De morele verantwoordelijkheid van de jeugd
„Luistert, o zonen, naar het strenge onderricht van een vader en schenkt aandacht, ten einde verstand te kennen.” — Spr. 4:1, NW.
1. Wat onthult een onderzoek naar de groei van een jonge plant?
GEZONDE jonge planten die krachtige groei vertonen, waarvan de wortels diep in de vochtige aarde dringen en de bladeren steeds hoger reiken, zijn een eer voor God, hun Schepper, en iets schitterends voor mensen die er oog voor hebben. Zolang het wortelstelsel het mineralen houdende water blijft absorberen en transporteren, en de zon dagelijks schijnt en warmte geeft, groeit de plant gestadig tot ze het stadium van volwassenheid, van vruchtbaarheid, heeft bereikt. Ze wordt beter bestand tegen plotselinge weersveranderingen.
2. Hoe kan wat veel jongelui van tegenwoordig ondervinden, met het groeiproces van de plant vergeleken worden?
2 De hedendaagse jeugd, tussen de kinderjaren en de volwassenheid, kan veel leren door een jong plantje gade te slaan. Zodra er een onderbreking is in de toevoer van de voedingsstoffen uit de grond, verdrogen of verrotten de wortels, gaat de stengel hangen en is de plant spoedig niets meer dan afval op de grond, alleen maar geschikt om bij elkaar geharkt en verbrand te worden. Veel jongeren van tegenwoordig zijn precies zo. Zij erkennen niet in enig opzicht van God afhankelijk te zijn voor het soort van voedsel dat hen geestelijk sterk kan maken. Zij hebben geen morele fut. Zij verheerlijken God niet door hun leven, noch bezorgen zij godvruchtige mannen en vrouwen vreugde.
3. Welke feiten wijzen op de nutteloosheid en uitzichtloosheid van het leven van de meeste jonge mensen van onze tijd?
3 Kijk de wereld maar eens rond en sla acht op de feiten waardoor die droevige conclusie wordt ondersteund. In de Verenigde Staten wijzen statistieken van de Federale Recherche bijvoorbeeld uit dat in 1965 onder personen beneden de negentien jaar „arrestaties voor ernstige misdrijven met 47 percent zijn toegenomen vergeleken bij 1960”. In communistisch Hongarije hebben tieners bijna elke bestaande wet overtreden — verkrachting, smokkel, handel in verdovende middelen, onwettige handel in vreemde valuta en rassenhaat. Eén regeringsfunctionaris in Rusland heeft de vraag gesteld: „Wat is er toch aan de hand? Hoe komt het toch dat in onze schitterende tijd, nu het de mensen materieel steeds beter gaat en zij qua cultuur op een steeds hoger peil komen, dit kwaad zo hardnekkig is? Hoe komt het dat straatschenders wandaden blijven bedrijven . . .?”
4. Waaraan hebben opmerkzame burgers en autoriteiten de schuld voor deze slechter wordende toestand gegeven?
4 Overal ter wereld is er in de steden ontsteltenis over de gevaren die de inwoners omringen. Verkrachtingen, aanrandingen en sadistische uitbarstingen van geweld zijn in stijgende lijn, en steeds vaker blijken tieners de daders te zijn. Politieautoriteiten en sociologen die de oorzaak trachten vast te stellen van deze verslechtering op het terrein van de misdaad, spreken over „een geest van wetteloosheid”, „een ineenstorting van het gezinsleven” en „een achteruitgang van morele waarden” als factoren die in ernstige mate tot deze situatie bijdragen. Een inspecteur van politie uit de stad New York verklaarde: „Het is een kettingreactie. Gebrek aan eerbied voor de ouders heeft gebrek aan eerbied voor politieagenten en de wet in het algemeen tot gevolg. Die oneerbiedigheid verandert dikwijls in werkelijke vijandschap.” Een autoriteit voor het handhaven van de wet in Detroit concludeerde: „Dit schijnt de geest van de tijd te zijn — opstand van de jeugd, zowel de blanke als de negerjeugd.”
