Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w79 1/6 blz. 29-31
  • Een stad die door Jehovah werd bewaakt

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Een stad die door Jehovah werd bewaakt
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • JERUZALEMS HACHELIJKE SITUATIE
  • ONDER BEDREIGING DE MUUR BOUWEN
  • HET HERSTELLEN VAN DE GODDELIJKE VERORDENINGEN
  • Nehemia
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Bijbelboek nummer 16 — Nehemia
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • Nehemia, het boek
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Nehemia
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
w79 1/6 blz. 29-31

Een stad die door Jehovah werd bewaakt

ALS wij God nauwgezet proberen te dienen en aan zijn Woord blijven vasthouden, zullen wij uiteindelijk voorspoedig zijn, ook al moeten wij misschien door vele moeilijke, geloofbeproevende ervaringen heen. En als wij het geloof behouden en naar God opzien, kunnen wij staat maken op de belofte: „De engel van Jehovah legert zich rondom degenen die hem vrezen, en hij verlost hen.” — Ps. 34:7.

Aan de andere kant zal datgene wat wij doen, mislukken als wij op onze eigen bekwaamheid of op mensen vertrouwen, ook al werken wij nog zo hard. Koning Salomo vermeldde dit feit in de Psalmen: „Als Jehovah zelf de stad niet bewaakt, is het tevergeefs dat de bewaker heeft gewaakt” (Ps. 127:1). De juistheid van dit beginsel werd door de vernietiging en het latere herstel van het Jeruzalem uit de oudheid aangetoond.

In de dagen van koning David en koning Salomo was Jeruzalem een bloeiende stad, de hoofdstad van een machtige natie. Maar doordat de Israëlieten Gods wetten aan de kant schoven, met onrechtvaardigheid en corruptie als resultaat, werd de stad uitzonderlijk goddeloos. Ten slotte trok God zijn beschermende hand terug. Ondanks Jeruzalems strategische ligging en grote macht, viel het in handen van de koning van Babylon, die de stad volledig met de grond gelijkmaakte.

Maar God had iets goeds in gedachten met betrekking tot het verlaten Jeruzalem. Hij had daar de tempel van de zuivere aanbidding geplaatst; zijn naam was met die stad verbonden. Daarom wilde hij dat deze stad werd herbouwd. Ontsproot dit idee bij mensen of herstelden zij de stad in eigen kracht? Neen. Haar herbouw was een wonder, zelfs in de ogen van de omliggende natiën.

De tempel werd voor de eerste maal herbouwd door een klein aantal joden die de gevaarlijke tocht van ongeveer 800 kilometer door de wildernis ondernamen (Ezra 6:15). Dat de eersten die terugkeerden, zwichtten voor tegenstand van omliggende volken, en zich ten slotte helemaal door hun eigen zaken in beslag lieten nemen, toont echter aan dat de herbouw van Jeruzalem niet aan mensen werd overgelaten en niet aan de kracht of vastbeslotenheid van mensen kon worden toegeschreven. Zij vervielen tot een diep treurige situatie en werden door hun vijanden beschimpt, hetgeen een ongunstig licht wierp op de God die zij vertegenwoordigden.

JERUZALEMS HACHELIJKE SITUATIE

Ongeveer 82 jaar nadat de eerste repatrianten waren teruggekeerd, hoorde een jood, Nehemía genaamd, die koning Artaxerxes (Longimanus) van Perzië als schenker diende, van zijn broer Hanani en andere mannen uit Juda dat de stad Jeruzalem in een erbarmelijke staat verkeerde. Zij berichtten: „De overgeblevenen, die uit de gevangenschap overgebleven zijn, . . . verkeren in een zeer slechte situatie en in smaad; en de muur van Jeruzalem is neergehaald [er waren grote bressen in de muur] en zelfs zijn poorten zijn met vuur verbrand [zoals de koning van Babylon ze had achtergelaten].” — Neh. 1:1-3.

Dit bericht maakte Nehemía erg van streek. Hij bad tot God, hetgeen hij ook deed toen hij koning Artaxerxes het verzoek deed naar zijn land te mogen terugkeren om zijn broeders te sterken en te helpen. God bewoog het hart van de koning ertoe om Nehemía te voorzien van een wacht en een gevolg van bedienden, terwijl hij hem ook de autoriteit gaf om bij de plaatselijke gouverneurs bouwmaterialen en voorraden te halen. — Neh. 2:3-9.

Aangezien de omringende vijanden, en zelfs enkelen van de joden die nog contact met hen onderhielden, zo verbitterd waren, liet Nehemia aanvankelijk niemand weten wat hij van plan was. Hij stelde een onderzoek in naar de omvang van de beschadigingen en stelde vast wat er gedaan moest worden. Toen verzamelde hij de priesters, de edelen, de regenten en degenen die toezicht op het herstellingswerk zouden uitoefenen, en wees bepaalde poorten en delen van de muur aan hen toe. Het bouwprogramma vorderde. Dit werk ontmoette echter bittere hoon van de Horoniet Sanballat en de Ammoniet Tobia, leiders van naburige stammen, die een samenzwering op touw zetten om de werkers te doden. Daarom legden de joden deze situatie in gebed aan God voor en hielden zij dag en nacht de wacht. — Neh. 4:1-9.

ONDER BEDREIGING DE MUUR BOUWEN

De spanning van werken en wachthouden drukte zwaar op hen. De werkers raakten ontmoedigd, maar Nehemía vestigde de aandacht op hun werkelijke Beschermer door te zeggen: „Denkt aan Jehovah, de grote en vrees inboezemende” (Neh. 4:14). Nehemía deelde zijn eigen persoonlijke gevolg van bedienden dusdanig in dat de ene helft het werk deed en de andere helft de wapens gereedhield. Elke lastdrager (die bouwmaterialen en puin droeg) werkte met de ene hand en had een wapen in zijn andere hand, en alle bouwlieden hadden een zwaard aangegord. Zij sliepen volledig gekleed met hun wapens aan hun rechterhand.

Verraderlijk probeerden de vijanden, die eropuit bleven de herbouw van Jeruzalem te dwarsbomen, Nehemía daar weg te lokken voor een bespreking (ogenschijnlijk een vredig onderhoud om hun geschillen bij te leggen), maar in werkelijkheid wilden zij hem doden of gevangennemen. Toen dit plan mislukte, gebruikten zij valse profeten die in Jeruzalem woonden om te proberen Nehemía angst aan te jagen. Maar hij vertrouwde op God en liet zich niet van het werk afhouden. — Neh. 6:1-13.

Na 52 dagen (wat de bouwlieden echt wel het uiterste was om onder zulke vermoeiende omstandigheden aan het werk te kunnen blijven) was de muur ten slotte voltooid. De deuren van de poorten werden toen op hun plaats gehangen en er werden wachten aangesteld. Maar in de stad zelf was nog veel te doen. De mensen hadden een nauwkeuriger kennis van Gods wet nodig. Er moest aandacht worden geschonken aan bepaalde ongeregeldheden en onwettige zaken. Nehemía wist dat God met hem was geweest, en dat Zijn wet weer in werking moest treden en in Jeruzalem gehoorzaamd zou moeten worden om van Zijn gunst verzekerd te kunnen blijven. — Neh. 6:15; 7:4.

HET HERSTELLEN VAN DE GODDELIJKE VERORDENINGEN

Nehemía organiseerde bijgevolg in de zevende maand het feest van de nieuwe maan, gevolgd door het loofhuttenfeest van de 15de tot de 22ste dag; toen kwamen de joden op de 24ste dag bijeen om te vasten en hun zonden te belijden. Bij al deze gelegenheden las de priester Ezra ten aanhoren van het gehele bijeenvergaderde volk hardop de wet van Mozes voor. — Neh. 8:1–9:3.

Jeruzalem was zelfs toen zeer schaars bevolkt. Daarom werden er vrijwilligers gezocht — één op de tien gezinnen die buiten de stad woonden — die zich door het lot een woonplaats in Jeruzalem lieten toewijzen. Ook stelde Nehemía de tempelbelasting weer in en trof hij regelingen voor het betalen van tienden en voor de offers van de eerstelingen, opdat de ware aanbidding in de tempel in overeenstemming met de Wet hersteld kon worden. Toen deze dingen waren rechtgezet, werd de stadsmuur met groot vreugdebetoon ingewijd. Het moet een opwindend gezicht zijn geweest om de twee grote zingende dankkoren in een kleurrijke optocht over de muur te zien trekken. — Neh. 10:32–11:2; 12:27-39.

Maar er waren nog andere zaken waaraan aandacht geschonken moest worden. Er heerste in verband met de tempelaanbidding corruptie en nalatigheid. Terwijl Nehemía een tijd weg was om bij Artaxerxes te dienen, had de priester Eljasib een grote eetzaal voor de Ammoniet Tobia ingericht. Dit was een grove overtreding van Gods wet. Ook waren de levieten beroofd van het deel dat de Wet voor hun levensonderhoud had bepaald, als gevolg waarvan zij ander werk moesten doen om zichzelf te onderhouden. Toen Nehemía terugkeerde en deze verontrustende ontwikkelingen ontdekte, wierp hij onmiddellijk al Tobia’s huisraad uit de eetzaal en zorgde ervoor dat de zaal volgens zijn oorspronkelijke bestemming als opslagplaats voor tempelgoederen diende. Daarna trof hij er regelingen voor dat hetgeen de levieten aan graan, wijn en olie nodig hadden, aan hen werd uitgedeeld. — Neh. 13:4-14.

Nehemía wist dat als Gods wet werd overtreden, Hij de stad niet zou zegenen, ook al had Hij ervoor gezorgd dat deze herbouwd werd. Al eerder had Nehemía een eind gemaakt aan het vragen van woekerrente en aan de handelwijze van de rijkere joden, die weigerden de huizen en velden die aan hen verpand waren, terug te geven. Hij verbood nu elk werk en alle handelstransacties op de sabbat. Verder gebood hij de van buiten de stad komende handelaars om op de sabbat van Jeruzalem weg te blijven. De onwettige huwelijksverbintenissen, waarbij joden hun dochters aan buitenlandse mannen gaven en buitenlandse vrouwen voor hun zonen kregen, maakte hij ten slotte ongedaan. — Neh. 5:1-13; 13:2-27, 30.

Nehemía’s werk, ten uitvoer gebracht met medewerking van de priester Ezra, was niet tevergeefs. Jehovah gebruikte deze mannen, hoewel hijzelf Degene was die Jeruzalem voorspoed schonk en bewaakte, zodat de stad, ondanks alle pogingen van de vijand om haar te vernietigen, zo’n 400 jaar later, toen de Messías en zijn apostelen op aarde leefden, nog steeds bestond. Jeruzalem was dan ook de stad waar ’eerst de jood en ook de Griek’ de grootse gelegenheid begonnen te krijgen medeërfgenamen van Christus te worden. — Rom. 2:10.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen