-
Wat bedoelde de wijze man?De Wachttoren 1977 | 1 september
-
-
is. Het is bijna zeker dat er heel dwaze dingen gezegd zullen worden die niet te pas komen. Vandaar dat men op zijn hoede moet zijn voor gedachteloos spreken, en dit geldt, zoals reeds eerder is aangetoond, vooral wanneer men een gebed opzendt.
De voorzichtigheid die in acht genomen moet worden in verband met het onnadenkend uitspreken van woorden, is beslist van toepassing op het doen van geloften. Salomo verklaarde: „Telkens wanneer gij een gelofte aan God doet, aarzel niet die te betalen, want er is geen behagen in de verstandelozen. Wat gij plechtig belooft, betaal dat. Het is beter dat gij niet plechtig belooft, dan dat gij plechtig belooft en niet betaalt. Laat niet toe dat uw mond uw vlees doet zondigen, en zeg niet voor het aangezicht van de engel dat het een vergissing was. Waarom zou de ware God verontwaardigd worden wegens uw stem en het werk van uw handen teniet moeten doen?” — Pred. 5:4-6.
Niemand is verplicht God iets te beloven; het is een spontane daad. Daarom dient men er heel zorgvuldig op toe te zien dat men niet onbezonnen spreekt wanneer men een plechtige belofte aan God doet. Wanneer men aarzelt zijn gelofte na te komen, handelt men als een verstandeloze, dat wil zeggen als iemand die een moreel gebrek heeft en wiens woorden niet te vertrouwen zijn. Zorgeloos spreken met de mond kan het vleselijke lichaam de verplichting opleggen iets te doen wat misschien erg moeilijk is, hetgeen ertoe leidt dat men in gebreke blijft de gelofte na te komen, waardoor men het vlees doet zondigen. Wanneer men zorgvuldig nadenkt over wat men gaat beloven, zal voorkomen worden dat men onbezonnen spreekt. Men zal dan niet het verlangen hebben van een gelofte ontheven te worden, waarbij men beweert dat deze een vergissing was.
Blijft men in gebreke een gelofte na te komen, dan kan dit zeer ernstige gevolgen hebben. Jehovah God kan „verontwaardigd” worden en zijn gunst en zegen op zijn minst gedeeltelijk wegnemen. Als gevolg hiervan kan wat iemand misschien heeft opgebouwd, worden ’afgebroken’. De psalmist vatte de kwestie goed samen: „Als Jehovah zelf het huis niet bouwt, is het tevergeefs dat de bouwers ervan er hard aan hebben gewerkt. Als Jehovah zelf de stad niet bewaakt, is het tevergeefs dat de bewaker heeft gewaakt.” — Ps. 127:1.
Terwijl Salomo beklemtoont waardoor voorkomen zal worden dat men zulke onbezonnen geloften doet, zegt hij: „Vrees de ware God zelf”. Dit betekent dat men een eerbiedige achting voor de Schepper moet hebben en niet op een wijze moet handelen waardoor men hem mishaagt. Wanneer zulk een vrees ontbreekt, is de volgende verklaring van koning Salomo van toepassing: „Wegens een overvloed aan bezigheid zijn er dromen, en er zijn ijdelheden en woorden in overvloed” (Pred. 5:7). Ja, wanneer men zich al te zeer met niet-geestelijke dingen bezighoudt, leidt dit tot rusteloze dromen van eigenbelang, teleurstelling en frustratie, „ijdelheden” en gedachteloos spreken voor het aangezicht van God, waardoor men ertoe kan komen een onbezonnen gelofte te doen die men niet kan nakomen. Wij doen er derhalve inderdaad goed aan wanneer wij alle dingen met een juiste vrees of een juist ontzag voor Jehovah God doen.
-
-
„De kapperbes springt open”De Wachttoren 1977 | 1 september
-
-
„De kapperbes springt open”
De kapperbes wordt al sinds de oudheid gebruikt om de eetlust op te wekken. De bijbelse verwijzing in Prediker 12:5 naar ’het openspringen van de kapperbes’ maakt deel uit van een beschrijving van de mens die op leeftijd gekomen is. Deze illustratie laat zien dat als iemands eetlust op hogere leeftijd afneemt, zelfs de kapperbes zijn verlangen naar voedsel niet meer kan opwekken.
-