeborene heeft gemaakt, komt het erfdeel hem toe; hij hoeft er alleen maar om te vragen, hetgeen hij doet wegens zijn grote verlangen Gods wil met betrekking tot de aarde ten uitvoer te brengen. — Ps. 2:7, 8.

GODS VERORDENING TEGEN DE NATIËN

Welke positie nemen de natiën thans derhalve in, te zamen met hun gehele oorlogsuitrusting? Gods verordening met betrekking tot de Koning zal door hem ten uitvoer worden gebracht: „Gij zult ze breken met een ijzeren scepter, alsof ze een pottenbakkersvat waren, zult gij ze stukslaan.” De scepters van koningen in de oudheid waren van hout, ivoor of andere materialen gemaakt. Sommige waren van ijzer gemaakt, zoals deze scepter. Door deze beeldspraak wordt afgeschilderd met welk een gemak Christus de Koning de natiën onherstelbaar zal vernietigen. — Ps. 2:9.

Is het voor de nationale heersers absoluut onvermijdelijk een verpletterende vernietiging mee te maken? Neen, want de psalmist doet het volgende beroep op hen: „Nu dan, o koningen, handelt volgens inzicht; laat u corrigeren, o rechters der aarde.” Zij worden ertoe vermaand op Gods woorden acht te slaan, te beseffen hoe leeg hun plannen zijn vergeleken bij wat Gods koninkrijk ten behoeve van de mensen zal doen en hun handelwijze te herzien. — Ps. 2:10.

De koningen van de aarde worden ertoe aangespoord ’Jehovah met vreze te dienen en blij te zijn met beving’. Indien zij aldus zouden handelen, zouden zij, in plaats van in tumult te raken, zich kunnen verheugen over de vooruitzichten die de Koning hun biedt. Zij zouden echter alle hooghartigheid en trots, zoals zij die in het verleden in hun heerschappij ten toon hebben gespreid, moeten afleggen. En zij zouden dit nu moeten doen, voordat het te laat is. Zij zouden van inzicht blijk moeten geven met betrekking tot de grote superioriteit van Gods soevereiniteit en de onweerstaanbaarheid van Jehovah en zijn Messias. — Ps. 2:11.

EEN BARMHARTIGE UITNODIGING

De heersers krijgen derhalve de raad dat zij, in plaats dat zij zich als één blok aaneensluiten, ’de zoon moeten kussen, opdat God niet vertoornd wordt en zij van de weg vergaan” (Ps. 2:12). Wanneer de grote Soeverein Jehovah een verordening uitvaardigt, dient hier acht op geslagen te worden. Toen hij zijn Zoon op de troon plaatste, hadden de heersers der aarde ermee moeten ophouden ’iets ijdels te mompelen’. Zij hadden de Koning onmiddellijk moeten erkennen en hem volledige gehoorzaamheid moeten schenken.

Degenen die weigeren de autoriteit van de door God gekozen Koning te erkennen, beledigen in werkelijkheid de Allerhoogste. Zij loochenen zijn universele soevereiniteit en ontkennen dat hij het vermogen en de autoriteit bezit om de koning te kiezen die de beste regeerder voor de mensheid zal zijn. Zulke personen zullen bemerken dat Jehovah’s woede plotseling tegen hen zal ontbranden wanneer zij ermee bezig zijn hun plannen uit te werken, „want zijn toorn ontvlamt licht” of laait snel en onweerstaanbaar op. Dit is beslist een eerlijke waarschuwing die zij dankbaar zouden moeten aanvaarden, want het betekent leven voor hen er acht op te slaan. — Ps. 2:12a.

Er is derhalve nog steeds tijd voor degenen die zich stilzwijgend akkoord hebben verklaard met de plannen van de natiën — zelfs voor degenen die het koninkrijk van Gods Gezalfde hebben tegengestaan — om veiligheid te vinden. Met het oog op het dreigende gevaar kunnen zij naar Jehovah vluchten, want hij voorziet bereidwillig in toevlucht onder het koninkrijk van zijn Zoon, voordat dit koninkrijk de vijandige natiën verplettert.

Hoe kan deze plaats van toevlucht worden bereikt, en wat betekent het voor degene die er bescherming zoekt? De psalmist besluit: „Gelukkig zijn allen die hun toevlucht tot hem [Jehovah] nemen” (Ps. 2:12b). Deze bescherming is niet moeilijk te vinden. Maar hoe kan ze gevonden worden? Iemand moet eerst inzien dat hij iets beters nodig heeft dan wat de wereldse natiën te bieden hebben. Vervolgens moet hij zich oprecht tot de bijbel wenden om te weten te komen hoe zijn leven in overeenstemming met Gods weg gebracht kan worden. Dit betekent niet dat hij in enigerlei opzicht een abnormaal leven moet leiden.

Degenen die de bijbel bestuderen, waarin Gods leiding wordt aangetroffen, kunnen een leven leiden dat meer voldoening schenkt. Wanneer zij de raad van de bijbel opvolgen, zullen zij zich in betere gezins- en familiebetrekkingen verheugen, worden zij verlost van vele van de angsten en zorgen waardoor de wereld thans wordt gekweld en verkrijgen zij de kennis en het vertrouwen dat zij de Schepper behagen. Niemand anders dan de universele Soeverein kan een waarborg geven met betrekking tot „het tegenwoordige en het toekomende leven [nadat zijn toorn de aarde heeft gereinigd van degenen die het goede tegenstaan door zijn heerschappij te verwerpen]” (1 Tim. 4:8). Als de Schepper, die weet wat het beste voor de mensen is, zal hij zijn voornemen om hen onder het koninkrijk van zijn Zoon met vrede, blijvende zekerheid en tevredenheid te zegenen, verwezenlijken (Matth. 6:33). Het is beslist hoog tijd om ’volgens inzicht te handelen’, ja, om ’de Zoon te kussen’ voordat Jehovah God de heersers der aarde en hun koninkrijken in zijn toorn verteert.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen