Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w78 1/8 blz. 4-5
  • Wat is er met Gods naam gebeurd?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wat is er met Gods naam gebeurd?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1978
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • WAAROM HIELDEN ZIJ ERMEE OP ZIJN NAAM TE GEBRUIKEN?
  • A4 Gods naam in de Hebreeuwse Geschriften
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
  • Jehovah
    Redeneren aan de hand van de Schrift
  • De plaats van Gods Naam in de ware aanbidding
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
  • A4 Gods naam in de Hebreeuwse Geschriften
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1978
w78 1/8 blz. 4-5

Wat is er met Gods naam gebeurd?

DE VROUW die op de vorige bladzijde werd genoemd, was gewend aan bijbels waarin „HERE” en „God” stond op veel van de plaatsen waar zij nu „Jehovah” aantrof.

Maar toen de prediker van het evangelie vriendelijk met haar beredeneerde dat HERE een titel en geen persoonlijke naam is, gaf zij dit toe. Toen verwees hij naar Jesaja 42:8, waarin volgens veel bijbelvertalingen staat: „Ik ben de HERE, dat is mijn naam, en mijn eer zal Ik aan geen ander geven” (Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap). Zij merkte op dat met HERE klaarblijkelijk de Schepper werd bedoeld, maar gaf toe dat het geen naam is. Toch spreekt dit vers over Gods „naam”. Hoe luidt die naam dan?

Om het antwoord te kunnen begrijpen, moeten wij kort enkele feiten beschouwen die verband houden met de bijbel, die oorspronkelijk in het Hebreeuws en Grieks werd geschreven. Ook al hebt u zich nooit speciaal om deze details bekommerd, het is toch goed in het kort het volgende te beschouwen, aangezien het verband houdt met wat wij later over Gods naam en uw naam zullen vernemen.

In het oorspronkelijke Hebreeuws zult u in Jesaja 42:8 in plaats van een woord voor de titel „Here” de volgende vier Hebreeuwse letters aantreffen die Gods naam יהוה (tegenwoordig Hebreeuws letterschrift) aanduiden. Ze worden het tetragram (v. Gr. tetragrammaton = woord van vier letters) genoemd en worden in het Nederlands weergegeven door de letters JHWH of JHVH. De meest voorkomende Nederlandse uitspraken voor het tetragram zijn „Jehovah” en „Jahwe(h)”. (Later zal hier meer over worden gezegd.)

Gods oude Hebreeuwse volk had een grote achting voor Zijn naam en zij maakten er gebruik van. Deze naam kreeg een prominente plaats in de bijbel, aangezien hij er meer dan 6900 maal in voorkomt. Kunt u begrijpen wat dit betekent? Wanneer ware aanbidders het „woord” van God lazen of hoorden voorlezen, werden zij voortdurend aan Gods naam herinnerd (Joz. 1:8; 8:34, 35). Mozes gebood het volk bijvoorbeeld om geregeld bijeen te komen ten einde de wet in Deuteronomium te horen voorlezen, hetgeen betekende dat zij Gods naam meer dan 500 maal hoorden (Deut. 31:10-12). Ook schijnen Psalm 113 tot 118 tijdens elke paschaviering door elk gezin te zijn gezongen. Alleen al in de 29 verzen van Psalm 118 zou de persoonlijke naam van God 22 maal worden gezongen. — Vergelijk Matthéüs 26:30.

WAAROM HIELDEN ZIJ ERMEE OP ZIJN NAAM TE GEBRUIKEN?

De Hebreeuwse aanbidders hadden er alle reden voor Gods naam te gebruiken. De bijbel moedigde hen ertoe aan ’zijn naam aan te roepen’ en ’zijn naam lief te hebben’ (Jes. 12:4; Ps. 69:36). Desondanks begonnen de joden het op een tamelijk laat tijdstip op bijgelovige wijze te vermijden die heilige naam uit te spreken. Wanneer zij bij het lezen van de bijbel de naam tegenkwamen, zeiden zij Adonaj (HEER) of Elohiem (God). Maar waarom?

Sommigen zeggen dat dit voortsproot uit een vrees de heilige naam van God te misbruiken. Het is waar dat in de Tien Geboden werd gezegd dat zijn naam niet op een onwaardige wijze mocht worden opgenomen (Ex. 20:7). Hierdoor werd elk oneerbiedige of bedrieglijke gebruik van de naam duidelijk uitgeschakeld. En in Leviticus 24:16 werd geboden dat een ieder die Gods naam misbruikte, of hij nu een geboren Hebreeër of een inwonende vreemdeling was, ter dood gebracht moest worden. Met andere woorden, het misbruik moest worden vermeden, niet het gebruik ervan. De bewijzen tonen derhalve aan dat het gewone Hebreeuwse volk gedurende een groot gedeelte van de bijbelse periode Gods naam wel degelijk op respectvolle wijze heeft gebruikt, zowel in verband met de aanbidding als in de dagelijkse aangelegenheden van het leven.

In 1961 werd er ongeveer tweeëndertig kilometer ten zuidwesten van Jeruzalem bijvoorbeeld een oud rotsgraf blootgelegd. De grot schijnt uit de tijd van koning Hizkía te dateren (745-716 v.G.T.). Op de muren waren inscripties aangebracht waarin het tetragram werd gebruikt, zoals „Jehovah is de God van de gehele aarde”. En in 1966 werd er een verslag gepubliceerd over beschreven potscherven die in Arad, in het zuiden van Israël, waren gevonden. Een hiervan die u hier ziet afgebeeld, was een in het Hebreeuws gestelde persoonlijke brief van een ondergeschikte aan Eljasib. De brief begon: „Aan mijn heer Eljasib, moge Jahweh u vrede doen zien. En nu . . .” — Israel Exploration Journal, Deel 13, No. 2, blz. 74-92; Deel 16, No. 1, blz. 1-7.

Met het oog op het feit dat veel oude Hebreeën de goddelijke naam zelfs gebruikten in geschriften die niet exclusief religieus waren, zou men zich kunnen afvragen wanneer de bijgelovige vermijding ervan zich heeft ontwikkeld. In werkelijkheid kan niemand dit thans met zekerheid zeggen. Op grond van joodse rabbijnse geschriften hebben sommigen gemeend dat men in de eerste eeuw, toen Jezus op aarde was, de naam niet heeft gebruikt. Maar als de bijgelovige vermijding ervan zich toen verbreidde, wil dit niet zeggen dat Gods persoonlijke naam nooit werd gebruikt. Dr. M. Reisel schreef in dit verband: „Het tetragram moet door de hogepriester zijn uitgesproken totdat de Tweede Tempel in 70 G.T. werd vernietigd.”

U zult u misschien echter afvragen hoe het in dit verband met Jezus en zijn apostelen staat. Zullen zij Gods naam in geschrifte, spraak of bij het lezen van de Schrift hebben gebruikt? Wat valt er bijvoorbeeld te zeggen over de tijd toen Jezus in de synagoge in Nazareth opstond en Jesaja 61:1 las? Het tetragram komt in de Hebreeuwse tekst voor, welke aldus begint: „De geest van Jahweh, mijn Heer, rust op Mij, . . .” (Petrus-Canisiusvertaling). Gelooft u dat, ook al hebben sommige bijgelovige joden geweigerd de goddelijke naam uit te spreken, Jezus de naam met opzet vermeden zal hebben? Houd in gedachten dat hij heeft gezegd: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven.” — Joh. 17:6.

Het verslag van wat Jezus zei toen hij Jesaja 61:1 las, wordt in Lukas 4:18, 19 aangetroffen. Wanneer u deze verzen in een willekeurige wijdverbreide Nederlandse vertaling buiten de Nieuwe-Wereldvertaling opslaat, zult u Gods persoonlijke naam niet aantreffen. U zult in plaats daarvan merken dat de vertalers van die bijbels Jezus het volgende laten zeggen: „De geest van de Heer rust op mij . . .” — Het Nieuwe Testament in de omgangstaal.

Kunt u zich voorstellen dat Jezus dit heeft gezegd? Waarom zeggen de meeste bijbels hier „de Heer” in plaats dat ze Gods persoonlijke naam gebruiken? Het antwoord houdt verband met een recent onderzoek dat net zo intrigerend en boeiend is als een detectiveverhaal. Wij nodigen u uit het spoor te volgen en enkele van de verrassende aanwijzingen of sleutels op te merken die aan het licht zijn gekomen.

[Illustratie op blz. 5]

Het tetragram in een oude potscherfbrief

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen