Jonge mensen vragen . . .
Doet het ertoe wat ik lees?
ALS Jacques zich niet vermaakte met boogschieten, hardlopen of turnen, zat hij dikwijls een boek te lezen. „Ik was op zoek naar de waarheid”, zegt hij, „en zo raakte ik verdiept in boeken over paranormale verschijnselen. Maar in plaats van mijn levensvreugde te vergroten, maakten boeken mij zo gedeprimeerd dat ik besloot zelfmoord te plegen.”
De droevige ervaring van Jacques illustreert dat wat je leest invloed op je heeft — ten goede of ten kwade. En hoewel er misschien weinig boeken zijn die zo’n radicale uitwerking op iemand hebben, zou het dwaas zijn de conclusie te trekken dat men maar alles kan lezen zonder erdoor te worden beïnvloed — vooral als je bedenkt hoeveel leesstof er tegenwoordig te krijgen is.
Breng maar eens een bezoek aan een flinke bibliotheek. Waarschijnlijk staan daar duizenden of zelfs miljoenen boeken — „liefdes”-romans, science fiction, geschiedenis, verhalen uit de sport. Een leven zou niet lang genoeg zijn om dit allemaal te lezen! Geen wonder dus dat koning Salomo, lang vóór het tijdperk van de drukpers met zijn massale oplagen, zich al tot jonge mensen richtte met de woorden: „Laat u waarschuwen: Aan het maken van veel boeken komt geen eind, en veel toewijding eraan is afmattend voor het vlees” (Prediker 12:12). Salomo wilde niet het lezen afraden; hij gaf je alleen maar de raad selectief te zijn. Maar waar moet je keus nu op vallen?
Met zorg je „gesprekken” uitkiezen
Zoals dat met je lichaam het geval is, zo gedijt — of verkommert — ook je geest door datgene waarmee je hem voedt. Geen voedingsbewust persoon zal op een dieet van snacks leven. Maar hoe staat het met de manier waarop je je geest voedt? De Engelse filosoof Francis Bacon zei hierover: „Sommige boeken moeten geproefd worden, andere moeten verslonden worden en een enkel boek moet gekauwd en verteerd worden.” En, zouden wij eraan toe kunnen voegen, sommige boeken zijn niet eens de moeite van het lezen waard!
Kijk ook eens wat de zeventiende-eeuwse Franse filosoof René Descartes zei: „Wanneer men goede boeken leest, is het alsof men een gesprek voert met ontwikkelde mensen die in het verleden hebben geleefd. Wij zouden het zelfs een selectief gesprek kunnen noemen, waarin de auteur alleen zijn edelste gedachten tot uitdrukking brengt.” Het probleem is echter dat niet bij iedere schrijver de gedachten werkelijk edel zijn — zelfs niet bij hen die „in het verleden hebben geleefd”. En wat te zeggen van de lichting schrijvers die wij nu hebben? Zij maken deel uit van een generatie mensen die volgens de voorzegging van de bijbel „zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, . . . aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, geen natuurlijke genegenheid hebbend, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede” (2 Timótheüs 3:1-3). Zou jij graag „gesprekken voeren” met zulk soort mensen? ’Waarom niet?’ denk je misschien.
De bijbel antwoordt: „Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Korinthiërs 15:33). Ja, de mensen met wie je omgaat, kunnen je persoonlijkheid kneden. Heb jij ooit wel eens zo intensief met een vriend opgetrokken dat je merkte dat jij net zo begon te doen, te praten en zelfs te denken als je vriend? Nu, een boek lezen is net zo iets als urenlang optrekken met degene die het geschreven heeft. Ongemerkt kun je er sterk door worden beïnvloed.
Twee jongeren bijvoorbeeld lazen een boek dat over reïncarnatie ging. Naar verluidt werden zij zo gegrepen door wat zij lazen dat zij de dood gingen zien als een oplossing voor de problemen waarmee zij te kampen hadden. Daarom stalen zij een auto en reden die opzettelijk te pletter tegen een betonnen muur! Wat een diepgaande uitwerking had hun „gesprek” met de auteur van dat boek!
In hoeverre een auteur je zal kunnen beïnvloeden, hangt natuurlijk voor een groot deel af van het onderwerp waarover hij schrijft. Een „gesprek” met een meester-kok, een leraar vreemde talen of een toeristengids zal weinig onthullen over de moraal of levensbeschouwing van de schrijver. Maar een „gesprek” met een filosoof of zelfs een schrijver van tienerromannetjes zou een irreële of zelfs verwrongen kijk op het leven aan het licht kunnen brengen.
Je zou daarom tot de conclusie kunnen komen dat het veiliger is je te houden bij boeken die over zakelijke feiten handelen. Maar zelfs hier is het beginsel dat Jezus in Matthéüs 24:15 onder woorden bracht van toepassing: „De lezer gebruike onderscheidingsvermogen.” Leer dat wat je leest te analyseren en in groter verband te plaatsen. Wees je bewust van het feit dat alle mensen behept zijn met een zekere mate van vooringenomenheid en niet altijd helemaal eerlijk zijn in hun weergave van de feiten. De bijbel waarschuwt ons, niet alles wat wij lezen of horen maar klakkeloos aan te nemen: „Iedereen die onervaren is, hecht geloof aan elk woord, maar de schrandere geeft acht op zijn schreden.” — Spreuken 14:15.
