Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Zij hebben hun vrienden nodig
    De Wachttoren 1980 | 1 april
    • zulke momenten. Laat er over ons nooit geschreven kunnen worden: Hij „ging . . . aan de overkant voorbij”, net als de priester en de leviet in Jezus’ verhaal (Luk. 10:29-37). Wij begrijpen nu veel beter wat er in Prediker 7 vers 2 staat: „Het is beter te gaan naar het huis van rouw dan te gaan naar het huis van feestgelag.” En Jakobus schreef: „De vorm van aanbidding die van het standpunt van onze God en Vader uit bezien rein en onbesmet is, is deze: voor wezen en weduwen zorgen in hun verdrukking en zichzelf onbevlekt van de wereld bewaren” (Jak. 1:27). Moge Jehovah ons zegenen als wij dit doen!

  • Op wie zijn uw ogen gericht?
    De Wachttoren 1980 | 1 april
    • Psalmen

      Op wie zijn uw ogen gericht?

      DIENSTKNECHTEN van God hebben dikwijls met problemen en beproevingsvolle omstandigheden te kampen. Op zulke momenten heeft men de hulp van de Allerhoogste nodig. Smeekt u Jehovah God dan vurig om hulp, terwijl u voor leiding naar hem opziet?

      Dit is de aanmoediging die wij uit Psalm 123 kunnen putten. Wij lezen daar: „Tot u heb ik mijn ogen opgeheven, o Gij die in de hemel woont” (Ps. 123:1). Aangezien de Almachtige God in de hoogste hemelen woont, is het alleen maar vanzelfsprekend dat de psalmist zegt dat hij zijn ogen omhoogheft wanneer hij de Schepper om gunst smeekt. Illustrerend waarom hij naar Jehovah opziet, vervolgt hij met de woorden: „Zie! Zoals de ogen van knechten zijn op de hand van hun meester, zoals de ogen van een dienstmaagd zijn op de hand van haar meesteres, zo zijn onze ogen gericht op Jehovah, onze God, totdat hij ons gunst betoont. Betoon ons gunst, o Jehovah, betoon ons gunst; want wij zijn tot overvloeiens toe verzadigd van verachting. Overvloedig is onze ziel verzadigd van de spot van hen die onbezorgd zijn, van de verachting van de zijde der arroganten.” — Ps. 123:2-4.

      Dienstknechten en dienstmaagden letten zorgvuldig op de hand van hun meester of meesteres om te kunnen vaststellen wat hij of zij wenst of wil. De hand van een meester of meesteres kan ook in levensbehoeften en in bescherming voor de dienstknechten voorzien. Insgelijks zien slaven van God naar hem op, aangezien zij zijn wil inzake bepaalde kwesties te weten willen komen en zijn bescherming, gunst en zegen willen ontvangen.

      De psalmist en zijn mede-Israëlieten werden bespot. Doordat hun vijanden met minachting op hen neerzagen, was het zeer passend dat zij smeekten of Jehovah hun gunst wilde betonen. De verachting waarmee zij werden overladen, kwam niet als een uitzondering, maar als iets vanzelfsprekends. Zij werden erdoor overstelpt. De ”arroganten” die ervoor verantwoordelijk waren, toonden zich ”onbezorgd”, dat wil zeggen, zij schenen zeker van hun zaak.

      Dergelijke omstandigheden bestonden in de tijd dat de muren van Jeruzalem onder leiding van Nehemía werden herbouwd. De bijbel zegt over datgene wat de vijanden zeiden: „Zodra Sanballat hoorde dat wij de muur aan het herbouwen waren, [werd] hij toornig en zeer geërgerd . . ., en hij bleef de joden bespotten. En hij zei toen in tegenwoordigheid van zijn broeders en de krijgsmacht van Samária, ja, hij zei toen: ’Wat doen die machteloze joden? Zullen zij zich op zichzelf verlaten? Zullen zij slachtoffers brengen? Zullen zij het op één dag voltooien? Zullen zij de stenen tot leven wekken uit de hopen stoffig puin wanneer ze verbrand zijn?’ Nu stond de Ammoniet Tobia naast hem, en hij zei vervolgens: ’Wat zij ook bouwen, indien een vos ertegen opsprong, zou hij hun stenen muur stellig neerhalen.’” — Neh. 4:1-3.

      Het is opmerkelijk dat de muren van Jeruzalem ondanks de hevige tegenstand en bespotting van de zijde van de vijand, werden herbouwd. Dit kwam voornamelijk doordat Nehemía en zijn medewerkers voor hulp naar Jehovah opzagen (Neh. 4:4, 5). Indien wij eveneens naar Jehovah blijven opzien om zijn gunst en zegen te ontvangen, zullen wij nooit worden teleurgesteld. Hij zal onze smeekbeden inwilligen. — 1 Joh. 3:21, 22.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen