Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w65 15/7 blz. 443-447
  • Babylons val veroorzaakt een kentering in de geschiedenis

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Babylons val veroorzaakt een kentering in de geschiedenis
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
  • Vergelijkbare artikelen
  • Cyrus
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Cyrus
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Cyrus de Grote
    Ontwaakt! 2013
  • Basis voor vertrouwen in de profetieën
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
w65 15/7 blz. 443-447

Babylons val veroorzaakt een kentering in de geschiedenis

1. Welke vragen worden er gesteld over de val van Babylon in het jaar 539 v. Chr.?

U ZOU zich kunnen afvragen waarom de bijbel zo veel te zeggen heeft over de val van Babylon, in het bijzonder zijn val in 539 v. Chr., toen Kores de stad innam, alhoewel de stad in dat jaar niet verwoest werd maar nog enkele eeuwen lang bleef bestaan. Zij die de geschiedenis nalezen, hebben zich eveneens afgevraagd waarom historici zo veel gezegd hebben over juist deze verovering van de stad. Een citaat uit de geschiedenis verschaft ons het antwoord:

2. (2 par.) Wat zegt het boek Nabonidus and Belshazzar over de belangrijkheid van de val van Babylon in 539 v. Chr., vergeleken bij andere onderwerpingen in zijn geschiedenis als stad?

2 Op vele kritieke momenten in de geschiedenis van Babylon waren militaire veroveringen van invloed op het wel en wee van de stad. Het is daarom des te merkwaardiger dat de capitulatie voor Kores in 539 v. Chr. wordt aangeduid als ’De Val van Babylon’, alsof er geen soortgelijke gebeurtenis was voorgevallen in de geschiedenis van de stad. Zelfs Babylons onderwerping aan Alexander [de Grote] in 331 v. Chr. verbleekt in belangrijkheid wanneer ze wordt vergeleken met de ramp waardoor het Neobabylonische rijk tot een einde werd gebracht.

Voor dit verschijnsel is een redelijke verklaring waarmee onderzoekers kunnen instemmen. Kores’ verovering van Babylon had verreikende gevolgen. Toen Sanherib en Assurbanipal de stad onderwierpen, werd het machtsevenwicht niet verlegd en bleven Semieten de heersers, maar de overwinning van Perzië in 539 v. Chr. introduceerde een nieuwe overheersende invloed in de ontwikkeling in de Oriënt van die tijd. Dat jaartal kenmerkt het keerpunt ten gunste van Arisch leiderschap, een toonaangevende kracht die zich tot op de huidige tijd aan het hoofd van de beschaving heeft weten te handhaven. — Nabonidus and Belshazzar, door R.P. Dougherty, bladzijde 167.

3. Hoe wordt dit door de Encyclopedia Americana bevestigd?

3 In The Encyclopedia Americana wordt in Deel 2, bladzijde 441b, gezegd: „De val van Babylon voor de oprukkende Kores betekende de val van de Semitische overheersing in Babylonië en de opkomst van de Arische macht.” — Uitgave van 1929.a

4. Welk nut heeft het dat wij op de hoogte zijn van enkele details over de val van Babylon?

4 Aangezien de val van Babylon zo’n belangrijke gebeurtenis vormt en deze val een op de voorgrond tredend bijbels thema is, is het goed dat wij over enkele details beschikken die ons erover inlichten wat er op die voor Babylon zo noodlottige nacht gebeurde. Wij zullen er door worden geholpen meer waarde te hechten aan het bijbelse verslag en te begrijpen hoe dit alles een profetisch beeld vormt van iets groters, iets wat in onze tijd in verband met Babylon de Grote zou gebeuren, zoals in latere uitgaven van De Wachttoren besproken zal worden.

5. (a) Hoe kwam het eigenlijk dat Babylon viel? (b) Waarom waren de Babyloniërs zo zorgeloos toen het leger van Kores zich buiten de stadsmuren bevond?

