Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w79 15/1 blz. 9-12
  • Wanneer kinderen weerspannig worden

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wanneer kinderen weerspannig worden
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • DE WAARDE VAN JUISTE OPLEIDING
  • WANNEER OUDERS HUN TAAK HEBBEN VERWAARLOOSD
  • OPSTANDIGHEID ONDANKS EEN GOEDE OPLEIDING
  • DE JUISTE INSTELLING BEWAREN
  • Het hart van je ouders verheugen
    Een gelukkig gezinsleven opbouwen
  • De morele verantwoordelijkheid van de ouders
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1968
  • Ouders, onderricht u uw kinderen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1961
  • Hoe beziet u uw kinderen?
    Ontwaakt! 1980
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
w79 15/1 blz. 9-12

Wanneer kinderen weerspannig worden

OP EEN flat in de stad New York hangt een opgeschoten tiener onverschillig op een bank. De herhaalde verzoeken van zijn moeder om haar met wat zwaar werk te helpen, worden genegeerd. Als zij blijft aandringen, barst de jongen in woede uit. Hij rukt de telefoon los uit de muur, smijt meubilair kapot en breekt het slot van de voordeur af. Al die tijd schreeuwt hij: „Ik vermoord je!” Ten slotte komt er een eind aan de onbeheerste woedeuitbarsting.

Deze weerspannige tiener heeft geen achting voor zijn vader en zijn moeder. In feite heeft hij voor geen enkele vorm van autoriteit enig ontzag, wat hij toont door samen met ander geboefte de straten onveilig te maken en een clandestien vuurwapen bij zich te dragen.

Veel ouders in een soortgelijke situatie vragen zich af: ’Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Wat hebben we fout gedaan?

DE WAARDE VAN JUISTE OPLEIDING

Soms speelt nalatigheid van de zijde van de ouders een rol. Als ouders er niet veel aandacht aan besteden hun kinderen door woord en voorbeeld op te leiden, kunnen zij niet verwachten goede resultaten te boeken. De bijbel zegt: „De roede en terechtwijzing, die geven wijsheid; maar een aan zichzelf overgelaten jongen zal zijn moeder beschaamd maken” (Spr. 29:15). Vanaf het prilste begin, van kindsbeen af, moet er met een juiste opleiding begonnen worden. Omdat David vanaf zijn vroege jeugd opleiding ontving, kon hij in een van zijn psalmen zeggen: „Op u [Jehovah] ben ik geworpen vanaf de moederschoot; vanaf de buik van mijn moeder zijt gij mijn God geweest” (Ps. 22:10). Op soortgelijke wijze kende Timótheüs de heilige geschriften „van kindsbeen af”. Hoe ver hij ook terugging in zijn herinnering, hij kon zich geen tijd te binnen brengen dat hij niet iets van de Heilige Schrift af wist. — 2 Tim. 3:15.

Naarmate kinderen ouder worden, vergt het werkelijke inspanningen om hen te helpen inzien dat gehoorzaamheid aan de verheven beginselen van de Schrift tot de beste levenswijze leidt. Dit is vooral zo in deze moeilijke „laatste dagen” (2 Tim. 3:1, 2). Het bijbelboek Spreuken kan ouders werkelijk helpen zo onderricht te geven dat hun kinderen krachtig worden gemotiveerd. Niet alleen waarschuwt dit boek tegen het gevaar van slechte vrienden, seksuele immoraliteit, vraatzucht, drankmisbruik en dergelijke, maar het verschaft ook aanmoedigingen om de juiste handelwijze te volgen (Spr. 1:10-19; 4:14-27; 5:3-14; 7:1-27; 23:20-35). Hoe ouders het onderwijs op moreel gebied dat zij hun oudere kinderen verschaffen, van een positieve motivatie vergezeld kunnen doen gaan, wordt geïllustreerd door de woorden van Spreuken 3:1-6:

„Mijn zoon, vergeet niet mijn wet, en mijn geboden beware uw hart, want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen u worden toegevoegd. Liefderijke goedheid en trouw, mogen die u niet verlaten. Bind ze om uw keel. Schrijf ze op de tafel van uw hart, en vind zo gunst en goed inzicht in de ogen van God en van de aardse mens. Vertrouw op Jehovah met heel uw hart en steun niet op uw eigen verstand. Sla in al uw wegen acht op hem, en hij zal uw paden recht maken.”

WANNEER OUDERS HUN TAAK HEBBEN VERWAARLOOSD

Als ouders in het verleden onachtzaam zijn geweest of in hun verantwoordelijkheid te kort zijn geschoten, zullen zij het uiteraard een zware opgaaf vinden hun kinderen in moreel opzicht te onderwijzen. Het kan nodig zijn hun kinderen uit te leggen waarom zij zich nu zo bekommeren om iets waarin zij vroeger te kort geschoten zijn. Misschien moeten zij hierbij hun vroegere fouten nederig toegeven. Vervolgens zal het tijd en geduld vergen om het vertrouwen te winnen van zoons en dochters in de tienerleeftijd, en hen te overtuigen van werkelijke ouderlijke liefde en belangstelling. In het begin kunnen de resultaten erg teleurstellend, ja zelfs frustrerend zijn. Maar ouders mogen hun pogingen niet snel opgeven, aangezien dit twijfel zou oproepen ten aanzien van hun belangstelling en bezorgdheid. Een tiener zou kunnen redeneren: ’Als mijn ouders zich werkelijk om mij zouden bekommeren, dan zouden ze me nog steeds proberen te helpen.’ Als ouders zich in hun eerste pogingen laten afremmen door het gebrek aan reactie van de kant van hun kinderen, zouden zij dus in werkelijkheid wel eens voedsel kunnen geven aan het wantrouwen van hun zoons en dochters. Daarom is het juist erg belangrijk dat ouders aanhouden. De bezorgdheid van een ouder kan het geweten van een kind wakker schudden en zijn goede hoedanigheden naar boven roepen. Marta, die eens een meisjesbende aanvoerde, gaf toe: „Het deed me pijn als ik zag hoe mijn moeder zich zorgen maakte om mij, maar ik liet nooit iets blijken en liet haar nooit weten hoe ik me voelde”.

Een goed voorbeeld heeft vaak een krachtiger uitwerking op opstandige kinderen dan vele woorden. Ouders moeten beslist krachtig vasthouden aan wat juist is, maar zij moeten ervoor oppassen niet hun zelfbeheersing te verliezen of hun toevlucht te nemen tot schreeuwen of schelden. De Schrift raadt aan: „Alle kwaadaardige bitterheid en toorn en gramschap en geschreeuw en schimpend gepraat worde uit uw midden weggenomen, evenals alle slechtheid.” — Ef. 4:31.

Zelfs als de opvoeding van kinderen vele jaren jammerlijk is verwaarloosd, mag men nog hoop koesteren. Een jonge Mexicaan vertelt zijn eigen ervaring:

„Toen ik zeven was, liep ik van huis weg. Ik sliep op het trottoir, in autowrakken of soms in goederenwagons. Samen met andere jongens begon ik te stelen. Heel vaak werden we door de politie gepakt en naar de gevangenis gebracht. Wanneer ze ons vroegen waar onze ouders waren, zeiden we dat we dat niet wisten. Toen ik 10 was, sloten we ons aan bij een bende drugsmokkelaars. Heel wat keren heb ik er bijna mijn leven bij ingeschoten. Toen ik 12 was, gingen we illegaal naar de Verenigde Staten en zetten daar onze onwettige activiteiten voort. Op een dag dreigde de leider van onze bende me te doden omdat ik de buit van een roofoverval die ik had gepleegd, niet met de anderen had gedeeld. Hij sloeg me in elkaar en nam me die 28.000 peso’s af.

Ik voelde me erg ellendig en wilde naar huis teruggaan of zelfmoord plegen. Toen herinnerde ik me dat mijn grootmoeder in Ciudad Juárez woonde, maar ik wist niet waar. Ik begon haar te zoeken. Toen ik haar eindelijk vond, stond ze op het punt naar een congres van Jehovah’s Getuigen te gaan en ze nodigde me uit mee te gaan.”

Op grond van wat deze jongen op het congres hoorde, begon hij ernstig over zijn leven na te denken. Hij begon de bijbel te bestuderen en tot vreugde van zijn ouders beterde hij zijn leven en keerde hij naar huis terug.

OPSTANDIGHEID ONDANKS EEN GOEDE OPLEIDING

Maar wat valt er te zeggen wanneer kinderen weerspannig worden ondanks een goede opleiding? Ouders kunnen troost putten uit het feit dat zij zich gewetensvol van hun verantwoordelijkheden hebben gekweten. Zij kunnen ook de hoop koesteren dat kinderen die de slechte weg zijn opgegaan, in de toekomst toch weer tot bezinning komen ten gevolge van de moeite die zij als ouders aan hun opvoeding hebben besteed. Deze hoop kan heel aanmoedigend zijn.

Een goede opleiding kan beslist een blijvende uitwerking op kinderen hebben. De bijbel verklaart: „Leid een knaap op overeenkomstig de weg voor hem; ook als hij oud wordt, zal hij er niet van afwijken” (Spr. 22:6). Hoewel kinderen die een goede opleiding hebben ontvangen, doorgaans geen verdorven handelwijze gaan volgen, gaan sommigen inderdaad het verkeerde pad op maar komen dan toch weer tot bezinning. Hun ervaring zou net zo kunnen verlopen als die van de verloren zoon in een illustratie van Jezus. Wij lezen:

„Een zeker mens had twee zoons. En de jongste van hen zei tot zijn vader: ’Vader, geef mij het deel van het bezit waarop ik recht heb.’ . . . En niet vele dagen daarna pakte de jongste zoon alles bij elkaar en reisde naar het buitenland, naar een ver land, en daar verkwistte hij zijn bezit door een losbandig leven te leiden. Toen hij alles had opgemaakt, kwam er een zware hongersnood over dat gehele land, en hij begon gebrek te lijden. Hij ging zich zelfs aan een van de burgers van dat land verbinden, en die zond hem naar zijn velden om zwijnen te hoeden. En vaak begeerde hij verzadigd te worden met de carobbepeulen die de zwijnen aten, en niemand gaf hem iets. Toen hij tot bezinning was gekomen, zei hij: ’Hoeveel loonarbeiders van mijn vader hebben brood in overvloed, terwijl ik hier van honger verga! Ik zal opstaan en naar mijn vader trekken en tot hem zeggen: „Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u. Ik ben niet meer waard uw zoon te worden genoemd. Maak mij als een van uw loonarbeiders.”’” — Luk. 15:11-19.

DE JUISTE INSTELLING BEWAREN

Hoe reageerde de vader? Omdat hij zijn zoon geen kwaad hart was gaan toedragen, reageerde hij met barmhartigheid en tedere genegenheid. Jezus’ illustratie gaat verder:

„Terwijl hij nog een heel eind weg was, werd zijn vader hem gewaar en werd door medelijden bewogen, en hij snelde op hem toe en viel hem om de hals en kuste hem teder. Toen zei de zoon tot hem: ’Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u. Ik ben niet meer waard uw zoon te worden genoemd. Maak mij als een van uw loonarbeiders.’ Maar de vader zei tot zijn slaven: ’Vlug! haalt een lang gewaad te voorschijn, het beste, en trekt het ham aan, en doet hem een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten. En haalt de gemeste jonge stier, slacht hem en laten wij eten en vrolijk zijn, want deze zoon van mij was dood, maar is weer levend geworden; hij was verloren, maar is gevonden.’ En zij begonnen vrolijk te zijn.” — Luk. 15:20-24.

In harmonie met de geest van deze illustratie moeten ouders ervoor oppassen dat zij niet verbitterd raken en hun gevoelens van genegenheid voor een weerspannige zoon of dochter verliezen. In dat geval zou het voor een kind heel moeilijk kunnen zijn om net zo te reageren als de verloren zoon van Jezus’ illustratie.

De goede uitwerking van liefde en vriendelijkheid wordt duidelijk geïllustreerd in het geval van een meisje in de Amerikaanse staat Ohio wier ouders Jehovah’s Getuigen zijn. In de mening dat zij te strak werd gehouden, begon de 15-jarige Vickie tegen het ouderlijke gezag te rebelleren. Ten slotte ging zij toen zij 17 was in een andere stad op kamers wonen. In deze stad woonde ook familie van haar moeder en hoewel deze familieleden haar handelwijze niet vergoelijkten, trachtten zij haar aan te moedigen. Wat gebeurde er uiteindelijk? Het meisje vertelt:

„Ik was erg terneergeslagen, zo zelfs dat ik met zelfmoordplannen rondliep, en ik walgde van de wereld en de mensen. Daarom trok ik bij de familie van mijn moeder in. Ze hebben me nooit de les zitten lezen of het me moeilijk gemaakt. Ik zag er erg tegenop de vergaderingen in de Koninkrijkszaal bij te wonen, maar ik deed het toch. De liefde en vriendelijkheid die iedereen toonde, waren overweldigend. Ze zullen wel nooit beseffen hoezeer ik het heb gewaardeerd en hoeveel gemakkelijker ze het voor me hebben gemaakt mijn verkeerde levenswijze de rug toe te keren.”

Ouders moeten de hoop dus niet snel opgeven wanneer kinderen weerspannig worden. Hoewel zij het slechte haten, moeten zij ervoor zorgen niet hard en verbitterd ten aanzien van hun kinderen te worden. Als allerbelangrijkste punt moeten ouders ernaar streven een goed voorbeeld te geven en hun geloof in God sterk te houden.

Dit is wat koning David deed. Hij heeft heel wat narigheid beleefd ten gevolge van gezinsproblemen. Een van zijn zoons keerde zich volledig tegen hem en had het zowel op zijn troon als op zijn leven gemunt. Maar David liet zich er hierdoor niet van afbrengen God te blijven dienen. Toen hij oud en zwak was geworden, moedigde hij zelfs zij zoon Salomo aan: „Ken de God van uw vader en dien hem met een onverdeeld hart en met een bereidwillige ziel; want Jehovah doorzoekt alle harten, en elke neiging van de gedachten onderscheidt hij. Indien gij hem zoekt, zal hij zich door u laten vinden; maar indien gij hem verlaat, zal hij u voor eeuwig verstoten.” — 1 Kron. 28:9.

Zelfs indien iemands eigen kinderen deloyaal zouden worden, zal Jehovah God zijn toegewijde dienstknechten toch nooit in de steek laten. Zoals de Allerhoogste in tijden van beproeving en smart David schraagde, zo zal hij in deze tijd zijn volk sterken om allerlei smartelijke omstandigheden te kunnen verduren, waaronder ook de pijn die ouders voelen wanneer hun kinderen tegen hen in opstand komen. Ja, al zouden alle natuurlijke banden van genegenheid verbroken worden, dan zou een persoon nog niet alleen zijn, nog niet hopeloos verlaten. Zoals David zei: „Ingeval mijn eigen vader en mijn eigen moeder mij werkelijk verlieten — ja, Jehovah zelf zou mij opnemen.” — Ps. 27:10.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen