Hebt u zich ooit afgevraagd —

„Hoeveel echte vrienden heb ik?”

ONLANGS werd aan meer dan 100.000 personen gevraagd wat hen gelukkig maakt. De overgrote meerderheid antwoordde: Een hartelijke, liefdevolle relatie met een andere persoon — met andere woorden: een echte vriend te hebben.

Is het niet waar dat vriendschap het leven vreugdevoller maakt? De meesten van ons komen dagelijks in aanraking met talloze mensen, maar bij vrienden kan iemand troost vinden en met hen kan men vreugde en verdriet delen.

WAT IS EEN ECHTE VRIEND?

Het is iemand die zich werkelijk om u bekommert, een persoon die onzelfzuchtige belangstelling voor u toont. U voelt zich tot zo iemand aangetrokken.

Een echte vriend is loyaal. ’Een vriend’, zo zegt de bijbel, ’zal aanhankelijker zijn dan een broeder’ (Spr. 18:24). Zelfs als niemand anders u begrijpt, begrijpt uw vriend u wel.

WAAROM ZIJN ECHTE VRIENDEN ZO BELANGRIJK?

Wij allemaal hebben iemand nodig met wie wij onze gevoelens kunnen delen. Onze vreugden worden verdubbeld wanneer wij ze met een vriend kunnen delen. Ons verdriet wordt verzacht wanneer een vriend met medegevoel luistert.

Een enquête heeft echter aangetoond dat de meeste mensen hun echte vrienden op de vingers van één hand kunnen tellen. Nog erger, sommige mensen hebben geen echte vrienden. Zij leiden een zeer eenzaam leven, en dit probleem heeft epidemische afmetingen aangenomen.

De problemen van het leven wegen niet zo zwaar wanneer wij ze niet alleen hoeven op te vangen. „Een vriend heeft te allen tijde lief, en hij wordt een broeder in moeilijke tijden” (Spr. 17:17, „The Bible in Basic English”). Wie van ons heeft niet zulke „moeilijke tijden” meegemaakt of kan er in de toekomst voor komen te staan? Er kunnen ernstige problemen rijzen en wij hebben wellicht raad nodig. Een goede vriend kan hulp bieden. Wij kunnen hem vertrouwen, omdat hij onze beste belangen op het oog heeft. Ook weten wij dat persoonlijke kwesties vertrouwelijk gehouden zullen worden.

Hoe belangrijk een goede vriend is, illustreert de ervaring van een gezin dat op het platteland woont en graag dit tijdschrift en het zustertijdschrift „De Wachttoren” leest. Iedere twee weken kwam een lid van de plaatselijke gemeente van Jehovah’s Getuigen in een nabij gelegen stad dit gezin de nieuwste uitgaven brengen. Dit deed hij maand na maand.

Toen de Getuige op een dag bij de boerderij aankwam, was hij ongerust toen hij daar niemand trof, maar wel een briefje vond: Wil de Wachttoren-man alstublieft terugkomen? Dringend!” Diezelfde avond bracht hij hun speciaal een bezoek. Wat was er gebeurd?

Er was een ernstig probleem in het gezin gerezen. Tot wie konden zij zich voor hulp en raad wenden? Zij wisten dat „de Wachttoren-man” zich om hen bekommerde. Kwam hij hen niet geregeld opzoeken? Zij vertrouwden hem en beschouwden hem als hun vriend. Instinctief wisten zij dat hij hen zou helpen. Dit deed hij graag, en hun vriendschap werd hechter. Hij liet hun raad uit de bijbel zien waardoor zij werden geholpen hun probleem op te lossen. Wat waren zij dankbaar voor de onzelfzuchtige belangstelling van een echte vriend!

HOE VINDT MEN ECHTE VRIENDEN?

Er zijn mensen die hebben geprobeerd vrienden te „kopen” — door dure geschenken te geven of hen mee uit te nemen — om slechts de waarheid te ontdekken van wat iemand eens schreef: „Een vriend die je moet kopen, zal de prijs die je voor hem betaalt niet waard zijn, wat die prijs ook is.” Wanneer u ophoudt met geven, is het met de vriendschap wellicht ook afgelopen.

Wanneer wij willen dat mensen ons onzelfzuchtige liefde betonen, moeten wij gewoonlijk van onze kant diezelfde onzelfzuchtigheid ten toon spreiden. Het kost ons iets — nee, geen geld — wij moeten bereid zijn iets van onze tijd op te offeren en oprechte belangstelling voor iemand anders te tonen. Er zijn heel veel dingen, zelfs kleine dingen, waardoor u kunt tonen dat u zich om anderen bekommert. Soms geeft een geschenk, niet om iemands vriendschap te „kopen”, maar als blijk van genegenheid, te kennen dat u om iemand geeft.

Wanneer u met anderen in gesprek bent, luister dan, toon belangstelling voor hun gevoelens. De bijbel geeft de raad persoonlijke belangstelling voor anderen te hebben en ’de leiding te nemen’ in het betonen van eer aan anderen. Ja, verricht goede daden voor anderen, in plaats van te wachten totdat anderen vriendelijk voor u zijn. Mettertijd zult u zeer waarschijnlijk de overvloedige vreugde kennen die het gevolg is wanneer u aan anderen geeft, en zult u een hartelijke vriendschap ervaren. — Fil. 2:4; Rom. 12:10; Hand. 20:35.

Jezus zei dat zijn volgelingen gekenmerkt zouden worden door zelfopofferende liefde onder elkaar (Joh. 13:34, 35). Men mag dus verwachten dat er onder Zijn ware volgelingen fijne metgezellen te vinden zijn die echte vrienden zullen blijken.

In een liefdeloze wereld valt deze onzelfzuchtige belangstelling voor anderen op. Om een voorbeeld te noemen: In een Europees land ging een christelijk echtpaar uit eten. Aan de tafel naast hen zaten twee Afrikaanse mannen. Het menu was in het Frans opgesteld en de Afrikanen hadden er blijkbaar moeite mee zich voor de kelner verstaanbaar te maken. „Kunnen wij u helpen?” vroeg het echtpaar. Die goed van pas komende hulp werd dankbaar aanvaard. Zij namen de uitnodiging aan om de volgende dag bij het echtpaar thuis te komen, en zij vergezelden hun gastheer en gastvrouw ook naar de plaatselijke Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen. Daar waren zij erg onder de indruk van de vriendelijke geest die in de gemeente heerste.

De twee Afrikanen waren afgevaardigden die een conferentie bezochten. Wat hadden zij een waardering, niet alleen voor het vriendelijke gebaar van twee volkomen vreemden, maar ook omdat zij een hele groep van zulke hartelijke mensen hadden aangetroffen!

Is die hartelijkheid kenmerkend voor alle gemeenten van de Getuigen? Waarom gaat u er niet naar toe om het uit de eerste hand te ervaren? Het kan heel goed gebeuren dat u zo mensen leert kennen van wie u zult gaan houden als uw eigen goede vrienden.

„Een vriend laat altijd zijn genegenheid blijken, in tijd van nood toont hij zich als een broeder.” — Spreuken 17:17, Petrus-Canisiusvertaling.