Wat betekent Gods koninkrijk voor u?

WANNEER u het Onze Vader bidt, gebruikt u de woorden: „Uw Koninkrijk kome” (Matth. 6:10). Wat betekent dat koninkrijk voor u? Welke rol speelt het in uw leven? Waarom heeft Jezus ons geleerd in de eerste plaats voor dit koninkrijk te bidden en pas daarna om ons dagelijkse brood, vergeving of bevrijding uit verzoeking te vragen?

Er wordt in de Schrift zo vaak naar het koninkrijk Gods verwezen dat wij beslist kunnen zeggen dat het het thema of de centrale leerstelling van de gehele bijbel is. Dat Jezus ons aanspoorde er voortdurend om te bidden, toont aan welk een belangrijke plaats het in Gods voornemens inneemt. Alleen al in het boek Matthéüs wordt het meer dan vijftig maal vermeld! In verband waarmee geschiedt dit echter? Johannes de Doper maakt hier met de volgende woorden melding van: „Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen” (Matth. 3:2). Toen Jezus zijn discipelen uitzond, gaf hij hun de opdracht: „Gaat en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen” (Matth. 10:7). Het zou dus geen aards koninkrijk zijn, maar een koninkrijk dat vanuit de onzichtbare hemelen over de aarde en de zich daarop bevindende mensen zou regeren.

Wie zou de koning zijn? In Lukas 1:31, 33 wordt gezegd: „Gij zult hem den naam Jezus geven . . . en Hij zal als koning . . . heersen . . . en zijn koningschap zal geen einde nemen.” De in hemelse heerlijkheid op de troon geplaatste Koning Jezus Christus zal deze goddeloze wereld en allen die haar liefhebben, vernietigen. Wanneer er dan geen goddeloosheid meer bestaat, zal God „alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geplaag, noch moeite zal er meer zijn” (Openb. 21:4). Jesaja 9:6 voegt hier nog aan toe: „Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede.”

Het Koninkrijk zal het einde betekenen van ziekte, verdriet, haat, onderdrukking en oorlog! Het zal vrijheid van vrees, van gebrek en van de dood betekenen. Verder waarborgt het vrede tussen God en de mensen, tussen de mensen onderling, tussen de mens en zijn eigen lichaam, tussen mens en dier en tussen de mens en de aarde. De gehele aardbol zal in een paradijs zijn omgevormd! Dit is het grootse voornemen dat God door middel van het Koninkrijk ten aanzien van de mens heeft.

WAT HET DIENT TE BETEKENEN

Wat betekent het koninkrijk des hemels voor God? Hij is degene die de komst ervan waarborgt; het is zijn koninkrijk. Het Koninkrijk betekent zoveel voor God dat hij zijn eniggeboren Zoon als de Koning van dat koninkrijk heeft verschaft. Het betekent daarom zoveel omdat het Koninkrijk het middel is waardoor Jehovah zijn naam en soevereiniteit zal rechtvaardigen; verder is het ook het door God verschafte middel om de bedroefde mensheid verlichting te schenken!

Mannen des geloofs die vóór de tijd van Jezus leefden, zagen verlangend uit naar het Koninkrijk als de enige mogelijke oplossing voor ’s werelds problemen. Abraham was zulk een man. „Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, in gehoorzaamheid getrokken naar een plaats, . . . zonder te weten waar hij komen zou. Want hij verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is” (Hebr. 11:8, 10). Die hemelse stad, het Koninkrijk, betekende voor Abraham zoveel dat hij genegen was alles te doen wat God van hem verlangde, ook al begreep hij het op dat ogenblik niet allemaal ten volle. Hij reisde naar een onbekend land en was erop voorbereid zijn enige zoon te offeren indien dit noodzakelijk was. De hoop op een toekomstig koninkrijk van vrede en geluk betekende alles voor Abraham! Al het andere was aan die hoop ondergeschikt.

Vele anderen, zoals Abel, Henoch, Noach, Sara en Mozes, gaven de Koninkrijkshoop de eerste plaats in hun leven. Ontvingen zij hun beloning vóór hun dood? Neen. Zij moesten wachten totdat het hemelse koninkrijk werd opgericht. Dan zouden zij tot leven op aarde onder de regering van dit Koninkrijk worden opgewekt. „In dat geloof zijn dezen allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet . . . maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland.” — Hebr. 11:13, 16.

Wat vormde toen Jezus op aarde was, de kern van zijn leer? Sociale hervormingen? Politiek? Ontwapening? Neen; het koninkrijk des hemels vormde het allerbelangrijkste onderwerp! Toen Satan Jezus verzocht met betrekking tot de heerschappij over de aardse koninkrijken, ging Jezus hier niet op in. Het hemelse koninkrijk betekende veel meer voor hem. Hij wist dat alle aardse koninkrijken ten slotte zouden eindigen en plaats zouden maken voor de blijvende heerschappij van Gods koninkrijk.

Als een volmaakt mens zou Jezus in alles — in sport, zaken, de politiek, kunst, enzovoorts — hebben uitgemunt. Merk echter op wat hij verkoos te doen: „Jezus ging alle steden en dorpen langs en leerde in hun synagogen en verkondigde het evangelie van het Koninkrijk” (Matth. 9:35). Wat betekende het Koninkrijk voor hem nadat hij was gestorven en opgestaan? In Handelingen 1:3 lezen wij hierover dat hij zich aan de apostelen „ook na zijn lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods betreft”. De belangrijkste mens die ooit op aarde heeft geleefd gaf zich geheel en al over aan het werk van het Koninkrijk!

JEZUS ILLUSTREERT DE BELANGRIJKHEID ERVAN

Jezus maakte van illustraties gebruik om zijn toehoorders ervan te doordringen welk een belangrijke plaats Gods koninkrijk in hun leven diende in te nemen. Hij zei: „Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een schat, verborgen in een akker, dien een mens ontdekte en verborg, en in zijn blijdschap er over gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft en koopt dien akker” (Matth. 13:44). Wat opwindend om verborgen rijkdommen te vinden! Zouden wij niet alles wat wij bezitten, verkopen om daarmee eigendommen te kopen die ons voor ons verdere leven zouden verrijken? De man in de illustratie deed niets minder dan dat. Hij concentreerde zijn aandacht op datgene wat het waardevolste was. Al het andere kwam op de tweede plaats. Een passende illustratie van wat het koninkrijk des hemels voor degene die eeuwig leven hoopt te verkrijgen, dient te betekenen!

Jezus vertelde een andere gelijkenis: „Evenzo is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman die schone parelen zocht. Toen hij een kostbare parel gevonden had, ging hij heen en verkocht [terstond, NW] al wat hij had, en kocht die” (Matth. 13:45-46). Het ging om een parel van grote waarde! Niets anders kon de waarde ervan maar benaderen. Deze man verkocht „terstond” zijn bezittingen om de prijs van deze parel te kunnen betalen. Het zal hem beslist moeite hebben gekost om de hiervoor noodzakelijke transacties tot stand te brengen. Hoe lastig was het niet voor hem om zijn persoonlijke zaken en zijn eigendommen opnieuw in orde te brengen om dit te doen! Hij had het er echter wel voor over, want hij was op zoek naar mooie parels, en nu had hij er een gevonden die alle andere verre in waarde overtrof. Hij moest nu handelend optreden, voordat de gelegenheid voorbij was! De onschatbare parel zou ruimschoots tegen het ongemak opwegen. Zo zou het ook met het Koninkrijk zijn. Dit de eerste plaats in ons leven toekennen, kan in het begin moeilijkheden met zich meebrengen. Er kunnen problemen door ontstaan die ons in zeker opzicht ongemak veroorzaken. Zie echter de beloning — het Koninkrijk der hemelen! Wat anders zou zulk een zeldzame prijs kunnen evenaren?

Het Koninkrijk was zo belangrijk dat Jezus zei: „Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. . . . Zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden” (Matth. 6:25, 33). Bedoelde Jezus dat wij niet dienen te werken of zonder enige plannen te maken, moeten leven? Neen. Jezus werkte en hij wilde dat anderen zouden werken. Hij vestigde er evenwel de aandacht op dat de zorgen voor ons levensonderhoud ons niet zo moeten obsederen dat de belangrijkere dingen hierdoor zouden worden verdrongen. Het Koninkrijk dient de eerste plaats in ons leven in te nemen, en pas daarna dienen wij aan andere dingen te denken. Indien wij ten gevolge van onze toewijding aan de Koninkrijksbelangen, in moeilijkheden zouden geraken wat het verkrijgen van de noodzakelijke levensbehoeften betreft, zal God ons bijstaan.

Hoe onverstandig is het om al onze energie aan dingen te wijden die niet tot leven onder het Koninkrijk zullen leiden. Ook al putten wij ons uit om geld te verdienen, grote landgoederen te laten bouwen of vermaardheid te verwerven dan zal dit niet één dag aan onze levensduur toevoegen. Er worden ontzettend veel krachtsinspanningen in het werk gesteld om een gezin tegen alle mogelijke rampen te verzekeren en het daardoor zekerheid te verschaffen. Hoeveel heeft men echter voor de belangrijkste verzekering over: het opbouwen van een goede naam bij God, zodat wij onder zijn koninkrijk eeuwig leven kunnen verkrijgen?

Ten einde krachtig aan te tonen hoeveel het Koninkrijk dient te betekenen, zei Jezus: „Indien uw hand u tot zonde verleidt, houw haar af. Het is beter, dat gij verminkt ten leven ingaat, dan dat gij met uw twee handen ter helle [in Gehenna, NW] vaart, in het onuitblusbare vuur, . . . En indien uw voet u tot zonde zou verleiden, houw hem af. Het is beter, dat gij kreupel ten leven ingaat, dan dat gij met uw twee voeten in de hel [Gehenna, NW] geworpen wordt, . . . En indien uw oog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit. Het is beter, dat gij met één oog het Koninkrijk Gods binnengaat, dan dat gij met twee ogen in de hel [Gehenna, NW] geworpen wordt.” — Mark. 9:43-47.

Het koninkrijk van God is zulk een begerenswaardige prijs, dat niets — ongeacht hoe dierbaar het ons is, of dit nu bezittingen, vriendschappen of zelfs onze ledematen betreft — ons ervan dient te weerhouden het na te jagen. Indien ons beroep een belemmering vormt, dient hier een schikking in te worden getroffen. Indien huishoudelijk werk al onze tijd opslokt, is het nodig het werk beter te organiseren of in een kleiner huis te gaan wonen. Indien onze hobby’s de tijd die wij nodig hebben om eerst het koninkrijk te zoeken, beperken, dienen wij ertoe over te gaan er minder tijd aan te besteden. Om kort te gaan, alles wat ons belemmert, dient op de achtergrond te worden geschoven! Dit betekent niet dat wij in het geheel geen tijd aan werk, hobby’s of ontspanning mogen besteden, maar wel dat wij aan deze dingen een juiste plaats moeten toekennen. De belangrijkere dingen dienen op de eerste plaats te komen. Het is misschien pijnlijk met sommige dingen of ingewortelde gewoonten te breken, maar bezie het eens op de volgende manier: Zouden wij niet een pijnlijke operatie willen ondergaan, waarbij wij wellicht een hand of voet zouden moeten verliezen, wanneer hierdoor ons leven gered zou kunnen worden? Zo kan het in het begin eveneens pijnlijk zijn onze zelfzuchtige verlangens aan Gods wil te onderwerpen, maar de operatie is absoluut noodzakelijk wanneer wij wensen dat ons leven door hem wordt gespaard!

Voor de vroege christenen betekende het Koninkrijk alles. De houding van de apostel Paulus was in dit opzicht typerend: „Ik [heb] het verlies van alles aanvaard en ik beschouw het als een hoop vuil, opdat ik Christus moge verwerven en in eendracht met hem zal worden bevonden . . . om te zien of ik enigszins tot de vroegere opstanding uit de doden moge geraken.” — Fil. 3:8-11, NW.

WAT HET VOOR DE WERELD BETEKENT

Betekent het Koninkrijk dit alles voor de wereld? Neen, dit is niet het geval, maar dit behoeft ons niet te verwonderen, daar „de geheele wereld in de macht van den booze ligt” (1 Joh. 5:19, OB). Satan heeft zelfs de geest van de religieuze leiders verblind met betrekking tot het doel van Gods koninkrijk. Velen denken dat het de bekering van de wereld tot Christus betekent. Een zekere geestelijke, die bemerkte hoe weinig de mensen Gods koninkrijk voor hen lieten betekenen, zei: „De mensen aanbidden zulke heidense afgoden als geld, succes, positie en comfort. Wij schijnen op de een of andere manier ons gevoel voor een positieve, dynamische zending in de wereld — de zending deze wereld te veranderen in de richting van Gods koninkrijk — te hebben verloren.” Wanneer aan de mensen wordt geleerd dat Gods koninkrijk de verbreiding van het rijk van de christenheid over de gehele wereld betekent, is het dan een wonder dat het mislukken van dit streven met de mislukking van Gods koninkrijk in verband wordt gebracht?

Dat de meeste mensen in gebreke blijven het Koninkrijk te zien, betekent niet dat het Koninkrijk heeft gefaald. Het tegendeel wordt erdoor bewezen! Zie eens naar de wereld om u heen. De ellende van de natiën, de toegenomen wetteloosheid en de toenemende kracht van goddeloze ideologieën vormen er een positief bewijs van dat het Koninkrijk reeds in de hemelen is opgericht! Waarom dit zo is? De moeilijke tijd welke de wereld thans doormaakt, komt precies overeen met wat volgens Jezus zou gebeuren. De bijbelse profetieën tonen duidelijk aan dat het koninkrijk des hemels sinds 1914 in werking is. Wij leven in de overgangsperiode tussen de oude en de nieuwe wereld. Spoedig zal het opgerichte koninkrijk dit gehele samenstel van dingen wegvagen en de weg banen voor een vredige, rechtvaardige regering op aarde.

U KUNT HET KONINKRIJK EERST ZOEKEN

In deze tijd zoeken honderdduizenden personen eerst het Koninkrijk. Een gehele maatschappij van mensen, de zich snel uitbreidende Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen, geeft het de belangrijkste plaats in het leven. Dat deze mensen — van alle rassen, talen en achtergronden — dit doen, bewijst dat u het ook kunt doen. Dat zij het Koninkrijk de eerste plaats in hun leven kunnen geven, komt omdat zij weten wat het doel van het Koninkrijk is en welke vereisten eraan zijn verbonden. Betekende het echter in het begin zoveel voor hen? Neen, wellicht hadden zij er in het begin niet bijzonder veel belangstelling voor, maar door toegenomen kennis is hun standpunt veranderd.

Naarmate u meer over Gods koninkrijk verneemt, zal uw liefde voor de schepper ervan, Jehovah God, en de Koning van dit Koninkrijk, Jezus Christus, toenemen. U zult ook degenen die als onderdanen van Gods koninkrijk in het herstelde paradijs wensen te leven en die dit tonen door de Koninkrijksbelangen thans de eerste plaats toe te kennen, leren liefhebben. Ook u zult door uw daden willen tonen dat het Koninkrijk de aandrijvende kracht is in uw leven. Met de hulp van Gods machtige geest die u bij uw krachtsinspanningen steunt, kunt ú ook eerst het Koninkrijk zoeken.

Het is zeer dringend dit thans te doen. In deze oordeelstijd worden er beslissingen genomen met betrekking tot onze eeuwige bestemming. Aan degenen die eerst het Koninkrijk zoeken wordt beloofd dat zij het einde van deze wereld zullen overleven. Als een verenigd volk zullen zij een wereld van eeuwige vrede en een eindeloos geluk en leven binnengaan, hetgeen alles onder de leiding van Gods koninkrijk zal geschieden.

Wat betekent Gods Koninkrijk voor u? Uw léven hangt van uw antwoord af.