5 Het is van belang op te merken hoe gemakkelijk deze grote stad op de geschiedenis-makende nacht van 16 Tisjri van het jaar 539 v. Chr. Kores, de Pers, in handen viel. Voornamelijk geschiedde het zo omdat Jehovah’s profeten het aldus hadden voorzegd en omdat God erop toe zag dat zijn profetieën ten uitvoer werden gebracht. Waarom waren de inwoners van Babylon zo zorgeloos en onoplettend terwijl zij wisten dat de legers van Kores buiten de stad hun kampement hadden opgeslagen? ’Och’, dachten zij, ’de verdedigingswerken van Babylon zijn sterk en de stad is ruimschoots voorzien van voorraden; laat Kores maar eens proberen Babylon in te nemen.’ Ook al waren de Babyloniërs onder koning Nabonedos op het open slagveld verslagen en ook al was Nabonedos Borsippa, dat op korte afstand ten zuidwesten van Babylon lag, binnengevlucht, de Babyloniërs hadden het gevoel dat zij, achter de muren van Babylon, elke belegeraar smalend konden uitlachen. Zij dachten dat elk leger dat Babylon belegerde, op de duur uitgeput zou raken (en dit was wellicht ook met Kores’ leger gebeurd, als hij niet zo gemakkelijk toegang tot de stad had verkregen). Bovendien was dit nog de avond van een bepaald feest, en naar alle waarschijnlijkheid heeft Belsazar deze gelegenheid aangegrepen om in het bijzijn van zijn duizend machthebbers zijn minachting voor de belegeraar Kores ten toon te spreiden.

6. (a) Hoe werd Babylons voornaamste verdediging, de Eufraat, buiten werking gesteld? (b) Hoe hadden de Babyloniërs zelfs nu nog de binnenvallers kunnen terugdrijven indien er alarm geslagen was?

6 Het voorbeeld van hun koning volgend, gaven de Babyloniërs zich in die nacht over aan orgieën, waarbij zij de stad vulden met geluiden van religieuze razernij en dronkemanspartijen. Wat gebeurde er echter buiten de muren? Iets bijzonder onverwachts. Kores had een groot deel van zijn troepen meegenomen naar een plek aan de rivier de Eufraat die boven Babylon was gelegen. Hier had hij hen aan het werk gezet om een kanaal of kanalen te graven die het water van de Eufraat moesten afvoeren voordat het de stad bereikte. Onder dekking van de dichte duisternis van de nacht buiten de muren van Babylon trokken de troepen van de Meden en Perzen die nog door Kores waren overgelaten, zich samen waar de Eufraat bij het ene einde van de stad, in de buurt van de Isjtar-poort, naar binnen stroomde, en daar waar ze aan het andere einde van de stad naar buiten stroomde. Scherp letten zij er op hoe de wateren afnamen. Natuurlijk waren zij erop beducht dat iemand zou opmerken hoe het waterpeil zakte en alarm zou slaan. Tot dusver bleef alles stil. De Babylonische wachters schenen geheel in de losbandige feestvreugde op te gaan. De nacht verstreek echter, en de invallers konden het zich niet veroorloven zo lang te wachten totdat de rivier geheel droog zou komen te liggen. Zo snel en zo stilletjes mogelijk daalden zij nu af naar de rivierbedding en bijna tot aan hun dijen door het water wadend trachtten zij zo vlug mogelijk de dichtstbijzijnde poorten te bereiken. Waren de Babyloniërs ook maar enigszins waakzaam geweest, dan hadden zij de Medo-Perzische binnenvallers gemakkelijk kunnen betrappen en hen vanaf hun muren met projectielen kunnen vernietigen zonder dat er zelfs ook maar een van hen levend ontkomen zou zijn langs de weg die hij gekomen was. Maar de Babyloniërs, die ditmaal het geluk niet aan hun kant hadden, waren er zich binnen de stad in het geheel niet van bewust wat daarbuiten gebeurde. De invallers vingen alleen maar geluiden op van het feestgeroes.

7. (a) Door welke verdere zorgeloze houding van de Babyloniërs waren Kores’ mannen in staat de stad binnen te komen? (b) Tot waar moesten de binnenvallers doorstoten, en met welke tactiek?

7 Iemand die in de duisternis tussen de torenhoge muren van Babylon naar beneden had getuurd, zou in het donker gehulde groepen de poorten hebben zien naderen, die aangroeiden naarmate honderden aanvallers de oevers van de rivier opklommen om hun aantallen te versterken. Zoals zij hadden gehoopt, waren de poorten zorgeloos opengelaten. De Babyloniërs hadden zich voor de verdediging meer op de rivier verlaten dan op de poorten. De wachten bij de poorten werden overmeesterd, waarop Babylonische koeriers van de beide uiteinden van de stad in aller ijl het paleis van de koning trachtten te bereiken met het alarmerende nieuws. Kores gaf orders dat de soldaten een ieder dienden te doden die hun de weg naar het paleis versperde. ’Schreeuwt iemand je toe, schreeuw dan maar terug alsof je ook een van die Babylonische feestvierders bent. Verspil geen tijd doordat je degenen achterna jaagt die de huizen binnenrennen. Met de grootst mogelijke spoed op naar het paleis van Belsazar!’ En terwijl de Meden en Perzen zich stormenderhand een weg baanden door de straten, werd er van de daken der huizen geen enkel Babylonisch projectiel op hen afgeschoten. Op alle manieren scheen het de aanvallers mee te lopen.

8. Hoe werd Belsazar ervan in kennis gesteld dat de stad veroverd was?

8 Op dit moment bereikten de koeriers Belsazar; de een met het adembenemende bericht dat de aanvallers de stad waren binnengedrongen op de plaats waar hij vandaan kwam, en op de hielen gevolgd door een ander die aankondigde dat de stad aan het andere einde was binnengevallen. Wat moest Belsazar, die van schrik verlamd was, doen? Zou hij zelfmoord plegen? Ongeveer op dit tijdstip werd er in de poorten van het paleis lawaai gehoord. Wij laten het aan een geschiedkundige over om te beschrijven wat de oorzaak van deze opschudding was en wat er daarop volgde:

9. (4 par.) In welke bewoordingen verhaalt de oude Griekse geschiedschrijver Xenophon hoe het paleis werd veroverd?

9 En Gobryas [Oegbaroe, de bestuurder van Goetium] en Gadatas en hun troepen vonden de toegangspoorten tot het paleis gesloten, en zij die de opdracht hadden de wacht aan te vallen, vielen op hen aan terwijl zij bij een brandend vuur aan het drinken waren, en zonder dralen rekenden zij met hen af als met vijanden.

Maar doordat er lawaai en een tumult ontstond, hoorden zij die binnen waren het rumoer, en op bevel van de koning om te zien wat er aan de hand was, openden enkelen van hen de poorten en renden naar buiten.

En toen Gadatas en zijn mannen de poorten geopend zagen, stormden zij naar binnen en achtervolgden de anderen die weer het paleis binnenvluchtten, en terwijl zij links en rechts om zich heen sloegen, kwamen zij in de tegenwoordigheid van de koning, en zij troffen hem aan toen hij reeds was opgestaan met zijn dolk in zijn hand.

En Gadatas en Gobryas [Oegbaroe] en hun volgelingen overmeesterden hem; en zij die zich rond de koning bevonden, kwamen eveneens om, de een waar hij enige beschutting dacht te vinden, een ander terwijl hij wegrende, en weer een ander terwijl hij zich werkelijk met alle mogelijke middelen trachtte te verdedigen.b

10. Wat gebeurde er met Belsazar?

10 Beknopt vermeldt de bijbel welk lot Belsazar trof: „In denzelfden nacht werd Belsazar, de koning der Chaldeeën, gedood. Darius, de Meder, ontving het koningschap, toen hij twee en zestig jaar oud was.” — Dan. 5:30, 31; 6:1.

11. (5 par.) Welke verdere lezing geeft Xenophon over de definitieve verovering van de stad?

11 De gebeurtenissen welke in die historische nacht nog volgden, worden in Xenophons geschiedkundige werk getiteld „Cyropaedie” (omstreeks 370 v. Chr. opgetekend) beschreven. Volgens de Engelse vertaling ervan, „The Education of Cyrus”, lezen wij:

Kores zond vervolgens compagnieën cavalerie door de straten met de opdracht allen neer te slaan die zich buitenshuis bevonden, terwijl hij hen die verstand hadden van het Assyrisch, last gaf om aan degenen die zich in hun huizen bevonden, bekend te maken dat zij binnen dienden te blijven en dat een ieder die buiten aangetroffen zou worden, ter dood gebracht zou worden.

Terwijl zij aldus bezig waren, gingen Gadatas en Gobryas op om allereerst de goden eer te bewijzen, daar zij zich op de goddeloze koning hadden gewroken, en vervolgens kusten zij met vele vreugdetranen Kores’ handen en voeten.

