Produktief getuigenis geven
„Ik richt mijn slagen dusdanig dat ik niet in de lucht sla.” — 1 Kor. 9:26, NW.
1. Waarom is het juist dat Jehovah’s getuigen in deze tijd produktief zijn?
WILLEN de tegenwoordige getuigen van Jehovah hem behagen, dan moeten zij, evenals zijn getuigen destijds, produktief zijn. Jezus, het volmaakte Voorbeeld, zei tot zijn discipelen: „Wanneer iemand achter mij wil komen, hij verloochene zich, neme zijn martelpaal op en volge mij voortdurend” (Matth. 16:24, NW). Jezus’ apostel Petrus handelde zo, vandaar dat hij kon schrijven: „Gij werdt trouwens tot deze loopbaan geroepen, omdat ook Christus voor u heeft geleden en u een model heeft nagelaten, opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden” (1 Petr. 2:21, NW). Niet alleen is Jezus ons model, doch hij is thans tevens onzichtbaar tegenwoordig en leidt het produktieve getuigeniswerk en daarom moeten zijn getuigen ook thans goede resultaten tonen in hun evangeliebediening. — Joh. 4:36; 1 Kor. 3:8; Gal. 6:9, 10, NW.
2. Waarom kan er worden gezegd dat het „goede nieuws” de factor van produktiviteit in zich bergt?
2 Het is bijzonder goed nieuws te vernemen dat Jehovah in 1914 n. Chr. zijn duurzame koninkrijk heeft opgericht en Christus Jezus op de troon er van heeft geplaatst. Dit goede nieuws draagt de factor van produktiviteit in zich, daar zij die dit horen, bevoorrecht en verplicht zijn het gehoorde aan anderen door te geven. Merk op hoe dit in het laatste hoofdstuk van de Openbaring wordt gezegd: „De geest en de bruid blijven zeggen: ’Komt!’ Ieder die het hoort, zegge: ’Komt!’ Ieder die dorst heeft, kome en ieder die wil, neme het water des levens om niet.” — Openb. 22:17, NW.
3. Welke smeekbede zouden zijn volgelingen, zoals Jezus zeide, opzenden, en wat is het gevolg geweest?
3 Jezus vergeleek onze dagen met de oogsttijd, wanneer er in korte tijd veel werk verricht moet worden: „Ja, de oogst is groot, maar werkers zijn er weinig. Smeekt daarom de Meester van de oogst dat hij werkers in zijn oogst uitzendt” (Matth. 9:37, 38, NW). Jehovah, de Meester van de oogst, heeft dit gebed van zijn gezalfde getuigen, die hij de opdracht heeft gegeven het goede nieuws van zijn koninkrijk te prediken, thans verhoord door meer dan zeshonderdduizend werkers over de gehele aarde te zenden om te helpen in de wereldomvattende inzameling van hen die jegens God van goede wil zijn. Ondanks dit grote aantal is de oogst nog steeds groot en is er dringend hulp nodig. Zullen wij Jehovah blijven smeken meer werkers te zenden? Ja, want Jehovah heeft de produktieve krachtsinspanningen van zijn getuigen gezegend en daardoor is het aantal tot dit verbazingwekkende cijfer gestegen. Zo verhoorde Jehovah het gebed in het verleden en zo ook in de toekomst.
4, 5. Op welke andere wijze verwees Jezus naar het getuigenis dat thans wordt gegeven, en waaruit bleek dat het produktief moest zijn?
4 Jezus zei ook dat er Koninkrijksvruchten moesten worden voortgebracht, temeer nu het Koninkrijk reeds is opgericht. Hij zei dat wanneer de Koninkrijksboodschap gelijk zaad op goede grond wordt uitgestrooid, ze uitspruit, opwast en vruchten draagt. „Aangaande het zaad in de juiste aarde, dit zijn zij die het woord, nadat zij het met een juist en goed hart hebben gehoord, vasthouden en met volharding vrucht dragen” (Luk. 8:15, NW). Volgens Jehovah’s wet moet er vrucht naar zijn soort worden voortgebracht; daarom dienen wij dezelfde vruchten te dragen welke in ons werden gezaaid, namelijk, Koninkrijksvruchten, de Koninkrijksboodschap (Gen. 1:11, NW). Jezus bracht de door hem gegeven raad over het vruchtbaar zijn, tot een hoogtepunt toen hij tot zijn discipelen zei: „Hierin wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vruchten blijft dragen” (Joh. 15:8, NW). Let wel, „veel vruchten”; krachtig wordt ons hierdoor onder de aandacht gebracht dat Jehovah van ons eist dat wij produktieve getuigen zijn, die door de prediking veel tot stand brengen, mensen van goede wil opsporen, voeden en tot rijpheid brengen zodat zij inzien dat ook zij het voorrecht hebben om Koninkrijksvruchten voort te brengen. — Titus 3:8; Hebr. 13:15, NW.
5 Er zijn ons zeer vele Koninkrijkswaarheden gegeven en evenredig hiermee is het aantal voorrechten ze wederom aan anderen door te geven. Jezus heeft deze regel als volgt vastgelegd: „Van hem aan wie mensen het toezicht over veel hebben gegeven, zullen zij meer dan gebruikelijk is eisen” (Luk. 12:48, NW). Om getrouw te kunnen zijn en leven te mogen ontvangen, moeten wij ons naar behoren kwijten van de verantwoordelijkheden welke de waarheid meebrengt. Jezus zei: „Ik ben de ware wijnstok, en mijn Vader is de bebouwer. Iedere rank aan mij die geen vrucht draagt, neemt hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt, reinigt hij opdat ze meer vrucht moge dragen” (Joh. 15:1, 2, NW). Als de Wijnstok leidt Christus Jezus het voortbrengen van de vruchten tot eer van Jehovah, doch de ranken moeten de vruchten dragen. Volgens Jezus’ woorden moeten de ranken Koninkrijksvruchten voortbrengen of anders worden ze als onnut weggesnoeid. Jehovah reinigt en snoeit zijn op een wijnstok gelijkende organisatie opdat ze Koninkrijksvruchten kan voortbrengen. Wanneer wij de illustratie begrijpen, zullen wij er op uit zijn onze bediening produktief te laten zijn.
6. Hoe kan het produktieve getuigenisgeven van thans worden geïllustreerd, en is de onderlinge verhouding tussen de getuigen een wenselijke?
6 Het kenmerk van Jehovah’s grote universele organisatie, en daarvan getuigt de gehele schepping overvloedig, is produktiviteit. Door bemiddeling van zijn universele produktieleider, Christus Jezus, heeft Jehovah zijn aardse organisatie zo gevormd dat ze ook in de produktievorming kan delen. Het is een over de gehele aarde verbreide, soepel en doeltreffend werkende organisatie, bestaande uit honderdduizenden vrijwillige werkers. Daarin zult u geen ordeverstoringen aantreffen, geen „sit down”-stakingen en geen arbeidsmoeilijkheden van welke aard ook, want allen zijn geïnteresseerd bij deze organisatie. Elks hart is vervuld van liefde, en allen tonen dit de werkgever, Jehovah, en de opzichter, Christus Jezus; daardoor heerst er overal vrede en spannen allen eensgezind hun krachten in om de organisatie produktief te doen zijn.
7. Wat zijn enkele noodzakelijke dingen voor een volledige produktie binnen de Nieuwe-Wereldmaatschappij?
7 In deze theocratische organisatie dragen verschillende handelingen, als het ware de hoofdschotel, zeer veel tot de produktie bij; door de ondersteunende en verbindende activiteiten kan het werk echter doeltreffend en goed georganiseerd verricht worden. Zo zijn er de werkers bijvoorbeeld overvloedig studiehulpmiddelen en goddelijke instructies verschaft, welke zij ijverig bestuderen en toepassen. Door de wekelijkse vergaderingen in de Koninkrijkszaal kunnen de werkers bijeenkomen om uit de omgang met gelijkgezinden kracht te putten (Hebr. 10:24, 25, NW). Bovendien wordt hun hier gedemonstreerd hoe de dienst te verrichten en zij ontvangen raadgevingen in verband met de prediking. Tevens bezoeken de vreugdevolle werkers de school der theocratische bediening, waar een ieder de boodschap doeltreffend onder woorden leert brengen. Al deze onderdelen zijn nodig om de Nieuwe-Wereldmaatschappij van een zo groot mogelijke produktie te verzekeren.
8. Welke geestesgesteldheid dienen alle dienstknechten van Jehovah te bezitten, en waarin kan men terecht roemen?
8 Zij houden echter in gedachten dat alles gaat om de hen opgelegde verantwoordelijkheid de Koninkrijksboodschap bekend te maken. Elk die iets voortbrengt, is slechts een vat met waarheidszaden, en eensgezind worden de werkers door de grote Zaaier, Christus Jezus, gebruikt om de zaden uit te strooien. Alle werkers denken er echter altijd aan dat zij als enkeling betrekkelijk onbelangrijk zijn, en daarom trachten zij immer de waarheid en de grote Gever er van, Jehovah, te verheerlijken (1 Petr. 4:10, 11; Openb. 7:9, 10, NW). Jezus zei aan het eind van een van zijn eenvoudige illustraties aan zijn ijverige medewerkers ondubbelzinnig: „Zegt gij dan ook wanneer gij alles hebt gedaan wat u is toegewezen: ’Wij zijn onnutte slaven. Wat wij moesten doen, hebben wij gedaan’” (Luk. 17:10, NW). Het persoonlijke contact van elke getrouwe prediker met mensen van goede wil is zeer zeker belangrijk: Hij zal zich de moeite getroosten de belangstellende persoon thuis weer op te zoeken, om het waarheidszaadje water te geven totdat het uitspruit, en het plantje daarna blijven verzorgen, opdat het mag opgroeien en voortgaan tot rijpheid. Toch zijn de ijverige werkers slechts onnutte slaven. Hun Meester, Jehovah, kunnen zij niets anders dan liefde, lof en dienst brengen. Daar zij dus niets hebben om op te roemen, behalve de waarheid, welke hun door Jehovah’s onverdiende goedgunstigheid vrijelijk werd gegeven, werken zij nederig verder. Zowel Jeremia als Paulus gaven te kennen dat dit de juiste manier van werken was: „Wie roemt, roeme in Jehovah” (Jer. 9:24, NBG; 2 Kor. 10:17, NW). Door nederig te blijven, Jehovah de eer te geven en hem eensgezind tegenover anderen te verhogen, zal de bekwame werker voorspoedig zijn. — Joh. 4:36, NW; Ps. 34:2-4; Jer. 17:7, 8.
DE WERKWIJZE
9. Welke goede resultaten kunnen er verwacht worden van het gebruik van de bijbel in een drie- tot acht-minuten toespraakje?
9 De leden van de Nieuwe-Wereldmaatschappij beseffen dat zij om doeltreffend en produktief van deur tot deur te kunnen prediken, de boodschap duidelijk dienen aan te bieden. Drie jaar geleden introduceerde het Genootschap de drie- tot acht-minuten toespraakjes over bijbelse onderwerpen. Hierin wordt de nadruk gelegd op een toepasselijk thema, waardoor met behulp van enkele uitgezochte schriftuurplaatsen wordt bekendgemaakt wat Gods voornemen voor deze tijd is. Door deze teksten hardop uit de bijbel voor te lezen, kan de bezochte persoon zien dat een ware bedienaar van Gods goede nieuws het door hem vertelde ondersteunt met Gods Woord. Soms bemerkt een ernstige werker dat in een bepaald gebied geen van zijn woorden werkelijk een diepe belangstelling wakker roept — dat de mensen er omdat zij zeer religieus zijn, een diepgeworteld vooroordeel tegen hebben dat iemand hen bezoekt om over bijbelse aangelegenheden te spreken. Dit kan ten dele waar zijn, maar geeft de aankondiger van Jehovah’s koninkrijk het op met de woorden: ’Niets helpt hier’? Neen. Biedt hij de boodschap telkens weer geduldig en taktvol door middel van een levendig, belangwekkend drie- tot acht-minuten toespraakje aan? Ja, hij slaat zijn bijbel open of nodigt de bewoner uit de zijne te voorschijn te brengen. Wanneer hij dan hardop schriftuurplaatsen voorleest ter ondersteuning van zijn uiteenzetting over het opgerichte Koninkrijk, doet hij in de luisteraar een diepere achting voor de bijbel ontstaan. Op zachtaardige wijze helpt hij de luisteraar onjuiste gedachten te vervangen door nauwkeurige kennis, zodat hij gaat inzien dat de bedienaar van het evangelie een oprechte vriend is.
10. Waar kan men goede toespraakjes en bronmateriaal voor vele andere vinden?
10 Vinden deze vriendelijke bedienaren van het evangelie het moeilijk om te bepalen wat zij in hun korte toespraakje zullen vertellen? Neen, want voortdurend wisselen zij nuttige ideeën onder elkaar uit. Eerst proberen zij een van de korte toespraakjes welke in hun maandelijkse Koninkrijksdienst staan afgedrukt. Dit zijn uitstekende, in het veld beproefde toespraakjes. Het Genootschap heeft zijn reizende vertegenwoordigers in het veld, die bijzonder succesvol waren bij het afsluiten van abonnementen, namelijk gevraagd de door hen gebruikte succesvolle aanbieding te beschrijven. Bijna allen antwoordden dat zij de in de Koninkrijksdienst aangegevene gebruikten. Sommigen leren om te beginnen deze toespraakjes van buiten, maar al spoedig spreken zij met alle oprechtheid en overtuiging welke de waarheid in iemand voortbrengt, recht uit het hart. Het Genootschap heeft er toe aangespoord dat de werkers verschillende toespraakjes kennen zodat zij afwisseling kunnen aanbrengen en zich kunnen aanpassen bij de verschillende omstandigheden. Behalve degene die reeds in de Koninkrijksdienst staan aangegeven, staan er in de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! genoeg ideeën voor korte, levendige drie- tot acht-minuten toespraakjes. Bovendien treffen wij in het boekje „Make Sure of All Things” vele nuttige punten en volgens onderwerp gerangschikte bijbelteksten voor toespraakjes aan. Jehovah heeft al zijn gewillige woordvoerders beslist voorzien van een overvloed van opbouwend materiaal dat zij kunnen gebruiken om produktieve getuigen te worden.
11. Wat moet er, ten einde het getuigenisgeven produktief te doen zijn, volgen op het verspreiden van bijbelverklarende lectuur?
11 Wanneer produktieve bedienaren van het evangelie van huis tot huis gaan, verspreiden zij een bepaald aantal stuks lectuur, wellicht brochures, tijdschriften, een boek of een bijbel — maar beslist iets. De verspreiding van elke werker zal afhangen van zijn ijver en het aantal uren dat hij aan het werk besteedt. Wie kan zeggen dat de drie- tot acht-minuten toespraakjes de verspreiding van lectuur niet hebben doen toenemen? Laat de ijverige werker echter, nadat hij een of meer leerzame publikaties heeft verspreid, het geplante waarheidszaad uit zich zelf uitspruiten? Geeft hij Satan de kans het te vernietigen? In het verleden hebben velen jarenlang zo gewerkt omdat zij dachten dat het voldoende was de boodschap alleen maar bij de mensen achter te laten. Gedurende die jaren kwam er slechts heel langzaam een toename, doch onlangs heeft het Genootschap alle werkers in het veld er aan herinnerd dat zij volgens de schriftuurlijke raad, de „vreemdeling” niet dienen te beroven van het recht dat hij heeft de waarheid te leren kennen (1 Kon. 8:41-43; Spr. 3:27; Joh. 10:16, NW). Het is inderdaad gebiedend noodzakelijk dat gewillige luisteraars prompt wederom worden bezocht, opdat het geplante zaad water gegeven kan worden en het tedere jonge plantje beschermd kan worden. De produktieve bedienaar van het evangelie verwacht vruchten. Hij draagt zijn deel daartoe bij, wetend dat God het ’doet groeien.’ — 1 Kor. 3:6, NW.
DE GEOEFENDE, PRODUKTIEVE GETUIGE HELPT DE BEGINNELING
12. (a) Waarom hebben sommige werkers minder succes dan anderen? (b) Hoe kan de geoefende werker de beginneling helpen?
12 In de theocratische organisatie is het brengen van nabezoeken een fundamentele schakel (Hand. 15:36, NW). Het is ook een sterke schakel, doch hoe sterk wordt in grote mate bepaald door de getrouwheid van de afzonderlijke bedienaar van het evangelie bij het nabezoeken van de adressen waar hij wat heeft verspreid. De produktieve bedienaar van het evangelie besteedt om nabezoeken te kunnen brengen, elke maand eerst vele uren aan het daaraan voorafgaande van-huis-tot-huis-werk, waarbij hij zijn korte toespraakjes gebruikt. Vele ijverige getuigen verspreiden gemakkelijk lectuur, maar hebben niet zoveel succes wanneer zij deze adressen nog eens bezoeken. Neem nu eens uw geval. Wellicht vraagt de geoefende en produktieve getuige zijn jeugdige metgezel: Vindt u het bij het brengen van nabezoeken soms moeilijk om op het onderwerp van de waarheid terecht te komen? Soms is dit het geval. Veronderstel bij wijze van illustratie eens dat u een aantal vrienden belooft met hen te gaan picknicken. Er wordt afgesproken dat u het voedsel zult meebrengen en zij al het andere. De datum breekt aan; u bent op tijd en hebt al het voedsel bij u in de tas die u bij zich draagt. Uw vrienden hebben trek en vragen zich af waarom u het voedsel er niet uithaalt en het hun voorzet. U doet dit echter niet en laat het in de tas. Per slot van rekening gaat u weg en neemt het voedsel weer met u. Hoe zouden uw vrienden zich voelen? Zij zullen ongetwijfeld rammelen van de honger en bovendien teleurgesteld zijn. U heeft uw tijd en de hunne verspild, en u kunt niet zeggen dat u het prettig hebt gevonden, terwijl zij evenmin verkwikt zijn. Hetzelfde is het geval wanneer wij het geestelijke voedsel niet uitdelen: Waarom zou u beschroomd zijn? Zij weten dat u een bedienaar van het evangelie bent; u zei dit toen u daar de eerste maal aan de deur kwam. Zij zagen dat u uw bijbel gebruikte en ook nu verwachten zij het weer. Ja, u dient over de juiste middelen te beschikken om met het werk te kunnen beginnen, en hier volgt wat u dient te doen:
13, 14. (a) Hoe heeft het Genootschap ons wederom geholpen in verband met het nabezoekwerk? (b) Wat zijn enkele punten die wij in gedachten dienen te houden wanneer wij regelingen treffen voor nabezoeken?
13 Schep de situatie door er op voorbereid te zijn meer te kunnen vertellen over het onderwerp dat u in uw eerste korte toespraakje hebt aangeroerd, doch breidt het ditmaal uit tot een tien- tot vijftien-minuten lezinkje. Wederom heeft het Genootschap hier voorzieningen getroffen voor de produktieve bedienaar van het evangelie. Ten einde de volgende maal weer over hetzelfde onderwerp van het eerste bezoek te kunnen spreken, is het noodzakelijk dat u op uw van-huis-tot-huis-rapportje aantekent welk thema u heeft besproken. Bovendien is het bij het opstellen van uw drie- tot acht-minuten toespraakje nuttig in gedachten te houden dat u in de toekomst bij uw eerste nabezoek het onderwerp moet kunnen uitbreiden; kies daarom te dien einde enkele schriftuurplaatsen meer uit. Doordat u al weet wat u bij het volgende bezoek zult gaan bespreken, zult u met vertrouwen te werk kunnen gaan, terwijl uw voorbereiding ook het door u bezochte gezin van goede wil meer tot voordeel zal strekken. Nadat u er eenmaal bent, is het belangrijk dat u zo vlug mogelijk tot een bespreking van de waarheid uit Gods Woord overgaat. Met enkele woorden kunt u wederom met hen kennis maken en vervolgens uiteenzetten wat het doel van uw bezoek is. Wees echter menselijk, gebruik consideratie, straal warmte uit en wees vriendelijk. Wellicht heeft de familie een brochure genomen, en u zou het gesprek dan ongeveer als volgt op de waarheid kunnen brengen: ’Waarschijnlijk heeft u de brochure al doorgelezen en opgemerkt dat daarin ook het onderwerp wordt aangeroerd dat wij verleden week bespraken, over eeuwig leven, weet u nog? Aangezien u me vertelde dat u graag voor eeuwig zou willen leven, heb ik nog een paar schriftuurplaatsen over deze prachtige bijbelse waarheid opgezocht. Zij zullen u verder sterken zodat u de hoop kunt koesteren leven te ontvangen en niet te behoeven te sterven. Vindt u het goed, wanneer ik u deze eens voorlees?’
14 Het moeilijke gedeelte — een begin te vinden — is nu voorbij en het fundament voor een zeer aangenaam en produktief nabezoek is gelegd. Denk er aan: Het is zeer belangrijk dat wij onze nabezoeken voorbereiden en weten waarover wij gaan spreken.
15. Wat is het meest produktieve onderdeel van het getuigenisgeven gebleken?
15 Het doel van de nabezoeken is, ten slotte een huisbijbelstudie op te richten. Op zulk een studie wordt het fundament gelegd, dan kan men gaan bouwen. De pas-geïnteresseerde, een toekomstige Koninkrijksverkondiger, begint hier in kennis en begrip te groeien, waardoor in hem het verlangen ontstaat het goede nieuws aan anderen te vertellen. In deze tijd, welke wellicht weken of maanden duurt, wordt hij in de organisatie ingeleid doordat hij met u meekomt naar het plaatselijke dienstcentrum, de Koninkrijkszaal, of mogelijk een kringvergadering. Hij wordt aangemoedigd met zijn vrienden over het Koninkrijk te blijven spreken en u voorziet hem van extra-exemplaren van de brochures en tijdschriften. Bij dit alles houdt u het doel van uw studie in dat huis in gedachten — het voortbrengen van nog een lofzanger van Jehovah. U nodigt hem daarom uit u te vergezellen wanneer u van huis tot huis en op nabezoeken getuigenis gaat geven. Als gevolg hiervan staat uw toekomstige medegetuige spoedig op eigen benen en is er een levend bewijs van dat u een produktieve getuige bent.
DE TIJDSCHRIFTEN
16, 17. (a) Hoe beschouwen de mensen tegenwoordig tijdschriften? (b) Hoe wordt er door De Wachttoren en Ontwaakt! voordeel getrokken van deze houding van het publiek?
16 Beschouw nog eens een ander belangrijk onderdeel in de organisatie van de Nieuwe-Wereldmaatschappij. Allereerst enkele vragen: Wat ziet u wanneer u bij een kiosk komt? Tijdschriften. Wat treft uw oog in de vele boekwinkels? Tijdschriften! Wat doet de postbeambte gebukt gaan onder de last van zijn posttas? TIJDSCHRIFTEN. En wat lezen de meeste mensen? TIJDSCHRIFTEN! In de tegenwoordige wereld worden meer tijdschriften gelezen dan ooit tevoren. Jehovah’s dienstknechten zijn er echter bij geïnteresseerd hoe zij de mensen er toe kunnen aanzetten De Wachttoren en Ontwaakt! te lezen. Doordat deze twee tijdschriften in steeds grotere aantallen worden verspreid, wordt er een onmetelijk getuigenis gegeven. Nu is het zaak vooruit te denken.
17 Zie nog eens terug: In 1939 deed de eerste wereldomvattende Wachttoren-abonnementsveldtocht de oplaag onmiddellijk stijgen. Vergeleken bij het jaar daarvoor nam de tijdschriftenproduktie met het dubbele toe, en er werden meer dan 9.000.000 exemplaren gedrukt. Na dit begin volgde er jaar op jaar een snelle toename. In 1955 werden er van de beide tijdschriften meer dan zesentachtig en een half miljoen exemplaren gedrukt, hetgeen een toename is van negentienhonderd percent boven de produktie in 1938. In deze tijd dringen De Wachttoren en Ontwaakt! geregeld miljoenen huizen in vele landen binnen. Door het produktieve getuigenis worden steeds meer bewoners der aarde zich sterker bewust van deze twee tijdschriften.
18. Hoe waakzaam is het Genootschap precies met betrekking tot dit terrein van de Koninkrijksaankondiging, en wat kan redelijkerwijs van ons worden verwacht als afzonderlijke verkondigers van het „goede nieuws”?
18 Is dit echter voldoende? Overal neemt in deze tijd de spanning toe. Verslagenheid en bezorgdheid voor de toekomst zetten de mensen tot ernstige, serieuze gedachten aan. Op betrouwbare wijze vertellen De Wachttoren en Ontwaakt! wat er voor de boeg ligt. Ze zetten uiteen hoe men de woede van de komende storm kan overleven. Daarom kunnen nog ongekende miljoenen personen van goede wil zich nauwkeurig op de hoogte stelen van de van levensbelang zijnde en waardevolle inhoud van deze twee tijdschriften, om welke reden het Genootschap ook voorbereidingen blijft treffen deze miljoenen te dienen. Sinds 1938 is de drukkerijruimte te Brooklyn tweemaal verdubbeld. Twee zeer snelle tijdschriftenpersen en andere uitrustingsstukken werden er aan toegevoegd. In de zomer van 1956 werd de constructie van het 13-verdiepingen hoge tijdschriftengebouw van het Genootschap voltooid. Spoedig daarna werden nog twee tijdschriftenpersen afgeleverd. Ook in de drukkerijen in Zuid-Afrika, Zwitserland, Zweden en West-Duitsland neemt de produktie van tijdschriften toe. Aldus wordt er op een praktische manier het hoofd geboden aan de behoefte aan meer tijdschriften. Welke plannen maken terzelfder tijd de afzonderlijke produktieve bedienaren van het evangelie? In 1957 zullen Jehovah’s getuigen trachten geregeld meer personen van goede wil te bereiken met deze twee tijdschriften.
19. Wat zal noodzakelijk zijn om het hoge quotum van tijdschriftenverkondigers te bereiken?
19 Vol vertrouwen verwachten wij dat in de komende maanden alle aankondigers van Jehovah’s koninkrijk tijdschriftenverkondigers zullen worden. Een krachtige gemeente-organisatie is een vereiste om dit doel te bereiken. Op vastgestelde tijden dient men uit te trekken om de tijdschriften op straat, van winkel tot winkel en van huis tot huis te verspreiden. De dienstcentrums zijn bijzonder geschikt voor het tijdschriftenwerk, en ook in dit opzicht zal het opleidingsprogramma evenals bij het geregelde getuigenisgeven van huis tot huis veel goed doen. Heeft u tot nog toe geen aandeel gehad aan het getuigenisgeven met tijdschriften? Het is nu de gunstigste tijd er mee te beginnen; ga met een ander mee om te zien hoe doeltreffend u het werk kunt verrichten. Aldus kunnen wij eensgezind het doel bereiken; Iedere produktieve bedienaar van het evangelie een tijdschriftenverkondiger. Vanzelfsprekend zal het tot gevolg hebben dat uw medewerkers in de drukkerij te Brooklyn en op andere bijkantoren van het Genootschap over de gehele aarde de tijdschriftenproduktie uitbreiden. Dit extra-werk zal echter de reeds bezig zijnden nog meer vreugde brengen. Zij zullen het een voorrecht vinden om tezamen met u de vele behoeftigen van deze allerbelangrijkste tijdschriften te voorzien.
20. (a) Welke raad is er gegeven in verband met het getuigenisgeven met tijdschriften? (b) Hoe kunnen wij vreugde scheppen in het getuigenisgeven met tijdschriften, en wat kan er voortvloeien uit het verspreiden van één enkel tijdschrift?
20 De zaterdag is over het algemeen de tijdschriftendag. Voor de meeste mensen is het de drukste dag. De ervaring die velen hebben opgedaan, is, dat men de tijdschriften het best kort en ter zake kan aanbieden. Het doel is vele exemplaren te verspreiden, die voor zich zelf zullen „spreken.” Het Genootschap geeft de raad aanbiedingen te gebruiken van een halve minuut tot een minuut en een treffend punt uit het aangeboden tijdschrift kort te bespreken. Vele verkondigers vinden het prettig om met de tijdschriften van winkel tot winkel te werken, waardoor zij geregelde routes hebben kunnen opbouwen. Indien u niet precies weet hoe u winkeleigenaars en -bedienden zult aanspreken, zou u het eens als volgt kunnen proberen: „Ongetwijfeld hebt u het zeer druk, mijnheer, doch ik zal slechts een ogenblikje van uw tijd nemen. Ik wil u bekendmaken met de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! Ze zijn speciaal geschreven voor mensen met drukke werkzaamheden, daar ze in enkele woorden veel vertellen. Voor slechts veertig cent zijn ze uw eigendom. Ik ben er van overtuigd dat u ze met genoegen zult lezen.” Sommigen hebben zeer goede resultaten bij het werken op straat doordat zij de voorbijgangers (één per keer) taktvol aanspreken, een eindje met hen meelopen en de twee tijdschriften aanbieden. Doch de meesten die aan de tijdschriftenverspreiding deelnemen, doen de beste resultaten in het van-huis-tot-huis-werk op. In welk gedeelte van het veld u ook werkt, u zult met plezier aan de hand van deze tijdschriften getuigenis geven. Een waarschuwend woord is echter op zijn plaats: Maak op uw van-huis-tot-huis-rapport een aantekening waar u speciale belangstelling hebt aangetroffen en breng daar later een nabezoek, daar de in de tijdschriften vervatte waarheid in „goede grond” kan zijn gezaaid en met de juiste zorg ten slotte vrucht kan dragen tot eer van Jehovah.
HET VOORTBRENGEN VAN KWALITEITSPRODUKTEN
21. Hoe zijn Paulus’ woorden in 1 Korinthe 9:26 passend in verband met het produktief getuigenisgeven?
21 Produktief getuigenis te geven betekent niet alleen meer getuigenis te geven, maar ook beter (Kol. 3:23, NW). Eens besteedden wij weinig aandacht aan onze dienst en maakten er weinig plannen voor, doch die dagen zijn voorbij. Wij moeten ijverig zijn en de kostbare tijd doeltreffend gebruiken. In deze trant schreef Paulus tot de christenen: „Ik richt mijn slagen dusdanig dat ik niet in de lucht sla” (1 Kor. 9:26, NW). Een lopende band levert alleen resultaten op wanneer er werk wordt verricht, wat ook voor de Nieuwe-Wereldmaatschappij geldt. De dienst moet nimmer vertragen, moet goed doordacht en georganiseerd zijn, doeltreffend worden gemaakt en gaande worden gehouden van de zijde van al Jehovah’s dienstknechten.
22. (a) Hoe produktief is het getuigenisgeven in de tegenwoordige tijd geweest? (b) Welke verplichting wordt degenen die produktieve getuigen zijn, opgelegd?
22 In de vroege christelijke tijden waren Jehovah’s getuigen produktief. Zij droegen zeer veel Koninkrijksvruchten (Hand. 10:44-47; 13:48, 49; 15:30-32; 28:30, 31, NW). In deze „laatste dagen” is er aan het produktieve getuigenisgeven nieuw leven gegeven. In 1919 waren er bijvoorbeeld maar enkele duizenden actief bezig met het prediken, doch tegen 1945 was het aantal van de actieve predikers over de gehele wereld tot 141.606 gestegen. Deze wonderbaarlijke groei vormde voor Jehovah’s getuigen in dat jaar een reden tot vreugde en aanmoediging, maar merk thans hun blijdschap eens op nu er in 1955 642.000, een nieuw hoogtepunt, berichtten dat zij in de dienst hadden gestaan, wat een toename is van een half miljoen in tien jaar tijds! Het produktieve getuigenisgeven heeft vruchten afgeworpen! In de tien weken gedurende de zomerserie van de in 1955 gehouden vergaderingen van het „Zegevierende Koninkrijk” symboliseerden alleen al dertienduizend hun opdracht aan Jehovah. Op de rijpen in de organisatie rust de dringende verplichting de beginnelingen te helpen tot rijpheid te groeien opdat ook zij produktief getuigenis mogen geven. Durven wij het aantal van hen die zich nog bij ons zullen voegen in het bekendmaken van het goede nieuws, te beperken? Wij danken Jehovah voor de toename in het aantal „werkers” in deze oogsttijd. Al ons produktieve getuigeniswerk verrichten wij tot zijn eer en wij bidden om zijn voortdurende zegen.
23. Wat zijn enkele vragen die wij bevestigend moeten beantwoorden, willen wij produktieve getuigen zijn?
23 Laten wij daarom ons zelf met het oog op het produktieve karakter van Jehovah’s Nieuwe-Wereldmaatschappij enkele praktische vragen stellen: Wat is onze positie in Jehovah’s boodschappen bekendmakende organisatie? Waardoor kunnen wij aantonen dat wij produktieve getuigen zijn? Werken wij of lopen wij maar zo’n beetje mee? Stellen wij het juiste voorbeeld wat persoonlijke studie en het getrouw bezoeken van de vergaderingen betreft? Werken wij geregeld van huis tot huis, en zijn wij geregeld in het brengen van nabezoeken, in het gebruiken van bijbelse toespraakjes en het helpen van anderen doordat wij het opleidingsprogramma ondersteunen? Hebben wij een aandeel aan en ondersteunen wij alle getuigenisveldtochten? Een goede produktie houdt in dat wij dit alles doen. Evenals Jehovah produktief is, moeten wij het ook zijn wanneer wij in zijn Nieuwe-Wereldmaatschappij van Koninkrijksvruchten-dragers gezamenlijk werkzaam zijn. Dit is een vereiste om in zijn Nieuwe Wereld te kunnen leven. Jehovah heeft de wonderbaarlijkste zegeningen weggelegd voor de produktieve getuigen en een ieder die de waarheid kent, kan getuigenis geven. Men behoeft slechts tot zijn naaste over de bijbel te spreken. Zelfs alle lezers van De Wachttoren kunnen Jehovah’s koninkrijk als de enige hoop voor de mensheid aankondigen.