Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g84 22/7 blz. 15-18
  • Een dieper doorvorsen van de hemelen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Een dieper doorvorsen van de hemelen
  • Ontwaakt! 1984
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Helemaal geen ster!
  • En toen de pulsars
  • Onze naaste buren
  • Onvoorstelbare getallen
  • Galilei’s telescoop — Nog maar het begin!
    Ontwaakt! 1992
  • Ons raadselachtige heelal
    Ontwaakt! 1974
  • Ontdek de hemel bij u thuis
    Ontwaakt! 1978
  • Luisteren naar het universum — vanuit Australië
    Ontwaakt! 2003
Meer weergeven
Ontwaakt! 1984
g84 22/7 blz. 15-18

Een dieper doorvorsen van de hemelen

Door Ontwaakt!-correspondent in Australië

HOE lang is het geleden dat u meer dan slechts een terloopse blik op de nachtelijke sterrenhemel wierp? Als u dat wel eens doet, dan beseft u dat ook zonder kijker of telescoop de onmetelijkheid en ingewikkeldheid en grootsheid van dat alles een overweldigende indruk op ons kunnen maken. Bijna 3000 jaar geleden verwoordde koning David van Israël wat velen van ons soms voelen. Hij schreef: „Wanneer ik uw hemel zie, het werk van uw vingers, de maan en de sterren die gij hebt bereid, wat is dan de sterfelijke mens, dat gij aan hem denkt?” — Psalm 8:3, 4.

David sprak over de sterren die hij met het blote oog kon zien. Maar sinds de dagen van Galilei heeft de mens zijn natuurlijke gezichtsvermogen door middel van de telescoop vergroot, en hij is te weten gekomen dat de hemelen veel uitgestrekter zijn dan hij had vermoed. Hij kwam tot de ontdekking dat veel van de flonkerende sterren die hij kan zien in werkelijkheid kolossale zonnen zijn, sommige nog veel groter dan onze eigen zon. Slechts de afstand maakt dat ze zo klein lijken. Hij is ook te weten gekomen dat er in de ruimte miljarden melkwegstelsels zijn: enorme roterende opeenhopingen van zonnen.

Het melkwegstelsel waartoe onze zon behoort, bevat miljarden andere zonnen. Sommige melkwegstelsels zijn zo kolossaal dat het licht, dat bijna 300.000 km per seconde aflegt, er een half miljoen jaar over doet om van het ene eind naar het andere eind van een melkwegstelsel te reizen. Niettemin zijn de meeste andere melkwegstelsels, ondanks het feit dat ze ontelbaar veel sterren bevatten die minstens zo helder zijn als onze zon, te ver van ons verwijderd om met het blote oog te worden gezien.

Helemaal geen ster!

In de afgelopen tientallen jaren werd de optische telescoop aangevuld met de radiotelescoop, waarmee men radiogolven opvangt die de aarde vanuit de kosmische ruimte bereiken. Hiermee toegerust hebben astronomen ons begrip van „de maan en de sterren” zelfs verder vergroot. Nu en dan ontdekken zij hemellichamen waarvan men het bestaan nooit had vermoed. Zo werd in 1963 door astronomen die met de Mount Palomar optische telescoop in Californië (VS) werkten, met de hulp van de radiotelescoop plotseling een nieuw, onverwacht en absoluut ongelooflijk object aan de hemel ontdekt.

In dat begin van de jaren ’60 kwam juist de radioastronomie tot ontwikkeling. Alhoewel er radiogolven werden opgevangen, hadden geleerden er moeite mee de bronnen van die straling nauwkeurig te identificeren. In 1963 kwam er een enorme verandering in de situatie toen werd voorspeld dat een bepaalde kosmische radiobron tijdelijk zou worden afgeschermd als de maan ervoor langs zou gaan. Aangezien de positie van de maan duidelijk bekend is, zou het mogelijk zijn dit samenvallen van hun stand aan de hemel te benutten om exact te bepalen waar de signalen vandaan kwamen. De observaties werden succesvol uitgevoerd door de Parkes radiotelescoop in Australië en men ontdekte dat de bron van de radiogolven een zwak schijnende, blauwachtige ster was.

Deze ster werd toen met de enorme 5 meter grote optische reflectortelescoop op Mount Palomar aan een nauwkeuriger onderzoek onderworpen. Tot ieders verbazing ontdekte men dat het object helemaal geen ster was! Vandaar dat men het een quasar ging noemen, een afkorting van „quasi-stellaire radiobron”. Men berekende dat dit object zo ver van ons verwijderd is dat het licht ervan 2 miljard jaar nodig heeft om ons te bereiken. Er zijn aanwijzingen dat het object betrekkelijk klein is, hoewel het een ongelooflijke hoeveelheid licht uitzendt.

Inmiddels zijn er veel meer quasars bekend. Men schat dat er met een grote telescoop op zijn minst 10 miljoen te zien zijn. Verreweg de meeste astronomen nemen aan dat ze zich op enorme afstanden van de aarde bevinden, van 2 tot 15 miljard lichtjaren.a Dr. Edward R. Harrison, een astronoom en natuurkundige, beschrijft ze aldus: „Stel u voor dat het melkwegstelsel in een grote kamer past; op deze schaal is zo’n bijzonder heldere quasar niet meer dan een in de lucht dwarrelend stofje.” Toch stoot elk van deze ’stofjes’ gemiddeld 100 maal zo veel energie uit als al de miljarden sterren van ons melkwegstelsel bij elkaar!

Wat zijn deze quasars? Niemand weet het. Er bestaan echter wel veronderstellingen, zoals de volgende intrigerende theorie. Het licht van de verst verwijderde quasars doet er 15 miljard jaar over om ons te bereiken. Dat betekent dat wij ze zien zoals ze 15 miljard jaar geleden waren. Er is geen quasar bekend op grotere afstand dan 15 miljard lichtjaren; ze vertegenwoordigen dus iets dat 15 miljard jaar geleden begon te gebeuren.

Naar wat men nu algemeen aanvaardt, is het universum ongeveer 18 tot 20 miljard jaar geleden met een „oerexplosie” ontstaan. Quasars kwamen dus tot bestaan toen het universum „pas” 3 tot 5 miljard jaar oud was. Volgens de theorie begonnen zich ongeveer in die tijd melkwegstelsels te vormen. Aldus zouden quasars mogelijkerwijs melkwegstelsels tijdens hun geboorteproces kunnen zijn.

En toen de pulsars

In 1967 was er opnieuw grote opschudding in de astronomische wereld toen zij een object ontdekten dat zo bizar was dat zij dachten dat een of andere buitenaardse intelligentie zich met de aarde in verbinding trachtte te stellen.

Leden van het Mullard Radioastronomisch Observatorium in Cambridge (Engeland) vingen tijdens het uitvoeren van routineonderzoeken een nieuw soort signaal op. Het was een radiosignaal dat aan- en uitging — pulseerde — in een regelmatig ritme. Zoals u zult begrijpen, heeft men in de radioastronomie last van storingen door plaatselijke bronnen zoals passerende auto’s. Aanvankelijk negeerde men deze vreemde signalen dan ook. Een systematischer onderzoek toonde echter aan dat de signalen niet door het verkeerslawaai werden veroorzaakt, maar vanuit de kosmische ruimte kwamen!

Uit welk deel van het wereldruim? Nu schenen sterren binnen ons melkwegstelsel de bronnen te zijn. Men begon ze pulsars te noemen vanwege hun vreemde, pulserende emissies van licht- en radiogolven. Pulsars zijn echter niet hetzelfde als gewone sterren. Vanwege de kenmerkende signalen die ze uitzenden, moeten ze roteren, ongeveer zoals een vuurtorenlicht. En aangezien ze ongeveer elke seconde een puls geven — er is er een die 30 keer per seconde een puls geeft — moeten ze erg klein zijn en als een tol rondwentelen. Tegenwoordig geloven astronomen dat pulsars slechts een doorsnee van 24 kilometer hebben, maar met zo’n grote dichtheid dat één kubieke centimeter miljoenen tonnen weegt! Zij zijn ook van mening dat ze erg heet zijn en een enorm zwaartekrachtveld hebben. Inderdaad vreemde objecten!

