-
Zij trachten zich van de dood te bevrijdenOntwaakt! 1980 | 22 juli
-
-
er in het algemeen de katholieke ideeën over een leven na de dood, over een hemel, vagevuur en hel op na. Maar ook Afrikaanse godsdiensten en wat Europees spiritisme oefenen een invloed uit. Beelden in de kerken worden vereenzelvigd met „heiligen” die naar men denkt in de geestenwereld nog voortleven. Zij geloven dat vodou-mediums personen zijn van wie de geesten van Afrikaanse goden of voorouders bezit hebben genomen. En overal in Afrika vindt men fetisjen, afgodsbeelden en amuletten die in verband worden gebracht met de geesten van de voorouders.
De prijs die zij betalen
Het is opmerkenswaard dat al deze pogingen om zich van de dood te bevrijden door zich aan tradities vast te klampen, toch met een prijs betaald moeten worden. Soms bestaat deze prijs uit geld en in andere gevallen uit vrees.
De onsterfelijkheid van de ziel zoals die in de christenheid wordt geleerd, gaat bijvoorbeeld samen met vrees voor een hellevuur. En degenen die geloven in een vagevuur, wordt verteld dat gebeden opgezonden moeten worden voor de vrijlating van de zielen van hun geliefden. Maar natuurlijk verwacht men geld van degenen die dergelijke diensten verlangen.
Wanneer in Noord-Transvaal (Afrika) iemand sterft, raadplegen de verwanten een toverdokter. Alweer wordt er een of andere betaling verwacht. De toverdokter wordt beschouwd als een bemiddelaar tussen de levenden en de dode. Men gelooft dat de overledene naar het land van de goden is gegaan en hij ontvangt eerbetuigingen die hij nooit heeft genoten voordat hij stierf. Hij wordt zeer gevreesd, aangezien men gelooft dat hij de macht bezit de levenden schade te berokkenen. Daarom wil men hem verzoenen door hem op de dag van zijn begrafenis een speciaal feest aan te bieden.
De Zoeloes in Zuid-Afrika geloven dat de doden de levenden kunnen beschermen en helpen. Regelmatig worden hun offers aangeboden om in hun gunst te blijven.
In het verleden hebben dergelijke geloofsovertuigingen in enkele delen van Afrika tot het brengen van mensenoffers geleid. Wanneer een koning of stamhoofd stierf, werden sommigen van zijn dienaren met hem begraven om hem in het geestenrijk te dienen. Om een soortgelijke reden geeft men in Ghana nog steeds sommige doden geld en kleren en andere voorwerpen mee.
In Montreal, in het Katholieke Oratorium van St. Joseph, geven aanbidders er geld aan uit om grote kaarsen te branden. Zij geloven dat de zielen van degenen die in het vagevuur vertoeven, hierdoor worden geholpen.
Ja, zij betalen een prijs voor hun pogingen om zich van de dood te bevrijden — maar is dat nodig? Voor een werkelijk bevredigend antwoord moeten wij weten wat de bijbel zelf zegt over de vraag wat de dood is.
-
-
Wat is de dood?Ontwaakt! 1980 | 22 juli
-
-
Wat is de dood?
„ER IS een afloop met betrekking tot de mensenzonen en een afloop met betrekking tot de beesten, en zij hebben dezelfde afloop. Zoals de één sterft, zo sterft de ander.” — Pred. 3:19.
Maar te aanvaarden dat bij de dood alles geëindigd is, ligt in het geval van dieren gemakkelijker dan in het geval van mensen. Eén gevolg hiervan is dat velen geloven dat de mens een onsterfelijke ziel bezit, en om deze reden superieur is aan de dieren.
Wat de ziel is
De bijbel onderscheidt de mens echter niet van het dier ten aanzien van het punt dat hij een „ziel” is. Dezelfde Hebreeuwse en Griekse woorden die in veel bijbels met „ziel” zijn vertaald, en in andere met „schepsel” of „wezen”, worden gebruikt voor zowel mens als dier. Lees alstublieft zelf wat er staat in Numeri 31:28, Genesis 1:20-24 en Openbaring 16:3, waar in de oorspronkelijke talen deze termen worden aangetroffen.
Het woord „ziel” duidt dus helemaal niet op een geest binnen in het lichaam van een menselijk of dierlijk schepsel, maar met het woord „ziel” wordt het hele schepsel aangeduid. Hierbij is zowel het lichaam als de levensgeest inbegrepen. — Pred. 3:21; 12:7.
Dit blijkt uit de bijbelse beschrijving van de schepping van de mens: „Jehovah God ging ertoe over de mens te vormen uit stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel” (Gen. 2:7; „een levend wezen”, Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap). De „ziel” werd dus niet van buitenaf in het lichaam van de mens gebracht. Een „ziel” is wat de mens werd toen zijn lichaam werd geactiveerd door de adem des levens. De mens heeft niet een ziel. Hij is een ziel. Ook dieren zijn zielen.
Net als bij de dieren bestaat het lichaam van de mens uit miljarden levende cellen. De „levensgeest” brengt elk van die cellen tot leven. Met betrekking nu tot deze „geest” of „levenskracht” zegt de bijbel dat mens en dier niet van elkaar verschillen, ’slechts één geest hebben’ (Pred. 3:19-21). Deze levensgeest wordt in het lichaam in stand gehouden door de ademhaling, en deze ademhaling activeert het hele organisme.
Als de ademhaling ophoudt, of als de cellen geen stoffen meer toegevoerd krijgen die ze voor hun voeding en levensfuncties nodig hebben, gaan deze cellen dood. Dit ziet men gebeuren bij de staart van een hagedis of de hand van een mens als ze zijn afgesneden van het lichaam.
In werkelijkheid hebben menselijke en dierlijke zielen dus dezelfde levenskracht van God. Maar deze levenskracht heeft geen persoonlijkheid en ook blijft ze na de dood niet voortbestaan.
Gods voornemen ten aanzien van de mens is anders
Wil dit zeggen dat er geen verschil bestaat tussen Gods voornemen ten aanzien van de mens en ten aanzien van de dieren? Zeker niet, want er zijn een aantal heel belangrijke verschillen.
Om één punt te noemen, de mens is met zijn hersenen tot denkprocessen in staat die verre superieur zijn aan die van dieren, waardoor mensen kunnen redeneren en over een veel beter geheugen beschikken en een besef hebben van tijd. De mens wordt niet grotendeels door instinct geleid zoals dat bij dieren het geval is, maar hij kan kiezen en zelf zijn beslissingen nemen. Ook is de mens gemaakt naar Gods beeld en heeft dus een mate van Gods hoedanigheden van wijsheid, rechtvaardigheid, liefde en macht, terwijl dat niet geldt voor dieren.
Er is nog een enorm verschil: De mens
-