-
Oudere personen helpen Jehovah te leren kennen en te dienenDe Wachttoren 1970 | 15 februari
-
-
volgende studie hebben wij het gebed besproken, maar zij was nog steeds overstuur.
Toen ik voor onze volgende studie kwam, bracht zij de kwestie van het gebed weer ter sprake en zei: ’Toen ik gisteravond naar mijn slaapkamer ging, ben ik op mijn knieën gevallen en heb gezegd: „Jehovah God, ik ben maar een arme, domme, oude vrouw en ik weet niet hoe ik tegen u moet praten maar misschien wilt u luisteren . . . en ik heb hem aan het einde gedankt dat hij mij had aangehoord.” ’Met tranen in haar ogen vroeg zij toen aan mij: ’Denkt u dat hij heeft geluisterd?’ Klaarblijkelijk heeft hij dit gedaan, want zij voelt zich nu dichter tot Hem en zijn volk aangetrokken en heeft vol vreugde onze kringvergadering bezocht.”
Een andere Getuige vertelde de volgende ervaring tijdens een kringvergadering in New York: „Op zekere dag zag ik een vrouw een boodschappenwagentje vol kruidenierswaren voortduwen. Aangezien zij er moeite mee had, ging ik naar haar toe en bood aan haar te helpen met de boodschappen thuis te komen. Zij nam mijn aanbod graag aan, want zij woonde nog zeven blokken verder.
Toen wij onderweg waren, maakte ik van deze gelegenheid gebruik om de bijbel met haar te bespreken. Zij reageerde op mijn vriendelijkheid door mijn aanbod te accepteren haar later nog eens te bezoeken om ons gesprek voort te zetten.
Toen ik kwam, begonnen wij samen de bijbel te bestuderen, en zij maakte snel vorderingen. Nu bezoekt zij de meeste vergaderingen in de Koninkrijkszaal en neemt deel aan de Wachttoren-studie. Deze dame is zevenentachtig jaar oud en het is werkelijk bijzonder vreugdevol haar te mogen helpen Jehovah te leren kennen.”
In Peru heeft een zendelinge een bedlegerige negenentachtigjarige vrouw geholpen de bijbel te leren kennen. Na verloop van tijd begon deze vrouw Gods waarheid en zijn organisatie te waarderen. Zij wist dat prediken tot de vereisten behoorde waaraan zij moest voldoen om Jehovah te behagen. Zij wist echter niet hoe dit te doen, want zij kreeg erg weinig bezoek, had geen telefoon en kon niet met een vaste hand schrijven. De vooruitzichten waren inderdaad somber. De zendelinge moedigde haar aan tot Jehovah te bidden en hem voortdurend te vragen een gelegenheid te scheppen waardoor zij iets kon doen om een werkelijke Getuige te zijn.
Spoedig deed zich een gelegenheid voor. Klaarblijkelijk zonder enige reden had haar familie, die voor een huishoudster had gezorgd, een nieuwe huishoudster in dienst genomen om voor haar te zorgen. De nieuwe huishoudster merkte de bijbel en de lectuur naast haar bed op en begon vragen te stellen. Hoe verrukt was zij toen de zendelinge kwam om met haar te studeren! Hier, in haar eigen kamer, had zij iemand gevonden met een zachtmoedig hart. Hoe kon zij haar helpen? De zendelinge hielp haar voor deze geïnteresseerde persoon te zorgen door op een vel papier vragen in kapitale letters voor haar uit te typen, zodat zij deze aan haar huisbewoonster kon voorlezen. Gedurende hun studie hoefde de zendelinge zelden extra opmerkingen te maken. Na verloop van tijd was deze nieuwe lofprijzer van Jehovah in staat zelf voor deze geïnteresseerde persoon te zorgen. Hoewel zij bedlegerig is, heeft nu ook zij een vreugdevol aandeel aan het geven van getuigenis.
-
-
Kunt u zich dit herinneren?De Wachttoren 1970 | 15 februari
-
-
Kunt u zich dit herinneren?
Hebt u de recente uitgaven van De Wachttoren zorgvuldig gelezen? Zo ja, dan zult u de volgende belangrijke punten stellig herkennen.
● Wat zijn enkele methoden waarvan Satan de Duivel zich bedient ten einde Gods opgedragen volk van het ware geloof af te trekken?
Hij tracht een beroep te doen op hun seximpulsen door hen ertoe te verleiden onwettige betrekkingen te hebben. Velen zijn door een losbandig gedrag, hoererij of overspel van het geloof afgevallen. Satan maakt ook gebruik van het materialisme en slechte omgang. — Blz. 723.a
● Waarom is het praktisch dat christenen zich niet op hun vervolgers wreken?
Omdat er altijd hoop bestaat dat een vervolger misschien eens de feiten met betrekking tot degenen die hij vervolgt te weten komt en als hij een goed hart heeft, kan het zijn dat ook hij de reine aanbidding gaat beoefenen. — Blz. 751.
● Naar welke goddelijke voorziening wees het scharlaken koord dat de hoer Rachab aan het venster van haar huis vastbond (Joz. 2:21)?
Het scharlaken koord duidt op de voorziening die God thans getroffen heeft voor de redding van de „grote scharen” welke voorziening is gebaseerd op Jezus’ slachtoffer. — Blz. 50.b
● Waarnaar wees de wet betreffende de sabbatdag, die Jehovah aan Israël had gegeven, volgens Jezus vooruit (Matth. 12:8)?
Deze wet wees vooruit naar de duizendjarige regering van Christus, de zevende in een reeks van duizend-jaarperioden of millennia. — Blz. 15.
● Zag Mozes werkelijk Jehovah’s gedaante op de berg Sinaï in 1513 v.G.T. (Ex. 34:6)?
Neen, hij zag slechts de nagloed van Jehovah’s voorbijgaande manifestatie, hetgeen slechts mogelijk was nadat Jehovah speciale voorzorgsmaatregelen had genomen om Mozes te isoleren zodat hij niet gedeerd of verdelgd zou worden. — Blz. 75.
-