Kunt u met de Psalmen bidden?
Welke gebeden worden door God verhoord?
VELEN hebben er versteld over gestaan hoe de stemmen van astronauten op de maan over een afstand van honderdduizenden kilometers werden overgebracht en binnen een zeer kort tijdsbestek in alle delen der aarde werden gehoord. Deze prestatie werd mogelijk gemaakt door de werking van radiogolven.
Deze sensationele ontwikkelingen op het gebied van de ruimtevaart en de geluidsoverbrenging wekken bij mensen met een onbevooroordeelde geest de gedachte dat het voor menselijke schepselen volstrekt niet onmogelijk is communicatie te hebben met Degene die de maan en alle sterren die over de onmetelijke ruimte verspreid zijn, heeft geschapen. Ja, het geloof gebeden tot de Schepper te kunnen opzenden, alsmede het verlangen dit ook te doen, dienen hierdoor alleen maar sterker te worden.
De belangrijke vraag is echter hoe men moet bidden om de beste resultaten te krijgen. De mensen hebben er altijd behoefte aan gehad hun moeilijkheden uit te storten ten aanhoren van een machtige luisteraar, iemand die hen kan helpen hun problemen te overwinnen. Daarom wordt er door mensen van alle religies — boeddhisten, hindoes, aanbidders van Allah en leden van de religies der christenheid — gebeden. Sommigen richten zich rechtstreeks tot de god die zij aanbidden. Anderen bidden door tussenkomst van „heiligen”, beelden en relikwieën.
Er is echter geen religieus boek dat zoveel redelijke en leerzame dingen over het gebed heeft te zeggen als de bijbel. Van begin tot eind wordt daarin verteld hoe mensen uit vroeger tijden, mensen die in de ene ware God geloofden, gebeden opzonden. Er wordt in verteld wat zij in hun gebeden zeiden en met welke houding zij de Grote Hoorder der gebeden naderden (Ps. 65:2). Er wordt verteld om welke dingen zij baden en waarom.
Bijgelovig gebed
Veel mensen in de christenheid, zoals bijvoorbeeld in sommige Caribische landen, zenden — misschien onwetend — bijgelovige gebeden op. Hoe dat zo? Sommigen schijnen te denken dat een bepaald gebed enkel en alleen omdat het in de bijbel staat, heel belangrijk is in de ogen van God. Het wordt voor hen een soort van magische formule.
Eén gedeelte van de bijbel dat op dit gebied speciale aandacht krijgt, is het Boek der Psalmen. Het bevat vele gebeden die door koning David en andere getrouwe mannen onder een grote verscheidenheid van omstandigheden werden uitgesproken. Wat echter dikwijls over het hoofd wordt gezien, is het feit dat dit niet louter persoonlijke gebeden van mensen zijn. Veel van deze gebeden zijn zelfs duidelijk profetisch en hebben te maken met Jezus Christus en de rol die hij in Gods voornemens vervult. Merk bijvoorbeeld op dat de apostel Paulus Psalm 40 op de Heer Jezus Christus van toepassing brengt. — Hebr. 10:5-10.
Bijgelovige mensen menen echter dat zij elke specifieke Psalm kunnen gebruiken om aan een bepaald probleem in hun leven het hoofd te bieden. Zo zegt men dat één bepaalde Psalm succes in het zakendoen bevordert, een andere boze geesten verdrijft, een andere helpt om een betrekking te krijgen en weer een andere succes bij het vissen verzekert. U kunt zo iemand zelfs horen vragen: „Welke Psalm raadt u mij aan in zus en zo’n situatie te gebruiken?” Er zijn zelfs specialisten die men kan raadplegen als men in twijfel verkeert.
Hebt u geen werk? Zij zullen u vertellen op een kruispunt te gaan staan en Psalm 21 en 22 op te zeggen. Hebt u moeilijkheden met uw huwelijkspartner? Dan is alles wat u volgens hen moet doen, negen dagen lang Psalm 1 tot 9 opzeggen; de eerste dag Psalm 1, de tweede dag Psalm 1 en 2, enzovoort, totdat men op de negende dag alle negen opzegt. Bent u niet succesvol in het zakendoen? Dan wordt Psalm 25 aanbevolen.
Psalm 109 heeft volgens zeggen de kracht om, wanneer die wordt opgezegd, tegen vijanden te beschermen, hen te verdrijven of zelfs voor eeuwig te vernietigen. Men wordt verondersteld deze Psalm op te zeggen met het gezicht naar de opgaande zon gekeerd en een brandende kaars in de hand. De mensen laten de bijbel zelfs opengeslagen op hun bed of op een ander meubelstuk liggen, misschien zelfs met een brandende kaars bij deze speciale bladzijde! Men denkt dat goddeloze geesten aldus op een afstand gehouden kunnen worden of dat zij aldus belet kunnen worden het huis binnen te komen.
Helaas heeft al dit bijgelovige gebruik van de Psalmen niet mogen baten om het probleem der werkloosheid of de vele andere problemen op te lossen. De vijanden zijn er niet minder door geworden. De bijgelovigen worden nog steeds door goddeloze geesten bezocht juist de landen waar deze Psalmen voor verlichting worden opgezegd, worden nog steeds door ellende en armoede getroffen.
Wat dan? Is dit het soort van vertrouwen dat de mensen in de bijbel dienen te stellen? Is dit de juiste manier om God in gebed te naderen? Dient men te verwachten dat God dergelijke gebeden zal verhoren?
Gods Woord geeft raad
De bijbel zelf verschaft Gods antwoord op die vragen. De bijbel bevat niet alleen veel voorbeelden van gebed, maar geeft aanbidders ook instructies hoe zij dienen te bidden. Gebed nam in het leven en de bediening van Gods eigen Zoon, Jezus Christus, een belangrijke plaats in. Hij onderwees zijn volgelingen dat zij zijn voorbeeld moesten navolgen en hij leerde hun hoe zij moesten bidden. Hij zei in Matthéüs 7:7, 8: „Blijft vragen, en het zal u gegeven worden; blijft zoeken, en gij zult vinden; blijft kloppen, en u zal opengedaan worden. Want al wie vraagt, ontvangt, en al wie zoekt, vindt, en al wie klopt, zal opengedaan worden.”
Bedoelde Jezus met die woorden echter dat wat wij ook maar zouden vragen, gegeven zou worden? Volstrekt niet, want zijn discipel Jakobus schrijft over degenen wier gebeden niet worden verhoord, dat de reden is dat ’zij met een verkeerde bedoeling vragen’ (Jak. 4:3). En Jezus zelf vestigde op dramatische wijze de aandacht op het gevaar iets te vragen wat niet in overeenstemming is met Gods wil, want toen hij in de Hof van Gethsémane bad, zei hij: „Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker aan mij voorbijgaan. Nochtans, niet zoals ik wil, maar zoals gij wilt” (Matth. 26:39). Men kan niet met de woorden van Psalm 25:4 bidden: „Maak mij úw wegen bekend, o Jehovah; leer mij úw paden”, terwijl men geen moeite doet om Gods geschreven Woord, de bijbel, te bestuderen om meer omtrent Gods wil te weten te komen.
Dan is er de kwestie van bidden om rampspoed over onze vijanden. Dient een christen dat te doen? Jezus Christus leerde zijn volgelingen: „Blijft uw vijanden liefhebben en blijft bidden voor hen die u vervolgen, opdat gij er blijk van moogt geven zonen te zijn van uw Vader, die in de hemelen is.” — Matth. 5:44, 45.
Is het onmogelijk voor mensen dat beginsel te volgen? Jezus zelf hield zich er op het kritieke punt van zijn terechtstelling aan, want toen hij aan de paal werd genageld, riep hij uit: „Vader, vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen” (Luk. 23:34). En toen Stéfanus door de joden werd doodgestenigd, bad hij en zei: „Jehovah, reken hun deze zonde niet aan” (Hand. 7:60). Christenen dienen zich niet door haat of gedachten van persoonlijke wraak te laten beïnvloeden. God komt de wraak toe. — Deut. 32:35; Rom. 12:19.
Het is heel duidelijk dat men God niet terecht om barmhartigheid kan bidden wanneer men terzelfder tijd geen barmhartigheid aan persoonlijke vijanden betoont (Matth. 6:12). Maar hoe staat het dan met Psalm 109 en Psalm 83? Onthullen die niet een wraakgierige geest? Neen, niet als wij ze begrijpen zoals ze begrepen moeten worden. Ze zijn volledig in overeenstemming met Gods voornemen de onverbeterlijke goddelozen, degenen die opzettelijk goddeloos zijn, degenen die werkelijk Gods vijanden zijn, te straffen en te verdelgen (Psalm 83:2). En men dient op te merken dat de eerste van die Psalmen een profetisch gebed is waarbij omstandigheden betrokken waren die verband hielden met het leven van Jezus Christus. Deze Psalm wordt door de apostelen aldus toegepast (Hand. 1:20). Door die gebeden werd hoofdzakelijk de wens tot uitdrukking gebracht dat Gods naam als gevolg van zijn daden in verband met zijn volk met respect bejegend mocht worden. — Ps. 83:16, 18; 109:21, 27.
Het juiste gebruik van de Psalmen
De Psalmen maken deel uit van de Heilige Geschriften waarover de apostel Paulus schreef: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust tot ieder goed werk” (2 Tim. 3:16, 17). Het is derhalve goed om de Psalmen te zamen met de rest van de Schrift te bestuderen ten einde daaruit de rechtvaardige beginselen van God te putten waardoor wij ons leven streng moeten onderrichten. Indien onze gedachten en daden in overeenstemming met die beginselen zijn, zal Jehovah onze vurige gebeden verhoren. Maar wanneer iemand de Psalmen op een bijgelovige manier gebruikt terwijl hij de rest van de Schrift negeert en misschien zelfs in hoererij of overspel leeft, wat dan? Spreuken 28:9 antwoordt: „Hij die zijn oor afwendt van het horen der wet — zelfs zijn gebed is iets verfoeilijks.”
Iemand die zich uitsluitend op de gebeden in het Boek der Psalmen verlaat, terwijl hij in gebreke blijft dat wat Gods Zoon met betrekking tot het gebed leert in aanmerking te nemen, kan niet door God worden verhoord. Men moet de door Christus gegeven instructies en beginselen aanvaarden en toepassen, namelijk zich te onthouden van gebeden die alleen maar worden opgezonden om door de mensen te worden gezien, niet steeds weer dezelfde gebeden op te zeggen en in de naam van Christus te bidden (Matth. 6:5-8; Joh. 14:13). Jezus zelf getuigde: „Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader [zelfs niet in gebed] dan door bemiddeling van mij.” — Joh. 14:6.
De gebeden die God welgevallig zijn, zijn geen uit het hoofd geleerde gebeden, noch gebeden die van tevoren door iemand anders geschreven zijn. Het zijn veeleer spontane gebeden, die niet noodzakelijkerwijs volgens perfecte grammatica worden geuit en niet noodzakelijkerwijs vloeiend worden uitgesproken, maar die uit het hart komen. Eén bijbelpsalmist zei: „Ik heb geroepen met mijn gehele hart. Antwoord mij, o Jehovah” (Ps. 119:145). Had hij dat kunnen zeggen als hij slechts een geschreven gebed had opgelezen? Stellig niet.
Degene wiens gebeden God welgevallig zijn, is degene die Gods Woord heeft bestudeerd ten einde God en zijn wil en zijn rechtvaardige beginselen te leren kennen en wiens hart daardoor met waardering en dankbaarheid jegens de Schepper is vervuld. De gebeden van zo iemand zijn dan niet louter smeekbeden waarin hij God om iets vraagt, maar ze bevatten ook lof en dankzegging aan de Grote Gever van „elke goede gave en elk volmaakt geschenk”. — Jak. 1:17.
Jehovah’s getuigen vormen een volk dat volledig geloof in God heeft en het gebed ten volle waardeert als een manier om tot God te naderen. Zij aanvaarden de Heilige Schrift, met inbegrip van de Psalmen, als het Woord van de enige waarachtige God. Zij schrijven echter geen bovennatuurlijke, magische kracht aan de Psalmen toe. De Psalmen werden, net als de gehele Schrift, tot onze vertroosting geschreven en om onze hoop op te bouwen (Rom. 15:4). Veel van die in de bijbel opgetekende Psalmen bevatten profetieën omtrent het door Christus geregeerde koninkrijk Gods. Dat koninkrijk, waar Jezus zijn volgelingen om leerde bidden met de woorden: „Uw koninkrijk kome”, is het koninkrijk dat Jehovah’s getuigen over de gehele wereld bekendmaken als de hoop voor allen die zich in Gods gave van het leven wensen te verheugen. — Matth. 6:9, 10.