Kunt u zich dit herinneren?

Hebt u de laatste uitgaven van De Wachttoren zorgvuldig gelezen? Zo ja, dan zult u zich de volgende belangrijke punten stellig herinneren:

● Waarom is het goed dat Jehovah God ’de dag en het uur’ waarop hij het oordeel over de goddelozen zal voltrekken, niet heeft bekendgemaakt?

Dit heeft ten doel de beweegredenen van mensen op de proef te stellen. Degenen die Gods geboden niet werkelijk willen gehoorzamen, zullen hun eigen zelfzuchtige verlangens najagen, in de gedachte verkerend dat zij de tijd voor het oordeel niet zullen meemaken. Ook kunnen vals-religieuze organisaties dan niet vóór die dag een huichelachtige tentoonspreiding van religieuze vroomheid aan de dag leggen, waardoor het voor oprechte personen moeilijker is Gods ware dienstknechten te identificeren. — Blz. 437.a

● Wat zou iemand zichzelf kunnen afvragen om te bepalen of hij christelijke volharding bezit?

Hij zou zichzelf kunnen afvragen: Ben ik thans getrouw? Bestudeer ik geregeld de bijbel en ga ik verder dan de fundamentele leerstellingen? Ben ik bereid ten behoeve van anderen en in het belang van de ware aanbidding moeilijkheden te ondergaan? Verlaat ik mij op God, opdat hij mij kan sterken wanneer ik aan moeilijkheden het hoofd moet bieden? — Blz. 520.

● Wat zijn de in Hebreeën 12:25-29 genoemde „dingen die zijn gemaakt” die geschud zullen worden, en wat wordt in het geheel niet geschud?

De ’dingen die zijn gemaakt’, zijn de dingen die door andere handen dan die van God zijn gemaakt — het samenstel van dingen met zijn valse religie, hebzuchtige handelsgeest en corrupte politiek. De dingen waaruit het goddeloze samenstel bestaat, zullen net zo lang worden geschokt totdat ze vernietigd zijn, terwijl Gods koninkrijk zal blijven staan. — Blz. 663.

● Indien de vrouw van iemand wiens aanstelling tot de positie van ouderling wordt overwogen, opstandig is en zijn gezag als hoofd niet erkent, wat dient het lichaam van ouderlingen dan in gedachten te houden wanneer wordt bepaald of de man ervoor in aanmerking komt in die hoedanigheid dienst te verrichten?

Het lichaam van ouderlingen dient na te gaan tot in welke mate hij medeverantwoordelijk is voor haar opstandigheid, terwijl ook de kijk van de gemeente op de situatie in aanmerking genomen moet worden. — Blz. 684.

Het hoofd bieden aan spanningen

● „Een kalm hart is het leven van het vleselijke organisme”, zegt de bijbel (Spr. 14:30). Tegenwoordig zijn de mensen door de spanningen van de moderne samenleving onderhevig aan zware aanvallen op hun kalmte. Wat gebeurt er onder een dergelijke druk?

Het hart begint sneller te kloppen, de bloeddruk stijgt, de spijsvertering wordt vertraagd en nog talloze andere veranderingen vinden er plaats. Volgens een recent boek, getiteld „Stress”, blijven deze reacties, als er geen verlichting komt, in het lichaam aanhouden en ontstaat er een cumulatief effect, waardoor „de motor van ons lichaam afgemat raakt zonder dat we iets bereiken”.

Voortdurende spanningen kunnen tot ernstige schade leiden — van maagzweren tot verlammende hoofdpijnen en hartkwalen. Wat is de oplossing? Velen wenden zich tot kalmerende en anti-depressieve middelen. De schrijvers van „Stress” tonen echter aan dat „deze pillen nooit werkelijk iets oplossen, maar het euvel alleen maar verdoezelen”.

Volgens onderzoekers is de remedie dat men achter de oorzaak van de spanning moet zien te komen en zijn leven dan òf daarnaar moet schikken, om zo verlichting te brengen, òf zijn houding moet aanpassen om het effect op lichaam en geest te verminderen.

Sommige dingen in het leven liggen eenvoudig buiten de menselijke macht om ze te veranderen. En wil iemand zijn houding aanpassen, dan vergt dit inzicht in de oorzaken van de problemen van het leven en een stevige basis waarop men zijn hoop op iets beters kan funderen. „Stress” beschouwt „het afnemen van de kracht der religie” als „één reden waardoor het leven in de westerse wereld zo gespannen is geworden”. Maar religie gebaseerd op waarheid zal niet in kracht afnemen. Die waarheid is te vinden in Gods Woord, dat de weg wijst tot ’kalmte van hart’, welke tot de gezondheid van zowel lichaam als geest bijdraagt. — Spr. 3:4-8; Matth. 6:25-34; Fil. 4:6, 7.