Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w77 1/4 blz. 196-200
  • „Goed nieuws” — zelfs voor onze tijd!

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • „Goed nieuws” — zelfs voor onze tijd!
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • REDEN VOOR HET „GOEDE NIEUWS”
  • DE MENSHEID BEVRIJDEN
  • EEN RECHTVAARDIGE HEERSCHAPPIJ ZAL DE AARDE HERVORMEN
  • WANNEER ZAL DIT GEBEUREN?
  • Gods voorziening tot zegening van de mensheid
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
  • De fundamenten leggen voor Gods nieuwe ordening
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1972
  • Losprijs
    Redeneren aan de hand van de Schrift
  • Ziekte en dood — Waarom?
    De weg tot waar geluk
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
w77 1/4 blz. 196-200

„Goed nieuws” — zelfs voor onze tijd!

„MIJN vrouw is gestorven, ik ben mijn baan kwijt, mijn tv-toestel is kapot en mijn radio ook. Ik heb een ernstig ongeluk gehad, waardoor ik gewond raakte, en ik heb verschrikkelijk veel pijn. Het leven heeft mij niets meer te bieden, en daarom ga ik een eind maken aan al mijn moeilijkheden.” Dit zei een man in de Amerikaanse staat Ohio tegen een volkomen vreemde. Deze man had duidelijk wanhopig behoefte aan „goed nieuws”. Bestaat er thans echter „goed nieuws” waaruit zo’n man en miljoenen andere verdrietige mensen troost zouden kunnen putten?

Eén boek dat reeds eeuwenlang bestaat, kan er terecht aanspraak op maken het allerbeste nieuws te verschaffen. Miljoenen, met inbegrip van de verdrietige man in Ohio, zijn door de erin opgetekende boodschap aangemoedigd en opgebeurd. Door deze boodschap is de hoop van veel mensen vernieuwd en heeft hun leven weer zin gekregen. Het boek oefent een universele aantrekkingskracht uit. Het erin opgetekende „goede nieuws” is in werkelijkheid tot „elke natie en stam en taal en elk volk” gericht (Openb. 14:6). Dit boek, de bijbel, is dan ook terecht — hetzij in zijn geheel of gedeeltelijk — in meer dan 1575 talen en dialecten vertaald.

REDEN VOOR HET „GOEDE NIEUWS”

Om te kunnen beseffen wat het „goede nieuws” dat in de bijbel wordt aangetroffen, precies inhoudt, moeten wij weten waarom wij in een wereld leven die gevuld is met ziekte, pijn, wetteloosheid, gewelddaad en dood. Wederom is de bijbel het boek dat ons deze inlichtingen verschaft. Wat heeft de bijbel ons te vertellen?

Het is nooit Gods voornemen geweest dat mensen zouden lijden. De Schepper, Jehovah God, stelde de eerste mensen, Adam en Eva, het vooruitzicht voor ogen eeuwig in een verrukkelijk aards paradijs te leven (Gen. 2:8, 9, 15). De Maker van de mens bepaalde echter dat het leven van de mensheid van het zich schikken naar Zijn wetten zou afhangen. De mens moet bijvoorbeeld ademen, eten en drinken om in leven te kunnen blijven. Evenzo is gehoorzaamheid aan Gods bekendgemaakte geboden van het grootste belang voor het voortbestaan van het leven van de mens. Toen Adam derhalve Gods wet overtrad, verloor hij zijn volmaaktheid en kon hij, als een zondig mens, alleen onvolmaakte nakomelingen voortbrengen. De bijbel zegt: ’Door bemiddeling van één mens is de zonde de wereld binnengekomen en door middel van de zonde de dood, en aldus heeft de dood zich tot alle mensen uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden.’ — Rom. 5:12.

Gelukkig nam Jehovah God zich voor het mensengeslacht op zijn eigen vastgestelde tijd van zonde en de dood te bevrijden. Ondertussen heeft hij, op enkele uitzonderingen na, de mensen toegestaan hun eigen verlangens te volgen en heeft hij hen er niet van weerhouden zich in de voordelen te verheugen van de natuurlijke kringlopen die hij eeuwen geleden in werking heeft gesteld. Vandaar ook dat de christelijke apostel Paulus tot de afgodische mensen te Lystra kon zeggen: „In de voorbijgegane geslachten heeft [God] alle natiën toegestaan hun eigen wegen te bewandelen, ofschoon hij toch niet heeft nagelaten getuigenis van zichzelf te geven door goed te doen, door u regens vanuit de hemel en vruchtbare tijden te geven, door uw hart overvloedig met voedsel en vrolijkheid te vervullen.” — Hand. 14:16, 17.

Indien mensen het echter verkiezen hun geweten te negeren of indien zij zo dwaas zijn om zich niets van natuurwetten aan te trekken, kunnen zij er natuurlijk niet aan ontkomen dat zij moeilijkheden over zichzelf en waarschijnlijk ook over anderen brengen. Jehovah God komt niet tussenbeide om de uitwerking te verhinderen van de onveranderlijke wet: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten” (Gal. 6:7). Terwijl de Allerhoogste zijn eigen voornemen met betrekking tot de mensheid in vervulling liet gaan, heeft hij de mensheid dus toegestaan zowel het goede als het kwade te ervaren.

DE MENSHEID BEVRIJDEN

De Schrift onthult dat Jehovah God reeds de basis heeft gelegd om de mensheid van zonde en de dood te bevrijden. Hij deed dit door in een loskoopprijs voor het mensengeslacht te voorzien. Hoe en waarom heeft hij dit gedaan?

Toen Adam Gods wet overtrad, veroorzaakte hij dat volmaakt menselijk leven voor hemzelf en voor zijn nog ongeboren nageslacht verloren ging. Aldus geraakte het gehele mensengeslacht in slavernij aan zonde en de dood. Er was een loskoopprijs nodig om het mensengeslacht uit deze slavernij te bevrijden. Die prijs moest het precieze equivalent zijn van wat Adam als gevolg van zijn ongehoorzaamheid had verloren — volmaakt menselijk leven.

Deze waardevolle prijs kon niet door menselijke krachtsinspanningen worden verschaft. De hopeloosheid hiervan wordt goed beschreven door de geïnspireerde psalmist: „Niet één van hen kan zelfs ook maar een broeder op enigerlei wijze loskopen, noch God een losprijs voor hem geven, (en de loskoopprijs voor hun ziel is zo kostbaar dat die tot onbepaalde tijd heeft opgehouden) opdat hij nog voor eeuwig zou leven en de kuil niet zou zien.” — Ps. 49:7-9.

Jehovah God heeft datgene wat nodig was, echter door middel van een wonder verschaft. Door middel van zijn heilige geest heeft hij het leven van zijn eniggeboren Zoon vanuit de hemel naar de schoot van de joodse maagd Maria overgebracht. Vandaar dat deze persoon, die Jezus Christus werd genoemd, „heilig”, vrij van zonde, geboren kon worden. De engel Gabriël maakte dit duidelijk toen hij tot Maria zei: „Heilige geest zal over u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Daarom ook zal hetgeen wordt geboren, heilig, Gods Zoon, worden genoemd.” — Luk. 1:35.

Aangezien Jezus, net als Adam bij zijn schepping, volmaakt was, kon hij zijn leven als een slachtoffer offeren, waardoor hij de benodigde loskoopprijs verschafte. Hij is in werkelijkheid voor het mensdom tussenbeide gekomen door de straf op zich te nemen die de zondige mensheid verdient — de dood. De apostel Petrus legde dit in zijn brief als volgt uit: „Hijzelf heeft in zijn eigen lichaam onze zonden gedragen aan het hout, opdat het voor ons met de zonden afgedaan zou zijn en wij voor rechtvaardigheid zouden leven. En ’door zijn striemen zijt gij gezond gemaakt’” (1 Petr. 2:24). Sinds die tijd zijn mensen in de gelegenheid gesteld op Gods voorwaarden de voordelen van deze loskoopvoorziening te aanvaarden.

