„Een veracht man”
De Romeinse historicus Suetonius schreef een geschiedenis van twaalf Caesars. Suetonius, de zoon van een Romeins edelman, ontving vele van zijn inlichtingen over de ergste Caesars van ooggetuigen. Hijzelf leefde ongeveer dertig jaar onder het regime van de Caesars en had toegang tot de archieven van de Caesar en de Senaat. Het is interessant nota te nemen van de beschrijving van Suetonius over Tiberius Caesar, degene naar wie de bijbel vanwege zijn slechte hoedanigheden profetisch verwijst als naar „een veracht man” (Dan. 11:21). In zijn werk De twaalf Caesars schrijft Suetonius over deze verachte man:
„In zijn jeugd kon men zelfs al enkele tekenen van zijn woeste en harde karakter onderscheiden. Theodorus de Gadarener, die hem in de retoriek onderwees, schijnt de eerste te zijn geweest, die dit constateerde, daar deze, wanneer hij Tiberius bestrafte, hem ’modder met bloed gekneed’ noemde! Toen hij later echter keizer werd, doordat hij, door gematigdheid voor te wenden, steeds meer in de gunst kwam, was het niet meer aan twijfel onderhevig dat Theodorus gelijk had gehad. . . .
Een praetor vroeg Tiberius of volgens hem het gerechtshof ook bijeen moest komen om gevallen van majesteitsschennis te behandelen. Tiberius antwoordde dat de wet uitgevoerd moest worden. En uitvoeren deed hij hem, en wreed ook. Een man werd van onthoofding van een beeld van Augustus beschuldigd, omdat hij, met het doel er een ander hoofd op te zetten, het oude hoofd eraf had gehaald; zijn zaak werd door de Senaat berecht en omdat de bewijzen tegenstrijdig waren, liet Tiberius de getuigen onder martelingen verhoren. De overtreder werd ter dood veroordeeld, wat een precedent vormde voor vergezochte beschuldigingen: de mensen konden nu worden veroordeeld . . . wanneer zij zich dicht bij een beeld van Augustus omkleedden, of in een toilet of bordeel een ring of munt met de beeltenis van Augustus bij zich droegen; of wanneer men kritiek leverde op iets wat Augustus had gedaan of gezegd. Dit vond wel zijn hoogtepunt toen een man werd gedood omdat hem door het bestuur van zijn woonplaats op een eredag van Caesar eer werd bewezen.
Tiberius bedreef nog zoveel andere verdorven daden onder het mom van een hervorming van de moraal van het volk — maar in werkelijkheid om zijn wellust mensen te zien lijden, te bevredigen — dat er vele satires werden geschreven over de dagelijkse boosheden. . . .
Enkele dagen nadat hij op Capri was gearriveerd, drong er plotseling een visser in zijn afzondering door om hem een grote vis aan te bieden, die hij op de klippen aan de achterkant van het eiland had gevangen. Tiberius was zo geschrokken, dat hij zijn lijfwachten het bevel gaf de vis over het gezicht van de visser te schuren. De schubben ontvelden het gezicht van de man en deze riep in zijn hevige pijn: ’Ik dank de hemel dat ik de Caesar niet die grote krab heb gebracht, die ik ook nog ving!’ Tiberius liet de krab echter halen en gebruikte die voor hetzelfde doel. . . .
Weldra opende Tiberius een reeks van wreedheden en had nooit gebrek aan slachtoffers; daarvoor dienden eerst zijn moeders vrienden en minder intieme bekenden; . . . en ten slotte die van Sejanus [de bevelhebber van de Praetoriaanse Lijfwacht, die eveneens ter dood werd gebracht]. Toen Sejanus er niet meer was, namen zijn barbaarsheden nog toe; daardoor werd bewezen dat Sejanus niet, zoals zovelen dachten, hem tot moorden had aangezet, maar alleen maar had voorzien in de gelegenheden waar Tiberius om vroeg. . . .
Het zou veel tijd kosten om een lange, gedetailleerde lijst van al Tiberius’ barbaarsheden op te stellen; ik zal daarom met enkele voorbeelden volstaan. Er ging geen dag, hoe heilig ook, zonder een terechtstelling voorbij. . . . Vele van zijn manlijke slachtoffers werden mét hun kinderen beschuldigd en gestraft — enkelen zelfs dóór hun kinderen — en het werd de familie verboden er rouw over te bedrijven. Er werden speciale beloningen uitgeloofd voor degenen die hen hadden aangebracht en in bepaalde gevallen eveneens voor de getuigen. Het woord van een aanbrenger werd altijd geloofd. . . .
De lichamen van de terechtgestelden werden van de Rouwtrappen afgeworpen en met haken naar de Tiber gesleept — wel twintig per dag, waaronder vrouwen en kinderen. De traditie verbood het wurgen van maagden; wanneer daarom jonge meisjes ertoe waren veroordeeld om op deze wijze te sterven, werden ze eerst door de beul verkracht. . . . Op Capri kunt u nog steeds de rotstop zien waarop Tiberius vaak stond wanneer hij ernaar keek hoe zijn slachtoffers in zee werden geworpen. . . .
Er zijn niet alleen van de haat die Tiberius zich op de hals haalde, bewijzen voorhanden, maar ook van de angsttoestand waarin hijzelf leefde en van de beledigingen die hij te horen kreeg. . . . De eerste berichten over zijn dood veroorzaakten zulk een vreugde in Rome, dat de mensen door de straten renden en riepen: ’Naar de Tiber met Tiberius!’ en anderen zonden gebeden op naar Moeder Aarde en de goden van de hel om hem alleen maar onder de verdoemden te laten huizen.”
Ja waarlijk, Tiberius Caesar was een veracht man.