Kunt u tevreden zijn met uw levenslot?
WAT wil het zeggen tevreden te zijn? Tevredenheid is een innerlijk gevoel van diepe en blijvende ingenomenheid met de omstandigheden waarin men verkeert en wordt weerspiegeld door het ontbreken van gemopper en kritiek. Eén woordenboek definieert het woord „tevreden” als „gerustheid van gemoed: een tevredenheidsgevoel, vooral met betrekking tot het eigen levenslot”. Hoe staat het er in dit opzicht met u voor? Zou u, in uw diepste innerlijk, een andere baan, een ander huis, een andere levenspartner willen hebben? Bemerkt u dat uw verlangens vurige begeerten worden waardoor u misschien geneigd bent uit uw evenwicht te raken?
Tevreden zijn, wil niet zeggen dat er geen plaats is voor werkelijke krachtsinspanningen om onze omstandigheden te verbeteren. Tevredenheid mag niet het initiatief verstikken, zodat wij nog maar net voldoende hebben om van dag tot dag verder te leven. Ze betekent echter wel dat wij iets niet dermate zullen begeren dat wij tot de ongelukkige klagers behoren.
EEN VOORBEELD VAN TEVREDENHEID
Laten wij het voorbeeld van de christelijke apostel Paulus eens beschouwen. Als Romeins burger en waarschijnlijk uit een vooraanstaand Hebreeuws geslacht studeerde hij in de rechten aan de voeten van de geleerde Gamaliël en won hij het respect van zijn mede-Farizeeën. Maar wat gebeurde er? Hij werd door Jehovah God, via Zijn Zoon, geroepen om een prediker van het „goede nieuws” te worden. Ten einde in zijn eigen onderhoud te voorzien en het te vermijden een last voor anderen in de christelijke gemeente te worden, werkte Paulus met zijn handen. Hierdoor kon hij vrijelijk van stad tot stad gaan, waar hij in verband met zijn zendingsactiviteit ook moest zijn. Als gevolg van zijn werk als evangelist kreeg hij veel vervolging te verduren; hij werd zelfs geslagen, gestenigd en gegeseld. Maar was hij tevreden?
In zijn brief aan de Filippenzen schreef Paulus: „Ik beschouw alle dingen ook werkelijk als verlies wegens de uitnemende waarde van de kennis van Christus Jezus, mijn Heer. Om zijnentwil heb ik het verlies van alle dingen aanvaard en ik beschouw ze als een hoop vuil, opdat ik Christus moge winnen. Ik heb geleerd om in welke omstandigheden ik ook verkeer, genoegen te nemen met wat ik heb [„tevreden te zijn”, voetnoot herziene Engelse uitgave van 1971]” (Fil. 3:8; 4:11). Ja, de apostel Paulus was werkelijk tevreden in zijn getrouwe dienst voor God.
WAARSCHUWENDE VOORBEELDEN VAN ONTEVREDENHEID
Anderen werden echter ontevreden, met tragische gevolgen. De eerste vrouw, Eva, had een volmaakte echtgenoot, een ideaal tehuis in een paradijstuin, een overvloed van allerlei vruchten, de liefdevolle zorg van haar hemelse Vader en God, en het vooruitzicht eeuwig te leven. Toen de Verzoeker echter verklaarde dat God haar iets onthield wat haar rechtens toekwam, geloofde zij hem en werd zij ontevreden met haar lot. Zij verkoos een handelwijze te volgen die alleen maar lijden en de dood voor haar tot gevolg had. Hoeveel beter zou het geweest zijn als zij haar tevredenheid had bewaard en onderworpen was gebleven aan haar echtgenoot en, bovenal, aan haar God!
Toen Jehovah God zijn volk eeuwen later door de wildernis leidde, kwamen er herhaaldelijk uitbarstingen van ontevredenheid voor. Bij één gelegenheid werden 254 oversten van Israël ontevreden met hun levenslot, hetgeen tot openlijke opstand tegen Mozes en Aäron leidde. „Nu is het genoeg. . . . Waarom dient gij u dan boven de gemeente van Jehovah te verheffen?” zeiden zij uitdagend. Mozes’ antwoord onthulde de oorzaak van hun ontevredenheid. Wij lezen: „Is het zo’n kleinigheid voor ulieden . . . de dienst van Jehovah’s tabernakel uit te oefenen . . .? Moet gijlieden dan ook nog het priesterschap trachten te verkrijgen?” (Num. 16:1-10) Het gevolg? De meerderheid werd door vuur verteerd; anderen werden door de aarde verzwolgen.
