Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g76 8/8 blz. 22-27
  • De Messías — Wat zou hij tot stand brengen? En wanneer?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De Messías — Wat zou hij tot stand brengen? En wanneer?
  • Ontwaakt! 1976
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een voorbereidende daad
  • Welke hoge „prijs”?
  • De „weken” tellen tot de Messías
  • Wat valt er te zeggen over Jezus van Nazareth?
  • De ’geest van een genie’
  • Voltooiing in onze dagen
  • Zijn er reeds profetieën over de Messías in vervulling gegaan?
    Ontwaakt! 1974
  • „Wij hebben de Messias gevonden”!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
  • „Wij hebben de Messias gevonden”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
  • Ze keken uit naar de Messias
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2011
Meer weergeven
Ontwaakt! 1976
g76 8/8 blz. 22-27

De Messías — Wat zou hij tot stand brengen? En wanneer?

WAAR doet de term „Messías” u aan denken? Aan een menselijke politicus, een overwinnaar van de vijanden van Israël, een hersteller van de joodse staat in het Beloofde Land, en een herbouwer van Gods tempel te Jeruzalem?

Zo’n Messías is nooit verschenen. In bepaalde delen der wereld worden de joden nog steeds vertrapt en onderdrukt. Toch spreken de Hebreeuwse Geschriften definitief over de komst van een „zaad” door bemiddeling van wie de gehele mensheid op een bepaalde dag gezegend zou worden. Een zaad dat zou komen in de geslachtslijn van de patriarchen Abraham, Isaäk en Jakob, via de stam Juda en de familie van koning David, een zaad dat de „Messías” of „Gezalfde” zou worden genoemd. — Gen. 3:15; 12:1-3; 22:18; 26:3, 4; 28:13, 14; 49:10; 2 Sam. 7:12-16.

Over de Messías is echter veel verwarring ontstaan. In een joods-religieus woordenboek (A Dictionary of Judaism) kan men lezen: „Er heersten verscheidene opvattingen omtrent de Messías . . . Met betrekking tot al deze opvattingen bestaat echter geen gezaghebbende mening en het jodendom heeft niets specifieks aangaande deze zaak te zeggen.” Maar de Hebreeuwse Geschriften ook niet? Hebt u persoonlijk wel eens beschouwd wat deze over de beloofde Messías te zeggen hebben? Over wat hij tot stand zou brengen en wanneer?

Een voorbereidende daad

Er is slechts één plaats in de Geschriften waar het Hebreeuwse woord Masjíach of Messías, zelfstandig optreedt (dat wil zeggen niet in uitdrukkingen als ’de gezalfde van God’ of „mijn gezalfde”, maar volkomen los). Die plaats is Daniël 9:24-27, waar wordt gewezen op een ongewone daad van de Messías, die hij zou verrichten lang voordat de zegeningen van zijn bestuur zich over de aarde zouden uitstrekken. Wij lezen:

„Zeventig weken zijn vastgesteld over uw volk en over uw heilige stad, om de overtreding te doen eindigen en aan zonde een eind te maken en verzoening te doen voor dwaling en voor onbepaalde tijden rechtvaardigheid in te voeren en een zegel te drukken op visioen en profeet, en om het Heilige der heiligen te zalven. En gij dient te weten en het inzicht te hebben dat er vanaf het uitgaan van het woord om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op Messías de Leider, zeven weken, alsook tweeënzestig weken zullen zijn. Ze zal terugkeren en werkelijk herbouwd worden, met een openbaar plein en een gracht, maar in de druk der tijden.

En na tweeënzestig weken zal Messías worden afgesneden, met niets voor zichzelf.

En de stad en de heilige plaats zullen door het volk van een leider die komt, ten verderve worden gebracht. En het einde ervan zal door de vloed zijn. En tot het einde zal er oorlog zijn; datgene waartoe besloten is, is verwoestingen.

En hij moet het verbond voor de velen één week lang van kracht laten blijven; en op de helft van de week zal hij slachtoffer en offergeschenk doen ophouden.”

Is het u opgevallen dat de komst van Messías de Leider (Masjíach Nagid, Hebreeuws) hier in verband wordt gebracht met een einde maken aan zonde? Welk aandeel zou de Messías daaraan hebben? Laten we eens aandacht schenken aan enkele kenmerken van een profetie die in Jesaja 52:13–53:12 staat en die volgens de oud-joods-Aramese parafrase of Targoem van toepassing is op „mijn knecht, de Gezalfde [of: de Messías]”

„Maar hij werd gewond om onze zonden, verbrijzeld om onze ongerechtigheden. Hij droeg de tuchtiging die ons beter maakte, en door zijn wonden werden wij genezen.

Maar de HEER verkoos hem door ziekte te verbrijzelen, opdat, als hij zichzelf tot een offer voor schuld zou maken, hij nageslacht zou zien en een lang leven zou hebben, en opdat door bemiddeling van hem het voornemen van de HEER zou zegevieren.

Beslist, ik zal hem de velen als zijn deel geven, hij zal de menigte als zijn buit ontvangen. Want hij stelde zichzelf bloot aan de dood en werd onder de zondaars geteld, terwijl hij de schuld droeg van de velen en voor zondaars bemiddelde.” — Jes. 53:5, 10, 12, Jewish Publication Society, 1973.

’Voor zondaars bemiddelen’ zou een inleidende stap zijn, de legging van een noodzakelijk fundament voor toekomstige Messiaanse zegeningen. Immers, hoe zou iemand werkelijk van de zegeningen van de Messiaanse heerschappij kunnen genieten, zolang hij nog door ouderdom en de dood zou worden gekweld? En wat is de oorzaak van dit stervensproces?

De eerste vermelding van de dood treffen we aan in Genesis 2:16, 17, waar God tot de eerste mens Adam zegt: „Van elke boom van de tuin moogt gij tot verzadiging eten. Maar wat de boom der kennis van goed en kwaad betreft, gij moogt daarvan niet eten, want op de dag dat gij daarvan eet, zult gij beslist sterven.” Door ongehoorzaamheid aan dat gebod zou het stervensproces onmiddellijk in werking treden en uiteindelijk tot de dood van Adam leiden.

De Schrift vermeldt dat Adam en zijn vrouw Eva Gods gebod overtraden (Gen. 3:6). Dat had niet alleen gevolgen voor henzelf maar voor hun hele nageslacht, met inbegrip van allen die thans leven. De patriarch Job riep uit: „Wie kan een reine uit een onreine voortbrengen? Er is er niet één” (Job 14:4). En de psalmist David schreef: „Zie! Met dwaling werd ik met barensweeën voortgebracht, en in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen” (Ps. 51:5). Dus volgens de bijbel erft de mens zonde en het uiteindelijke gevolg daarvan, de dood, onmiddellijk vanaf de bevruchting.

Sommigen maken bezwaar tegen de leer dat de mens zonde zou erven. Zij willen wel toegeven dat alle mensen een „neiging” tot kwaaddoen bezitten, maar willen toch ook staande houden dat iedereen volledig in staat is dat te overwinnen. In de joods-rabbijnse literatuur wordt bijvoorbeeld melding gemaakt van „volmaakt rechtvaardige” personen. Hebt u echter ooit zo’n persoon ontmoet? Hebben de gecombineerde inspanningen van zelfs de meest toegewijde en ontwikkelde mensen een halt kunnen toeroepen aan het rijzende getij van haat, misdaad, geweld, seksuele immoraliteit en andere weeën die de mensheid teisteren? De mens heeft duidelijk goddelijke hulp nodig wil hij zijn zondige neigingen overwinnen.

Welke hoge „prijs”?

En wat de dierlijke en andere offers betreft die onder de Mozaïsche wet, en met name op de Verzoendag, werden gebracht, de Schrift geeft ten aanzien daarvan te kennen dat verzoening van geërfde zonde iets veel waardevollers vereiste dan die dierlijke slachtoffers. Wij lezen in Psalm 49:6-9:

„Zij die op hun middelen voor levensonderhoud vertrouwen, en die zich op de overvloed van hun rijkdom blijven beroemen, niet één van hen kan zelfs ook maar een broeder op enigerlei wijze loskopen, noch God een losprijs voor hem geven, (en de loskoopprijs voor hun ziel is zo kostbaar dat die tot onbepaalde tijd heeft opgehouden) opdat hij nog voor eeuwig zou leven en de kuil niet zou zien.”

Hoe hoog was de „prijs” die nodig was om de mensheid van zonde en dood los te kopen? Gods volmaakte gerechtigheid eiste ’ziel voor ziel’ (Deut. 19:21). En omdat Adam oorspronkelijk zondeloos en volmaakt was, zou slechts een ander volmaakt mens datgene kunnen herstellen wat Adam voor zijn nageslacht verloren liet gaan. Zoals hierboven reeds werd opgemerkt, wijst het bijbelboek Daniël die rol aan „Messías de Leider” toe.

Wanneer zouden de mensen gaan uitzien naar de vervulling van deze voorbereidende activiteit van de Messías? Hoe zou deze „gezalfde” van menselijke voorouders kunnen afstammen, en toch zondeloos zijn?

De „weken” tellen tot de Messías

De profetie aangaande de „zeventig weken” vermeldt nadrukkelijk dat „Messías de Leider” zou verschijnen na 69 weken (7 + 62) „vanaf het uitgaan van het woord om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen” (Dan. 9:25). Wanneer ging dat „woord” uit?

De Hebreeuwse Geschriften verhalen in Nehemía 2:1-6 dat de Perzische koning Artaxerxes Longimanus zo’n „woord” of bevel om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen, uitvaardigde, en wel in zijn twintigste jaar, ofte wel in 455 vóór de gewone tijdrekening. Veel joodse en andere geleerden zijn het erover eens dat de hier genoemde „weken” in werkelijkheid „jaarweken” zijn dat wil zeggen, periodes van zeven jaar elk. Telt men nu 69 van zulke weken van jaren, ofte wel 483 jaar, vanaf 455 vóór de gewone tijdrekening, dan brengt ons dat tot het jaar 29 van de gewone tijdrekening. Verscheen er toen in dat jaar iemand die er aanspraak op maakte de Messías te zijn?a

Wat valt er te zeggen over Jezus van Nazareth?

Misschien denkt u nu aan Jezus van Nazareth die in die tijd leefde. Kon Jezus bogen op bewijzen dat hij de beloofde Messías was? Het evangelieverslag van Lukas, dat zich lof heeft verworven vanwege zijn historische nauwkeurigheid, verklaart dat Johannes de Doper, de voorloper van Jezus, zijn openbare predikingsactiviteit in het voorjaar van „het vijftiende jaar van de regering van Tiberius Caesar” begon, een jaar dat zich tot in 29 van de gewone tijdrekening uitstrekte (Luk. 3:1, 2). Ongeveer zes maanden later, in de herfst van 29, werd Jezus gedoopt en uitgezonden om zijn openbare predikings- en onderwijzingsveldtocht als Gods „gezalfde” te beginnen. — Luk. 3:21-23; 4:16-21.

Zoals reeds in het voorgaande artikel werd opgemerkt brachten de methode en inhoud van Jezus’ leer, alsook zijn verbazingwekkende wonderen, velen tot de conclusie dat hij de beloofde Messías was. Zelfs de omstandigheden van Jezus’ geboorte en dood waren dingen die de Hebreeuwse Geschriften met betrekking tot de beloofde Messías hadden voorzegd.

Ten eerste werd Jezus in Bethlehem geboren, een feit waarover wij in Micha 5:2 lezen: „En gij, o Bethlehem Efratha, die te klein zijt om onder de duizenden van Juda gerekend te worden, uit u zal mij voortkomen degene die heerser in Israël zal worden, wiens oorsprong is uit oude tijden, uit de dagen van onbepaalde tijd.” De joods-Aramese parafrase of Targoem van dit vers luidt: „Uit u zal voor mij de Messías komen.” — Zie Matthéüs 2:1.

Ook de manier waarop Jezus werd geboren, verdient aandacht. In het evangelieverslag lezen wij:

„De engel Gabriël [werd] van God vandaan naar een stad in Galiléa gezonden, Nazareth genaamd, tot een maagd die aan een man, Jozef genaamd, uit Davids huis, ten huwelijk beloofd was; . . . Daarom zei de engel tot haar: . . . ’zie! gij zult in uw schoot ontvangen en een zoon baren, die gij de naam Jezus moet geven. Deze zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, . . .’ Maria zei echter tot de engel: ’Hoe zal dit geschieden, daar ik geen gemeenschap heb met een man?’ De engel gaf haar ten antwoord: ’Heilige geest zal over u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Daarom ook zal hetgeen wordt geboren, heilig, Gods Zoon, worden genoemd.’” — Luk. 1:26, 27, 30-32, 34, 35.

De wonderbare manier waarop Jezus werd verwekt en de goddelijke ’overschaduwing’ van zijn ontwikkeling in de schoot van Maria garandeerde dat hij vrij van Adamitische zonde, als een volmaakt mens zou worden geboren. Daarmee was hij tevens in de positie de kostbare losprijs te kunnen betalen om de mensheid van zonde en dood vrij te kopen. — Ps. 49:7; Matth. 20:28.

Volgens Daniël 9:25-27 zou „Messías de Leider” „op de helft van de [zeventigste] week” „worden afgesneden”. Nauwkeurig in overeenstemming daarmee stierf Jezus op de Paschadag in het voorjaar van 33 G.T., precies ’een halve jaarweek’ of drie en een half jaar na zijn doop. — Matth. 26:2; Joh. 13:1, 2.

Was Jezus de beloofde Messías? De hierboven uiteengezette feiten wijzen duidelijk in de richting van die conclusie. Voor velen zullen deze bewijzen echter niet voldoende zijn. Zij verlangen meer. En dat kan.

De ’geest van een genie’

Het is namelijk belangrijk in gedachten te houden dat Jezus’ leven zich door veel meer onderscheidde dan enkel profetische overeenkomsten met plaats en tijd. Zijn leer en activiteiten bestaan niet eenvoudig uit woorden op papier. Jezus was een persoon. Om te bepalen of hij de Messías was, moet men de „geest” of aandrijvende kracht in aanmerking nemen die Jezus maakte tot wat hij was en die hem aanzette tot wat hij zei en deed. Ten aanzien hiervan maakte de joodse geleerde Claude Montefiore de volgende opmerking in The Synoptic Gospels (De synoptische evangeliën):

„Er straalt een bepaalde geest of gloed uit de leringen van Jezus die men òf ervaart òf niet ervaart . . . De leer van Jezus, die van zo’n grote invloed op de wereld is geweest is meer en anders dan een losse lijst van geboden. Het is meer dan de som van zijn delen; het is één geheel, en ademt één geest, de geest van een genie. Ze is groots, stimulerend en heroïsch . . .

Zelfs al zou u andere, parallelle woorden kunnen vinden voor 970 van, zeg, de 1000 verzen in het evangelie waarin Jezus aan het woord is, en u zou ze bundelen tot een aardig boekwerkje, dan nog zou u geen produkt van gelijke religieuze waarde hebben voortgebracht. De eenheid, het aroma, de geest, het genie, dat alles zou verdwenen zijn. Of eenvoudig gezegd, dat zou u uw elegante collectie van fragmenten en interessante opmerkingen niet hebben kunnen inblazen.”

Hebt u persoonlijk al eens moeite gedaan de „geest” van Jezus’ onderwijs te vatten door een nauwkeurige studie van de vier evangelieverslagen, Matthéüs, Markus, Lukas en Johannes, in het licht van de Hebreeuwse Geschriften te maken? Dat zal u helpen te onderscheiden wat de voorbereidende taak van de Messías was en waarom Jezus van Nazareth in zijn dagen niet voldeed aan de vele populaire verwachtingen die er omtrent Gods „gezalfde” bestonden. Met hetgeen hij echter tot stand bracht, werd voor de gehele mensheid het fundament gelegd voor wonderbare zegeningen in de toekomst. Wat voor zegeningen zullen dat zijn? Zult u ze werkelijkheid zien worden?