EEN RECHTVAARDIGE HEERSCHAPPIJ ZAL DE AARDE HERVORMEN

Destijds in de eerste eeuw G.T. werd degenen die Gods voorziening voor redding aanvaardden, de gelegenheid verschaft om nadat zij hun aardse leven in getrouwheid hadden geëindigd en tot onsterfelijk hemels leven waren opgewekt, als koning-priesters met Jezus Christus verbonden te worden. De bijbel zegt over degenen die als medeërfgenamen van Christus worden uitgekozen: „Gelukkig en heilig is een ieder die deel heeft aan de eerste opstanding; over dezen heeft de tweede dood geen autoriteit, maar zij zullen priesters van God en van de Christus zijn en zullen de duizend jaren met hem als koningen regeren.” — Openb. 20:6.

Eeuwenlang heeft God derhalve personen uitgekozen die te zamen met zijn Zoon als koningen en priesters dienst zullen verrichten. Voor zover dit menselijkerwijs gesproken mogelijk is, moeten deze uitgekozenen er blijk van geven personen te zijn die als volgt beschreven kunnen worden: „In hun mond werd geen onwaarheid gevonden; zij zijn zonder smet” (Openb. 14:5). Het kon alleen aan beproefde, getrouwe dienstknechten van God worden toegestaan een aandeel te hebben aan de belangrijke verantwoordelijkheid het mensdom tot volmaaktheid te herstellen. Evenals de priesters van het Israël uit de oudheid, die dierlijke slachtoffers brachten om verzoening te doen voor zonden, zullen dezen er een aandeel aan hebben de zonden verzoenende voordelen van Jezus’ slachtoffer ten behoeve van de mensheid op aarde aan te wenden.

Door bemiddeling van Jezus Christus en zijn mede-koning-priesters zal Jehovah God dus de vervulling bewerkstelligen van de grootse belofte: „Hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openb. 21:4.

Wat een wonderbaarlijk „goed nieuws”! De heerschappij van Jezus Christus en zijn metgezellen zal een volledige bevrijding bewerkstelligen van alles wat het leven op aarde onaangenaam heeft gemaakt. De verwijdering van alle onwenselijke pijn zal noodzakelijkerwijs eveneens het einde betekenen van misdaad, armoede, gewelddaad, ongerechtigheid, onderdrukking en hongersnood. Ook de verzwakkende gevolgen van ziekte en ouderdom zullen verdwenen zijn. De gehele mensheid zal zich in jeugdige kracht en energie verheugen. Er zullen geen bittere tranen meer vloeien ten gevolge van lijden of dood. Gezien hetgeen er tot stand gebracht zal worden, kunnen wij begrijpen waarom de bijbel over het „goede nieuws van het koninkrijk” spreekt. — Matth. 24:14.

Het verwonderlijke is echter dat dit niet voor alle aardbewoners „goed nieuws” is. In de Heilige Schrift wordt te kennen gegeven dat Gods koninkrijk in handen van Christus veel vijanden zou hebben en dat de natiën de voorkeur zouden geven aan hun eigen heerschappij. Dat ze zich tegen Gods koninkrijk opstellen, zal echter op een mislukking uitlopen. De profetie van Daniël verschaft ons de volgende inlichting: „In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan” (Dan. 2:44). Ja, menselijke heerschappijen en alle krachtige verdedigers ervan zullen voor de „Koning der koningen en Heer der heren”, Jezus Christus, de nederlaag lijden. — Openb. 19:11-16.

De vernietiging zal zo kolossaal zijn dat ze een vervulling vormt van de bijbelse beschrijving van „een tijd van benauwdheid . . . zoals er niet is teweeggebracht sedert er een natie is ontstaan” (Dan. 12:1). Maar ook al is deze „grote verdrukking” verschrikkelijk, toch zal ze een welkome verlichting schenken aan allen die werkelijk onderdanen van Gods koninkrijk in handen van Christus willen zijn (Openb. 7:14). De Schrift geeft ons de verzekering: „Jehovah [weet] mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving te bevrijden, maar onrechtvaardigen te bewaren voor de dag van het oordeel om afgesneden te worden” (2 Petr. 2:9). Uit het bijbelboek Openbaring komen wij te weten dat er veel meer dan slechts enkele overlevenden zullen zijn. Zij worden beschreven als „een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen”. — Openb. 7:9.

Deze overlevenden, waartoe ook veel kinderen zullen behoren, zullen dan onder het rechtstreekse bestuur van Jezus Christus komen te staan. Zij zullen de bezorgdheid en het mededogen ervaren die hem profetisch worden toegeschreven: „Hij zal de arme die om hulp schreeuwt, bevrijden, ook de ellendige en al wie geen helper heeft. Hij zal deernis hebben met de geringe en de arme, en de zielen van de armen zal hij redden. Van onderdrukking en van geweld zal hij hun ziel loskopen, en hun bloed zal kostbaar zijn in zijn ogen” (Ps. 72:12-14). Zij zullen ook het voorrecht genieten zijn hulp te hebben bij het overwinnen van zwakheden en onvolmaaktheden, opdat zij ten slotte als zondeloze mensen voor de Allerhoogste zullen staan. In Openbaring 7:17 wordt hierop gewezen wanneer daar wordt gezegd dat het Lam, Christus Jezus, ’hen zal weiden en hen naar bronnen van wateren des levens zal leiden’.

Hoe staat het met degenen die sterven voordat de „grote verdrukking” vernietiging brengt over alle vijanden van Gods koninkrijk in handen van Christus? Zij zullen de gelegenheid ontvangen om door middel van een opstanding uit de dood voordeel van Christus’ slachtoffer te trekken. Staat u er eens bij stil welk een vreugde het de overlevenden van de verdrukking zal schenken om de doden — mannen, vrouwen en kinderen — te verwelkomen wanneer dezen terugkeren als een vervulling van Jezus’ woorden: „Verwondert u hierover niet, want het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen.” — Joh. 5:28, 29.

WANNEER ZAL DIT GEBEUREN?

Het opwindende nieuws voor onze tijd is dat Gods koninkrijk de aangelegenheden op aarde spoedig zal overnemen, ja, dat de tijd daarvoor snel naderbij komt. Merk bijvoorbeeld op wat de bijbel zegt over de toestanden die de „laatste dagen” van het goddeloze samenstel van dingen zouden kenmerken: „In de laatste dagen [zullen er] kritieke tijden . . . aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, zullen aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, geen natuurlijke genegenheid hebbend, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God, die een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten.” — 2 Tim. 3:1-5.

Ook Jezus Christus zei op overeenkomstige wijze tot zijn discipelen dat er bevrijding zou komen wanneer er onder de natiën grote vrees en bezorgdheid zouden heersen. Na gezegd te hebben dat er op aarde „radeloze angst der natiën” zou zijn, die „geen uitweg weten”, voegde Jezus hier de volgende aanmoedigende woorden aan toe: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt.” Ter illustratie van zijn argument voegde hij hieraan toe: „Let op de vijgeboom en alle andere bomen: Wanneer ze reeds in knop staan, weet gij voor uzelf, door het gade te slaan, dat nu de zomer nabij is. Zo ook wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan totdat alle dingen geschieden.” — Luk. 21:25-32.

Zijn wij geen getuige geweest van deze dingen die in de bijbel zijn voorzegd? Hebben wij er derhalve geen goede reden voor binnenkort bevrijding te verwachten? Ja, dit betekent dat er thans personen leven die het einde van het huidige goddeloze samenstel, met zijn onrechtvaardigheden en onderdrukking, werkelijk zullen meemaken. Degenen die wellicht vóór die tijd sterven, zullen niet verstoken blijven van de zegeningen die alleen door Gods koninkrijk in handen van Christus tot stand gebracht zullen worden — een totale bevrijding van ziekte, pijn en de dood. Elk letsel dat zij mogelijkerwijs in dit samenstel hebben opgelopen, zal volledig teniet gedaan zijn wanneer zij een opstanding ontvangen met het vooruitzicht voor eeuwig te leven.

De bijbel bevat beslist „goed nieuws” voor onze tijd. Wat is het aanmoedigend te weten dat deze aarde binnenkort een plaats van vrede zal zijn, een verrukkelijk paradijs, vrij van ziekte, pijn en de dood!

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen