Wees zuinig met woorden
DE WOORDEN die uit de mond van een praatziek iemand stromen, worden door sommigen vergeleken met het eindeloos gutsende water uit een grote pijp. Er schijnt geen eind aan te komen. Beleefd toeluisterende personen worden erdoor overstroomd en eventuele pogingen om een verfrissende conversatie gaande te houden, worden overspoeld. Iemand die praatziek is, beseft niet dat een gesprek een wederzijds uitwisselen van gedachten is, waarbij luisteren even belangrijk is als spreken.
De Griekse wijsgeer Socrates heeft eens gezegd: „De natuur heeft ons twee oren, twee ogen en maar één tong gegeven, met de bedoeling dat wij meer zouden horen en zien dan spreken.” Indien u degenen die naar u luisteren met een gestadige woordenstroom overspoelt, hoeveel kunt u dan van hen leren? Ja, hoeveel kunnen zij eigenlijk van u leren?
Wilt u iets zeggen wat leerzaam en opbouwend voor uw luisteraars is, dan dient u na te denken, maar hoe kunnen uw woorden iets bevatten wat tot nadenken stemt indien u aan één stuk door staat te oreren? Het zal hoogstwaarschijnlijk meer van een onophoudelijk gekabbel tegen hun verdoofde oren weghebben. „Hoe minder de mensen denken, hoe meer zij spreken”, heeft de Franse filosoof Ch. de Montesquieu eens gezegd.
Het steeds maar door babbelen over persoonlijke problemen, meningen en ervaringen, vergezeld van onnodige en langdradige bijzonderheden, verraadt een zelfzuchtige nonchalance ten aanzien van de belangen en tijd van anderen. Praat niet uitvoerig over jezelf, maar moedig in plaats daarvan anderen aan te spreken over de dingen die hen interesseren. Luister naar wat zij zeggen wanneer zij hun gedachten onder woorden brengen. Wees niet zo onbeleefd om aan andere dingen te gaan denken of iets te gaan lezen. U kunt hen niet bedotten door zo af en toe met uw hoofd te knikken of wat te brommen. Zij weten het indien u niet luistert. Schenk uit beleefdheid aandacht aan hun woorden, dan zou het zelfs nog kunnen zijn dat u iets leert.
Het is uiterst egocentrisch om iemand met zijn gebabbel te vervelen en dan niet te luisteren wanneer hij eindelijk een kans ziet er enkele woorden tussen te krijgen. Iemand die attent is, zal luisteren en niet denken aan het volgende spervuur van woorden dat hij op zijn metgezel zal richten. Men dient niet zo ijdel te zijn zich in te beelden dat men de enige is die iets te zeggen heeft wat de moeite waard is. Het eindeloze gepraat over zichzelf mag degene die aan het woord is dan de moeite waard toeschijnen, de anderen zullen er echter niet zo over denken. Door de veelheid van woorden verraadt men dat men dwaas is. „De dwaas is het, die vele woorden gebruikt.” — Pred. 10:14.
Het onsamenhangende gebazel van een praatziek iemand draagt niet tot een verheffend gesprek bij. De conversatie wordt interessant wanneer degenen die er aan deelnemen, een poosje bij een onderwerp blijven stilstaan, waardoor iedereen zijn mening erover te kennen kan geven. Wanneer alle aanwezigen iets zeggen en luisteren, kan het gesprek opbouwend en prettig worden. Een pauze dient niet als een hinderlijke leemte te worden beschouwd die met woorden opgevuld moet worden. Dat denkt een praatziek iemand die aan zinloos gebabbel gewend is misschien, maar bij een tot nadenken stemmend gesprek is een pauze verfrissend en niet hinderlijk. Dan is iemand in staat na te denken over wat hij gaat zeggen. Door dit nadenken kan hij weer tot stimulerende uitlatingen komen die een gesprek de moeite waard doen zijn.
Kwetsend geroddel en zelfs laster kunnen iemand wiens tong steeds in beweging is, gemakkelijk in zijn stortvloed van woorden ontglippen. Dergelijke woorden kunnen alleen schadelijke gevolgen hebben, die uiteindelijk als een boemerang op de spreker zullen werken. Hij zal er het vertrouwen van zijn vrienden door beschamen en Gods raad in de wind slaan. In de bijbel wordt ons gezegd: „In veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen bedwingt, is verstandig.” „Wie zijn mond en zijn tong bewaakt, bewaart zichzelf voor benauwdheden.” — Spr. 10:19; 21:23.
Hoewel het verstandig is zuinig te zijn met uw woorden en praatzucht te vermijden, is het niet verstandig gesloten te zijn. Laat het praten niet aan anderen over zonder zelf een mond open te doen, maar uit uw gedachten. Doe een krachtsinspanning tot het gesprek bij te dragen, zodat anderen van uw mening voordeel kunnen trekken en weten hoe u erover denkt. Wanneer u vindt dat het gesprek niets dan wat zinloos gesnap is, probeer dan een vraag te stellen waardoor het gesprek tactvol in nuttiger banen wordt geleid. Vragen zijn altijd zeer geschikt om een interessant gesprek op gang te brengen.
Personen die beweren dat zij niet weten wat zij zouden moeten zeggen, dienen iets beter te letten op de dingen die zij in kranten, tijdschriften en boeken lezen. Zij dienen vooral aandacht te besteden aan de interessante dingen die men tegenkomt wanneer men de bijbel regelmatig leest. Dit zijn de inlichtingenbronnen waaruit zij kunnen putten wanneer zij iets willen hebben om over te praten. Wanneer men aan een stimulerend gesprek deelneemt, is het ook nuttig wanneer men belezen is. Gaat het gesprek over op een onderwerp waarvoor u u niet interesseert, hul u dan niet in een waas van stilte, maar probeer belangstelling voor het onderwerp aan te kweken door vragen te stellen.
Denk voordat u iets zegt na over wat u wilt gaan zeggen, opdat het de moeite van het zeggen waard is. Dit wil niet zeggen dat uw uitlatingen door een diepzinnige wijsheid dienen uit te munten, maar alleen dat ze opbouwend moeten zijn. Indien dat wat u op het punt staat te zeggen afbrekend in plaats van opbouwend is, als het meer op veronderstellingen dan op feiten berust en laag bij de gronds in plaats van verheffend is, zou het beter zijn het ongezegd te laten. Wanneer men goed nadenkt en zich door gezond verstand laat leiden, zijn opbouwende woorden het resultaat. Er staat namelijk geschreven: „De lippen der wijzen strooien kennis uit” (Spr. 15:7). Personen die dit doen, zullen een gesprek niet beheersen, maar spaarzaam zijn met hun woorden en ook anderen een gelegenheid geven iets te zeggen. Wannéer zij hun mond echter openen, strooien zij kennis om zich heen. Dan zeggen zij iets wat leerzaam is, iets wat het peil van het gesprek omhoog brengt.
Laat de woorden dus niet als een onplezierige stortvloed uit uw mond stromen, maar laat ze bij tussenpozen als een zacht, heilzaam en welkom regentje neerdalen. Laat ze opbouwend, verheffend en leerzaam zijn. Houd bij al uw gesprekken rekening met degenen die naar u luisteren door zuinig te zijn met uw woorden.