5. Hoe zie je in de situatie die thans overal ter wereld heerst de ontwikkelingen die de apostel Paulus heeft voorzegd?
5 Zoals ieder redelijk mens moet weten, moet deze neiging alle gezag te minachten, wel uitlopen op volkomen anarchie, een toestand waarin geen enkel mens zich meer zeker kan voelen van zijn bezit of zijn leven. De situatie die thans overal op aarde bestaat, komt in feite overeen met de toestanden die, zoals voorzegd, de „laatste dagen” van dit samenstel van dingen zouden kenmerken. De christelijke apostel Paulus zei namelijk dat er „kritieke tijden [zouden] aanbreken, die moeilijk zijn door te komen” doordat de mensen ’zichzelf zouden liefhebben, het geld zouden liefhebben, aanmatigend zouden zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar en deloyaal, geen natuurlijke genegenheid hebbend’ (2 Tim. 3:1-3). Tiener, zie je dat deze toestand overal ter wereld heerst? Dan is het tijd dat jij je standpunt bepaalt en vaststelt welke verantwoordelijkheden je in deze laatste dagen van een ten ondergang gedoemd samenstel van dingen hebt.
AANVAARD ONDERRICHT OP HET GEBIED VAN DE MORAAL
6. Waarom heeft de jeugd de morele verantwoordelijkheid thans naar haar God en Schepper te luisteren?
6 Je dient nu het stadium waarin je ’sprak als een klein kind, dacht als een klein kind en overlegde als een klein kind’ ontgroeid te zijn (1 Kor. 13:11). In plaats dat jij je als een klein kind geheel en al door onmiddellijke begeerten van het vlees laat leiden, dienen je verstandelijke vermogens zich te ontwikkelen. Je hebt derhalve de verantwoordelijkheid te luisteren naar wat God, je hemelse Vader, over je leven heeft te zeggen en je vervolgens in je gedrag door zijn raad te laten leiden. „Luistert, o zonen, naar het strenge onderricht van een vader en schenkt aandacht, ten einde verstand te kennen” (Spr. 4:1, NW). Als je van Jehovah God onderricht op het gebied van de moraal aanvaardt, zul je zeer beslist verstand krijgen.
7. Welke hartelijke aanmoediging geeft Jehovah jonge mensen?
7 Het is bemoedigend te weten dat Jehovah om je geeft en klaar staat je hulp te bieden in de vorm van uitstekende raad op het gebied van de moraal. Naar de mate waarin je om die raad vraagt en je erop verlaat, in die mate kun je op kracht rekenen om aan de beproevingen van deze kritieke tijden het hoofd te bieden en kun je de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. Merk op hoe je Schepper er voor je eigen veiligheid bij je op aandringt verstandig te handelen: „Mijn zoon, bewaar mijn redenen en leg mijn geboden bij u weg. Bewaar mijn geboden en leef, en mijn onderwijzing als uw oogappel.” — Spr. 7:1, 2.
8. (a) Wat bereik je ermee als je aandacht schenkt aan Gods onderricht? (b) Wie is de „vreemde vrouw” voor wie je je moet hoeden?
8 Op welke wijze zal je leven verlengd worden door Gods wetten lief te hebben en zijn verordeningen te onderhouden? De geïnspireerde woorden van Salomo gaan verder met te zeggen dat deze verstandige handelwijze je zal „bewaren voor de vreemde vrouw, voor de onbekende, die gladde woorden spreekt” (Spr. 7:5). En wie is volgens jou die „vreemde vrouw”? Het kan niet anders of zij is een afbeelding van de verleiding tot een smerig, immoreel gedrag, dat zo volkomen vreemd dient te zijn aan allen die de naam „christen” dragen en beweren de ware God te aanbidden! Aansporingen tot immoraliteit zijn vooral gevaarlijk voor jonge mannen en vrouwen in de bloei der jeugd, als de aangeboren seksuele aantrekkingskracht, die de Schepper in de mens heeft gelegd, zich krachtig begint te doen gelden.
9. (a) Beschrijf welke situatie er in Spreuken, hoofdstuk zeven, met woorden wordt uitgebeeld. (b) Welke uitwerking dient een dergelijke waarschuwing op jou te hebben?
9 In de volgende verzen van Spreuken, hoofdstuk zeven, wordt met woorden uitgebeeld hoe jonge, onervaren mensen, die geen juist gevoel voor morele waarden bezitten, ten prooi vallen aan verleidingen en een leven gaan leiden van hoererij en overspel. De „verstandeloze” jongeman in de illustratie, die het aan een goede drijfveer ontbrak welke hem tot juiste daden in zijn leven had moeten aansporen, vroeg in feite om moeilijkheden. Toen het donker was, ging hij op weg naar het huis van de verleidster. De dringende raad die God jou en alle jonge mensen geeft, luidt daarentegen: „Ontvlied . . . de begeerten die aan de jeugd eigen zijn.” „Ontvlied de hoererij” (2 Tim. 2:22; 1 Kor. 6:18). Als je die raad aanvaardt, zul je niet proberen te kijken hoe dicht je op de rand van hoererij kunt komen zonder je er werkelijk schuldig aan te maken. Je zult geen afspraakje maken met een tiener van het andere geslacht en je dan dingen permitteren die alleen maar je seksuele driften kunnen aanwakkeren. Neen, je zult veeleer bij het eerste teken van gevaar de vlucht nemen, net als Jozef toen de vrouw van Potifar hem trachtte te verleiden. — Gen. 39:7-9, 12.
10. Bespreek de wijsheid van Gods vereisten met betrekking tot het geslachtsleven, in tegenstelling tot de achteloze houding ten opzichte van vrij geslachtelijk verkeer die mensen van de wereld erop nahouden.
10 Gods morele maatstaf staat alleen maar geslachtsgemeenschap toe binnen de grenzen van het huwelijk en volgens deze maatstaf mag iedere man en iedere vrouw slechts één huwelijkspartner hebben. Als je een ogenblik bij dit vereiste stilstaat, zul je beseffen hoezeer de wijsheid daarvan tegengesteld is aan de ruime opvatting ten aanzien van seksuele aangelegenheden en de achteloze houding met betrekking tot vrij geslachtelijk verkeer, die wereldse mensen van alle natiën er tegenwoordig op nahouden. Door zich naar Gods regeling te voegen, wordt het vertrouwen tussen de mensen bevorderd en wordt hebzucht, waaruit zoveel liegen, stelen, bedriegen en strijd voortkomt, bestreden (Jak. 4:1-4). Hierdoor wordt een juiste beheersing van seksuele hartstochten bevorderd, terwijl aan rechtgeaarde personen, in overeenstemming met Gods oorspronkelijke opdracht aan de eerste mensen, op een ordelijke wijze het voorrecht wordt geschonken eraan mee te helpen dat hun eigen soort wordt voortgebracht. — Gen. 1:28.
11. Wat zijn enkele van de nadelige gevolgen als men Gods morele maatstaf negeert?
11 Zich lukraak aan seksuele betrekkingen overgeven, heeft daarentegen ongeregeldheden, gevechten en een verschrikkelijke oogst aan geslachtsziekten tot gevolg, die als vuur om zich heen grijpen. Volgens een rapport van het Amerikaanse Medische Genootschap, gedateerd 1 september 1965, is venerische ziekte in de Verenigde Staten het „dringendste” probleem op het gebied van besmettelijke ziekten. Gevallen van syfilis onder jongelui beneden de twintig jaar zijn in de afgelopen vijf jaar bijna verdriedubbeld. Elke minuut worden er bijna twee Amerikanen besmet. In Zweden en andere landen wekt de toename in de verspreiding van syfilis ongerustheid.
12. Waarom is het dwaas te redeneren dat geslachtsziekten niet meer zo’n gesel zijn als ze eens waren?
12 Het is zeer onverstandig jezelf wijs te maken dat deze geslachtsziekten, nu de medische wetenschap zulke grote vorderingen maakt, niet meer zo’n gesel zijn als ze eens waren. Wat in gedachten moet worden gehouden, is dat syfilis en gonorroea een meisje voor de rest van haar leven onvruchtbaar kunnen maken. Ze kunnen een jongen het vermogen ontnemen kinderen te verwekken en ze kunnen doodgeboren, blinde en idiote kinderen tot gevolg hebben. Medisch onderzoek op dat gebied heeft uitgewezen dat de lever het voornaamste doelwit van deze ziektekiemen is, en vanuit dat orgaan wordt de ziekte door het hele lichaam van de getroffen persoon verspreid.
