-
Bent u goed voor uzelf?De Wachttoren 1959 | 15 november
-
-
liefde hun zinnen te zetten, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorstoken.” Het is duidelijk dat iemand ’die zichzelf met vele pijnen doorsteekt’ niet goed voor zichzelf is! — 1 Tim. 6:9, 10, NW.
Indien wij goed voor onszelf willen zijn, moeten wij „godvruchtige toewijding te zamen met het genoegen nemen met wat wij hebben”, of tevredenheid, in ons tot ontwikkeling laten komen. Daar wij niets in de wereld hebben meegebracht, kunnen wij er ook niets uit meenemen. Laten wij wanneer wij voedsel, kleding en onderdak hebben, daarmee dan tevreden zijn, raadt de apostel ons verder aan. — 1 Tim. 6:6-8, NW.
God de Schepper verwacht van ons dat wij goed voor onszelf zijn, want hij wil ons gelukkig zien. Een vooruitziende kijk op de dingen zal ons helpen matigheid te betrachten en tevreden te zijn, in gedachten houdend dat ’de zegen van Jehóvah rijk maakt en hij voegt er geen pijn aan toe’. — Spr. 10:22, NW.
-
-
Doe alles overeenkomstig Jehovah’s wegDe Wachttoren 1959 | 15 november
-
-
Doe alles overeenkomstig Jehovah’s weg
„Met eigen ooren zult gij het woord achter u hooren: Dit is de weg: bewandelt dien! — wanneer gij rechts of links zoudt willen inslaan.” — Jes. 30:21, LV.
1. Hoe kunnen wij God leren kennen? En welke vragen behoeven een antwoord?
ALLEEN door Jehovah, de Grote Levengever, te leren kennen, kunnen wij de hoop koesteren eeuwig leven deelachtig te worden. Wij moeten weten wat zijn richtlijnen voor ons zijn, wat hij van ons verlangt en welke weg hij wil dat wij gaan. Daarom zei de psalmist David: „Onderwijs mij, HERE, uw weg en leid mij op een effen pad” (Ps. 27:11). Hoewel voor velen Gods wegen duister en verwarrend zijn, is Gods weg voor iemand die oprecht en nederig in het bezit van kennis tracht te komen, eenvoudig en duidelijk aangegeven. Door het universum en de wereld waarin wij leven, te onderzoeken, kunnen wij iets over Jehovah te weten komen en wij zien dan dat Hij een scheppende God is, een God van onbeperkte macht, een God van wijsheid en kennis. Wat is echter zijn naam? Wat is de bestemming van de mens? Waarom blijven moeilijkheden en verdriet op de aarde bestaan? Is dit alles van God afkomstig? De antwoorden op deze vragen betreffende de voor ons liggende weg kunnen wij alleen verkrijgen door ons tot zijn geopenbaarde Woord, de bijbel, te wenden.
2. (a) Wat voor soort van God is Jehovah? (b) Welke houding dienen wij aan de dag te leggen?
2 Door middel van zijn Woord openbaart Jehovah zich aan ons als de Almachtige, de Regeerder van het universum, almachtig, maar toch barmhartig, liefderijk en goedgunstig. Behalve dat hij een scheppende God, een God van actie en werk is, blijkt hij zich, zoals in de goddelijke profetie wordt geopenbaard, nauwgezet aan zijn tijdschema te houden (Pred. 3:17). Hij is geen God die zijn wegen voor ons verbergt, die voor de mens verborgen wenst te blijven, maar hij verlangt er veeleer naar dat wij hem kennen en weten wat hij van ons verlangt willen wij voor eeuwig leven in aanmerking komen. Petrus maakt ons dit met de volgende woorden duidelijk: „Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen” (2 Petr. 3:9). Wanneer wij daarom van Jehovah trachten te leren, zal hij ons, wanneer wij van links naar rechts dwalen, helpen en op het juiste pad leiden. Onze houding dient die van een kind jegens zijn ouders te zijn, vragend om begrip en de ontvangen juiste leiding volgend. Evenals een kind zijn vader en moeder tracht na te bootsen, dienen wij zeer nauwgezet de juiste beginselen van Jehovah en zijn met een vrouw te vergelijken organisatie te volgen. Wanneer wij dit doen, zullen wij bemerken dat Jehovah’s weg niet alleen eenvoudig is, een weg die duidelijk zichtbaar voor ons is gemaakt zodat wij hem kunnen volgen, maar ook een weg van rechtvaardigheid. De New World Translation geeft Davids gebed in Psalm 27:11 daarom als volgt weer: „Onderricht mij, o Jehovah, in uw weg, en leid mij wegens mijn vijanden op het pad van oprechtheid.”
3. Waarom zijn wij verstandig wanneer wij op Jehovah vertrouwen?
3 Als onze Schepper weet Jehovah wat voor onze bestwil is. Zijn zienswijze is veel hoger en verhevener dan de onze. Hij verkeert in de positie om lang voordat wij deze constateren strikken en gevaren te zien. Zijn wijsheid is niet op de beperkte wijsheid en ervaring die de mens zich in slechts zo’n vijftig jaren eigen kan maken, gebaseerd, maar op de goddelijke, eeuwenoude wijsheid. Jehovah God neemt derhalve terecht de positie van onze Rechter, onze Wetgever en onze Koning in. Als zijn ondergeschikten en daar wij voor leven van Hem afhankelijk zijn, dienen wij er stellig veel belang in te stellen hem te behagen door alles overeenkomstig zijn weg ten uitvoer te brengen. Wij kunnen dit doen in de overtuiging dat Jehovah ons op een weg zal leiden die ons niet alleen zegeningen zal brengen maar waardoor ook zijn naam geëerd zal worden. Dit dient ons levensdoel te zijn, dat wij onze God op een bepaalde wijze kunnen dienen en eren. „De HERE is mijn herder”, zo luidt Psalm 23, „Hij leidt mij in de rechte sporen om zijn naams wil.” Wij doen er goed aan om onder toezicht van de Grote Herder, evenals schapen de verstandige en veilige leiding van een herder, deze leiding gewillig te volgen. Doe wat in Spreuken 3:5-7 staat: „Vertrouw op den HERE met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken. Wees niet wijs in eigen ogen, vrees den HERE en wijk van het kwaad.”
4. Hoe kunnen wij weten wat de toekomst zal brengen?
4 Vele mensen zijn de mening toegedaan dat zolang zij een goed leven leiden en zich van het kwade afkeren, zij zich op Jehovah’s weg bevinden, en dat dit alles is wat noodzakelijk is. Het kan echter zijn dat zij zeer weinig kennis van de Schrift bezitten. Wanneer er aan hen wordt gevraagd wat de toekomst zal brengen en wat Gods voornemen voor mensen des geloofs ten aanzien van de aarde is, antwoorden zij, ’Alleen God weet het’. Het is waar dat God het weet, maar hij geeft deze kennis ook aan hen die ernaar verlangen. In Amos 3:7 ontvangen wij de verzekering: „Voorzeker, de Here HERE doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten.” Door middel van de bladzijden van zijn Woord heeft Jehovah zijn voornemen ten aanzien van zijn volk geopenbaard. Een van de vele passages waarin iets over de toekomst van de aarde wordt gezegd, vindt men in Psalm 37:11 (NW): „De zachtmóedigen zullen de aarde bezitten en zich buitengewoon verlustigen over overvloedige vrede.” Deze inlichting is voor ons neergeschreven opdat wij haar kunnen lezen en bestuderen en aldus het voornemen van Jehovah leren kennen.
5. Is het leiden van een goed leven voldoende om God te behagen?
5 Jezus was zich er terdege van bewust dat slechts een goed leven leiden niet alles was wat God van hem verlangde; anders had hij het rustige leven dat hij als timmerman tot zijn dertigste jaar leidde, wel kunnen voortzetten. Hij wist dat
-