Verlangt u naar „de goede oude tijd”?
„ZE MAKEN tegenwoordig geen auto’s meer zoals vroeger.” „Moeders koelkast ging twintig jaar mee, maar dit is nu al de derde keer in twee jaar dat de onze het vertikt.” „Vroeger scheen alles zoveel prettiger, vrediger te zijn.”
Klinken die opmerkingen u bekend in de oren? U hebt anderen waarschijnlijk wel zo horen spreken en misschien zelf ook wel zulke dingen gezegd. Veel mensen verlangen naar wat „de goede oude tijd” wordt genoemd. Zij denken met genoegen terug aan hoe het vroeger was en geven daar de voorkeur aan boven zoals het nu is.
Maar was „de goede oude tijd” in alle opzichten beter dan zoals het nu is? Wat deze vraag nog belangwekkender maakt, is dat de bijbel de raad geeft: „Zeg niet: ’Waarom is het geschied dat de vroegere dagen beter zijn gebleken dan deze?’ want het is niet uit wijsheid dat gij hiernaar hebt gevraagd” (Pred. 7:10). Wat is de kwintessens van die raad? Betekent het dat we het feit moeten negeren dat de misdaad toeneemt en er meer gezinnen uiteenvallen en er meer vervuiling bestaat dan in het verleden? Wat is de evenwichtige zienswijze en hoe kunnen wij door deze zienswijze te verkrijgen, thans tevredener zijn?
Er bestaan verscheidene redenen waarom mensen met weemoed over „de goede oude tijd” spreken. Soms hebben zij in gedachten dat produkten zoals auto’s, apparaten, kleding of huizen vroeger beter schenen te zijn. Anderen denken misschien meer aan de levenswijze in het algemeen of de sfeer die er in vroeger jaren heerste. Het zal onthullend zijn beide aspecten aan een onderzoek te onderwerpen.
WAREN ALLE DINGEN BETER?
Met betrekking tot de goederen die vervaardigd worden, lijdt het geen twijfel dat het vakmanschap in vroeger jaren over het algemeen op een hoger peil stond. De arbeiders waren trotser op wat zij deden. Dat was aan de eindprodukten te zien. Jaren geleden zou u waarschijnlijk geen slordig schilferend schilderwerk of losse bouten in een nieuw fornuis, een nieuwe auto of een nieuwe fiets hebben gezien. De timmerman die uw kast maakte, was waarschijnlijk een echte vakman en hij besefte dat hij midden in de gemeenschap werkte waar hij woonde, met als gevolg dat hij waarschijnlijk goed werk leverde.
Maar zijn de huidige produkten, afgezien van de afwerking, inferieur? In vele gevallen niet. Vanuit een technisch of praktisch standpunt bezien, zijn de meeste produkten verbeterd. Denk er bijvoorbeeld nog eens aan hoe vaak moeder voor het nare karwei stond de koelkast te ontdooien, waarin de dingen niet eens erg koud bleven. Maar als u een nieuw model hebt, zit daar wellicht een apart vriesvak in en heeft hij een zelf-ontdooisysteem. Hij is weliswaar gecompliceerder, doordat hij meer dingen heeft die dienst kunnen weigeren, maar vindt u die dingen niet prettig? Zouden de meeste mensen graag terugkeren tot het type koelkast dat moeder had of de eenvoudige ijskast van oma?
Dergelijke opmerkingen zouden ook over nieuwe huizen of auto’s gemaakt kunnen worden. Iemand denkt misschien dat zijn oude auto sterker was dan die van nu. Maar reed men er net zo comfortabel en veilig in als in de modellen van nu? Hij startte waarschijnlijk moeilijker op koude dagen, was moeilijker bestuurbaar en moeilijker tot stilstand te brengen dan de huidige modellen, die een betere ontsteking, een betere stuurbekrachtiging en verbeterde remmen hebben. Misschien beschouwde u het als normaal om de olie in uw auto na 3000 kilometer te verversen en er na 25.000 kilometer nieuwe bougies in te doen. Met de gevorderde machinebouw van thans kunt u misschien wel 15.000 kilometer rijden alvorens de olie te verversen, en uw bougies gaan misschien wel 50.000 kilometer mee.
Wat de materialen betreft, voelen plastic of polyester misschien niet zo natuurlijk of warm aan als de houten, leren, katoenen of wollen produkten die in vroeger jaren gebruikelijk waren. Ze hebben evenwel hun eigen voordelen, die we misschien geneigd zijn over het hoofd te zien. Vraag eens aan een vrouw die elke week overhemden moest „blauwen” en stijven of zij dat werk mist. Moderne overhemden en blouses die gedeeltelijk van natuurlijke en gedeeltelijk van synthetische weefsels zijn vervaardigd, behoeven meestal maar licht gestreken te worden en zijn meer vuilafstotend. En ze kosten wellicht aanzienlijk minder dan 100% natuurprodukten.
Neen, de produkten van thans hebben ongetwijfeld goede aspecten. Ze gaan meestal langer mee, eisen minder onderhoud en hebben tal van werkbesparende aspecten die in het snelle tempo waarin wij leven, waardevol zijn. Waarom denken zoveel mensen dan met weemoed terug aan „de goede oude tijd”? Wat was er toen anders?
Eén ding is, dat veel van de technische vooruitgang die is gemaakt, ten koste schijnt te zijn gegaan van prettiger levensomstandigheden. Ten einde de ingewikkelder technische produkten in massa te vervaardigen, zijn er geïndustrialiseerde steden met vele fabrieken gebouwd en deze zijn naar men weet voornamelijk verantwoordelijk voor het huidige vervuilingsprobleem. De geïndustrialiseerde levenswijze heeft ook zijn uitwerking op de arbeiders gehad. Zij zijn gedwongen om een koortsachtiger, nerveuzer leven te leiden, en ook om in een smeriger, minder gezonde omgeving te leven. Dit is ten koste gegaan van de emoties en evenwichtigheid van de mensen. Zeker, de bijbel zegt dat ’s mensen Schepper ’degenen die de aarde verderven’, niet goedkeurt en Hij is voornemens de aarde van hen te ontdoen (Openb. 11:18). Maar op dit moment bestaan de bedroevende problemen die met de huidige industrialisatie verband houden, nog steeds en ze maken dat mensen ontwricht zijn en naar „de goede oude tijd” verlangen.
MEER DAN „DINGEN”
Maar het wijdverbreide verlangen naar „de goede oude tijd” gaat verder dan alleen maar het negeren van de technische vooruitgang die de mensheid heeft gemaakt. Zoals eerder gezegd, verlangen sommige mensen vooral naar de levenswijze of de sfeer die er toen bestond. Zij erkennen misschien wel dat de goederen die thans worden vervaardigd in bepaalde opzichten beter zijn dan die van vroeger, maar dat alleen schenkt hun geen voldoening. Persoonlijk voelen zij wellicht dat een bepaalde fundamentele behoefte niet in die mate wordt bevredigd zoals vroeger het geval was. Bovendien vragen sommige denkende mensen zich wellicht af of dit fundamentele gebrek aan voldoening misschien bijdraagt tot de algemene morele ineenstorting die wij, ondanks ’s mensen materiële vooruitgang, op grote schaal zien. — 2 Tim. 3:1-5.
Laten wij daarom eens nagaan hoe het komt dat er thans een andere geest of sfeer schijnt te heersen en wat wij eraan kunnen doen.