„Uw woord is waarheid”

’Gelukkig zij die ter wille van de rechtvaardigheid zijn vervolgd’

STEEDS weer opnieuw waarschuwden Jezus en zijn apostelen dat christenen vervolging kunnen verwachten.a Maar ook zei Jezus in zijn Bergrede: „Gelukkig zijn zij die ter wille van de rechtvaardigheid zijn vervolgd” (Matth. 5:10). Er zij opgemerkt dat deze rede terecht „de grootste afzonderlijke rede aller tijden, zowel in haar doordringendheid, scherpte als kracht”, is genoemd. — Word Pictures in the New Testament, Robertson.

Merk op dat Jezus niet naar een willekeurige soort van vervolging verwees. Neen, maar hij zei dat zij die ter wille van de rechtvaardigheid vervolging zouden ondergaan, gelukkig zouden zijn. De eerste christenen leden onder een dergelijke vervolging. Daarom schreef de apostel Petrus aan hen: „Omdat gij niet langer met hen deze weg bewandelt naar dezelfde lage poel van liederlijkheid, staan zij vreemd te kijken en gaan zij voort schimpend over u te spreken.” — 1 Petr. 4:4.

Dan vereist Gods Woord ook nog van de dienstknechten van Jehovah God dat zij hem exclusieve toewijding geven. Dat wil zeggen dat zij hem met hun gehele hart, ziel, geest en kracht liefhebben. Zij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen. Wanneer mensen van Gods dienstknechten verlangen dat zij iets doen wat God verbiedt, kunnen zij alleen maar weigeren dergelijke mensen te gehoorzamen, met als resultaat dat Gods dienstknechten vervolging ondergaan. Dit was het geval met de eerste christenen die weigerden aan enige vorm van keizeraanbidding mee te doen en die, vanwege deze weigering, allerlei soorten wreedheden ondergingen. Dat was inderdaad lijden ter wille van de rechtvaardigheid!

Dit zelfde geldt ook voor hedendaagse christenen die in Jezus’ voetstappen treden. Veel regeringen eisen dat de dienstknechten van Jehovah God hun christelijke neutraliteit en loyaliteit aan Gods koninkrijk schenden door lid te worden van een politieke partij, door deel te nemen aan afgodische praktijken en door zichzelf onvoorwaardelijk in dienst te stellen van mensen en menselijke instellingen. Het toegeven aan zulke eisen zou betekenen dat men aan Caesar zou geven wat alleen aan Jehovah toebehoort en men zou ook Jezus’ waarschuwing negeren dat ’niemand twee meesters als slaaf kan dienen’. — Matth. 6:24; 26:52; Joh. 18:36; Mark. 12:17.

Omdat deze christelijke getuigen van Jehovah weigeren een compromis te sluiten en hun rechtschapenheid te verbreken, zijn zij op de meest wrede wijze vervolgd. In de afgelopen jaren tot nu toe, is dit speciaal het geval geweest in bepaalde pas opgerichte staten in Afrika. Daar zijn christenen op wrede wijze geslagen tot zij bewusteloos waren, zij zijn doodgemarteld en vrouwen zijn herhaaldelijk verkracht. En waarom? Omdat zij geen compromis wilden sluiten met betrekking tot dingen die verband hielden met hun verhouding tot God. Dit alles is zeker lijden ter wille van de rechtvaardigheid geweest.

Andere christenen hebben op andere manieren vervolging ondergaan ter wille van de rechtvaardigheid. Gods Woord zegt hun „zich te onthouden van . . . bloed”. Van sommige ouders zijn, omdat zij zich aan dit rechtvaardige gebod hielden, de kinderen afgenomen, die dan gedwongen een bloedtransfusie kregen toegediend; aan anderen is, vanwege hun standpunt met betrekking tot bloed, iedere verdere medische behandeling geweigerd. Nog weer anderen zijn beschimpt, bedreigd, belachelijk gemaakt en uitgelachen vanwege het schriftuurlijke standpunt dat zij met betrekking tot bloed innamen. De onjuiste behandeling die dezen hebben verduurd, is eveneens vervolging die ondergaan is ter wille van de rechtvaardigheid. — Hand. 15:19, 20, 28, 29.

Er zouden nog andere voorbeelden gegeven kunnen worden, maar deze zijn voldoende om aan te tonen dat christenen heden ten dage ter wille van de rechtvaardigheid worden vervolgd. Al dezen moesten volgens Jezus als gelukkig worden beschouwd. Hoe dat zo? In welk opzicht? In meer dan één opzicht. Het lichamelijke lijden op zich dat zij ondergaan maakt hen niet gelukkig. Maar heel veel vrouwen, en ook mannen, die vanwege het standpunt dat zij voor Jehovah en zijn koninkrijk innamen, heftige vervolging van de zijde van hun huwelijkspartner hebben ondergaan, hebben het geluk gesmaakt te zien hoe, door hun getrouwe volharding, hun huwelijkspartner die hen vervolgde, deze vervolging staakte en een gelovige werd.

Van degenen die een compromis aangaan om aan vervolging te ontkomen, kan men beslist niet zeggen dat zij gelukkig zijn. Zij lijden onder de wroeging van een slecht geweten en zij betreuren hun handelwijze. Maar zij die bereid zijn de vervolging te aanvaarden, in plaats van een compromis aan te gaan of te zwichten, zijn werkelijk gelukkig. Zij hebben een onbesmet geweten, zoals hun ook is aangeraden: „Behoudt een goed geweten, zodat zij die geringschattend over uw goede gedrag in verband met Christus spreken, juist in datgene waarin zij ten nadele van u spreken, beschaamd mogen worden.” — 1 Petr. 3:16.

Zij zijn ook gelukkig omdat zij weten dat zij, door getrouw onder beproeving te volharden, een aandeel hebben aan het rechtvaardigen van Jehovah God als de rechtmatige en liefderijke Soeverein die recht heeft op de exclusieve aanbidding van zijn schepselen. En zij hebben tegelijkertijd de voldoening dat zij bewijzen dat de Duivel een leugenaar is als hij pocht alle mensen van God te kunnen aftrekken. Ja, zij bezitten het onschatbare voorrecht Gods hart blij te maken, zoals hijzelf zegt: „Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.” — Spr. 27:11.

Waarom is dit zo? Omdat uit het boek Job duidelijk blijkt dat Satan God hoonde dat hij geen mensen op aarde kon hebben die Hem, ondanks alles wat de Duivel hen zou aandoen, trouw zouden blijven. Job bewees dat de Duivel ongelijk had en een leugenaar was, en als gevolg daarvan lezen wij dat Job gelukkig werd verklaard: „Wij verklaren hen die hebben volhard, gelukkig. Gij hebt gehoord van de volharding van Job en gij hebt gezien hoe Jehovah het heeft laten aflopen, dat Jehovah zeer teder in genegenheid en barmhartig is” (Jak 5:11). Evenzo zijn alle christenen die door hun getrouwe volharding bewijzen dat de Duivel een leugenaar is, gelukkig.

Degenen die ter wille van de rechtvaardigheid onder vervolging volharden, zijn ook gelukkig „want hun behoort het koninkrijk der hemelen toe” (Matth. 5:10). Dit zal letterlijk zo zijn voor de gezalfde volgelingen van Jezus Christus, tot wie zijn woorden in de eerste plaats zijn gericht. Door ter wille van de rechtvaardigheid onder beproeving te volharden, zullen zij een hemelse beloning ontvangen. Hun is het geluk beschoren ’priesters van God en van de Christus te zijn en duizend jaren met hem als koningen in de hemel te regeren’. — Openb. 20:6.

Van alle anderen die ter wille van de rechtvaardigheid getrouw onder vervolging volharden, kan men ook zeggen dat zij deelhebbers zijn aan het koninkrijk der hemelen, want Jezus zei tot dezen: „Komt, gij op wie de zegen van mijn vader rust, beërft het koninkrijk dat sedert de grondlegging der wereld voor u is bereid.” Zij zullen het aardse gebied of domein van dat koninkrijk beërven, door het voor de hemelse regeerders in beheer te houden. — Matth. 25:34; 5:5.

Gods Woord is waar. Allen die ter wille van de rechtvaardigheid vervolging ondergaan, zijn gelukkig, en het is een tweevoudig geluk: Zij verheugen zich nu in geluk en zij zullen zich in de toekomst in nog groter geluk verheugen. Zij die nu ter wille van de rechtvaardigheid vervolging ondergaan, in plaats van zich ontrouw aan God te betonen, zijn beslist wijs!

[Voetnoten]