Neem Gods Woord ter harte
1. Welk resultaat heeft het vrijelijk van Gods Woord te geven, en welke beloning brengt het met zich mee?
WANNEER men Gods Woord de eerste plaats in zijn geest laat innemen, gaat men een goede schat bijeenbrengen. Door voortdurend met Gods Woord te werken, ontvangt men grote voordelen en vermeerdert men zijn schat. Ongeacht hoeveel men — mondeling, of door middel van de gedrukte bladzijde — van deze schat weggeeft, de schat zelf wordt steeds groter. Mozes was zich hier goed van bewust. Vlak voordat de kinderen Israëls de Jordaan zouden oversteken om het Beloofde Land binnen te gaan, zei hij onder inspiratie tot hen: „Neemt al de woorden ter harte, waarmee ik u heden vermaan, . . . Want dit is voor u geen ledig woord, maar dit is uw leven: door dit woord zult gij lang wonen in het land, dat gij na het overtrekken van den Jordaan in bezit zult nemen.” — Deut. 32:45-47.
2. Waar kan men de woorden des levens thans vinden, en wat moet ons hart doen willen wij een goede schat voortbrengen?
2 Jehovah’s woorden brengen waardevolle inlichtingen over en zijn in feite woorden des levens. Het betekent een grote rijkdom, een schat, wanneer men er acht op slaat. Iemand die alle door Jehovah gesproken woorden ter harte neemt, doet de wil van God. Hij zal gedurende zijn leven een goede schat voortbrengen en voor andere mensen een zegen zijn. Jezus zei: „Een goed mens brengt uit den goeden schat zijns harten het goede voort . . . Want waar het hart vol van is, daarvan spreekt de mond” (Luk. 6:45). Hoe noodzakelijk is het derhalve Gods Woord ter harte te nemen ten einde deze goede schat te bezitten! Met deze goede schat wordt Gods Woord bedoeld.
3, 4. (a) Door welk wonder van Jezus wordt aangetoond welke voordelen het afwerpt royaal te geven? (b) Welke kans bestaat er dat wij, door voortdurend te geven, onze schat zullen verliezen?
3 Het wonderlijke in verband met het verrichten van goede daden jegens anderen, is het feit dat goedheid zichzelf altijd weer aanvult. Wanneer wij de waarheid die zich in ons hart bevindt, laten overlopen zodat anderen er profijt van kunnen hebben, en wanneer wij Gods Woord prediken, wordt de waarheid nooit minder en raakt ze nooit uitgeput. Ze neemt integendeel toe, zodat wij nog grotere rijkdommen met milde hand kunnen wegschenken. Dit doet ons aan het door Jezus verrichte wonder denken toen hij de grote schare voedde en aan zijn discipelen de opdracht gaf: „Geeft gij hun te eten. Zij zeiden tot Hem: Wij hebben hier niets dan vijf broden en twee vissen. Hij zeide: Brengt Mij die hier. En Hij beval de scharen, dat zij in het gras zouden gaan zitten, nam de vijf broden en de twee vissen, en Hij zag op naar den hemel, sprak den zegen uit, brak de broden en gaf ze aan zijn discipelen en de discipelen gaven ze aan de scharen. En zij aten allen en werden verzadigd en zij raapten het overschot der brokken op, twaalf manden vol. Zij, die gegeten hadden, waren ongeveer vijf duizend mannen, vrouwen en kinderen niet medegerekend” (Matth. 14:16-20). Jezus was zeer royaal in het geven. Hij begon met vijf broden en twee vissen, en niet te vergeten, met Jehovah’s zegen. Ja, hij kon blijven geven, en nadat hij hun alles wat zij nodig hadden, had gegeven, had hij meer overgehouden dan toen hij begon. Hij had zelfs twaalf manden vol met voedsel overgehouden!
4 Jehovah heeft de Heilige Schrift verschaft, die vol staat met kennis en wijsheid, en dit geschreven Woord aan zijn dienstknechten geschonken. Hoe meer wij van datgene wat wij uit Jehovah’s Woord leren, aan anderen geven, des te meer blijft er voor ons over om weg te blijven geven. Hoe meer wij met de waarheid werken, des te rijker worden wij. Gods Woord zegt: „Een goed mens brengt uit zijn goeden schat goede dingen voort” (Matth. 12:35). Wat is de waarheid een grote, onuitputtelijke bron! Jezus zegt van degenen die getrouw zijn en gebruiken wat zij bezitten: „Aan een ieder, die heeft, zal gegeven worden, en hem, die niet heeft, zal ontnomen worden ook wat hij heeft.” — Luk. 19:26.
RESULTATEN VAN DE CHRISTELIJKE BEDIENING
5. Hoeveel personen hebben er gedurende het dienstjaar 1960 geregeld aan deelgenomen anderen van Jehovah’s schat te geven, en in hoeveel landen?
5 De profeet Mozes wist dat het noodzakelijk was om naar de woorden van Jehovah te luisteren, en hij zei: „Neemt al de woorden ter harte, waarmee ik u heden vermaan, . . . Want . . . dit is uw leven” (Deut. 32:46, 47). Jehovah’s getuigen spannen zich oprecht in om deze waarheid over de gehele wereld bekend te maken. In het afgelopen jaar, in 1960, maakten zij de waarheid in 179 verschillende natiën, eilanden der wereldzeeën en protectoraten bekend. Onder leiding van de vijfentachtig bijkantoren van het Wachttorengenootschap hebben 851.378 geordineerde bedienaren van het evangelie de waarheid betreffende het goede nieuws van Gods koninkrijk over de gehele wereld gepredikt. Door goede werken te verrichten, hebben deze christelijke mensen royaal van de goede schat van hun hart gegeven. Als gevolg van hun wereldomvattende predikingsactiviteit in vele talen, waarbij zij tot alle soorten van mensen spraken, werken er nu 47.896 meer personen geregeld met hen mee dan in het jaar ervoor. Het rapport van hun dienstjaar brengt aan het licht dat er een toename van 6 percent is geweest in het aantal personen dat geregeld met de organisatie heeft gepredikt.
6-8. (a) Welk grootse nieuwe hoogtepunt werd er in Koninkrijksaankondigers behaald? (b) Hoeveel personen werden er gedoopt, en hoeveel personen kwamen er op 10 april over de gehele wereld bijeen, en waarom? (c) Hoeveel personen hebben het voorrecht in Bethelhuizen dienst te verrichten?
6 Gedurende 1960 werd er ook een nieuw hoogtepunt in het aantal verkondigers bereikt: 916.332 verschillende personen hebben aan de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk een aandeel gehad. Dit is een reden voor grote vreugde. Al deze mensen hebben hun schat gebruikt om goed te doen, en als zij in de bediening getrouw blijven en Gods Woord ter harte nemen, zal hun goede schat groter worden. Deze grote schare mensen ten getale van 916.332, zijn in 21.008 gemeenten georganiseerd. In deze gemeenten bestuderen Jehovah’s getuigen samen Gods Woord, terwijl zij van daaruit in de velddienst van huis tot huis uittrekken en aldus hun geloof in de praktijk brengen. Zij wensen allen met hun kennis van Gods Woord goed te doen. Deze gemeenten vormen op hun beurt 1561 kringen, terwijl deze kringen in 194 districten zijn ondergebracht die zich over de gehele wereld bevinden.
7 Het is zeer verheugend te kunnen berichten dat 69.027 personen gedurende het dienstjaar 1960 als een symbool van het feit dat zij zich hadden opgedragen om Jehovah’s wil te doen, in water werden gedoopt. Nu deze duizenden pas geordineerde bedienaren van het evangelie de goede schat van hun hart voortbrengen, zullen vele, vele duizenden mensen van goede wil meer met het goede nieuws van Gods koninkrijk worden bereikt. Op 10 april 1960 kwamen er over de gehele wereld 1.519.821 personen bijeen om Christus’ dood te gedenken, terwijl op die avond 13.911 personen van de aangeboden symbolen gebruik maakten.a
8 De aangelegenheden van de districten, kringen en gemeenten van Jehovah’s getuigen worden vanuit de vijfentachtig bijkantoren in de belangrijkste landen en op de eilanden van de wereldzeeën geleid. In deze hoofdkantoren van toezicht, die als Bethelhuizen bekendstaan, werken 1299 geordineerde christelijke bedienaren van het evangelie. Bij veel van deze kantoren heeft het Genootschap drukkerijen waar bijbels, boeken, brochures, tijdschriften, traktaten en andere inlichtingen in meer dan 125 talen worden gedrukt ten einde het goede nieuws door middel van de gedrukte bladzijde te verbreiden.
9. In welke mate werd de schat van Gods Woord in boek- en brochurevorm verspreid?
9 Ten einde allen te helpen die zuchten en uitroepen vanwege de gruwelen die er in de wereld bestaan, maken Jehovah’s getuigen van veel gedrukt materiaal gebruik. Door middel hiervan helpen zij de mensen om met Gods Woord bekend te worden en een duidelijker inzicht van de bijbel te verkrijgen. Er werden met het oog hierop 4.167.407 boeken en 12.372.784 brochures in het veld, waarmee de wereld wordt bedoeld, verspreid.
10. Wat werd er gedurende het dienstjaar 1960 op het gebied van de verspreiding van tijdschriften bereikt?
10 Het tijdschrift de Wachttoren vormt het belangrijkste hulpmiddel dat door het Genootschap wordt gebruikt om mensen die in Gods Woord geloven, te helpen de Heilige Schrift te begrijpen. Elk jaar worden er dan ook speciale krachtsinspanningen gedaan om abonnementen op dit tijdschrift, te zamen met het zustertijdschrift de Ontwaakt!, af te sluiten. De bedienaren van het evangelie die van huis tot huis predikten, hebben gedurende het afgelopen jaar 1.317.009 nieuwe abonnementen kunnen afsluiten. Dit was 70.035 abonnementen meer dan in het voorgaande jaar. Degenen die er geen belang in stellen zich op de tijdschriften te abonneren, nemen heel vaak losse nummers, en Jehovah’s getuigen hebben 97.082.433 losse exemplaren van de tijdschriften de Wachttoren en Ontwaakt! in de vele talen waarin ze verschijnen, kunnen verspreiden. Dit was een toename van 4.771.655 tijdschriften vergeleken bij het voorgaande jaar. Hoewel de verspreiding van boeken, brochures en tijdschriften zeer noodzakelijk is om aan dit goede nieuws van het Koninkrijk bekendheid te geven, doet een studie van de bijbel met een van Jehovah’s getuigen iemand die belangstelling heeft voor de waarheid het meeste goed.
11, 12. (a) Hebben Jehovah’s getuigen alleen maar belangstelling voor het verspreiden van lectuur, en waarom antwoordt u aldus? (b) Hoeveel tijd hebben zij gedurende het dienstjaar 1960 aan het predikings- en onderwijzingswerk besteed?
11 Het kost Jehovah’s getuigen veel tijd om bij de mensen terug te komen en de bijbel, of een van de publikaties van het Genootschap, met hen te bestuderen. Het is echter werkelijk zeer vreugdevol dit te doen. Op dit gebied kan de goede schat van het hart van de christen overvloedig zijn, zodat de persoon bij wie een studie wordt geleid, wordt geholpen eveneens een met een goede schat gevuld hart te bezitten. Jehovah’s getuigen hebben bij geïnteresseerde mensen nabezoeken gebracht en hebben bijbelstudiën opgericht. Het aantal gebrachte nabezoeken bedroeg in totaal 44.440.977 bezoeken, een toename over het afgelopen jaar van 200.759. Jehovah’s volk leidde wekelijks ook 646.108 bijbelstudiën van een uur — of soms langer dan een uur. Christelijke onderwijzers hebben met andere woorden elke week mensen bezocht om de bijbel met hen te bestuderen en hen te helpen een duidelijk begrip van Jehovah’s voornemens te krijgen, zodat zij alle woorden die Jehovah God in zijn Heilige Schrift heeft laten optekenen, ter harte zouden kunnen nemen. Dit is een wonderbaarlijke kosteloze dienst die Jehovah’s getuigen aan alle mensen, waar zij zich ook in de wereld bevinden, bewijzen. Terwijl zij met dit uiterst belangrijke werk bezig waren, hebben zij hun krachtsinspanningen in een dergelijke mate vermeerderd dat zij dit jaar wekelijks 41.033 meer wekelijkse huisbijbelstudiën hebben geleid dan gedurende het afgelopen jaar.
12 Om de ontzagwekkend grote, uit miljoenen exemplaren bestaande hoeveelheid lectuur te verspreiden en om al deze nabezoeken te brengen en huisbijbelstudiën te leiden, moeten Jehovah’s getuigen miljoenen uren aan de prediking besteden. Gedurende het afgelopen jaar hebben zij er dan ook 131.662.684 uren aan besteed om de bijbelse waarheden met de mensen te bespreken. Dit is 5.345.560 uren meer dan zij gedurende het voorgaande jaar aan de prediking hadden besteed.
13. (a) Wat voor soort van bediening moeten Jehovah’s getuigen ten uitvoer brengen? (b) Hoe bouwen zij in stoffelijk en geestelijk opzicht?
13 Jehovah’s getuigen bouwen met het oog op de toekomst. Zij interesseren zich slechts voor één ding, namelijk eeuwig leven. Wanneer zij dit bezitten, kunnen zij de ware aanbidding van Jehovah God eeuwig voortzetten. Zij weten dat zij het leven dat de moeite waard zal zijn, onder het koninkrijk des hemels zullen ontvangen, waarvoor getrouwe mensen 1900 jaar lang hebben gebeden: „Uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde” (Matth. 6:10). Voordat die tijd aanbreekt, moeten zij zich van een verplichting kwijten. Zij kunnen er niet gemakkelijk bij gaan zitten, het er van nemen en zich er ontspannen en tevreden over voelen dat God in de nieuwe wereld een plaats voor hen móet bereiden. Neen, zij moeten energieke bedienaren van het evangelie zijn. Zij moeten ten volle beseffen dat God hun de opdracht heeft gegeven het zwaard des geestes, namelijk Gods Woord, te hanteren. Zij moeten de wil van hun Meester ten uitvoer brengen en in de voetstappen van Christus Jezus treden. Daarom moeten zij aan de toekomst denken. Zij moeten zowel in stoffelijk als in geestelijk opzicht met het oog op de toekomst bouwen. Met het stoffelijke bouwen, bedoelen wij dat zij eraan moeten werken dat er over de gehele wereld vele nieuwe bijkantoren, vele nieuwe Koninkrijkszalen en grotere drukkerijen — waar met het oog op een groter getuigenis voor Gods koninkrijk meer lectuur kan worden gedrukt — worden gebouwd. Zij moeten aan de toename van de zichtbare organisatie van Jehovah’s getuigen werken. Terzelfder tijd moeten zij zichzelf in geestelijk opzicht, opbouwen, zodat er uit hun goede hart een goede schat kan voortkomen.
14. Wat waren gedurende het afgelopen dienstjaar de produktiecijfers voor de tijdschriften de Wachttoren en Ontwaakt!?
14 In de wetenschap dat Gods Woord de woorden des levens bevat, hebben Jehovah’s getuigen in de verschillende drukkerijen over de gehele wereld 7.998.010 boeken en 14.728.423 brochures gedrukt. Zij hebben in totaal 90.898.182 exemplaren van het tijdschrift de Wachttoren gedrukt, en dat in achtenvijftig talen. Het tijdschrift Ontwaakt! werd in drieëntwintig verschillende talen gedrukt terwijl 78.947.503 exemplaren van de persen van het Genootschap kwamen. In totaal werden er 169.845.685 exemplaren van de tijdschriften in de verschillende drukkerijen van Jehovah’s getuigen gedrukt, hetgeen een toename vertegenwoordigt van 9.445.452 exemplaren vergeleken bij het voorgaande jaar. De waarheid van Gods koninkrijk moet over de gehele bewoonde aarde bekendgemaakt worden, met het doel een getuigenis te geven.
PIONIERS
15-17. (a) Welke hulp bieden de publikaties van het Genootschap te zamen met de bijbel? (b) Noem het aantal speciale en gewone pioniers, en zeg hoeveel tijd zij aan de bediening hebben besteed. (c) Is het aantal pioniers gedurende het dienstjaar 1960 toegenomen?
15 Alle getuigen van Jehovah, waar zij ook wonen, zijn blij dat de mensen deze tijdschriften lezen. Deze periodiek verschijnende publikaties brengen vele inlichtingen over de huidige wereldtoestanden onder de aandacht van de mensen. Op wonderbaarlijke wijze vervullen de huidige wereldtoestanden de bijbelse profetieën. Door de bestudering van deze publikaties aan de hand van de bijbel kan men ’het woord des levens stevig vasthouden’ (Fil. 2:16, NW). Al Gods dienstknechten in Zijn Nieuwe-Wereldmaatschappij verheugen zich erover dat al zoveel personen Jehovah’s woorden ter harte hebben genomen en dat, zoals reeds werd gezegd, 916.332 personen gedurende het dienstjaar 1960 goed predikingswerk hebben verricht. Van dit grote aantal hebben 5690 verkondigers als speciale pioniers werk verricht. Deze speciale vertegenwoordigers van het Genootschap werden naar geïsoleerd gebied gezonden om daar te werken of kleine groepen van Gods volk te organiseren opdat deze personen geestelijk opgebouwd zouden kunnen worden. Zij hadden een moeilijke taak, maar dit werd door de ervaringen die zij als christenen opdeden, ruimschoots vergoed.
16 Behalve deze groep speciale pioniers werkten 24.694 gewone pioniers met de gemeenten samen. Deze gewone pioniers besteedden gemiddeld 95 tot 100 uur per maand aan de prediking van het goede nieuws van het Koninkrijk. Terwijl de gemeenteverkondiger bij benadering tien uur, of gemiddeld iets meer, aan het werkelijke van-huis-tot-huis-werk en aan het leiden van bijbelstudiën in de huizen der mensen besteedt, wijden deze pioniers hier zo ongeveer 100 uur aan, terwijl de speciale pioniers ongeveer 150 uur aan dit werk besteden. Het is dus duidelijk dat een kleine groep van 30.584 pioniers en speciale pioniers in alle delen der aarde een groot werk verricht. Het Genootschap hoopt dat vele gemeenteverkondigers hun aangelegenheden zo kunnen regelen dat zij zich bij de rijen der pioniers, en ten slotte bij die der speciale pioniers, kunnen aansluiten.
17 Het aantal pioniers is gedurende het afgelopen jaar met 1896 toegenomen. Dit was goed, maar er zijn thans in de wereld nog veel pionierbedienaren van het evangelie nodig, en wij dringen er bij alle christenen op aan deze aangelegenheid zorgvuldig onder gebed te beschouwen. Het veld is groot.
18, 19. Wat was er op financieel gebied noodzakelijk om het predikingswerk gedurende het dienstjaar 1960 voort te zetten? (b) Wie maakten zulk een financiële ondersteuning mogelijk?
18 Het Genootschap heeft de 5148 speciale pionierverkondigers en de 742 zendelingen geholpen in hun geïsoleerde gebieden te blijven. Het Genootschap besteedde hier gedurende het afgelopen jaar een bedrag aan van $2.089.648,86. Verder heeft het Genootschap gedurende het afgelopen jaar ook kring- en districtsdienaren en speciale vertegenwoordigers naar gemeenten en geïsoleerde groepen gezonden om deze te bedienen, hetgeen haar $402.901,13 kostte. De hulp die het Genootschap heeft geboden om de expansie op het gebied van de prediking van het goede nieuws mogelijk te maken, bedroeg gedurende het dienstjaar 1960 op zich dus reeds $2.492.549,99.
19 Wij willen deze gelegenheid aangrijpen om alle christenen die geld hebben bijgedragen om de Watch Tower Bible and Tract Society in de expansie van het predikings- en onderwijzingswerk te helpen, hiervoor te danken. Wanneer het Wachttorengenootschap hun bijdragen niet had gehad, zou dit grote werk dat bestaat in het verbreiden van het goede nieuws van het Koninkrijk, niet in zulk een mate gedaan kunnen worden als dit thans geschiedt.
20. Wat dienen allen die waarheid liefhebben, thans te willen doen?
20 Het Woord Gods is krachtig. Het is scherper dan enig tweesnijdend zwaard. Wanneer mensen er de tijd voor afnemen om Gods Woord te lezen en het met een christen te bestuderen en wanneer zij erin geloven, bergen zij in hun hart een schat op. Het is zoals Jezus zei: „Een goed mens brengt uit den goeden schat zijns harten het goede voort . . . Want waar het hart vol van is, daarvan spreekt de mond.” Laten allen die waarheid liefhebben, Gods Woord ter harte nemen, „want dit is voor u geen ledig woord, maar dit is uw leven”.
[Voetnoten]
a 1959 1960
AANWEZIGEN GEDACHTENISVIERING 1.283.603 1.519.821
DEELNEMERS GEDACHTENISVIERING 14.511 13.911
[Tabel op blz. 185-187]
HET BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 1960 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE GEHELE WERELD
(Zie ingebonden jaargang)