En toen de dag aanbrak en zij die de burcht nog bezet hielden, ontdekten dat de stad was ingenomen en de koning ter dood was gebracht, gaven zij de burcht ook over.

En Kores nam onmiddellijk bezit van de burchten en zond er wachten en officieren van de wacht heen. Wat de doden betreft, hij gaf de naaste familieleden ervan toestemming hen te begraven. Bovendien gaf hij de herauten bevel om aan te kondigen dat alle Babyloniërs hun wapens dienden in te leveren, en hij verordende dat in welk huis ook maar wapens gevonden zouden worden, alle bewoners daarvan door het zwaard ter dood gebracht zouden worden. Daarom leverden zij hun wapens in en Kores borg ze weg in de burchten, zodat hij er de beschikking over zou hebben wanneer hij ze ooit nodig had. — par. 31-34, onderverdeling VII, hoofdstuk 5.

12. Hoe verging het Belsazars vader nadat Babylon gevallen was?

12 Na de verovering van Babylon marcheerde Kores op tegen Borsippa, waarheen Nabonedos, de eerste heerser van Babylon, de wijk genomen had, want deze Nabonedos zou wellicht voldoende strijdkrachten op de been kunnen brengen om een geduchte vijand te worden. Nabonedos bood echter geen weerstand, maar hij kwam naar buiten om zich aan Kores over te geven. Kores bewees Nabonedos barmhartigheid als beloning voor zijn onderwerping. Hij spaarde zijn leven, maar naar men zegt, heeft hij hem verbannen naar Carmania, waar hij hem de bestuurder maakte van die belangrijke provincie. Daar Nabonedos geïnteresseerd was in geschiedkundige en archeologische aangelegenheden, liet hij diverse inscripties na, waarvan er een bekend staat als de Nabonedos Kroniek. (The Encyclopedia Americana, uitgave van 1929, Deel 19, bladzijde 677).c Aldus ging het Babylonische rijk te gronde.

13. (a) Wanneer kwam Kores Babylon binnen, en hoe ontvingen de Babyloniërs hem? (b) Wie stelde vervolgens bestuurders aan in Babylon?

13 Alhoewel Babylon op 16 Tisjri (5-6 oktober) van het jaar 539 v. Chr. viel, kwam Kores zelf pas zeventien dagen nadat zijn troepen Babylon bezet hadden, de stad binnen. Dit viel op de derde dag van Marchesjwan (22-23 oktober). Terwijl de Babyloniërs hem een goede welkomst bereidden, kondigde hij de stad vrede aan en behandelde hij de inwoners ervan met mildheid. Acht dagen later stierf zijn voornaamste generaal Oegbaroe (Gobryas), waarop een periode van rouw volgde.d Met koning Kores was ook een bestuurder meegekomen, namelijk Goebaroe, en toen Kores de stad binnenreed, stelde deze Goebaroe bestuurders in Babylon aan.

14. Wie was volgens de historische documenten Darius de Meder?

14 Wie was de in Daniël 6:1 5:31 genoemde Darius, de Meder? Momenteel is dit aan de hand van niet-geïnspireerde heidense documenten nog moeilijk vast te stellen. Wellicht worden er in de toekomst nog meer documenten ontdekt die een helderder licht op deze vraag zullen werpen. Maar de bewijsgronden duiden er ten zeerste op dat hij dezelfde persoon was als Kores’ bestuurder die Goebaroe werd genoemd.e

15. Hoe werd het bewaarheid dat Jehovah het koninkrijk van Babylon verdeelde en het aan de Meden en Perzen gaf?

15 Zoals door het handschrift op de muren van koning Belsazars paleis was aangeduid, verdeelde Jehovah het koninkrijk van Babylon tussen de Meden en de Perzen, want Darius, de Meder, regeerde er als eerste over. Gods onfeilbare Woord spreekt erover dat hij als koning regeerde, en verhaalt dat hij ’over het koninkrijk honderd en twintig stadhouders aanstelde, die over het gehele koninkrijk verdeeld zouden zijn’ (Dan. 6:1, 2). In hoofdstuk 9:1 spreekt Daniël over „het eerste jaar van Darius, den zoon van Ahasveros, uit het geslacht der Meden, die koning geworden was over het koninkrijk der Chaldeeën”. Zijn regering was van korte duur; al heel spoedig nam Kores, de Pers, de titel aan van Koning van Babylon, Koning der Landen. De troon van Babylon werd dus verdeeld en werd allereerst aan de Meden gegeven en daarna aan de Perzen. Een tijdlang bleef Kores vanuit Babylon regeren, welke stad hij ten val had gebracht maar niet had verwoest.

16. (a) Wat betekende de val van Babylon in de wereldgeschiedenis? (b) Hoe was reeds in visioenen aan Daniël voorzegd dat deze verandering in de wereldmachten er zou komen?

16 De val van Babylon betekende derhalve de ondergang van de Derde Wereldmacht van de gewijde geschiedenis en de installatie van de Vierde Wereldmacht, Medo-Perzië. In twee visioenen die de profeet Daniël gedurende de regering van Belsazar heeft ontvangen en die voor ons staan opgetekend in Daniël 7:5 en 8:3, 4, 20, zag hij reeds hoe Medo-Perzië de wereldmacht zou zijn welke na Babylon zou komen.

17. Wat betekende de val van Babylon voor Gods volk in die dagen, en welke betekenis heeft deze val voor ons in deze tijd?

17 De val van Babylon was van grote betekenis voor de ware aanbidding en voor Gods uitverkoren volk, want de joden werden door Kores vrijgelaten om naar Jeruzalem terug te gaan en de tempel te herbouwen. Toch kan er aan de val van Babylon een tweede en nog grotere betekenis gehecht worden, want die val was een voorafschaduwing van de val van Babylon de Grote, welk stelsel vele mensen in gevangenschap aan valse religie heeft vastgehouden, hen heeft onderdrukt en hen veel ellende heeft doen ondergaan. Doordat wij de details kennen van de val van het oude Babylon en weten welke profetieën ermee in verband staan, zullen wij ons leven kunnen redden door uit Babylon de Grote te gaan en er uit te blijven.

[Voetnoten]

a Op bladzijde 65 van het boek On the Road to Civilization (1937), door Heckel en Sigman, staat te lezen: „Toen voor Kores de Isjtar-poort werd opengegooid, kwam er een einde aan tweeëntwintig eeuwen Semitische heerschappij en werd het Perzische Rijk een macht in het Oosten.”

Op bladzijde 236 van The Dawn of Civilization (1940), door Engberg, wordt gezegd: „Kores was bovendien de eerste grote Arische veroveraar van wie wij gehoord hebben, en door zijn prestaties verloren de Semieten, die lange tijd de heren van West-Azië waren geweest, hun macht totdat duizend jaar later de Arabieren komen.”

b Aangehaald uit de Engelse vertaling van Cyropaedie (of, The Education of Cyrus), door de oude Griekse geschiedschrijver en generaal Xenophon (VII, 5:27-30). Men neemt aan dat de Gobryas die door Xenophon wordt genoemd, dezelfde is als Oegbaroe, de bestuurder van Goetium, die ook in de Nabonedos Kroniek wordt genoemd als degene die Babylon voor Kores, de Pers, heeft veroverd en die niet dezelfde is als Goebaroe, die voor Kores bestuurders aanstelde in Babylon. — Zie Darius the Mede (bladzijde 75, voetnoot), door J. C. Whitcomb, Jr.

Zie betreffende Gobryas als Oegbaroe ook Nabonidus and Belshazzar, door R.P. Dougherty, de bladzijden 170-173, 175, 180, 184, 185, 187, 188, 192, 195, 196, 198, 199.

c Zie ook Berosus, een Babylonische priester van Bel, omstreeks 250 v. Chr. Aan de hand van bronnen die in spijkerschrift geschreven waren, schreef hij evenwel in het Grieks over zijn volk. Zijn werken zijn zoek geraakt, maar de joodse geschiedschrijver Josephus en ook de historicus Eusebius Pamphyli hebben fragmenten uit Berosus’ geschriften bewaard. Zie Contra Apionem, Boek 1, onderverdeling 20, door Josephus. The International Standard Bible Encyclopaedia, uitgave van 1955, Deel 1, bladzijde 368a, zegt dat Nabonedos werd gevangen gezet.

d Zie Babylonian Problems (bladzijde 201), door W. H. Lane, Uitgave van 1923.

e Zie hoofdstuk 7 van Darius the Mede, in 1959 in de Verenigde Staten van Amerika uitgegeven, door J. C. Whitcomb, Jr.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen