Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w82 1/11 blz. 17-22
  • ’Blijf uw eigen redding bewerken’

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • ’Blijf uw eigen redding bewerken’
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1982
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Aanvaardbare lofoffers
  • Sier uw onderwijs met voortreffelijke werken
  • Verkwikkend werk met het oog op redding
  • „Weest rijk in juiste werken”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
  • Spraak en redding
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1960
  • Loof Jehovah steeds meer!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
  • Werk
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1982
w82 1/11 blz. 17-22

’Blijf uw eigen redding bewerken’

„Blijft met vrees en beven uw eigen redding bewerken.” — Fil. 2:12.

1. (a) Door wie of wat wordt Jehovah zonder woorden geprezen, en hoe is dit mogelijk? (b) Wie worden er nog meer toe uitgenodigd dit te doen?

JEHOVAH’S werken loven hem. „Looft hem, zon en maan. Looft hem, al gij sterren des lichts.” Zonder over een spraakvermogen te beschikken, verkonden ze zijn lof. De bergen en de heuvels, de planten en de viervoetige dieren, de vogels en de kruipende dieren doen dit eveneens (Ps. 148:3, 9, 10; 19:1-4). Hoe kan deze lof geschonken worden wanneer er geen woorden worden gebruikt? Dit is mogelijk doordat werk een weerspiegeling vormt van de werker. Dit wordt specifiek gezegd met betrekking tot de werken van Jehovah: „Zijn onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid” (Rom. 1:20). Indien scheppingen die geen spraakvermogen bezitten, hem moeten loven, hoeveel te meer moeten degenen die dit spraakvermogen wel bezitten, dit dan doen! Het is dan ook heel passend dat de psalmen Ps 146 tot en met 150 beginnen en eindigen met de oproep zich aaneen te sluiten in een groots koor dat luid uitroept: „Looft Jah!”

2. Door welke werken dient ons christendom te worden weerspiegeld?

2 Evenals Jehovah’s werken hem weerspiegelen, weerspiegelen onze werken ons. Onthullen ze dat wij personen zijn die rijkdom zoeken of Jehovah loven? Het belangrijkste werk dat christenen thans moeten doen, is in overeenstemming leven met Jezus’ woorden: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” Zijn afscheidswoorden tot zijn volgelingen luidden: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (Matth. 24:14; 28:19, 20). Wanneer wij ’grondig van huis tot huis getuigenis geven’, dient ons predikingswerk van een hoge kwaliteit te zijn. Aldus zullen wij een voortreffelijke positie kunnen innemen voor het aangezicht van de Koningen Jehovah en Christus Jezus. „Hebt gij een man aanschouwd, vaardig in zijn werk? Voor het aangezicht van koningen zal hij zich stellen.” — Hand. 20:20, 21; Spr. 22:29.

3. Hoe worden wij voor dit werk opgeleid, en waarom moeten wij er vaardig in worden?

3 Voor het noodzakelijke onderricht en de noodzakelijke opleiding is de bijbel verschaft, „opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust tot ieder goed werk”. Doe daarom, door middel van persoonlijke studie en groepsstudie, door geregeld de gemeentevergaderingen bij te wonen en door aan de opleidingsprogramma’s deel te nemen, „uw uiterste best om u goedgekeurd aan God aan te bieden, als een werkman die zich nergens over behoeft te schamen, die het woord der waarheid juist hanteert” (2 Tim. 3:17; 2:15). Satan, de god van deze tegenwoordige goddeloze wereld, heeft een gigantisch weefsel van religieuze leugens gesponnen en spreidt het als een sluier over de natiën, zodat ongelovigen verblind zijn voor het verlichtende goede nieuws van Christus’ koninkrijk. Maar Jehovah’s Woord is als een tweesnijdend zwaard en Jehovah’s Getuigen moeten het vaardig hanteren ten einde de verblindende sluier aan flarden te slaan en het licht in de eerlijke geest en het eerlijke hart van met schapen te vergelijken mannen, vrouwen en kinderen, te laten schijnen. — 2 Kor. 4:3, 4.

