De gave der christelijke vriendschap

WARE vriendschap is een van God afkomstige wonderbaarlijke gave die wij allen kunnen schenken en ontvangen. In tegenstelling tot stoffelijke geschenken, die met het verstrijken van de tijd in waarde dalen, wordt de gave der christelijke vriendschap met het voortschrijden der jaren kostbaarder. Sta er eens bij stil wat dit wil zeggen.

Een trouwe vriend zal uw vreugde vergroten en uw leed delen. Alhoewel hij van tijd tot tijd een woord van lof tot u zal richten, zal hij toch ook niet aarzelen een ernstige tekortkoming onder uw aandacht te brengen. Een vriend zal heel veel medelijden kunnen opbrengen, maar wanneer hij weet dat u uw best niet doet, zal hij evenzeer bereid zijn u aan te porren. Een echte kameraad laat u delen in zijn zegeningen, maar eveneens in de lessen die hij heeft geleerd uit door hem begane fouten. Hij schenkt u zijn tijd, zijn loyaliteit, zijn begrip en, indien nodig, zijn stoffelijke bijstand. Geen wonder dus dat er in de Spreuken staat: „Een vriend heeft te allen tijde lief” (Spr. 17:17). In feite betekent het woord „vriend” in de Hebreeuwse Geschriften iemand die liefheeft. Het Griekse woord voor „vriend” duidt eveneens op iemand die genegenheid voor een ander koestert.

Op basis hiervan zou men snel tot de gevolgtrekking kunnen komen dat vriendschap nooit problemen met zich meebrengt. Het tegendeel is echter waar. In tegenstelling tot God sluiten mensen soms vriendschappen, of wat dan voor vriendschappen doorgaat, met onjuiste beweegredenen, bijvoorbeeld om iemands rijkdom, vermaardheid of grotere invloed. De bijbel zegt hierover: „Rijkdom brengt veel vrienden aan . . . Velen dingen naar de gunst van den aanzienlijke, ieder is vriend van wie geschenken geeft” (Spr. 19:4, 6). Christenen dienen te beseffen dat er verschil is tussen kameraadschap die uit zelfzuchtige overwegingen wordt aangegaan, en ware vriendschap, die uit het hart voortspruit. U dient een vriend te kiezen om wat hij is en niet om wat hij heeft. Indien iemand geen liefde bezit, zal dit gebrek aan liefde niet worden goedgemaakt doordat men deelgenoot is van elkaars geheimen of doordat men beiden bepaalde voordelen geniet. Er worden op een dergelijke ondeugdelijke basis wel vriendschappen gesloten, maar een christen zal dit niet doen, want Jehovah God handelt niet zo.

Wanneer Jehovah iemand tot zijn vriend kiest, let hij erop of zo’n persoon een goed hart bezit. De psalmist zegt: „De HERE is rechtvaardig en Hij heeft gerechtigheid lief; de oprechten zullen zijn aangezicht aanschouwen” (Ps. 11:7). God schenkt zijn vriendschap niet aan iemand die onrechtvaardig, onvriendelijk of hooghartig is. Jehovah sluit slechts vriendschap met hen die liefhebben wat hij liefheeft en verwerpen wat hij verwerpt. Wanneer wij bij het kiezen van onze vrienden deze zelfde goddelijke maatstaf aanhouden, mogen wij verwachten dat onze vriendschappen voorspoediger en duurzamer zullen zijn.

Voordat er echter sprake kan zijn van een duurzame vriendschap, moet deze eerst worden aangekweekt; het zaad van de vriendschap moet worden gezaaid. Het spreekt vanzelf dat indien u een vriend wilt verwerven, u er eerst zelf een moet zijn. Heeft Jehovah God niet zo gehandeld in het geval van Adams kinderen? God nam het initiatief en bood, door voorzieningen te treffen voor onze bevrijding van zonde en dood, zijn vriendschap aan. De apostel Johannes bracht dit als volgt onder woorden: „Wat ons betreft, wij hebben lief omdat hij ons eerst heeft liefgehad” (1 Joh. 4:19, NW). Maak u dus vrienden door zelf het initiatief te nemen en blijk te geven van liefde en vriendschap. In deze door problemen gekwelde wereld zijn er gelegenheden te over om vriendelijk en behulpzaam te zijn. Een bemoedigend woord of een helpende hand kan het nietige zaadje zijn waaruit een grote vriendschap zal groeien.

Soms zult u er door uw bewondering voor de deugdelijke christelijke hoedanigheden die u in iemand aantreft toe bewogen worden de eerste stap te doen. Door deze hoedanigheden voelt u zich tot die persoon aangetrokken, zoals Jezus een bijzondere liefde aan de dag legde voor de apostel Johannes (Joh. 19:26, NW). Niet dat Jezus de andere getrouwe apostelen niet liefhad. Uit zijn woorden en daden bleek dat dit wel degelijk het geval was. Ongetwijfeld was Jezus echter bijzonder op Johannes gesteld om zijn manier van doen en zijn persoonlijkheid. Doordat u respect hebt voor iemands hoedanigheden komt de wens bij u op zijn vriend te zijn. Indien hij soortgelijke goede eigenschappen in u vindt, zal de aantrekkingskracht wederzijds zijn.

Jehovah voelde zich tot getrouwe mannen uit de oudheid aangetrokken om hun voortreffelijke hoedanigheden. Abraham was waard „Jehovah’s vriend” genoemd te worden (Jak. 2:23, NW). In de hemel heeft Jehovah bovendien vele getrouwe engelen, die allen zijn gunst genieten, maar die niet allen dicht bij zijn troon zijn. Houd dit in gedachten, want het zal u wellicht helpen u niet gekwetst te voelen.

Misschien hebt u al eens meegemaakt dat u uw vriendschap aanbood aan iemand die deze niet wilde accepteren; dat is echter nog geen reden om u gekwetst of minderwaardig te voelen. Het spreekt vanzelf dat u niet kunt verwachten dat u met iedereen dikke vrienden bent. Zelfs in een normaal gezin ziet men dat enkele gezinsleden zich meer tot elkaar aangetrokken voelen dan tot de anderen. Zo zullen ook in de christelijke gemeente, die met een gezin te vergelijken is, bepaalde persoonlijkheden u nader zijn dan anderen. Alhoewel al onze christelijke broeders het recht hebben van ons te verwachten dat wij altijd vriendelijk zijn, hebt u het recht degenen te kiezen die u bijzonder na zullen zijn, zoals Jezus het recht bezat bijzonder veel met Johannes op te hebben. Gun uw broeders hetzelfde recht. Bied uw vriendschap hoffelijk en beleefd aan, maar wees niet opdringerig of verbolgen. Denk eraan dat vriendschap een gave is en laten zij die dit willen deze gave accepteren.

Willen uw vriendschappen van blijvende aard zijn, dan is het goed te weten wat u van een ware vriend kunt verwachten. De bijbel zegt: „Oprecht gemeend zijn de wonden door een vriend geslagen” (Spr. 27:6). Een loyale vriend is geen vleier of mooiprater. Wees niet gebelgd over liefdevolle raad van een goede vriend en dwing hem niet de vraag te herhalen die Paulus aan de Galáten stelde: „Ben ik nu dan uw vijand geworden omdat ik u de waarheid zeg?” — Gal. 4:16, NW.

Nog een manier waarop u uw vriendschappen kunt behouden, is, deze plant der vriendschap die u hebt opgekweekt, te begieten. Stel dat intieme vrienden verhuizen, wat kunt u dan doen om de vriendschap niet te laten wegkwijnen? Is de afstand te groot om af en toe op te bellen of persoonlijk een bezoekje te brengen, dan kunt u wellicht eens een cadeautje sturen. En u kunt in ieder geval een kaart of een brief schrijven. Een brief vertegenwoordigt gedachten en krachtsinspanningen en kan daarom meer zeggen dan alle woorden die erin staan. Zo houdt u de vriendschap levend.

Houd bovenal uw vriendschap voor Jehovah God in leven. Wanneer u uw vriendschap met Jehovah bepalend laat zijn voor de keuze van uw vrienden, dan zult u christelijke kameraden vinden die „aanhankelijker dan een broeder” zijn (Spr. 18:24). Wees trouw in uw vriendschap met God en Christus en u zult christelijke vriendschappen kennen die nooit verbroken zullen worden.