„Uw woord is waarheid”
Hoe tonen wij dat wij God vrezen?
„VREEST God.” Dit is de raad die de apostel Petrus aan christenen geeft (1 Petr. 2:17). Wat is deze vrees voor God nu precies? Waarom dienen wij God te vrezen en hoe tonen wij dit? Door de antwoorden op deze vragen te kennen, kunnen wij ons gedragen op een wijze die onze Schepper, Jehovah God, behaagt.
Sommigen is geleerd dat God mensen na de dood in een vurige hel pijnigt. Voor hen is de mogelijkheid dat God hen wel eens aan deze verschrikkelijke plaats zou kunnen overleveren de reden waarom zij God vrezen. De bijbel leert evenwel een dergelijk godonterend begrip niet, dus dit zou nooit als basis voor godvruchtige vrees kunnen dienen (Jer. 19:5; Rom. 6:7, 23; Ezech. 18:4). Wij dienen Jehovah God evenmin alleen maar te vrezen omdat hij de macht heeft kwaaddoen te straffen. Godvruchtige vrees is gebaseerd op geloof in God. Ze is nauw verbonden met liefde en vertrouwen. Het is een heilzame vrees die het individu ten goede komt.
Wij kunnen een dergelijke gezonde vrees voor God vergelijken met die van een jong kind voor zijn vriendelijke, liefdevolle maar flinke, vastberaden vader. Het kind is overtuigd van zijn vaders rechtvaardigheid en het voelt zijn vaders warme, liefdevolle belangstelling voor zijn welzijn. Hij is zich ook bewust van wat zijn vader van hem verlangt en hij weet dat zijn vader hem flink zal aanpakken als hij zich misdraagt. Hij leeft niet in ziekelijke angst voor het feit dat zijn vader hem kan straffen maar beweegt zich in een klimaat van betrekkelijke vrijheid, terwijl hij zich bewust is van de beperkingen die hem zijn opgelegd. Zulke beperkingen kunnen zijn: niet op straat maar in de achtertuin spelen; niet met lucifers maar met zijn speelgoed spelen. De gezonde vrees die een kind heeft, is in werkelijkheid voor zijn bestwil, want ze dient als een bescherming, het loopt daardoor geen gevaar.
Dit helpt ons te begrijpen waarom wij Jehovah God dienen te vrezen. Als wij Spreuken 8:13 opslaan, lezen wij daar: „De vrees voor Jehovah betekent het kwade te haten.” Ja, door het kwade te haten, vermijden wij het zorgvuldig ons bezig te houden met werken waartegen de Almachtige God ons in zijn Woord de bijbel waarschuwt.
Dit is een bewijs van wijsheid van onze zijde. De bijbel verklaart in Psalm 111:10: „De vrees voor Jehovah is het begin van wijsheid.” Dit komt doordat iemand die Jehovah vreest, de kennis die hij heeft verkregen op een juiste manier zal trachten te gebruiken. Ja, zijn vrees zal als een gids fungeren en hem ertoe bewegen verstandig te handelen. Ze zal hem helpen verstandige beslissingen te nemen ten aanzien van zaken waarbij zijn leven en zijn verhouding tot zijn Schepper zijn betrokken.
Het is evenwel overduidelijk dat de meerderheid van de mensen in dit samenstel van dingen Jehovah God niet vreest. Zij beoefenen schaamteloos wat zijn wetten veroordelen. En wat is hieruit voortgevloeid? De steeds erger wordende morele ineenstorting, het aanhoudend toenemen van de misdaad en de schokkende berichten over gewelddadigheid door personen die beweren christenen te zijn en God te vrezen! Het hart van velen in deze wereld is „er volkomen op gericht kwaad te doen”. Zij vergeten Jehovah’s waarschuwing dat „hoewel een zondaar misschien honderd maal kwaad doet en lange tijd blijft zoals hij verkiest, . . . het . . . volstrekt niet goed [zal] aflopen met de goddeloze, noch zal hij zijn dagen verlengen, die als een schaduw zijn, omdat hij God niet vreest”. Zulke personen zullen ten slotte achterhaald worden door de vernietiging. — Pred. 8:11-13; Tit. 1:16.
Ware christenen, die Jehovah werkelijk vrezen, zien in dat zijn wetten voor hun bestwil zijn. Hij heeft ze niet alleen maar gemaakt om de mensen vrees aan te jagen. Deze wetten fungeren als een omheining en beperken de mens tot een gebied van betrekkelijke veiligheid en vrijheid. De sancties voor het overtreden ervan zijn voor ’s mensen eigen bestwil, want ze helpen hem in deze veilige plaats te blijven. De ware christelijke vrees God ongehoorzaam te zijn, werkt dus als een beveiliging tegen geestelijk en zelfs lichamelijk gevaar.
Wij hebben opgemerkt dat liefde nauw met vrees voor God is verbonden. Hoe dan wel? Denkt u maar aan het kind dat zich wel bewust is van het gezag van zijn vader maar dat hem toch innig liefheeft. Zal het niet trachten datgene te doen wat zijn vader gelukkig maakt? Zo is het ook met ware christenen. Zij hebben Jehovah God, hun hemelse Vader, lief en hebben heel veel om hem dankbaar voor te zijn. Zij zouden niet graag iets doen wat hem zou mishagen of zijn goede naam zou schaden. Zij trachten dus altijd een oorzaak van blijdschap en vreugde voor hem te zijn. — Spr. 23:15; 27:11.
En als het op pogingen van mensen aankomt die hen ertoe trachten te brengen iets te doen wat God mishaagt, denken zij aan Jezus’ woorden in Matthéüs 10:28: „Wordt niet bevreesd voor hen die het lichaam doden maar de ziel niet kunnen doden; doch vreest veeleer hem [God] die én ziel én lichaam kan vernietigen in Gehenna.” Ongeacht wat voor druk er ook op hen wordt uitgeoefend, zij weten dat hun vooruitzicht op eeuwig leven in Gods hand ligt. Doordat zij zich sterk bewust zijn van Gods macht over het leven en zij geloof stellen in zijn belofte van een opstanding, krijgen zij de moed om mensenvrees te overwinnen. — Hebr. 13:6.
Dit alles geeft ons een voortreffelijke gelegenheid om te tonen dat wij God vrezen. Sommigen bedriegen zichzelf wellicht door te denken dat zij God wel vrezen, doch misschien worden zij in velerlei opzicht vrijwel onmerkbaar door mensenvrees beheerst. Stel uzelf eens de vraag: „Als ik weet dat een bepaalde handelwijze goed is, laat ik dan toch na die te volgen uit vrees dat mijn buren het wel eens niet goed zouden kunnen vinden?” Iemand houdt zich misschien niet op met gewelddadigheid of immoraliteit, doch als hij zich ervan weerhoudt goed te doen omdat hij bang is voor wat zijn buren zouden kunnen denken, toont hij niet werkelijk dat hij God vreest. Als God wil dat wij iets doen, moet het goed zijn en dat dient ons te bewegen het te doen, wat anderen er ook van mogen denken. — Spr. 29:25.
Mensenvrees doet zich in religieuze aangelegenheden krachtig gelden. Stel dat u duidelijke bewijzen vond dat de religieuze organisatie waarin uw ouders u hebben opgevoed niet Gods waarheid leerde doch dat een andere groep mensen in werkelijkheid de ware religie beoefende. Zou u openlijk voor de ware religie durven uitkomen? Vreest u werkelijk God? Ja, zou u dit doen ook al zou u misschien het hoofd moeten bieden aan tegenstand van uw familie of vrienden? Mensen die God vrezen, hebben dit gedaan en Jehovah God heeft hen rijkelijk voor hun moedige daad gezegend.
Denkt u ook eens aan die rijke jongeman die Jezus graag wilde volgen maar die bang was dit te doen omdat het betekende dat hij zijn economische omstandigheden moest veranderen (Matth. 19:16-22). Zou u, zo nodig, bereid zijn materiële offers te brengen ten einde Jehovah God te dienen? Hiervoor is geloof nodig, geloof gepaard met vrees voor God.
Alleen door de bijbel, Gods Woord, te bestuderen, kunt u het nodige geloof aankweken. Waarom zou u geen voordeel trekken van de gelegenheid zoiets uiterst belangrijks te doen? Aanvaard de zesmaandse gratis huisbijbelstudiecursus die u door Jehovah’s getuigen wordt aangeboden. Indien u dit doet, zult u zichzelf in de gelegenheid stellen rijkelijk door God gezegend te worden. — Ps. 147:11.