Onze naaste buren

De afgelopen tientallen jaren heeft ook ons begrip van onze directere buren enkele verbazingwekkende veranderingen ondergaan. Zoals u weet zijn er behalve onze aarde nog minstens acht andere planeten die zich in een baan om de zon bewegen. Onbemande ruimteschepen hebben door de lege ruimte gereisd, en hebben bij het passeren van de andere planeten foto’s naar de aarde teruggestuurd. Onze buren bleken ontzag inboezemend te zijn — maar weinig aanlokkelijk.

Venus is een verzengende wereld, voortdurend omgeven door wolken van zwavelzuur, met oppervlaktetemperaturen die hoger zijn dan het smeltpunt van lood. Mars is een koude, levenloze wereld, zonder een spoor van ’marsmannetjes’. Jupiter schijnt voornamelijk een gasbol te zijn, die energie uitstraalt (maar niet genoeg om als een zon beschouwd te worden) en wordt omringd door een miniatuurzonnestelsel van 16 manen. Saturnus, de volgende in de rij, verloor zijn unieke positie als enige planeet met een ringenstelsel toen men ook rondom Jupiter en Uranus ringen ontdekte. Maar de ringen van Saturnus zijn nog steeds onvergelijkelijk in hun schoonheid.

In 1979 ontdekte het ruimteschip Voyager I dat actieve vulkanen niet alleen op de aarde voorkomen. Terwijl het kleine ruimtevaartuig Io passeerde, een grote maan van Jupiter, fotografeerde het een uitbarstende vulkaan.

Men ontdekte verder dat de hoogste berg op aarde, de Mount Everest, eigenlijk niet tot de categorie van de echt grote bergen behoort. Olympus Mons bijvoorbeeld, een vulkaankegel op Mars, rijst 24.000 meter boven het planeetoppervlak op.

Onvoorstelbare getallen

Het is onmogelijk het universum te beschouwen zonder gebruik te maken van enkele erg grote getallen. Onze aarde bijvoorbeeld heeft een diameter van 12.900 km. Vergelijk dat eens met de zon, die een doorsnede heeft van 1.392.000 km en meer dan een miljoen aardbollen zou kunnen bevatten. De oppervlaktetemperatuur van de zon is bijna 6000 graden Celsius en men gelooft dat de temperatuur in de kern tot boven de 15 miljoen graden Celsius stijgt.

In vergelijking echter met een ster die in 1981 door de Explorer-satelliet werd onderzocht, is onze zon nogal klein. Deze hete, blauwe ster, die slechts bekendstaat als R136a, is in vergelijking met onze zon tienmaal zo heet, heeft een 2500 maal grotere dichtheid, is een miljoen maal groter en honderd miljoen maal helderder! Kunt u dat alles bevatten?

Ongetwijfeld zullen vele van de theorieën die naar voren zijn gebracht om deze buitengewone waarnemingen te verklaren, van tijd tot tijd worden herzien. Maar één ding is zeker, wij leven in een wonderbaarlijk universum en naarmate wij met ons onderzoek steeds dieper in de ruimte doordringen, bemerken wij dat wij steeds meer kunnen instemmen met koning David. „De sterfelijke mens” is waarlijk onbeduidend in vergelijking met „de maan en de sterren”!

Niettemin heeft de verruiming van ons begrip van de hemelen, waardoor enerzijds onze eigen nietigheid wordt onderstreept, er anderzijds toe gediend onze waardering en bewondering ten aanzien van Jehovah God, de dynamische bron van al deze wonderen, te vergroten. De bijbel doet de uitnodiging: „Heft uw ogen naar omhoog en ziet. Wie heeft deze dingen geschapen? Het is Degene die het heerleger daarvan zelfs naar het getal uitleidt, ze alle zelfs bij name roept. Vanwege de overvloed van dynamische energie, en omdat hij sterk is in kracht, ontbreekt er niet één aan.” — Jesaja 40:26.

[Voetnoten]

a Een lichtjaar is de afstand die het licht in een jaar aflegt, ongeveer 9460 miljard kilometer.

[Illustratie op blz. 17]

Saturnus kan nog steeds bogen op de mooiste ringen in ons zonnestelsel

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen