Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Een profetisch drama dat overleving afschaduwde
    De Wachttoren 1975 | 1 februari
    • van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” Ook moet Christus’ rechtstreekse gebod aan hen gehoorzaamd worden, namelijk ’discipelen te maken van mensen uit alle natiën, hen dopende’ (Matth. 24:14; 28:19, 20). Daardoor worden er nog meer zoekers van God in zijn veilige en zekere geestelijke paradijs gebracht ten einde de „grote verdrukking” te overleven en leven in Zijn rechtvaardige nieuwe tijdperk te ontvangen.

      25. Wat moeten wij thans doen wanneer wij de „grote verdrukking” willen overleven en in Gods nieuwe ordening willen leven?

      25 Willen wij de „grote verdrukking” overleven en voor eeuwig in de omhelzing van Gods beloofde „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” leven? Dan moeten wij ons nu in overeenstemming brengen met Gods voornemen.

  • Vragen van lezers
    De Wachttoren 1975 | 1 februari
    • Vragen van lezers

      ● Hoe is het vereiste dat in Deuteronomium 23:2 wordt uiteengezet van invloed op het vooruitzicht van onwettige kinderen om goedgekeurde dienstknechten van God te worden? — V.S.

      Het gebod in Deuteronomium 23:2 maakt deel uit van de Mozaïsche wet. Het luidt: „Geen onwettige zoon mag in de gemeente van Jehovah komen. Zelfs tot aan het tiende geslacht mag niemand van hem in de gemeente van Jehovah komen.”

      Deze wet werd speciaal gegeven ten einde de erfrechten van wettige zonen en hun nakomelingen te beschermen. Ook werden hierdoor prostitutie en het uiteenvallen van de gezinsregeling tegengegaan. Natuurlijk werd door deze wet geen eeuwig oordeel over personen uitgesproken. Tot degenen die uit de doden worden opgewekt en in de gelegenheid worden gesteld in Gods nieuwe ordening de goddelijke wil te leren kennen, zullen beslist personen behoren die buitenechtelijk waren geboren. — Openb. 20:13.

      Thans handelt Jehovah God niet uitsluitend ten aanzien van één natie van mensen. De Mozaïsche wet, met haar voorziening waardoor onwettige zonen ervan werden buitengesloten leden van de gemeente van Gods volk te worden, is niet bindend ten aanzien van christenen (Kol. 2:13, 14). De gelegenheid om een van Gods dienstknechten te worden, staat derhalve voor iedereen open. Door middel van goddelijke openbaring vernam de christelijke apostel Petrus dat ’geen mens verontreinigd of onrein genoemd mag worden’ wegens zijn nationaliteit (Hand. 10:28). Toen hij derhalve de eerste niet-joden aansprak en hen ertoe aanmoedigde het christendom te aanvaarden, zei hij: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid werkt, aanvaardbaar voor hem” (Hand. 10:34, 35). Dit betekent dat alle mensen, ook degenen die buitenechtelijk geboren zijn, goedgekeurde dienstknechten van God kunnen worden, mits zij in harmonie met zijn wil leven.

      ● In Hebreeën 8:10 staat: „’Dit is het verbond dat ik na die dagen met het huis van Israël zal aangaan’, zegt Jehovah. ’Ik wil mijn wetten in hun verstand leggen, en in hun hart zal ik ze schrijven.’” Hoe verschillen, zoals in deze tekst vermeld wordt, Gods betrekkingen ten aanzien van degenen die in het nieuwe verbond gebracht zijn, van zijn betrekkingen ten aanzien van degenen die onder het oude Wetsverbond stonden? — V.S.

      Een beschouwing van de kenmerken van beide verbonden en van de omstandigheden van degenen die in de verbondsverhouding tot God gebracht werden, werpt licht op het verschil.

      In de generaties nadat Jehovah God de natie Israël in een verbond had opgenomen, kwamen afzonderlijke Israëlieten door geboorte in deze verbondsverhouding. Zij hoefden geen persoonlijke beslissing te nemen om dienstknechten van Jehovah God te zijn. Bijgevolg vormde een uit het hart komende waardering geen eerste vereiste om tot Gods verbondsvolk te behoren. Niettemin zijn er in de loop van de geschiedenis vele afzonderlijke personen in de natie Israël geweest die Gods wet niet alleen kenden, maar er ook een uit het hart komende waardering voor ontwikkelden. Psalm 37:31 zegt over de rechtvaardige: „De wet van zijn God is in zijn hart.”

      Niettemin waren er bepaalde kenmerken van de Wet, met inbegrip van de offers en de reinigingsprocedures, die door de Israëlieten niet volledig begrepen werden. Dit kwam doordat dergelijke

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen