-
Acht slaan op goddelijke waarschuwing getuigt van wijsheidDe Wachttoren 1973 | 1 augustus
-
-
Maar zij laten het daarbij; zij nemen geen positief standpunt voor Jehovah in als zijn toegewijde dienstknechten. Zij vinden het alleen maar prettig aangenaam beziggehouden te worden met een door de bijbel ondersteunde boodschap. Zij willen niet de schijn geven helemaal irreligieus te zijn, zodat zij ervan beschuldigd zouden kunnen worden atheïstische communisten te zijn.
Misschien zijn zij verontrust over de roep van de christenheid dat Jehovah’s christelijke getuigen „valse profeten” zijn! Maar misschien zijn zij er toch niet ten volle van overtuigd dat zij ware woordvoerders van Jehovah, de Soevereine Heer, zijn. Als zij zich hiervan lieten overtuigen, zouden zij verplicht zijn iets te doen. Dit zou betekenen dat zij zich niet meer aan wellustige begeerten zouden kunnen overgeven en dat hun hart niet meer naar onrechtvaardige winst zou kunnen uitgaan.
Niemand van ons zou als die besluiteloze, niet gunstig reagerende mensen willen zijn! Het is beter om nu, voordat het te laat is, te weten dat er een authentieke profetische klasse van christenen onder ons is en de bijbelse boodschap te aanvaarden en ernaar te handelen door deze niet te beschouwen ’als het woord van mensen, maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God’ (1 Thess. 2:13). Degenen die besluiteloos wachten totdat datgene wat Jehovah’s christelijke getuigen hebben verkondigd ’uitkomt’, „zullen . . . ook moeten weten dat een profeet zich in hun midden had bevonden” (Ezech. 33:33). Dan zal het echter te laat zijn en zal deze erkenning geen redding voor hen betekenen, want hun hart en hun wegen zullen niet veranderd zijn.
Wat wint men ermee om tot het einde te aarzelen en eraan te twijfelen dat Jehovah een ware „profeet” in ons geslacht kan verwekken en heeft verwekt? Stellig zal niemand er de goddelijke gunst en bescherming door verwerven die nodig zijn gedurende de snel naderbij komende „grote verdrukking”. Als wij dus verstandig en met geloof willen handelen, dan zullen wij, met de bijbel in de hand, acht slaan op de waarschuwing van Jehovah’s ware wachter en zullen wij toevlucht zoeken op de plaats die Jehovah in zijn Woord aangeeft. Dan zullen wij, wanneer Jehovah’s profetische wachter het bericht krijgt dat de christenheid „geslagen” is, te zamen met de getrouwe wachter blijven leven.
-
-
De apostel Paulus — ijverig voor rechtvaardigheidDe Wachttoren 1973 | 1 augustus
-
-
De apostel Paulus — ijverig voor rechtvaardigheid
TOT de opvallendste hoedanigheden die Jezus Christus, de Zoon van God, tijdens zijn verblijf op aarde ten toon spreidde, behoorde zijn liefde voor wat juist is en zijn haat tegen wat verkeerd is. Hij nam bijvoorbeeld geen blad voor de mond toen hij de religieuze huichelaars van zijn tijd aan de kaak stelde. Zoals ten aanzien van hem was voorzegd, had hij ’rechtvaardigheid lief en haatte hij goddeloosheid’. — Ps. 45:7; Matth. 23:2-32; Joh. 8:44.
Een op de voorgrond tredend voorbeeld van iemand die Jezus in dit opzicht duidelijk navolgde, was de apostel Paulus. Zelfs voordat hij Christus’ volgeling werd, was hij trouwens al uitermate ijverig voor wat hij als juist beschouwde. Zo vertelt Paulus ons: „Ik [bleef] de gemeente van God tot het uiterste . . . vervolgen en verwoesten, . . . daar ik veel ijveriger was voor de overleveringen van mijn vaderen.” Hij zegt ook: „Als iemand anders denkt dat hij redenen heeft om vertrouwen in het vlees te stellen, ik nog meer: . . . wat ijver betreft, vervolgende de gemeente; wat de rechtvaardigheid betreft die door middel van de wet is, iemand die zich onberispelijk heeft betoond.” — Gal. 1:13, 14; Fil. 3:4-6.
-