Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Met zachtaardigheid onderrichten
    De Wachttoren 1967 | 15 augustus
    • moeite mee hebben, want zachtaardigheid gaat van nature gepaard met nederigheid. — Joh. 13:5, 13-15; Matth. 20:26, 27.

      27. Waar is zachtaardigheid nog meer onontbeerlijk?

      27 In de kleinste eenheid van de gemeente, dat wil zeggen in de gezinskring, is zachtaardigheid onontbeerlijk. Vaders en moeders gaan in zachtaardigheid met elkaar en met hun kinderen om en nemen niet hun toevlucht tot tentoonspreidingen van opvliegendheid of onredelijkheid. Het gezinshoofd, de echtgenoot, moet veel raad en streng onderricht geven, doch dit moet in zachtaardigheid worden gedaan. Deze zachtaardige manier van omgang met kinderen zal op de jonge geest een grote invloed ten goede hebben. Zij zullen van kleins af aan leren dat zachtaardigheid de wijze is waarop men met anderen moet omgaan. Als zij tot volwassenheid groeien, zal de zachtaardige geest met hen groeien en een deel van hun christelijke persoonlijkheid worden.

      28. Wat zijn de resultaten van zachtaardigheid?

      28 Met zachtaardigheid te onderrichten is dus Gods weg. Als men tot hen die buiten de christelijke gemeente zijn predikt, als men hen die binnen de gemeente zijn onderwijst en vermaant, en als men binnen de gezinskring onderricht en terechtwijst, worden door deze eigenschap de beste resultaten verkregen. Zachtaardigheid draagt tot grote vrede en groot geluk van afzonderlijke personen en van de gemeenschap bij. Wat is het aangenaam in een heel gezelschap van mensen te verkeren die de vrucht van Gods geest voortbrengen, die in hun werk, leven en onderricht zachtaardigheid aan de dag leggen! Dat God zulke personen zegent, maakte Jezus duidelijk toen hij zei: „Gelukkig zijn de zachtaardigen, want zij zullen de aarde beërven.” — Matth. 5:5.

  • Onbevreesd in de prediking van Gods onthulde geheimen
    De Wachttoren 1967 | 15 augustus
    • Onbevreesd in de prediking van Gods onthulde geheimen

      NIET zonder goede redenen gebood Jezus Christus zijn apostelen toen hij hen uitzond om te prediken: „Wordt niet bevreesd voor hen die het lichaam doden maar de ziel niet kunnen doden; doch vreest veeleer hem die én ziel én lichaam kan vernietigen in Gehenna.” — Matth. 10:28.a

      Die vermaning hield de gedachte in dat zij, als zij eropuit trokken om te prediken, met vervolging te maken zouden krijgen. Maar waarom? Was de boodschap die zij moesten brengen, namelijk „Het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen”, geen goed nieuws? Inderdaad. Ze bestond uit Gods geheimen die Jezus als het ware in de duisternis onthulde en die zij in het licht moesten vertellen; het goede nieuws dat hij bij wijze van spreken in hun oren had gefluisterd, moesten zij van de daken prediken. — Matth. 10:7, 27.

      Waarom zou iemand hen willen vervolgen voor het brengen van goed nieuws, vooral als zij tegelijkertijd wonderen van gezondmaking verrichtten? Waarom? Omdat dit goede nieuws het licht was en sommigen gaven de voorkeur aan de duisternis boven het licht omdat dit goede nieuws de waarheid was die mensen vrijmaakt en er mensen waren die er voordeel van trokken als zij anderen in slavernij hielden. — Joh. 3:19; 8:32.

      Dat Jezus er goede redenen voor had hun te vertellen niet degenen te vrezen die alleen het lichaam konden doden, kwamen zij op zijn laatst te weten toen Jezus gearresteerd was en allen hem in de steek lieten en de vlucht namen. En later, toen hun vervolging overkwam toen de apostel Jakobus ter dood werd gebracht en de apostel Petrus gevangen was genomen, kwamen deze woorden ongetwijfeld in hun herinnering. — Matth. 26:56; Hand. 12:1-3.

      De raad die Jezus destijds gaf om geen mensen te vrezen, is met evenveel kracht op ons in deze tijd van toepassing, want „allen die met godvruchtige toewijding in vereniging met Christus Jezus wensen te leven, zullen ook vervolgd worden”. — 2 Tim. 3:12.

      Maar waarom geen mensen te vrezen als zij ons van het leven kunnen beroven? In de eerste plaats omdat zij sterfelijk zijn. Jehovah herinnerde zijn getuigen uit de oudheid hieraan met de woorden: „Wie zijt gij, dat gij bevreesd zijt voor een sterfelijk mens . . . dat gij vergeet den HERE, uw Maker?” Ja, vandaag kunnen er dan wellicht vervolgers zijn, maar morgen zijn zij verdwenen, dood en begraven. Waar zijn nu die bittere vervolgers van Jehovah’s volk, zoals Hitler, Stalin en Trujillo? — Jes. 51:12, 13.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen