Psalmen
Waarom naar Jehovah opzien bij alles wat u onderneemt?
NIETS wat in strijd is met Gods wil, kan succes hebben. Van menselijk standpunt uit bezien, kan het lijken alsof een bepaalde onderneming beslist zal slagen. Uiteindelijk blijkt ze echter op rampzalige wijze te mislukken. Daarom dienen wij ons ervan te vergewissen dat wij bij al onze activiteiten de Schepper in aanmerking nemen.
Psalm 127 herinnert ons er krachtig aan hoe belangrijk dit is. Wij lezen: „Als Jehovah zelf het huis niet bouwt, is het tevergeefs dat de bouwers ervan er hard aan hebben gewerkt. Als Jehovah zelf de stad niet bewaakt, is het tevergeefs dat de bewaker heeft gewaakt. Het is tevergeefs dat gijlieden vroeg opstaat, dat gij laat neerzit, dat gij met smarten voedsel eet. Evenzo geeft hij zelfs zijn geliefde slaap.” — Ps. 127:1, 2.
Een man zou een huis kunnen bouwen. Maar er is geen garantie dat hij er ook van zal genieten. Een plotselinge dood, een ramp of een ongeluk zouden tot gevolg kunnen hebben dat hij tevergeefs heeft gewerkt. Een stad zou goed bewaakt en versterkt kunnen zijn. Toch zou ze in een oorlog of door een aardbeving of een brand verwoest kunnen worden. Mannen zouden vroeg in de ochtend kunnen opstaan en tot laat in de avond kunnen werken, voordat zij uiteindelijk gaan zitten om te rusten en te eten. Toch zou hun werk hun wel eens geen voldoening kunnen schenken. Misschien genieten zij niet eens van hun voedsel, omdat zij te uitgeput zijn van hun werk. Wat dergelijke mannen door bittere arbeid verwerven, krijgt een dienstknecht van God daarentegen zonder voortdurende inspanning en strijd. Dat hij van slaap of rust kan genieten, is werkelijk een gave van God.
In overeenstemming hiermee beschouwde de psalmist dingen zoals de zekerheid van een huis, de veiligheid van een stad en het genieten van de voorzieningen van het leven, als van God afkomstige zegeningen. Hij beschouwde het eveneens als een zegen wanneer een man een goed gezin had, want hij zegt: „Ziet! Zonen zijn een erfdeel van Jehovah; de vrucht van de buik is een beloning. Als pijlen in de hand van een sterke man, zo zijn de zonen der jeugd. Gelukkig is de fysiek sterke man die zijn pijlkoker ermee heeft gevuld. Zij zullen niet beschaamd worden, want zij zullen met vijanden spreken in de poort.” — Ps. 127:3-5.
Een man die de vader van zonen werd terwijl hijzelf zich nog in de kracht van de jeugd verheugde, werd terecht als gezegend beschouwd. Wanneer zijn zonen opgroeiden, waren zij als pijlen in zijn hand. Zij konden hun vader tegenover zijn tegenstanders in een rechtszaak verdedigen. Aangezien de ouderlingen van de stad in de open ruimten bij de poorten rechtspraken, waren dat de plaatsen waar de zonen met tegenstanders in een rechtszaak spraken en met succes ongegronde beschuldigingen en een vals getuigenis ontzenuwden.
Aangezien Jehovah’s zegen uiterst belangrijk is voor welke onderneming maar ook, dienen wij ernaar te streven ons te gedragen op een wijze die hij goedkeurt. Wij dienen onze zaken aan te pakken in overeenstemming met de geest van de geïnspireerde woorden: „Indien Jehovah wil, zullen wij leven en ook dit of dat doen.” — Jak. 4:15.