-
Mijn leven als soldaat — in twee soorten van oorlogvoeringDe Wachttoren 1979 | 1 oktober
-
-
ruilden dan lectuur voor voedsel om de inwendige mens te versterken in de tijd dat wij van huis weg waren. Er zijn nu veel gemeenten van Jehovah’s Getuigen in die gebieden.
Met de hulp van vele voortreffelijke christelijke publikaties en een uitstekende oefening in het hanteren van „het zwaard van de geest”, Gods Woord, is de kwaliteit van onze geestelijke oorlogvoering voortdurend verbeterd (Efeziërs 6:17). De resultaten zijn ook opwindend geweest, want terwijl in 1934 de groep predikers over de gehele wereld uit slechts 41.000 personen bestond, is die tot ruim twee miljoen in deze tijd uitgegroeid. Wat was het opwindend in 1958 het congres in de stad New York bij te wonen, waar meer dan 250.000 van hen waren bijeengekomen!
ALS GEESTELIJK SOLDAAT LEVEN
De apostel Paulus schreef: „Niemand die als soldaat dient, verwikkelt zich in de zakelijke bezigheden van het leven, opdat hij de goedkeuring moge verwerven van degene die hem als soldaat in dienst heeft genomen” (2 Tim. 2:4). Persoonlijk heeft een eenvoudig leven, zonder door het materialisme van deze wereld te worden belemmerd, mij in staat gesteld mij te concentreren op de studie van Gods Woord en de dienst voor hem. Dat heeft op zijn beurt grote voldoening geschonken. Dat heeft op zijn beurt grote voldoening geschonken. Het heeft mij altijd bedroefd gemaakt te zien dat enkele anderen het langzamer aan gingen doen in Jehovah’s dienst of hun geestelijke strijd zelfs staakten. — 2 Tim. 4:10.
Wat is erbij betrokken een goed soldaat te zijn? Zelfdiscipline, de bereidheid om moedig te vechten en zo nu en dan moeilijkheden te verduren, en eveneens standvastigheid in het vervullen van een toegewezen taak, hoe gering deze ook is (Luk. 16:10). Veel mannen hebben dit voor menselijke bevelhebbers gedaan. Maar ik acht het een wonderbaarlijk voorrecht ’de voortreffelijke strijd van het geloof te strijden’ in dienst van de Koning der koningen, Jezus Christus, en zijn God en Vader, Jehovah. — Jes. 55:4; 1 Tim. 6:12; Joh. 20:17; Openb. 19:16.
-
-
Waardeert u het met Gods dienstknechten samen te zijn?De Wachttoren 1979 | 1 oktober
-
-
Psalmen
Waardeert u het met Gods dienstknechten samen te zijn?
HOE zou u zich voelen wanneer u ervan werd weerhouden met uw geestelijke broeders samen te zijn? Zou u een vurig verlangen hebben met hen aan de aanbidding deel te nemen?
Psalm 42 schildert voor ons de situatie waarin een leviet, een van de afstammelingen van Korach, verkeerde toen hij zich in ballingschap bevond. Zijn geïnspireerde woorden kunnen ons ten zeerste helpen een grote waardering te behouden voor de omgang met medegelovigen en onder ongunstige omstandigheden te volharden.
De psalmist verklaarde: „Zoals de hinde die verlangt naar de waterstromen, zo verlangt mijn ziel, ja mijn ziel, naar u, o God. Mijn ziel dorst inderdaad naar God, naar de levende God. Wanneer zal ik komen en voor God verschijnen?” (Ps. 42:1, 2) Een hinde, of een vrouwtjeshert, kan zonder water niet lang in leven blijven. Dit dier zal op zoek gaan naar de levenonderhoudende vloeistof en drinken, ook al stelt het zich daardoor wellicht bloot aan een mogelijke aanval door roofdieren. Net zoals de hinde uit pure noodzaak naar water verlangt, zo verlangde de psalmist naar Jehovah.
In een droog land, waar in het regenloze seizoen de plantengroei snel verdort, is
-