Zijn fantasieverhalen „verboden terrein”? Dat hoeft niet. Sommige boeken die speciaal voor tieners zijn geschreven, zijn niet alleen onderhoudend maar ook leerzaam. En natuurlijk zijn er „klassieken” en andere romans die werkelijk waardevol zijn. Toch is voorzichtigheid geboden bij het kiezen van zo’n soort boek. Beschrijft het zinloos geweld, seks of occulte praktijken? Een blik op de omslag is vaak al voldoende om het antwoord op deze vraag te weten. En hoe staat het met de figuren in het boek? Zijn de „helden” personen die zich te buiten gaan aan dingen die God veroordeelt, zoals hoererij en dronkenschap? Zo ja, heb dan de wilskracht om het boek weg te leggen. Er zijn zo veel opbouwende dingen te lezen, dat het dwaasheid is tijd te verknoeien aan boeken die niet opbouwend zijn.
„Past op . . .”
Ook is voorzichtigheid op zijn plaats als je iets leest waarin een levensfilosofie wordt uiteengezet. Tienertijdschriften staan bijvoorbeeld bol van de adviezen op elk gebied, van afspraakjes maken tot voorechtelijke seks — maar het zijn niet altijd adviezen waar een christen gebruik van kan maken. En dan boeken die zich verliezen in zwaarwichtige filosofische vragenstellerij: is dat gezonde lectuur?
Een jonge Fransman, Jean-Marc genaamd, zegt: „Toen ik dertien jaar was, begon ik boeken over de dood, lijden en het doel van het leven te lezen. Maar de hemelsbreed verschillende antwoorden, waaronder filosofische, religieuze en politieke theorieën, bevredigden mij niet. Ik vroeg mij af waarom het leven zo onzeker is.”
Maar Jean-Marc heeft zich dat niet lang hoeven afvragen. Twee jonge meisjes, Jehovah’s Getuigen, hielpen hem te zien wat de bijbel te zeggen heeft over het doel van het leven, namelijk dat de mens bestaat om God te dienen (Openbaring 4:11). Ook hielpen zij hem een op de bijbel gebaseerde hoop te ontwikkelen op een toekomstige betere wereld waar vrede en gerechtigheid zullen heersen (2 Petrus 3:13). Zo kreeg Jean-Marc bevredigende antwoorden op zijn vragen, en niet slechts ijdele speculaties. Geen wonder dat de bijbel waarschuwt: „Past op: misschien zal iemand u als zijn prooi wegdragen door middel van de filosofie en door ijdel bedrog overeenkomstig de overlevering van mensen . . . en niet overeenkomstig Christus” (Kolossenzen 2:8). Ga daarentegen te rade bij de bron van wijsheid — de bijbel. Toch illustreert Jean-Marcs ervaring dat lezen ook een heilzame uitwerking op je kan hebben.
Het doet er wel degelijk toe wat je leest!
Het bestuderen van de bijbel en publikaties over de bijbel heeft op veel jongeren een enorme invloed ten goede gehad. Een Japans meisje zegt bijvoorbeeld dat het lezen van de bijbel haar geholpen heeft seks uit haar geest te bannen — dikwijls een probleem voor jonge mensen. „Ik leg de bijbel altijd vlak bij mijn bed en heb er een vaste gewoonte van gemaakt erin te lezen voordat ik ga slapen”, zegt zij. „Als ik alleen ben en niets te doen heb (zoals wanneer het bedtijd is) heeft mijn geest soms de neiging naar het onderwerp seks af te dwalen. Lezen in de bijbel helpt mij dus echt!”
Een andere jongere verviel tot seksuele immoraliteit. De reden? „Ik leed geestelijk honger”, zei hij. Maar hij voegt eraan toe: „Ik begon de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! te lezen, en ook het boek Maak je jeugd tot een succes.a Geleidelijk aan kreeg ik mijn geestelijke kracht terug en maakte ik schoon schip in mijn leven. Nu ben ik gelukkig.” Dus „gesprekken voeren” met de mensen van geloof over wie in de bijbel wordt geschreven, kan je echte morele weerstand geven. En dat kan heel wat bijdragen tot je geluk.
Ga jij er de tijd voor nemen de bijbel te lezen en ga je publikaties lezen die je helpen de bijbel te begrijpen? Bedenk dat wat je leest je kan helpen of je nadeel kan berokkenen, je in verwarring kan brengen of je wijzer kan maken. Maar als je het lezen in Gods Woord op de eerste plaats stelt, zul je daar zeker profijt van hebben. En als je nog tijd overhoudt om iets anders te lezen, zal niemand het je misgunnen als je daar af en toe de tijd voor neemt. Zorg er alleen voor dat je selectief bent met betrekking tot wat je leest. Want met recht kan worden gezegd: „Zeg mij wat u leest, en ik zal u zeggen wat voor persoon u bent.”
[Voetnoten]
a Publikaties van de Watchtower Bible and Tract Society.
[Illustratie op blz. 18]
Met zo veel duizenden boeken moet je wel selectief zijn!