Alexander de Grote en bijbelse symbolismen
DE BIJBEL is rijk aan symbolismen, vooral in zijn profetische gedeelten. Door zulke symbolismen worden snel inlichtingen aan lezers en luisteraars doorgegeven. Ook kan men zich levendige, illustratieve voorstellingen gewoonlijk beter herinneren dan alleen maar een opsomming van feiten. Nog een voordeel van symbolen is, dat veel inlichtingen in eenvoudige bewoordingen verschaft kunnen worden.
Een goed voorbeeld hiervan treffen wij aan in het boek Daniël, dat vol staat met symbolismen. De Griekse of Grieks-Macedonische wereldmacht wordt daarin bijvoorbeeld afgebeeld als een geitebok en als een vierkoppige, gevleugelde luipaard. Een zorgvuldige beschouwing van dit symbolisme onthult hoe passend het is. Terzelfder tijd komt men onder de indruk van de verbazingwekkende manier waarop de bijbelse profetieën in vervulling zijn gegaan.
De Griekse wereldmacht, die als een geitebok wordt afgebeeld, wordt als volgt beschreven: „Zie! daar kwam een geitebok van de ondergang der zon over de oppervlakte der gehele aarde, en hij raakte de aarde niet aan. En wat de bok betreft, er was een opvallende horen tussen zijn ogen. En hij bleef helemaal naar de ram [die Medo-Perzië afbeeldt, zoals uit Daniël 8:20 blijkt] toe komen die de twee horens had, die ik voor de waterloop had zien staan; en hij kwam op hem toerennen in zijn geweldige woede. En ik zag hem in nauw contact met de ram komen, en hij ging van bitterheid jegens hem blijk geven, en vervolgens stootte hij de ram neer en brak zijn twee horens, en er bleek geen kracht in de ram te zijn om voor hem stand te houden. Hij wierp hem derhalve ter aarde en vertrapte hem en de ram bleek niemand te hebben die hem uit zijn hand bevrijdde. En de geitebok, van zijn kant, nam een uitermate groot air aan, maar zodra hij machtig werd, werd de grote horen gebroken, waarna er op een in het oog vallende wijze vier voor in de plaats oprezen, naar de vier windstreken van de hemel.” — Dan. 8:5-8.
Griekenland lag ten westen van het Medo-Perzische Rijk. Vandaar dat de Griekse bok vanuit het westen of van „de ondergang der zon” oostwaarts optrok. Het Grieks-Macedonische Rijk breidde zich bliksemsnel, alsof ’de aarde niet werd aangeraakt’, naar alle kanten uit. Na slechts ongeveer zeven jaar van oorlog was Alexander de Grote erin geslaagd zijn heerschappij over Klein-Azië, Egypte, Syrië, het uitgestrekte Medo-Perzische Rijk en zelfs gedeelten van India uit te breiden. Geen wonder dat het Grieks-Macedonische Rijk in de Schrift ook als een gevleugelde luipaard wordt afgebeeld (Dan. 7:6). De machtige Medo-Perzische „ram” stond machteloos voor de aanvallende Griekse bok.
De beschrijving van de „opvallende” of „grote horen” is goed op Alexander de Grote van toepassing. Hij was de agressieve leider van de grootscheepse veroveringscampagnes. Niet lang na zijn dood op drieëndertigjarige leeftijd kregen vier ’horens’ of regeerders de heerschappij over gedeelten van Alexanders uitgestrekte rijk.
Ongeveer tweeëntwintig jaar nadat de „grote horen” Alexander in de dood was „gebroken”, hadden vier van zijn generaals de macht volledig in handen. Seleucus Nicator heerste over Mesopotamië en Syrië. Cassander oefende heerschappij uit over Macedonië en Griekenland. Egypte en Palestina vormden het rijk van Ptolemaeus Lagus, en Lysimachus regeerde over Thracië en Klein-Azië. Aldus nam het rijk dat door Alexander de Grote was opgebouwd, het uiterlijk aan van een vierkoppige luipaard, zoals in Daniël 7:6 wordt beschreven: „Hierna bleef ik aanschouwen, en ziedaar! een ander beest, een gelijk een luipaard, maar het had vier vleugels van een vliegend schepsel op zijn rug. En het beest had vier koppen, en er werd werkelijk heerschappij aan gegeven.”
Daniëls profetie met betrekking tot het Griekse Rijk, vooral in verband met Alexander de Grote, is werkelijk op een opmerkelijke wijze in vervulling gegaan. Dit wordt reeds heel lang erkend. De eerste-eeuwse joodse geschiedschrijver Josephus bericht dat Alexander in Jeruzalem was en daar Daniëls profetie onder ogen kreeg. Over de reactie die dit op de veroveraar had, schrijft Josephus: „Als men hem nu Daniels geschrift toonde, waarin deze te kennen geeft dat een zekere Griek het Perzische rijk vernietigen zal, geloofde hij, dat hij de hier aangewezen persoon was.” Hoewel velen thans in twijfel trekken dat dit gebeurd is, blijkt uit het feit dat Josephus deze traditie vermeldt, dat Alexander de Grote als degene werd beschouwd die de profetie vervulde.
De bijbel is inderdaad nauwkeurig in de wijze waarop hij de ontwikkelingen in het Griekse Rijk onder de afbeelding van een bok en een gevleugelde, vierkoppige luipaard afschildert. Dit is slechts een van de talloze voorbeelden waardoor wordt geïllustreerd hoe de Schrift van symbolen gebruik maakt. Een studie van zulke profetische symbolismen kan zowel lonend als geloofversterkend zijn. Als u hier hulp bij zou willen hebben, zijn Jehovah’s Getuigen in uw omgeving gaarne bereid u bij een studie van de bijbel te assisteren.