Andere omstandigheden maakten dat Demas, een medewerker van de apostel Paulus, ontevreden werd. Tijdens Paulus’ tweede gevangenschap ’verliet Demas hem omdat hij het tegenwoordige samenstel van dingen liefhad’ (2 Tim. 4:10). Aldus miste hij het geluk dat ware tevredenheid schenkt.
BENT U TEVREDEN?
Hoe staat het met u? Bent u, als kostwinner van het gezin, ontevreden? Er zijn beslist heel veel dingen die een christen zorgen kunnen baren — oneerlijkheid in hoge kringen, een onrechtvaardige behandeling van de armen en behoeftigen, en begunstiging, om nog maar niets te zeggen van heel veel werkkringen die gewoon op sleur neerkomen. Hoe kan iemand onder zulke omstandigheden tevreden zijn? Het is goed om in gedachte te houden dat u niet de enige bent wie dit overkomt. Getrouwe dienstknechten van God in de oudheid hadden met dezelfde problemen te kampen, en tot aanmoediging van ons kunnen wij in de bijbel lezen hoe zij er succesvol het hoofd aan hebben geboden.
Neem bijvoorbeeld de leviet Asaf, een welbekende zanger en musicus. Hij schreef: „Ik werd afgunstig op de pochers, toen ik maar steeds de vréde der goddelozen zag.” Daarom begon hij bij zichzelf te zeggen: „Het is tevergeefs dat ik mijn hart heb gereinigd en dat ik mijn handen in louter onschuld was.” — Ps. 73:3, 13.
In werkelijkheid vroeg Asaf zich af: ’Wat heeft het voor zin om te proberen het goede te doen? Anderen spelen het klaar ongestraft slechtheid te beoefenen, dus waarom ik niet?’ Maar toen bemerkte hij dat hij verkeerd redeneerde. Toen hij met andere aanbidders van Jehovah in het heiligdom was, kwam hij tot het inzicht dat de voorspoed van de goddelozen van korte duur is. — Ps. 73:15-19.
Hoewel de slechtheid om ons heen ons wellicht ontmoedigt, kunnen wij toch troost putten uit het feit dat er een dag van afrekening is (Hand. 17:31). Er zijn in dit samenstel veel dingen die niet veranderd kunnen worden (Pred. 1:15). Wanneer wij bepaalde dingen dus niet met gebruikmaking van de juiste middelen kunnen veranderen, doen wij er verstandig aan te wachten totdat Jehovah God op zijn bestemde tijd zal ingrijpen. Zo behouden wij onze tevredenheid.
Hoe staat het met uw huiselijke leven? Is het een bron van tevredenheid voor u? Het is beslist waar dat liefdevolle gezinsleden tot uw tevredenheid kunnen bijdragen. Wat is het voor een man niet een verademing om na een dag van hard werken zijn vredige huis binnen te stappen en zich in prettige omgang met zijn vrouw en kinderen te verheugen! De bijbelse spreuk brengt dit goed onder woorden door te zeggen: „Beter is een schotel groente waar liefde is, dan een aan de kribbe gevoederde stier en haat daarbij.” — Spr. 15:17.
De geestelijke familie die uit medegetuigen van Jehovah bestaat, vormt ook een grote hulp om tevreden te blijven. Wat is het niet heerlijk om met mensen te kunnen omgaan die eerlijk, rechtschapen en liefdevol zijn! Hebt u bemerkt dat het bijwonen van de vergaderingen van Jehovah’s Getuigen u de problemen die u dreigen te ontmoedigen, doet vergeten?
’Maar wat valt er van mijn levenslot te zeggen?’ zal een huisvrouw misschien vragen. Zij zal er voortdurend moeite voor moeten doen om ware tevredenheid te bewaren nu er zo veel over „de emancipatie van de vrouw” wordt gezegd. Maar zijn degenen die de leiding nemen in deze beweging werkelijk tevreden? Hoe zou dit kunnen wanneer zij voorbijgaan aan het feit dat God de echtgenote de rol van helpster en aanvulling heeft toebedeeld, niet van hoofd of mededingster? (Gen. 2:18) Een gehuwde vrouw kan veel doen om tot het geluk van het gehele gezin bij te dragen. In deze tijd van uit de hand lopende inflatie kan zij de uitgaven laag houden door verstandig inkopen te doen (Spr. 31:14). Door woord en voorbeeld kan een christelijke vrouw haar kinderen in geestelijk opzicht opbouwen en hen helpen inzien wat het betekent als discipelen van Jezus Christus te leven.