Aanvaardbare lofoffers

4. Waarmee wordt onze lof vergeleken, en welk gebrek wordt in Maleachi 1:6-8 aan de kaak gesteld?

4 Onze woorden van lof worden in de bijbel vergeleken met de slachtoffers die krachtens de Mozaïsche wet werden vereist: „Laten wij door bemiddeling van hem God altijd een slachtoffer van lof brengen, namelijk de vrucht der lippen die zijn naam in het openbaar bekendmaken.” Woorden worden ook vergeleken met „de jonge stieren van onze lippen” (Hebr. 13:15; Hos. 14:2). De slachtoffers die onder de Wet werden gebracht, moesten onbesmet zijn, en priesters die dit vereiste negeerden, werden door Jehovah bestraft, zoals in Maleachi 1:6-8 wordt beschreven:

„’Een zoon, van zijn kant, eert een vader; en een knecht zijn voortreffelijke meester. Indien ik dan een vader ben, waar is de eer jegens mij? En indien ik een voortreffelijke meester ben, waar is de vrees voor mij?’ heeft Jehovah der legerscharen gezegd tot u, o priesters die mijn naam veracht. ’En gij hebt gezegd: „Op welke wijze hebben wij uw naam veracht?”’ ’Door op mijn altaar verontreinigd brood aan te bieden.’ ’En gij hebt gezegd: „Op welke wijze hebben wij u verontreinigd?”’ ’Doordat gij zegt: „De tafel van Jehovah is iets verachtelijks.” En wanneer gij een blind dier ten slachtoffer aanbiedt: „Het is niets kwaads.” En wanneer gij een kreupel of een ziek dier aanbiedt: „Het is niets kwaads.”’ ’Breng het alstublieft eens naar uw stadhouder toe. Zal hij een welgevallen in u hebben of zal hij u vriendelijk ontvangen?’”

5. Hoe kunnen wij het vermijden besmette lofoffers te brengen?

5 Zijn de slachtoffers die wij in deze tijd brengen, „de jonge stieren van onze lippen” en de ’vrucht van onze lippen’, zo onbesmet als wij ze kunnen doen zijn? Hebben wij als gevolg van studie en de opleiding en oefening van onze vermogens, onze lofoffers zo voortreffelijk mogelijk gemaakt? Speuren wij naar waarheidswoorden en denken wij erover na, ten einde onze boodschap op aangename wijze bij de huizen der mensen te kunnen aanbieden? „Behalve dat de bijeenbrenger wijs was geworden, onderwees hij ook het volk voortdurend in kennis, en hij dacht diep na en stelde een grondig onderzoek in, opdat hij veel spreuken zou kunnen ordenen. De bijeenbrenger zocht de verrukkelijke woorden te vinden en het schrijven van juiste woorden van waarheid.” — Pred. 12:9, 10.

6. Hoe kunnen wij het voor de mensen gemakkelijker maken de Koninkrijksboodschap te aanvaarden?

6 Het is voor mensen moeilijk te erkennen dat zij fout zijn geweest en dat zij hun denkwijze moeten veranderen, vooral met betrekking tot iets dat zo emotioneel geladen is als hun religieuze denkbeelden. Proberen wij het gemakkelijker te maken voor hen? Stellen wij ons in hun plaats, zoals de apostel Paulus dit deed? Hij zei: „Zo ben ik voor de joden geworden als een jood, om joden te winnen; voor hen die onder de wet staan, ben ik geworden als onder de wet staande, hoewel ik zelf niet onder de wet sta, om hen die onder de wet zijn, te winnen. Voor hen die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet, hoewel ik niet zonder wet ben ten opzichte van God, maar onder de wet ten opzichte van Christus, om hen die zonder wet zijn, te winnen. Voor de zwakken ben ik zwak geworden, om de zwakken te winnen. Ik ben alle dingen voor alle soorten van mensen geworden, om er toch maar enkelen te redden. Maar ik doe alle dingen ter wille van het goede nieuws, om er met anderen deel aan te mogen verkrijgen.” — 1 Kor. 9:20-23.

7. Hoe kunnen wij onze prediking meer overredingskracht geven?

7 Zijn wij begrijpend en vriendelijk, en zijn onze woorden als een medicijn? „Wie wijs van hart is, zal verstandig worden genoemd, en hij die zoet van lippen is, vermeerdert overredingskracht. Aangename woorden zijn een honingraat, zoet voor de ziel en genezing voor de beenderen.” Studeren wij ten einde inzicht te tonen wanneer wij tot anderen over Gods koninkrijk getuigen, waardoor wij overredingskracht aan onze spraak toevoegen? „Het hart van de wijze maakt dat zijn mond blijk geeft van inzicht, en aan zijn lippen voegt het overredingskracht toe” (Spr. 16:21, 24, 23). Zout voegt smaak toe aan voedsel dat anders flauw of smakeloos zou zijn, en Paulus gebruikt dit feit om aan te tonen dat het geestelijke voedsel dat wij aan anderen aanbieden, goed te verteren moet zijn: „Uw spreken zij altijd minzaam, gekruid met zout, opdat gij weet hoe gij een ieder een antwoord behoort te geven.” — Kol. 4:6.

Sier uw onderwijs met voortreffelijke werken

8. Wat is van het grootste belang willen wij het vermijden als huichelaars veroordeeld te worden?

8 Behalve werken in de vorm van prediking van het goede nieuws, zijn werken waaruit blijkt dat wij in praktijk brengen wat wij prediken, van het grootste belang willen wij niet als huichelaars worden veroordeeld. De apostel Paulus was zich hier heel sterk van bewust. Hij stelde bepaalde joodse leraren van zijn tijd openlijk aan de kaak als personen die zich hieraan schuldig maakten: „Gij echter die een ander onderwijst, onderwijst gij uzelf niet? Gij die predikt: ’Steel niet’, steelt gij? Gij die zegt: ’Pleeg geen overspel’, pleegt gij overspel? Gij die een afschuw van de afgoden te kennen geeft, berooft gij tempels? Gij die u beroemt op de wet, onteert gij God door uw overtreden van de Wet?” (Rom. 2:21-23) Paulus was zich in zijn eigen geval duidelijk van dit gevaar bewust, want hij zei: „Ik ben hard voor mijn lichaam en leid het als een slaaf, om niet, na tot anderen te hebben gepredikt, zelf op een of andere wijze afgekeurd te worden.” — 1 Kor. 9:27.

9. Welke argumenten tonen de onjuistheid aan van de religieuze drogreden ’Eens gered, altijd gered’?

9 Dit toont aan dat Paulus niet de zienswijze onderschreef die veel godsdienstige mensen in deze tijd aanhangen, namelijk: ’Eens gered, altijd gered.’ Zodra wij Jezus als onze redder en verlosser hebben aanvaard en ons leven aan Jehovah God hebben opgedragen, hebben wij slechts de eerste stappen gezet op de weg tot redding; wij hebben het einde ervan nog niet bereikt. Daarom geeft Paulus ons de raad ’onze eigen redding met vrees en beven te blijven bewerken’ (Fil. 2:12). Waarom zouden wij moeten ’blijven werken’, en waarom met „vrees en beven”, als ’eens gered’ ’altijd gered’ betekent? Mensen kunnen van het ware geloof afvallen, terwijl het voor sommigen van zulke personen onmogelijk is weer tot berouw te komen „omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw aan een paal hangen”. Jezus heeft zelf gezegd dat het mogelijk is dat iemand ’uw kroon neemt’. Hij zei ook in zijn opmerkingen over het „besluit van het samenstel van dingen”: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden” (Hebr. 6:4-6; Openb. 3:11; Matth. 24:3, 13). Onze huidige positie bij God telt, niet wat wij eens zijn geweest, hetzij goed of slecht (Ezech. 33:12-16). Daarom moeten wij aan de Koninkrijksprediking blijven werken en een juist gedrag aan de dag blijven leggen, terwijl wij deze beide dingen doen met de gezonde vrees hierin te kort te schieten.

10. Waardoor dient ons onderwijs te worden gesierd, en met welke resultaten?

10 Christenen worden ertoe aangespoord ’matig in gewoonten, gezond van verstand en eerbiedig in hun gedrag te zijn, niet te lasteren of zwaar te drinken, liefdevol te zijn in de verhouding tot hun gezins- en familieleden, eerbaar en rein in hun spreken te zijn en zich goede werkers te betonen’. En waarom dit alles? Opdat „er niet schimpend over het woord van God wordt gesproken”. Ook opdat zij door een dergelijk gedrag „de leer van onze Redder, God, in alle dingen mogen sieren”. Door deze versiering van voortreffelijk gedrag aan hun prediking toe te voegen, worden Jehovah’s Getuigen „een voorbeeld van voortreffelijke werken” (Tit. 2:1-10). „Beveel hun die rijk zijn in het tegenwoordige samenstel van dingen”, zei de apostel Paulus, „hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; goed te doen, rijk te zijn in voortreffelijke werken, vrijgevig te zijn, mededeelzaam, voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen.” — 1 Tim. 6:17-19.

11. In welke uiterst belangrijke behoefte voorziet dit leven, ondanks het feit dat het slechts uit een klein aantal met moeilijkheden gevulde dagen bestaat?

11 Het leven dat de mensen in de wereld thans leiden, is geen werkelijk leven. „Zij die genot vindt in bevrediging der zinnen, is dood hoewel zij leeft” (1 Tim. 5:6). Dit leven voorziet echter in een uiterst belangrijke behoefte: wij kunnen ’rijk zijn in voortreffelijke werken’, ’een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggen’ en ’het werkelijke leven’, in het rijk van Jehovah’s koninkrijk onder Christus, ’stevig vastgrijpen’. Wij zouden alles kunnen hebben wat dit leven te bieden heeft, maar als ons leven leeg is met betrekking tot voortreffelijke werken, zou het verspild en waardeloos zijn. Dit leven telt slechts weinig dagen die vol zijn van moeilijkheden en pijn, verdriet en lijden, droefheid en teleurstelling, zondigheid en de dood. Het aantal dagen is beperkt, maar als wij niet talmen, zijn er voldoende van deze dagen om ons in de gelegenheid te stellen rijk te worden in voortreffelijke werken. Het verrichten van zulke werken schenkt ons vreugde en voldoening, vrede en tevredenheid, het gevoel een zinvol leven te leiden, geestelijke gezondheid en eeuwig leven.

Verkwikkend werk met het oog op redding

12. Wat blijkt voor getrouwe getuigen van Jehovah bijzonder afmattend te zijn, maar wat schenkt verkwikking?

12 Hoe vreemd het in deze tijd van veel onverschilligheid en tegenstand ook mag lijken, toch is het voor gewetensvolle getuigen van Jehovah bijzonder afmattend wanneer zij er terughoudend in zijn Jehovah’s koninkrijk bekend te maken. Spreken schenkt hun verlichting en verkwikking. Toen Jeremia besloot niet te prediken, was de boodschap als vuur in zijn beenderen, zodat hij uiteindelijk uitriep: „Ik ben doodmoe van het inhouden — ik kan het niet verdragen” (Jer. 20:9, An American Translation). Elihu zocht verlichting door waarheden te spreken die hij lang had ingehouden: „Ik zit boordevol argumenten, barstensvol argumenten; mijn binnenste gist als wijn die niet weg kan en zelfs nieuwe zakken dreigt te doen scheuren. Ik spreek; dat zal me opluchten” (Job 32:18-20, Willibrordvertaling). Na dit werk gedaan te hebben, voelde Elihu zich verkwikt. God voelde zich verkwikt toen hij zijn scheppingswerk had voltooid. Het verrichten van Jehovah’s werk was voor Jezus als verkwikkend voedsel. En het volbrengen van het predikingswerk is thans verkwikkend voor Jehovah’s Getuigen. Zij ’varen op met vleugels als arenden’. — Jes. 40:31.

13. Welk werk dienen wij thans terecht te doen, en voor wie en hoe is het nuttig?

13 Nu is het de tijd om Gods Woord de bijbel te bestuderen, om niet langer gevormd te worden overeenkomstig dit oude, goddeloze samenstel, maar om veranderd te worden door onze geest te hervormen. „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld.” „De wereld gaat . . . voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid” (1 Joh. 2:15, 17; Rom. 12:2). Rust u toe om treurenden met het goede nieuws van Gods koninkrijk te troosten. Sier uw onderwijs door in uw persoonlijke leven geestelijke vruchten voort te brengen — „liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing” (Gal. 5:22, 23). Help zachtaardige personen hun geest te hervormen en rijk te worden in voortreffelijke werken en sta hen ook bij in hun streven nu zo te leven dat zij straks voor eeuwig op een paradijsaarde mogen blijven leven (Ps. 37:11, 29). Help hen in het belang van hun eigen redding te werken zoals u uw eigen redding blijft bewerken.

14. (a) Welke vermaning in verband met het verwerven van redding wordt er gegeven, en waarom is dit thans zo actueel? (b) Wat zullen wij, door deze vermaningen op onszelf van toepassing te brengen, kunnen zijn en doen?

14 Deze dagen zijn kritiek en de tijd is kort geworden, zodat de vermaning van God luidt: „Predik het woord, houd u er als met een dringende zaak mee bezig, in gunstige tijd, in moeilijke tijd.” „Wordt standvastig, onwrikbaar, altijd volop te doen hebbend in het werk van de Heer, wetend dat uw arbeid niet tevergeefs is in verband met de Heer.” „Doet uw werk niet traag. Zijt vurig van geest. Dient Jehovah als slaven” (2 Tim. 4:2; 1 Kor. 15:58; Rom. 12:11). „Blijft [op al deze manieren] . . . met vrees en beven uw eigen redding bewerken . . . opdat gij onberispelijk en onschuldig moogt worden, kinderen van God, zonder smet te midden van een krom en verdraaid geslacht, onder wie gij schijnt als lichtgevers in de wereld, het woord des levens stevig vasthoudend.” — Fil. 2:12, 15, 16.

□ Hoe loven Jehovah’s werken hem?

□ Wat voor offers zijn in deze tijd aanvaardbaar voor God?

□ Hoe kunnen wij het voor anderen gemakkelijker maken de Koninkrijksboodschap te aanvaarden?

□ Met welke voortreffelijke werken moeten wij ons onderwijs sieren?

□ Welke activiteit blijkt voor Gods dienstknechten verkwikkend te zijn?

□ Voor welk werk is het thans de tijd?

[Inzet op blz. 18]

Speuren wij naar waarheidswoorden en denken wij erover na, ten einde onze boodschap op aangename wijze bij de huizen der mensen te kunnen aanbieden?

[Inzet op blz. 19]

Werken waaruit blijkt dat wij in praktijk brengen wat wij prediken, zijn van het grootste belang willen wij niet als huichelaars worden veroordeeld

[Illustratie op blz. 17]

Jehovah’s luisterrijke werken weerspiegelen de soort van God die hij is. Onze werken tonen wat voor personen wij zijn

[Illustratie op blz. 20]

Bijbelse waarheden met anderen bespreken, is een verkwikkend werk

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen