Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Nederigheid — een zeer begerenswaardige hoedanigheid
    De Wachttoren 1977 | 1 november
    • schriftuurlijke raad zal accepteren en toepassen. Als men hem verkeerd heeft beoordeeld, kan hij ernaar streven voordeel van deze ervaring te trekken door er ijverig moeite voor te doen het te vermijden zelf soortgelijke fouten in zijn omgang met anderen te maken.

      MET NEDERIGHEID DIENEN

      Aangestelde ouderlingen en dienaren in de bediening doen er goed aan het voorbeeld van de apostel Paulus na te volgen door nederig anderen te dienen. Paulus schreef over zichzelf en zijn medewerkers: „Ook hebben wij geen heerlijkheid van mensen gezocht, noch van u noch van anderen, ofschoon wij als apostelen van Christus een dure last konden zijn. Integendeel, wij zijn in uw midden vriendelijk geworden, zoals wanneer een zogende moeder haar eigen kinderen koestert. Daar wij dus tedere genegenheid voor u hadden, hebben wij u gaarne niet alleen het goede nieuws van God meegedeeld, maar ook onze eigen ziel, want gij zijt ons lief geworden” (1 Thess. 2:6-8). Wanneer men zulk een nederigheid aan de dag legt door zonder enig verlangen naar „heerlijkheid” bereidwillig dienst te verrichten, en wanneer men als een uiting van zelfopofferende liefde aldus van zijn tijd en energie geeft, doet men een beroep op het hart van anderen en wordt men een voortreffelijk instrument in de handen van Jehovah, tot zegen van zijn medemensen.

      Behalve dat nederigheid ons helpt de geest te weerspiegelen van iemand die voor anderen dienst verricht, zal ook onze waardering voor medegelovigen erdoor vergroot worden. De apostel Paulus gaf de Filippenzen de raad ’niets uit twistgierigheid of uit egotisme te doen maar met ootmoedigheid des geestes de anderen superieur aan zichzelf te achten’ (Fil. 2:3). Iemand die deze raad opvolgt, zal in anderen voortreffelijke eigenschappen kunnen zien, eigenschappen die in bepaalde opzichten superieur kunnen zijn aan die van hemzelf. Doordat hij een bescheiden mening over zichzelf heeft, zal hij worden geholpen niet haastig te eisen dat iets op zijn manier wordt gedaan, terwijl hij ook niet zal trachten de voorstellen van anderen opzij te schuiven. Hij beseft dat een zaak op verschillende manieren behandeld kan worden en dat zijn oordeel niet noodzakelijkerwijs het beste behoeft te zijn. Daarom is hij bereid de gevoelens en zienswijzen van anderen in aanmerking te nemen. Hij ziet er zorgvuldig op toe dat hij niet alle eer opstrijkt voor iets waaraan anderen een aandeel hebben gehad. Zijn nederigheid maakt hem tot een prettige metgezel.

      Nederigheid is beslist van het grootste belang om in een goede verhouding tot God en onze medemensen te blijven staan. Ze is derhalve een eigenschap die wij allen, als toegewijde dienstknechten van Jehovah, in een grotere mate zullen willen aankweken.

  • „Afvallige spotters om een koek”
    De Wachttoren 1977 | 1 november
    • „Afvallige spotters om een koek”

      In een van zijn psalmen spreekt David over de beschimpingen die hij moest verduren. „Onder de afvallige spotters om een koek”, zei David, „was er een geknars van hun tanden, ja, tegen mij” (Ps. 35:16). Deze spotters waren afvalligen in de zin dat zij niet tot Gods getrouwe volk gerekend konden worden. Zij waren verschoppelingen, het uitschot van de maatschappij. Slechts om een koek te krijgen van degene (waarschijnlijk koning Saul) die met hun woorden ingenomen zou zijn, maakten deze mannen David belachelijk. Zij knarsten hun tanden tegen hem, hetgeen wil zeggen dat zij uiting gaven aan hun toorn, hoon en verachting.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen