-
Een natie die zich tegen God verzet, kan niet standhoudenDe Wachttoren 1965 | 1 september
-
-
als ze Sion had toegemeten en het bloed van haar inwoners vergieten om de rekening te vereffenen. Merk echter wel op dat de gevangen Israëlieten zelf niet dorsten, net als geen enkel lid van Jehovah’s volk deelneemt aan een gevecht tegen de naties. God gebruikte Kores’ legers, precies zoals hij de hemelse engelenlegers van de Grotere Kores, Jezus Christus, zal gebruiken om zijn wraak aan Babylon de Grote en aan allen die onder haar invloed blijven, te voltrekken. — Jer. 51:33-35, NW.
WAT HET VOOR ONS BETEKENT
18. (a) Hoe heeft Babylon de Grote het voorbeeld van haar tegenhangster uit de oudheid gevolgd? (b) In welke volgorde zal het dorsen plaatsvinden, en waarom is het onvermijdelijk?
18 In onze huidige tijd heeft Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, de naties misleid, en volgens de profetie in Openbaring zal ze hen voorgaan in een strijd met God (Openb. 17:5, 9, 14, NW). Door zich tegen God te verzetten, halen ze zich bloedschuld op de hals, met het gevolg dat ze gedorst moeten worden: in de allereerste plaats het Grote Babylon, het machtige wereldrijk van valse religie, zoals in de profetieën van Micha en het boek Openbaring is voorzegd, daarna de politieke naties die zich door Babylon de Grote tegen Jehovah’s soevereiniteit en de verkondiging ervan door zijn getuigen hebben laten opzetten. Het is een door God ingesteld beginsel dat ’gerechtigheid een volk verhoogt, maar zonde een schandvlek voor de naties is’. Een natie die een dergelijke schandvlek op zich laadt, zal stellig te gronde gaan, want „goddeloze mensen zullen naar Sjeool terugkeren, ja, alle naties die God vergeten”. — Spr. 14:34; Ps. 9:17, NW; vs. 18, NBG.
19. Wat is thans, ongeacht wat de naties doen, voor afzonderlijke personen de verstandige handelwijze?
19 Welke gedragslijn naties ook mogen volgen, afzonderlijke personen kunnen nu uit Babylon de Grote ontsnappen — precies zoals de joden in 537 v.G.T. ontkwamen — door ernstig acht te slaan op dat wat Gods Woord over haar zegt. Zij kunnen zich losmaken en uit alle macht uit haar wegvluchten om te vermijden in haar zonden te delen en van haar plagen te ontvangen. Deze snelle actie is de enige manier om voor eeuwige vernietiging gespaard te blijven. — Openb. 18:4, NW.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1965 | 1 september
-
-
Vragen van lezers
● Kan er terecht worden gezegd dat Jehovah’s getuigen een bekeringswerk verrichten of proselieten maken?
Volgens Webster’s Third New International Dictionary betekent bekeren „overhalen of overreden (een persoon of groep) tot een bepaalde geloofsovertuiging, opvatting, handelwijze, partij, of een bepaald beginsel, dikwijls van een daarvóór ingenomen standpunt” of „een geestelijke bekering teweegbrengen bij (zoals een religieuze bekering bij een persoon of groep)”. Een proseliet wordt omschreven als „iemand die van het ene religieuze geloof tot het andere bekeerd is”. Proselieten maken, wil dus zeggen „van de ene religie, geloofsovertuiging, opinie of partij tot een andere bekeren”. Een proselietenmaker is daarom „iemand die proselieten maakt of tracht te maken”.
In bijbelse tijden bekeerden enkele buitenlanders zich tot de joodse religie. In de christelijke Griekse Geschriften werd naar hen verwezen met het Griekse woord proselytos, dat wil zeggen „iemand die overgekomen is naar het judaïsme, een bekeerling, proseliet” (A Greek-English Lexicon, door Liddell, Scott en Drisler, 1849, bladzijde 1272). In de Schrift en door Jezus zelf werden zulke personen proselieten genoemd, alhoewel dit woord in de Griekse Geschriften niet van toepassing wordt gebracht op degenen die tot het christendom werden bekeerd. (Zie Matthéüs 23:15; Handelingen 2:10; 6:5; 13:43, NW.) Overeenkomstig dat wat er in moderne woordenboeken staat aangegeven, zou er evenwel gezegd kunnen worden dat een persoon die zich van een andere religie afkeert en het christendom gaat aanhangen, een bekeerling of een proseliet genoemd kan worden.
Het Griekse woord voor „bekeren” is strepho, dat „keren” betekent. In Matthéüs 18:3 is het in de Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften met „omkeren” weergegeven, want Jezus zegt daar: „Indien gij u niet omkeert en wordt als jonge kinderen, zult gij het koninkrijk der hemelen geenszins binnengaan.” Een aanverwant woord, epistrepho, dat „zich (ergens heen) wenden” of „zich keren
-