Verstandige raad beschermt tegen misdaad
TALLOZE personen hebben boeken en artikelen geschreven met advies voor de beste manier om aan misdaad het hoofd te bieden. Veel van hun praktische suggesties zijn werkelijk waardevol, hoewel er heden ten dage geen enkele manier is om volledige veiligheid of bescherming te garanderen. Toch betekent dit niet dat wij helemaal niets kunnen doen. Dat kunnen wij wel, en gezien het huidige voortdurend aanzwellende getij van misdaad en geweld mogen wij dat ook niet nalaten.
Laten wij ons voor enkele bijzonder praktische suggesties wenden tot een man die door God gezegend was met „wijsheid . . . en een zeer grote mate van verstand”, ja, wijsheid die hem „wijzer dan ieder ander mens” in zijn tijd maakte en die hem in staat stelde „drieduizend spreuken [te] spreken” (1 Kon. 4:29, 31, 32). Misschien herkent u in deze man koning Salomo.
De beroemde Spaanse schrijver Cervantes heeft eens heel raak spreekwoorden gedefinieerd als „korte uitspraken ontleend aan langdurige ervaring”. Niemand heeft langer ervaring met de mens en zijn problemen gehad dan ’s mensen Schepper zelf, die Salomo de wijsheid schonk die hij nodig had om de „korte uitspraken” te formuleren die wij in de bijbelboeken Spreuken en Prediker aantreffen. Aangezien Salomo’s raad van God afkomstig is, bestaat er geen betere. Laten wij eens zien hoe wij deze tot onze eigen bescherming kunnen toepassen.
VOORZIE MOEILIJKHEDEN
„Schrander is degene die de rampspoed heeft gezien en zich vervolgens verbergt, maar de onervarenen zijn doorgelopen en moeten de straf ondergaan.” — Spr. 22:3.
Het hieraan ten grondslag liggende beginsel is dat een persoon mogelijke gevaren moet voorzien en zich moet verbergen voordat het onheil toeslaat. Met andere woorden: neem voorzorgsmaatregelen. Dit is de allerbeste soort van bescherming. Voorbeelden? Ze zijn er te over.
Houd uw deuren en ramen op slot wanneer u niet thuis bent. In sommige gebieden is het misschien zelfs verstandig ze altijd op slot te houden. Als u in een huis met aangebouwde garage woont, vergeet dan ook de deur niet die vandaar toegang tot het huis verschaft. Het komt voor dat echtgenoten die naar hun werk gaan en wat laat zijn, de garagedeur open laten, waardoor vreemden via de garage gemakkelijk in huis kunnen komen.
Wat voor uw huis geldt, geldt ook voor uw auto. Houd hem op slot. In sommige landen is het verboden een auto onbeheerd te laten staan zonder hem af te sluiten, en terecht. Zelfs wanneer u rijdt, acht u het misschien raadzaam de deuren op slot te houden; anders zouden ongewenste personen in uw auto kunnen stappen terwijl u voor een stoplicht wacht. Als u uw auto ’s nachts op straat moet laten staan, probeer dan een zo licht mogelijk plekje te vinden om hem te parkeren.
Inbrekers werken graag ongestoord en onopgemerkt, dus zullen zij gewoonlijk komen wanneer u niet thuis bent. Een luid inbrekersalarm (in huis of in de auto) of een blaffende hond kan voldoende zijn om hen ervan te overtuigen dat de werkomstandigheden ongunstig voor hen zijn. Als u voor een langere periode wegblijft, adverteer uw afwezigheid dan niet door kranten en brieven zich voor uw deur of in de brievenbus te laten opstapelen. Vraag of ze voor u vastgehouden kunnen worden tot u thuiskomt of spreek met een kennis af dat ze geregeld worden opgehaald.
Een brandend licht in huis wekt de indruk dat er iemand thuis is. Natuurlijk zou een licht dat dagen achtereen dag en nacht blijft branden een opmerkzame aspirant-inbreker evenveel vertellen als helemaal geen licht. In gevallen van langdurige afwezigheid is het misschien verstandig wat geld uit te geven aan een apparaatje dat op vooraf ingestelde tijden automatisch uw lichten of zelfs uw televisie of radio aan- en uitschakelt.
Bewaar uw kostbaarheden op een veilige plaats, ergens waar een inbreker misschien niet zal zoeken. Of nog beter: berg ze op verschillende plaatsen op, zodat hij, ook al krijgt hij er een paar te pakken, niet alles vindt. Het is de moeite waard moeilijkheden te voorzien.
WEES NIET AL TE GOED VAN VERTROUWEN
„Iedereen die onervaren is, hecht geloof aan elk woord, maar de schrandere geeft acht op zijn schreden.” — Spr. 14:15.
Het zou heerlijk zijn als wij iedereen die wij tegenkwamen konden vertrouwen, en in sommige delen van de wereld kan dat nog altijd. Maar op andere plaatsen, waaronder vele van de grote steden, tiert de verdorvenheid welig en moeten wij realistisch zijn. Hier kan het van wijsheid getuigen op uw hoede te zijn voor twijfelachtige personen en omstandigheden.
Het kan bijvoorbeeld onverstandig zijn om vreemden binnen te laten. Ook al lijken zij een geldige reden te hebben om u te bezoeken, kunt u verlangen dat zij zich behoorlijk legitimeren. Aangezien het in sommige plaatsen zelfs gevaarlijk kan zijn de deur open te doen, acht u het misschien wel gewenst die te voorzien van een kijkgaatje of een ketting, als u ergens woont waar de situatie dat vereist.
Leg nooit uw sleutel onder de deurmat of op een van die andere bekende plekjes. De persoon voor wie u hem achterlaat kunt u vertrouwen, maar kunt u degene vertrouwen die hem misschien vindt? Ook is het onverstandig uw sleutelring te voorzien van uw naam en adres, alsof u ervan uit mag gaan dat degene die hem vindt als u hem verliest, eerlijk zal zijn.
Het getuigt van wijsheid om voorzichtig te zijn wanneer een persoon u op straat aanspreekt, vooral ’s avonds. Zijn bedoelingen mogen dan eerlijk schijnen, maar het kan ook een valstrik zijn om dicht genoeg bij u te kunnen komen om u kwaad te doen. Het is beter voorzichtig te zijn dan door een bandiet beroofd te worden. Een stelregel om zo mogelijk niet alleen uit te gaan, kan ook een bescherming zijn. Twee personen worden niet zo gemakkelijk aangevallen als één. Prediker 4:12 zegt: „Indien iemand één die alleen is zou kunnen overweldigen, zouden twee te zamen tegen hem kunnen standhouden.”
Wanneer u zich in openbare gelegenheden begeeft, let dan op uw uiterlijk. De manier waarop u gekleed gaat, is belangrijk. Anderen kunnen erdoor worden aangezet tot daden die u niet op prijs zou stellen.
Wees ook op uw hoede wanneer u openbare bijeenkomsten bijwoont. Kostbaarheden op uw zitplaats achterlaten terwijl u zich even gaat opfrissen of iets gaat gebruiken, is onverstandig. Er behoeft zich slechts één oneerlijke buitenstaander in een eerlijke menigte te bevinden om u spijt te doen gevoelen over uw nalatigheid.
Vermijd het ook „er rijk uit te zien”. De man die met een handvol bankbiljetten wappert en de vrouw die stijf staat van de juwelen vragen om moeilijkheden. Onlangs merkte een artikel in Time op, dat ’hoofdzakelijk ten gevolge van de epidemie van ontvoeringen en ander geweld ten koste van de rijken in Italië, de schittering — en het gepronk — zo goed als verdwenen is uit de levensstijl van de geldadel’. Er werd een rijk persoon aangehaald die gezegd zou hebben: „In Italië wil je je tegenwoordig rijk voelen en er arm uitzien.”
KIES UW GEZELSCHAP MET ZORG
„Een man van geweld zal zijn naaste verleiden en doet hem stellig gaan op een weg die niet goed is.” — Spr. 16:29.
Geweld is net een besmettelijke ziekte: men wordt erdoor aangestoken. Zelfs onschuldige woordenwisselingen met collega’s, vrienden of familieleden kunnen in geweld ontaarden als men niet oppast. Zo wordt bijvoorbeeld beweerd dat het bij meer dan een kwart van alle moorden in de Verenigde Staten om familiekwesties gaat, en dat de aanleiding vaak een huiselijke ruzie is. Wanneer u een feestje bijwoont waar buitensporig wordt gedronken, of wanneer u betrokken raakt bij een protestdemonstratie of een betoging waarbij de emoties hoog oplaaien, wordt het gevaar van geweld nog vele malen groter. Hoe verstandig is het derhalve personen die tot geweld neigen en situaties die daar voedsel aan plegen te geven, te mijden!
U dient op uw eigen gedrag te letten, maar maak u niet overmatig bezorgd over het wangedrag van anderen. Als u ziet dat iemand zich in het openbaar onbeleefd of onbehoorlijk gedraagt, kunt u beter zelfbeheersing oefenen en er het zwijgen toe doen zolang er geen levens in gevaar zijn. Spreuken 26:17 verklaart: „Als wie een hond bij de oren grijpt, is elke voorbijganger die verbolgen wordt bij de ruzie die niet de zijne is.” U zou anderen gemakkelijk tot geweld kunnen bewegen door een misplaatste opmerking of zelfs door een „vuile” blik.
Wat moet iemand doen wanneer hij onverhoeds betrokken raakt bij een ruzie die hij niet heeft uitgelokt?
GA WEG, ALS U KUNT
„Verwijder u . . . vóórdat de ruzie is uitgebroken.” — Spr. 17:14.
Werp geen olie op het vuur door te redetwisten. Spreuken 26:20 vertelt ons: „Waar geen hout is, gaat het vuur uit.” Een woordentwist kan slechts zo lang duren als u op het strijdtoneel verkiest te blijven. Geweld vermijden door weg te lopen is geen kenmerk van een lafaard maar daarentegen van een wijze. De voorbeelden van Jezus Christus en de apostel Paulus bewijzen dit. — Zie Lukas 4:28-30; Handelingen 9:23-25; 14:5, 6.
Maar wat te doen indien uw tegenstander u lijfelijk belet het veld te ruimen? Spreek hem dan rustig toe. Bedenk: „Een zacht antwoord keert woede af” (Spr. 15:1). Dit vereist zelfbeheersing, maar op den duur kan dat wel eens heel lonend blijken. Er zijn gevallen bekend van vrouwen die aanranders een verkrachting uit het hoofd hebben weten te praten door kalm te blijven en hun uit te leggen welk bijbelse standpunt zij ten aanzien van de moraal innemen.
Natuurlijk kunnen er momenten zijn dat vluchten onmogelijk is en kalme woorden tegen dovemansoren gesproken worden. Wat dan? Dat hangt ervan af wat de persoon verlangt. Verlangt hij uw bezittingen, uw geld? Als dat zo is, geef het hem dan. Materiële dingen kunnen vervangen worden, maar uw gezondheid of uw leven niet. Stel die nooit in de waagschaal voor louter materiële dingen. Als u de wijsheid en het juiste onderscheidingsvermogen bezit om de betrekkelijke onbelangrijkheid van materiële dingen in vergelijking met het leven te kunnen inzien, is dat, zoals Spreuken 3:14 zegt, „beter dan zilver als winst te hebben”.
Als uw belager het echter op uw deugd of uw leven voorzien heeft, is dat een andere zaak en is het schriftuurlijk juist dat u zich met alle middelen die u maar ten dienste staan, verdedigt. Een artikel in een Noordduits nieuwsblad zette onlangs uiteen hoe dat gedaan zou kunnen worden. Het raadde vrouwen en jonge meisjes aan om, als zij tegenover een aanrander komen te staan, „kalm te blijven”, zo mogelijk „weerstand te bieden” en „tegelijkertijd om hulp te schreeuwen”. (Vergelijk Deuteronomium 22:23, 24.) Degenen die niet in staat zijn lichamelijk verzet te bieden werd aangeraden te proberen de boosdoener te slim af te zijn of „zijn aandacht af te leiden door hardop te bidden”. Dat is verstandige raad, want ze is bijbels. Bovendien brengt ze ons op nog een andere suggestie van de wijze heerser.
VERTROUW OP JEHOVAH
„Zeg niet: ’Ik wil kwaad vergelden!’ Hoop op Jehovah, en hij zal u redden.” — Spr. 20:22.
Deze woorden moeten niet zo worden opgevat dat zelfverdediging uitgesloten zou zijn, maar wel laten ze ons de noodzaak zien van onderscheidingsvermogen en evenwichtigheid bij die zelfverdediging.
In wezen zijn er twee soorten van misdaden: die welke gericht zijn tegen iemands bezittingen, zoals diefstal of afpersing, en die welke gericht zijn tegen iemands persoon, zoals aanranding, verkrachting of moord. Aangezien het leven van oneindig grotere waarde is dan bezittingen, zou ons terecht een ruimere vrijheid van handelen moeten zijn toegestaan bij het afweren van misdrijven tegen onze persoon dan in het geval van misdrijven tegen onze bezittingen.
„De neiging [in Frankrijk] om meer heil te verwachten van zelfverdediging dan van politiebescherming wordt steeds sterker.” Aldus berichtte een Duits dagblad onlangs. Het artikel vertelde over een zelfverdedigingsgroep waarvan de leden het advies hadden gekregen: „Zorg dat je gewapend bent en schiet het eerst.” Een soortgelijke ontwikkeling wordt in andere landen waargenomen. Een tijdschrift meldde dat de ’Westduitsers 2.500.000 revolvers en pistolen, jachtgeweren en geweren hebben laten registreren, maar vermoedelijk illegaal wel tienmaal dat aantal bezitten’. Het artikel vervolgde met te zeggen dat het steeds gemakkelijker wordt aan wapens te komen en dat ’ze steeds gemakkelijker en wreedaardiger worden gebruikt — zowel door misdadigers als door keurige burgers’.
Sommigen zijn van mening dat het geen kwaad kan een vuurwapen in huis te hebben „voor het geval dat”, waarbij zij natuurlijk hopen dat het nooit gebruikt zal behoeven te worden. In werkelijkheid is echter de enige manier om er echt zeker van te zijn dat u nooit een wapen zult gebruiken, er geen te bezitten. Hoe dikwijls is het al niet gebeurd dat mensen onder de druk van angst en spanning gebruik hebben gemaakt van wapens, en hoe dikwijls hebben zij dat niet later betreurd. Verplaats u eens in de gevoelens van een benzinestationhouder ten zuiden van Parijs, die midden in de nacht verdachte geluiden hoorde. Terwijl hij naar beneden liep, zag hij opeens een schaduw, en denkend dat het een inbreker was, schoot hij. Hoe tragisch was het te ontdekken dat hij zijn eigen achtjarige zoontje, dat opgestaan was om water te gaan drinken, neergeschoten had!
Menselijk bloed vergieten is een ernstige zaak, zelfs wanneer het onopzettelijk geschiedt. Natuurlijk zijn er andere typen wapens, zoals gaspistolen, die gebruikt kunnen worden om aanvallers af te weren. Hoewel ze niet bedoeld zijn om te verwonden of te doden, kunnen zelfs zulke „onschuldige” wapens soms zwaarder geweld uitlokken van de kant van een tegenstander, zodat de raadzaamheid om deze te gebruiken zorgvuldig afgewogen dient te worden.
De zogenoemde vechtsporten zoals judo en karate vormen ook een steeds populairdere manier van zelfverdediging. Deze vechtsporten oefenen een persoon erin zijn handen en lichaam zo te gebruiken dat hij een tegenstander hetzij kan verwonden hetzij kan doden, dus in feite zijn ook dat dan wapens. De heidense achtergrond en de militaire toepassing ervan werpen ook vragen op met betrekking tot de geschiktheid ervan voor christenen. Kunt u zich voorstellen dat de apostel Johannes zich met karateslagen zou verdedigen of dat Jezus Christus een tegenstander met kung-fu-technieken zou afweren? (Zie de uitgave van 22 maart 1976 van Ontwaakt!, blz. 27, voor een uitvoeriger bespreking van dit onderwerp.)
Hoe ver u mag gaan bij het verdedigen van uzelf en hen die u lief zijn en welke methoden u daarbij wilt toepassen zijn persoonlijke kwesties waarin u op basis van een goed geoefend geweten zelf moet beslissen. Maar het kan u misschien helpen om te beslissen wat u te doen staat als u zichzelf enkele vragen stelt. Vecht ik om een leven te verdedigen of alleen maar om eigendommen te beschermen? Is mijn motief bescherming van mijzelf en mijn dierbaren of wraakneming op een boosdoener? Heb ik nagedacht over de gevolgen die mijn daden kunnen hebben voor anderen, met inbegrip van de misdadiger? Zou ik hem zwaar willen verwonden of zelfs doden? Ben ik mij ervan bewust dat hij een slachtoffer van zijn omstandigheden kan zijn en misschien eerder medelijden dan een veroordeling verdient? Zou het mogelijk zijn dat hij met deugdelijke leiding, aandacht en liefde de bereidheid zou tonen zijn sluimerende goede eigenschappen te ontwikkelen en berouw te hebben over zijn slechte? Zou ik bereid zijn hem daarbij te helpen als ik de gelegenheid had?
Kortom, christenen dienen, zonder nu volstrekt afwijzend te staan tegenover zelfverdediging, erop bedacht te zijn de situaties te vermijden waarin de noodzaak hiertoe zou kunnen rijzen. Zij beseffen dat zij door op hun gezonde verstand af te gaan, door moeilijkheden te voorzien, door de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen, door met zorg hun gezelschap te kiezen, door zowel hun tong als hun gedrag in toom te houden, en door niet al te goed van vertrouwen te zijn met betrekking tot mensen maar wel volledig op Jehovah te vertrouwen, de weg der wijsheid zullen bewandelen. Dit is een betere vorm van zelfverdediging dan welke verdediging maar ook die berust op het gebruik van wapens of vechtsporten.
PREDIKER 9:18 VAT HET SAMEN:
„Wijsheid is beter dan werktuigen voor de strijd.”
Jehovah God, de hoogste persoon in het universum, zonder wiens medeweten zelfs de geringste misdaad niet kan worden gepleegd, is in staat een volmaakt nauwkeurige registratie van misdrijven aan te leggen als basis voor een afrekening met zondaars. Maar zal hij dat werkelijk doen? Is het huidige voortdurend aanzwellende getij van misdaad en geweld gedoemd tot in het oneindige te blijven aanzwellen, of zal God de mensheid de noodzakelijke verlichting brengen? Lees voor het antwoord het artikel „kunnen misdaad en geweld ooit uitgebannen worden?” dat op bladzijde 27 begint.
[Illustraties op blz. 9]
Kunt u zich beschermen door karate te leren of een vuurwapen aan te schaffen?