Wanneer een christelijke vrouw haar door God gegeven plaats inneemt, ervaart zij het geluk van de bekwame echtgenote die in het boek Spreuken wordt beschreven. Wij lezen daar: „Een bekwame vrouw, wie kan haar vinden? Haar waarde gaat die van koralen ver te boven. In haar heeft het hart van haar eigenaar vertrouwen gesteld . . . . Zij waakt over de gang van zaken in haar huisgezin . . . . Haar zonen zijn opgestaan en hebben haar vervolgens gelukkig geprezen; haar eigenaar staat op, en hij roemt haar.” — Spr. 31:10-28.
En hoe staat het met jullie, jongeren? Zijn jullie tevreden met jullie levenslot? De jeugd van thans moet ernstige problemen onder de ogen zien. Immoraliteit, bedrog en drugmisbruik hebben duizelingwekkende hoogten bereikt. Zulke dingen behoeven jullie niet uit je evenwicht te brengen; ze behoeven jullie er niet toe te brengen jullie gevoel voor richting kwijt te raken en op school een mislukkeling te worden. Wanneer jullie voortijdig van school gaan, zullen jullie je misschien tevreden moeten stellen met een slechtbetalende baan en werkomstandigheden die nog onprettiger zijn dan wat jullie op school meemaken. Probeer daarom op school zoveel mogelijk jullie best te doen, terwijl jullie het soort van onderwijs uitkiezen dat jullie in staat zal stellen goed in jullie eigen onderhoud te voorzien zonder dat dit jullie te veel van jullie krachten zal kosten. Gods dienstknechten doen er goed aan zich voor te bereiden op het soort van werk dat hen in staat zal stellen veel van hun tijd en energie aan de geestelijke hulp van anderen te besteden. Zij zullen dan het veel grotere geluk smaken dat uit geven voortspruit. — Hand. 20:35.
Als je een aanbidder van Jehovah God bent die nog naar school gaat, streef er dan naar als christen vorderingen te maken. Grijp de gelegenheid aan om het „goede nieuws” op school en ook samen met andere leden van de gemeente bekend te maken. Denk er eens over na of je gedurende schoolvakanties je aandeel aan de openbare bekendmaking van het „goede nieuws” zou kunnen vergroten. Het zal je werkelijk veel genoegen schenken wanneer je als hulppionier dienst verricht. Veronachtzaam niet de bijbel te lezen en publikaties te bestuderen die erop gericht zijn je te helpen de bijbel beter te begrijpen. Wanneer je je van tevoren goed voorbereidt, zul je in staat zijn aan de gemeentevergaderingen deel te nemen.
Zijn er in jullie gemeente ook zieke, gehandicapte of bejaarde personen? Zou je boodschappen voor hen kunnen doen of reparaties of schoonmaakwerkzaamheden voor hen kunnen verrichten? Is er iemand met slechte ogen? Zou je er elke week tijd aan kunnen besteden om deze persoon voor te lezen? Een discipel van Jezus Christus zijn, betekent anderen dienen zoals hij dat heeft gedaan. Als je in je jeugd leert anderen te dienen, zul je overvloedige zegeningen ontvangen.
Zijn er soms nieuwe factoren in het vinden van de sleutel tot werkelijke tevredenheid? Neen, er is niets nieuws. Meer dan 1900 jaar geleden gaf de apostel Paulus raad die thans even toepasselijk is als toen. Hij schreef: „Ze is ongetwijfeld een middel tot groot gewin, deze godvruchtige toewijding gepaard aan het genoegen nemen met wat men heeft [of „tevredenheid”]. Want wij hebben niets in de wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wanneer wij daarom voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.” — 1 Tim. 6:6-8.
Neem er dus tijd voor om over uw levenslot na te denken. Het is waar dat uw lot misschien beter zou kunnen zijn, maar het zou ook veel slechter kunnen zijn. Doe er moeite voor tevreden te zijn met wat u hebt en niet te tobben over wat u niet hebt. Vind geluk door te doen wat binnen uw vermogen ligt om anderen in geestelijk opzicht te helpen en een bron van aanmoediging voor hen te zijn. Wanneer u dit doet, zoals velen dit hebben gedaan, zult u met uw levenslot tevreden kunnen zijn.
[Illustratie op blz. 5]
’Maar wat valt er van mijn levenslot te zeggen?’ zal een huisvrouw misschien vragen