Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ’Houdt goede moed’
    De Wachttoren 1978 | 1 juni
    • Door een opgewekte houding zullen wij bovendien worden geholpen aan moeilijkheden het hoofd te bieden. Aangezien wij niet over moeilijkheden tobben, schijnen ze gemakkelijker te dragen te zijn. Opgewektheid weerhoudt ons ervan de fouten van anderen op te blazen en brengt ons ertoe verdraagzamer te zijn ten aanzien van hun tekortkomingen. Omdat wij niet overdreven negatief zijn, zullen wij minder geneigd zijn te roddelen en te mopperen. Dit kan onze gezondheid ten goede beïnvloeden, aangezien zulke schadelijke emoties als haat, toorn, jaloezie, wraak en kwaadwilligheid erdoor in bedwang worden gehouden. In zijn boek Cancer zet Dr. J. E. Hett uiteen dat liefde, opgewektheid en vriendelijkheid iemands welzijn bevorderen. Dit stemt volledig overeen met de bijbelse spreuk: „Een hart dat blij is, doet goed als geneesmiddel” (Spr. 17:22). Bovendien kan een gelukkig en tevreden persoon anderen opbeuren en moed inspreken.

      Het getuigt van wijsheid wanneer men zijn gedachten op positieve dingen richt. De bijbel geeft de aanmoediging: „Al wat van ernstig belang is, al wat rechtvaardig is, al wat eerbaar is, al wat liefelijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken” (Fil. 4:8). Wanneer zulke dingen het belangrijkste onderwerp van onze gesprekken worden, zullen luisteraars opgebouwd, ja, opgebeurd worden.

      Het is beslist de moeite waard een opgewekte geesteshouding te ontwikkelen en te behouden, aangezien dit tot ons eigen welzijn en dat van anderen bijdraagt. De raad van de apostel Paulus gedurende een gevaarlijke storm op zee, vormt in deze moeilijke tijden goede raad voor ons. Houdt derhalve „goede moed”.

  • Hoe ware vrijheid gevonden wordt
    De Wachttoren 1978 | 1 juni
    • Hoe ware vrijheid gevonden wordt

      ● Voor velen is ware vrijheid daarin gelegen dat men kan doen wat men wil. Zo dacht een jonge jongen in Nieuw-Zeeland erover. Mettertijd ging hij echter beseffen dat hij niet werkelijk vrij was. Hij vertelt:

      „Ik wilde vrij zijn om mijn eigen gang te gaan. Toen ik op de leeftijd van vijftien jaar van huis ging, trok ik in bij familie in Auckland. Daar had ik het idee dat ik werkelijk leefde want ik ging naar feestjes en zat in kroegen te drinken. Mettertijd verhardde mijn houding dermate dat ik de politie als mijn vijand beschouwde. Later brachten mijn zogenaamde vrienden mij in aanraking met drugs. Daarna was ik de meeste tijd òf onder de invloed van drugs òf dronken. Op een avond ontmoette ik op een feestje een meisje dat pas was begonnen de bijbel met Jehovah’s Getuigen te bestuderen. Wat zij vertelde, deed mijn belangstelling voor de bijbel herleven en hielp me weer tot bezinning te komen.

      Ik zorgde ervoor dat ik meteen de volgende dag toen zij bijbelstudie kreeg, daar ook bij kon zijn, en van die tijd af ben ik vorderingen blijven maken. Als ik nu terugkijk, besef ik dat ik vrienden wilde hebben, maar op de verkeerde plaats aan het zoeken was. Noch mijn zogenaamde ’vrijheid’ noch de metgezellen die ik in de wereld vond, bezorgden mij vreugde. Ware vrienden en metgezellen, en ook werkelijke vrijheid, worden gevonden onder Jehovah’s volk.”

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen