-
Welke gewoonte moet u volgen?De Wachttoren 1979 | 15 juni
-
-
Hoe zou u dus de vraag: „Welke gewoonte moet u volgen?” beantwoorden? Verstandige beslissingen zullen het hartelijke gezelschap van medegelovigen tot resultaat hebben en tegelijkertijd uw leven verrijken en afwisseling geven. Op deze manier zult u echter bovenal een intieme, warme, persoonlijke verhouding opbouwen tot Jehovah, die alle dingen verschaft opdat wij ervan kunnen genieten. Bovendien zult u voor uzelf, en misschien ook voor anderen aan wie u het „goede nieuws” bekendmaakt, het voorrecht zeker stellen om in Gods nieuwe ordening van rechtvaardigheid te leven, waar alle gebruiken en gewoonten de heerlijkheid van Jehovah zullen weerspiegelen. — 1 Kor. 10:31.
-
-
„Laten wij . . . niet doorslapen, zoals de overigen”De Wachttoren 1979 | 15 juni
-
-
„Laten wij . . . niet doorslapen, zoals de overigen”
„HET is werkelijk een genot te mogen leven!” Hebt u zich ooit zo gevoeld na verkwikt en versterkt uit een goede nachtrust ontwaakt te zijn, gereed voor een nieuwe dag van activiteit? Of hebt u wel eens uw toevlucht genomen tot slaap als een hulpmiddel om verdriet of teleurstelling te overwinnen? Of wie heeft, als hij voor een ernstige beslissing stond, niet zo iets gezegd als: ’Laat me er eerst eens een nachtje over slapen’? Recente wetenschappelijke studies geven te kennen dat slaap zelfs bevorderlijk is voor het leerproces en het onthouden van dingen. Slaap is waarlijk een gave van ’s mensen Schepper, Jehovah.
The Encyclopædia Britannica beschrijft slaap als „een periodiek terugkerende toestand van inactiviteit, vermindering van het bewustzijn en vermindering van het vermogen op gebeurtenissen in de omgeving te reageren”. Het is duidelijk dat een „toestand van inactiviteit” of een ’vermindering van het bewustzijn en het vermogen tot reageren’ niet altijd wenselijk is. Evenals in het geval van andere gaven van Jehovah God zouden wij slaap tot schade van onszelf kunnen misbruiken. Spreuken 20:13 waarschuwt: „Heb de slaap niet lief, opdat gij niet tot armoede vervalt.”
Christenen moeten er derhalve naar streven een evenwichtige kijk op slaap te hebben. Men moet er beslist voor zorgen dat men voldoende rust krijgt om zich op juiste wijze van zijn christelijke verplichtingen te kwijten. Aan de andere kant mogen wij niet lui de ’slaap dermate liefhebben’ dat levensbelangrijke zaken hierdoor in het gedrang komen.
Jezus heeft ons een voortreffelijk voorbeeld ter navolging gegeven. Hij was bereid hard te werken; zelfs „na zonsondergang” genas hij nog zieken en wierp hij demonen uit. De volgende dag was hij „vroeg in de morgen, toen het nog donker was”, echter al weer op, in dit geval opdat hij alleen kon zijn om tot zijn Vader te bidden. — Mark. 1:32, 35.
De apostel Paulus, een ouderling in de vroege christelijke gemeente, is een voorbeeld voor christelijke ouderlingen in deze tijd. Hij zei tot de oudere mannen van de gemeente te Efeze: „Houdt in gedachten dat ik drie jaar lang, nacht en dag, niet heb opgehouden een ieder van u onder tranen te vermanen” (Hand. 20:31). Ja, „nacht en dag”. Ook schreef hij over „slapeloze nachten” als gevolg van zijn nauwgezette krachtsinspanningen de gemeente te helpen. — 2 Kor. 6:5; 11:27.
GEESTELIJKE SLAAP
Er bestaat echter ook zo iets als geestelijke slaap, en hier had Paulus het over toen hij in 1 Thessalonicenzen 5:6 zei: „Laten wij . . . niet doorslapen, zoals de overigen.”
Met „wij” doelde hij duidelijk op ware christenen, die in religieus opzicht actief zijn, gunstig reageren op Jehovah’s leiding en zich bewust zijn van de ontwikkeling van Gods voornemen. Zij moeten geestelijk wakker zijn! „De overigen” zouden personen zijn, en hiertoe kunnen ook enkele belijdende christenen horen, die geestelijk in slaap zijn en zich dientengevolge niets aantrekken van Jezus’ „tegenwoordigheid” en de komende „plotselinge vernietiging” van de goddelozen. — 1 Thess. 4:15; 5:1-3.
In deze tijd treft deze soort van geestelijke
-