13. Wat in de zinsneden van Spreuken 7:23 brengt de gedachten van de Schepper aan het licht, en welke morele verantwoordelijkheid legt dit jou op?
13 Kun je begrijpen waarom de alwijze God de bijbelschrijver in dit geval zulke zinsneden het optekenen als ’een pijl doorboorde zijn lever’ en „zonder te weten, dat het [zijn dwaze gedrag] tegen zijn leven gericht is”? (Spr. 7:23) Veiligheid en de zekerheid dat je blijft leven, is er dus in gelegen dat je het voorgaande, en ook nog ander onderricht op het gebied van de moraal dat tot jouw bescherming in Gods geschreven Woord staat vermeld, aanvaardt.
ERKEN MORELE VERANTWOORDELIJKHEID THUIS
14. Wat zijn Gods vereisten met betrekking tot het ordelijke verloop van een christelijk huisgezin, en welke morele verantwoordelijkheid legt dit jou op?
14 Nog een liefdevolle voorziening die God heeft getroffen om je in moreel opzicht te leiden totdat je de met verantwoordelijkheden gepaard gaande volwassen leeftijd hebt bereikt, is de hulp van liefhebbende ouders. Je vader en moeder dienen terecht te worden beschouwd als een deel van jouw contact met Jehovah God, want hij heeft hun de taak toevertrouwd je voor toekomstig leven als volwassene op te voeden. Hij heeft hen geïnstrueerd: „Blijft hen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah grootbrengen.” En jou heeft hij het gebod gegeven: „Weest uw ouders gehoorzaam in alles, want dit is de Heer welgevallig” (Ef. 6:4; Kol. 3:20). Nog een van je morele verantwoordelijkheden is dus je aan je ouders te onderwerpen en aan de eisen te voldoen die zij je stellen, althans zolang die eisen in overeenstemming zijn met de goddelijke wil.
15, 16. Hoe blijkt uit Jezus’ voorbeeld wat de juiste houding is ten opzichte van Gods regeling, en hoe is dit bij jou thuis van toepassing?
15 Als voorbeeld in dit opzicht beschik je over het voortreffelijke bericht van Jezus’ jeugd, waarop je kunt letten en dat je kunt navolgen. Toen hij bij een bepaalde gelegenheid in zijn vroege jeugdjaren drie dagen lang van zijn ouders gescheiden was, kwam dit niet doordat hij was weggelopen om met een groep tieners op sensatie uit te gaan, onder het toezicht van zijn ouders vandaan. Zij vonden hem ten slotte in ernstig gesprek met oudere mannen in de tempel. Zijn moeder vroeg begrijpelijkerwijs: „Waarom hebt gij zo tegenover ons gehandeld? Denk eens aan, uw vader en ik hebben in doodsangst naar u gezocht.” Zei Jezus hun toen dat hij geen kind meer was en dat hij best in staat was op zichzelf te passen? Er is geen bewijs van een dergelijke houding van zijn kant. Het verslag zegt: „Hij ging met hen mee en kwam te Nazareth, en hij bleef aan hen onderworpen.” — Luk. 2:48, 51.
16 Jezus besefte dat zijn ouders onder de bepalingen van Gods wet het volmaakte recht hadden te weten waar hij was, met wie hij was en wat hij deed, wilden zij zich gewetensvol van de opdracht die God hun had gegeven, kunnen kwijten. Dat recht hebben jouw ouders eveneens en jij hebt de morele verantwoordelijkheid met hen mee te werken, zodat zij je kunnen leiden en beschermen en opdat hun het hartzeer wordt bespaard in hun verantwoordelijkheid te kort te zijn geschoten.
17. Hoe beziet God het al of niet opvolgen van de wensen van je ouders?
17 Indien je ouders eisen dat je op een bepaalde tijd thuis bent, indien zij erop staan dat je gechaperonneerd wordt als je met iemand van het andere geslacht uitgaat, als zij je de raad geven niet te roken, geen verdovende middelen en alcohol te gebruiken en geen onjuiste intimiteiten met iemand anders te hebben, verwacht God dat je hun wensen opvolgt alsof ze van hemzelf waren. Wanneer je geen gehoorzaamheid aan de instructies van je ouders betoont, zal dit door de Schepper als ongehoorzaamheid jegens hem worden uitgelegd. Hij zal nooit zijn zegen schenken aan hen die zijn regelingen negeren.
VERANTWOORDELIJKHEID MET HET OOG OP HET HUISELIJK WELZIJN
18. In welk opzicht schieten veel jonge mensen te kort ten aanzien van de morele verantwoordelijkheid met betrekking tot de sfeer in huis? Welke vragen zou je jezelf kunnen stellen?
18 Vaak hoort men jonge mannen en vrouwen als verontschuldiging voor het feit dat zij met anderen van hun eigen leeftijdsgroep rondzwalken de bewering uiten dat het bij hen thuis saai, naar en ongeorganiseerd is. Dat wijst op nog een morele verantwoordelijkheid die op de tiener rust. Je hebt de plicht samen met je ouders en de andere gezinsleden je thuis tot een citadel van vrede en goede orde te maken te midden van een chaotische wereld. Als je thuis geen plek is waarnaar je altijd graag terugkeert, moet jij iets van de verantwoordelijkheid hiervoor dragen. Het is o zo gemakkelijk kritiek op de sfeer en omstandigheden bij je thuis te leveren. Zou het niet veel opbouwender en christelijker zijn iets te doen om de situatie te verbeteren in plaats van er alleen maar over te klagen? Heb je vrijwillig op je genomen je ouders te helpen en stel je werkelijk belang in je thuis? Alleen uiterst zelfzuchtige personen beschouwen hun thuis als een plek waar zij hun kleren kunnen ophangen en als een plaats om te eten als het niet schikt ergens anders een maaltijd te nuttigen.
19. Welke stappen kun je doen om je voor te bereiden op de tijd dat je een geschikte huwelijkspartner voor iemand wilt zijn?
19 Indien jij, evenals de meeste normale, gezonde tieners, ernaar uitkijkt eens te trouwen en op een succesvolle wijze een huishouden te besturen, wat doe je dan om je op die rol voor te bereiden? Is het verstandig je de vele wonderbare gelegenheden om de praktische kanten van een huishouding te leren, door de vingers te laten glippen? Als je een meisje bent, kun je je diensten aanbieden, zodat moeder of een van je oudere zusters je de knepen van het huishouden kan leren. Als je een jongen bent, zal je vader je ongetwijfeld graag alles leren over het onderhoud van een huis, indien je op je neemt hem met de vele karweitjes die in ieder huis te doen vallen, te helpen. Is het niet verstandig je erop te prepareren een geschikte huwelijkspartner voor iemand te worden?
20. Tot op welke hoogte dien je de financiële last van de huishouding en afhankelijke personen te helpen dragen?
20 Nog een verantwoordelijkheid die heden ten dage vaak door jonge mensen over het hoofd wordt gezien, is hun ouder wordende ouders financiële steun te bieden. De apostel Paulus waarschuwt je in dit verband: „Stellig, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige” (1 Tim. 5:8). Wellicht zijn de omstandigheden van dien aard dat je in dit opzicht een verplichting hebt. In plaats van alles wat je verdient voor je eigen persoonlijke behoeften uit te geven, dien je royaal een concreet bewijs van je waardering voor de huiselijke gerieven aan te bieden.
21. Welke verantwoordelijkheid heb je met betrekking tot de regelingen die je ouders voor bijbelstudie thuis of elders treffen?
21 Als je ouders godvrezende christenen zijn, zullen zij ongetwijfeld regelingen hebben getroffen voor een gezins-bijbelstudie thuis. Jij hebt de verantwoordelijkheid in dit opzicht volledig met hen mee te werken. Het is je plicht je op die avond en bij andere gelegenheden als zij hebben afgesproken dat je met hen meegaat naar gemeentevergaderingen, ter beschikking te houden. Geen enkele andere activiteit, geen enkele andere omgang die je maar zou kunnen hebben, kan belangrijk genoeg geacht worden om het te wettigen dat je zulke gelegenheden om de eenheid van het gezin en je eigen geloof op te bouwen, verzuimt. De bijbel zelf waarschuwt je dat „het zonder geloof onmogelijk [is] hem [God] welgevallig te zijn.” — Hebr. 11:6.
MORELE VERANTWOORDELIJKHEID BUITENSHUIS
22. Als je onder het toezicht van je ouders vandaan bent, aan wiens vorsende blik ben je dan voortdurend onderhevig, en wat wordt er van je verwacht?
22 Zelfs als je niet thuis en onder het onmiddellijke toezicht van je ouders bent, maar op school of op je werk, moet je altijd in gedachten houden dat de vorsende blik van je hemelse Vader voortdurend op je is gericht (Spr. 15:3). Op elk terrein van activiteit zal je handelwijze òf God en je ouders eer aandoen òf schande over hen brengen. Je Schepper-Vader heeft je de verantwoordelijkheid opgelegd ’alle dingen tot Gods heerlijkheid te doen’ (1 Kor. 10:31). Je doet er goed aan jezelf nu en dan in dit opzicht aan een onderzoek te onderwerpen om er zeker van te zijn dat je geen handelwijze volgt die je ouders ergernis en verdriet bezorgt. — Spr. 17:25.
23. Hoe wil je dat de mensen in je omgeving over je denken, gezien je morele verantwoordelijkheid als een aanbidder van Jehovah?
23 Sta je bijvoorbeeld op school of in de buurt waar je woont, bekend als de ontembaarste vrijbuiter, die eruit ziet en doet als de een of andere beroemde filmster en die nauwe en gewaagde kleren draagt? Of sta je bekend om je oprechte, warme belangstelling voor andere mensen, je strikte eerlijkheid, het vaste standpunt dat je inneemt voor wat juist en waar is en als iemand die beslist goede omgang vormt? Als één of meer van je schoolkameraden of collega’s op het werk zich met diefstal inlaten, smerige taal gebruiken of over ontuchtige dingen praten, doe je dan maar een beetje met hen mee, of scheid je je van hen af en weiger je geregelde omgang met hen te hebben?
24. Over welke vragen is het goed dat jij, als jeugdig persoon, nadenkt?
24 Kun je het naar eer en geweten eens zijn met huichelachtige jongelui die zich als anarchisten gedragen zodra de leraar of werkgever de hielen heeft gelicht? Hoe denk je over jeugdige vandalen die geregeld eigendommen van de staat ter waarde van duizenden guldens vernielen, eigendommen die vervangen moeten worden door hogere belastingen van je ouders en andere hardwerkende ouders te heffen? Hoe denk je over de snelheidsbeperkingen en de handhavers van de wet? Respecteer je hen op zijn minst om het nuttige doel dat zij dienen, of ben je zo kinderachtig op voet van vijandschap met politieagenten te leven en de wetten te tarten? Je hebt de verantwoordelijkheid jegens God in al zulke aangelegenheden te voldoen aan wat hij van je verlangt.
25. Welke raad geeft God je als je tegenover het probleem komt te staan dat je je bij de ideeën en plannen van goddeloze personen moet aansluiten?
25 Als een groep tieners samen optrekt, gebeurt het ook vaak dat iemand oppert een waagstuk te ondernemen of samen iets opwindends maar onwettigs te doen. Als je in een dergelijke hachelijke situatie belandt, wat doe je dan? Toon je dan dat je door hogere beginselen wordt gedreven, of laat je je door de bende hals over kop meeslepen in een escapade waarvan je lang spijt zult hebben? Gods raad in een dergelijke situatie is duidelijk: „Mijn zoon, ga niet met hen op weg; weerhoud uw voet van hun pad; want hun voeten snellen naar het kwaad” (Spr. 1:15, 16). Waar je ook bent en in welke situatie je ook verkeert, Jehovah heeft wijze raad die voor je bestwil is. Maak je deze ten nutte en wees op die manier in staat je van je morele verantwoordelijkheden te kwijten.
KWIJT JE VAN JE VERANTWOORDELIJKHEDEN JEGENS JEHOVAH
26. Wat is de goddelijke raad als je tracht gelukkig te worden, en waarom is deze veel waardevoller dan de raad van anderen?
26 Aangezien Jehovah de mensen in eerste instantie heeft geschapen, weet hij het beste wat hij moet voorschrijven, willen zij het gelukkigst zijn en er het meest bij gebaat zijn. Hij raadt je niet aan de ambities te koesteren van wereldse mensen, die graag in materiële rijkdom uitmunten en ostentatief met hun succes geuren. Integendeel, hij geeft juist de raad: „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld. Indien iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem; want alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld” (1 Joh. 2:15, 16). Je hebt dus de morele verantwoordelijkheid Gods gunst te kiezen, niet de bijval van de wereld.
27. Hoe wordt het volmaakte voorbeeld dat Jezus vanaf zijn jeugd tot aan zijn dood heeft gegeven, op dramatische wijze in Lukas’ verslag beklemtoond?
27 Je hebt Christus Jezus als het volmaakte voorbeeld om na te volgen. Hij gaf blijk van de juiste eerbied van een zoon voor zijn ouders en van belangstelling voor zijn ouderlijk huis. Zijn jeugdige kracht zette hem er niet toe aan zich erop te beroemen dat hij wel op zichzelf kon passen. Hij keek voor leiding en bescherming naar God op. Hij bood zich als een opgedragen dienstknecht aan zijn Vader aan. Toen in zijn laatste levensuren, uren van beproeving, het zweet hem als dikke druppels bloed van het lichaam rolde, bad hij: „Niet mijn wil, maar de uwe geschiede” (Luk. 22:42, 44). Werkelijk, Jezus heeft zich in zijn leven getrouw van zijn morele verantwoordelijkheden jegens God gekweten. Indien jij nauwgezet in zijn voetstappen treedt, zul jij een overeenkomstig succes hebben. Ook jij zult zeer door Jehovah begunstigd worden.
28. Wat zijn in deze beschouwing van je morele verantwoordelijkheden enkele van de voortreffelijke punten die diep in je geest gegrift dienen te worden?
28 Moge je de rechtvaardige maatstaf voor menselijk gedrag die door de onveranderlijke God is voorgeschreven, altijd eerbiedigen en gehoorzamen. Moge het altijd je doel zijn het voorbeeld van ware christelijke moraliteit te volgen zoals dit te zien is in hetgeen Gods eigen geliefde Zoon heeft gezegd en gedaan. Moge je nooit vergeten dat je ouders zelf jegens God de verantwoordelijkheid hebben je groot te brengen in overeenstemming met zijn strenge onderricht en gezaghebbende raad. Je gehoorzaamheid aan het goddelijke gebod: „Eer uw vader en uw moeder” zal maken dat je ’lange tijd op aarde mag blijven’, op een aarde die spoedig ontdaan zal zijn van de verderfelijke invloed van Satan, de god van alle misdadigers. — Ef. 6:2, 3.
29. Waarom herinnert deze illustratie van de plant je, vooral in deze tijd, ernstig aan je morele verantwoordelijkheden?
29 Jij hebt Jehovah’s schragende kracht en zijn glimlach van gunst net zo hard nodig als de tere plant voeding uit de goed besproeide grond en warmte van de zon behoeft. Alle mensen verkeren thans in gevaar, niet alleen wegens de perikelen van deze tijd waarin wij leven, maar wegens de machtige storm van Jehovah’s toorn die aan dit zelfzuchtige samenstel van dingen een eind zal maken. Door je vastberaden en getrouw van je morele verantwoordelijkheden te kwijten en voor hulp altijd op Jehovah te steunen, kun je bewijzen een krachtige plant te zijn, een eer voor je hemelse Vader en iets prachtigs voor godvruchtige medemensen. — Spr. 3:5, 6.