Voltooiing in onze dagen

Wat we ook in de Hebreeuwse Geschriften aantreffen, zijn profetieën die de „mensenzoon” of de Messías beschrijven als een glorieuze hemelse koning die van God „heerschappij en waardigheid en een koninkrijk” ontvangt „opdat de volken, nationale groepen en talen alle hém zouden dienen” (Dan. 7:13, 14). Onder die hemelse Koninkrijksregering zal de mensheid eeuwig leven genieten, in volmaakte gezondheid, op een wereldomvattend, hersteld paradijs (Ps. 133:3; vergelijk Jesaja 33:24; 35:5, 6). Zelfs de doden zullen door een opstanding tot leven terugkeren (Job 14:13-15; Dan. 12:13; Joh. 5:28, 29). Het vrijwillige offer van de Messías, bestaande uit zijn volmaakte menselijke leven, maakt dit alles mogelijk. Maar wanneer zullen zulke zegeningen komen?

In tegenstelling tot de joodse verwachtingen in zijn tijd, verklaarde Jezus: „Het koninkrijk Gods komt niet met opvallende waarneembaarheid” (Luk. 17:20). Hoe kunnen wij dan vaststellen wanneer het Koninkrijk nabij is?

Als een „teken . . . van het besluit van het samenstel van dingen” voorzei Jezus onder andere oorlogen op grote schaal, beduidende voedseltekorten, aardbevingen, toenemende wetteloosheid, en andere „weeën der benauwdheid” (Matth. 24:3, 6-8, 12; vergelijk Openbaring 6:1-8). En hebben al deze plagen de mensheid inderdaad niet op ongekende schaal sinds het kenmerkende jaar 1914 geteisterd? Volgens Jezus’ profetie zou het geslacht dat dit alles zou ervaren, ook zien hoe de zegeningen van de Messiaanse regering zich over de aarde zouden beginnen uit te breiden (Matth. 24:34; Zach. 9:10). Is dat niet het beste nieuws voor mensen die thans op aarde leven?

De Hebreeuwse Geschriften spreken dus over een voorbereidende, zonden-verzoenende rol van „Messías de Leider” en wijzen op het jaar 29 van de gewone tijdrekening als het jaar van zijn verschijning (Dan. 9:25). Zijn offerandelijke dood zou op de helft van een ’week van jaren’, of drie en een half jaar later, plaatsvinden (Dan. 9:26, 27; Jes. 52:13– 53:12). Het leven van Jezus van Nazareth kwam bovendien exact overeen met wat alle andere profetieën over de voorbereidende activiteiten van de Messías hebben voorzegd. Verdienen de evangelieverslagen met het oog hierop geen ernstige aandacht? Bent u bereid tot het instellen van een onderzoek? Uw verlangen te mogen delen in de wereldomspannende zegeningen van de Messiaanse heerschappij zal hiertoe zeker een stimulans zijn.

[Voetnoten]

a Volgens sommigen zou deze profetie naar twee ’gezalfden’ verwijzen. Eén van hen, aldus hun gedachte, zou na 7 weken (49 jaar) verschijnen, de andere na nog eens 62 weken (434 jaar). Maar dit is niet wat de tekst zegt, noch hoe de joden in de eerste eeuw van de gewone tijdrekening erover dachten. De Griekse Septuaginta-vertaling bijvoorbeeld verbindt de twee perioden die in de tekst worden genoemd, aaneen als „zeven” en „tweeënzestig” „jaarweken”. Op die manier bezien zou er volgens de Hebreeuwse tekst maar één Messías na 69 weken (483 jaar) verschijnen.

Over de zienswijze die de joden er omstreeks het begin van de gewone tijdrekening met betrekking tot deze profetie op na hielden, schreef een rabbijn uit de zeventiende eeuw, Menasseh ben Israël, in zijn werk De Termino Vitae („Aangaande het einde des levens”) het volgende: „Sommigen zagen in die 70 weken de betekenis dat aan het eind ervan hun Messías zou komen die hen tot regeerders over de gehele wereld zou aanstellen. Ja, allen die in die tijd de wapens tegen de Romeinen opnamen waren die mening toegedaan.”

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen