-
Wordt de openluchtprediking erkend?De Wachttoren 1958 | 15 juli
-
-
pauzeren en deze aangelegenheid zorgvuldig te overdenken alvorens wij ze beproeven. Aangezien ze echter ’zo oud als de weg naar Rome’ is, en een overvloedige schriftuurlijke machtiging en de persoonlijke sanctie van onze Meester heeft, waarom zou iemand onder de zon dan ook maar een ogenblik weifelen?
Ik stel me zo voor dat wanneer ik de apostel Paulus in een hedendaagse bijeenkomst van bedienaren van het evangelie zou zien . . . hij enkele scherpe woorden zou spreken over de lusteloosheid der hedendaagse kerk, die niet elke gelegenheid aangrijpt om het evangelie van de gezegende Heer bekend te maken. . . . Dit doe ik met mijn gehele hart . . . het gebruik aanbevelen aan allen die de uitdrukkelijke bevelen van hun Meester wensen te gehoorzamen en ’uitgaan naar de openbare wegen en heggen en hen dwingen naar binnen te komen.’”28
[Verwijsbronnen]
1 Open-Air Preaching, door Edwin Hallock Byington (Hartford, Connecticut, 1892; Hartford theologisch seminarie), blz. 9.
2 Idem, blz, 30.
3 John Wyclif, door professor Lechler (Londen, 1878; Kegan Paul & Co.), Deel 1 blz. 310.
4 Life of John Wycliffe, door Robert Vaughan (Londen, 1881; Holdsworth and Vaughan), Deel II, blz. 163.
5 Open-Air Preaching, blz 29, 30.
6 History of the Christian Church, Blackburn (New York, 1879; Cranston & Stowe).
7 Open-Air Preaching, blz. 71.
8 History of the Christian Church, blz. 629.
9 Preaching in the Open Air, een pamflet geschreven door George Charles Smith (Londen, 1829; W.K. Wakefield), blz. 4, 9, 10, 12, 25-28.
10 The Nation van 11 mei 1957.
11 The New Ordeal of Christianity, door Paul Hutchinson (New York, 1957; Association Press).
12 The Christian Century van 20 februari 1957.
13 The Christian Century van 13 februari 1957.
14 Empty Churches and How to Fill Them, door J. Benson Hamilton (New York, 1879; Phillips and Hunt), blz. 64.
15 Report of Four Years’ Labor of Love and Deeds of Mercy, een pamflet geschreven door dr. John W. Kennion (Brooklyn Job and Book Printing Department, 1880), blz. 3 van de inleiding.
16 Open-Air Preaching, blz. 25.
17 Selective Service in Wartime, Tweede rapport van de algemene directeur der indelingsraden, 1941-42, blz. 239-241, onder het opschrift „Speciale classificatieproblemen.”
18 Openb. 3:20.
19 Murdock c. Pennsylvania, 319 V.S. 105 (3 mei 1943).
20 Mark. 6:6.
21 Matth. 5:1, 2.
22 Matth. 13:1-3.
23 Hand. 17:17.
24 Hand. 20:20.
25 Hand. 5:42.
26 Matth. 4:4.
27 New York Times van 21 januari 1957, Presbyteriaans predikant David H.C. Reed.
28 Open-Air Preaching, inleiding op het boek door A.F. Schauffler.
-
-
„Op deze steenrots zal ik mijn kerk bouwen”De Wachttoren 1958 | 15 juli
-
-
„Op deze steenrots zal ik mijn kerk bouwen”
DE ROOMS-KATHOLIEKE religieuze organisatie beweert ongeveer vierhonderd miljoen lidmaten te hebben. Een van haar opvallendste leerstellingen is dat Petrus de eerste paus was. Als schriftuurlijk bewijs hiervoor verwijst men ons onmiddellijk naar Jezus’ woorden tot Petrus: „Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen” (Matth. 16:18, PC). Wij zijn hierop reeds ingegaan in De Wachttoren van 1 mei 1958, de bladzijden 264-269, doch er bleven nog enkele punten over welke een nadere beschouwing vergen. Zo rijzen de vragen: Welke kerk heeft Jezus op welk fundament gebouwd? Was Petrus superieur aan de andere apostelen en staat het vast dat hij in Rome is geweest? Wat zijn de feiten?
Laten wij allereerst opmerken dat Christus’ kerk geen letterlijk stenen gebouw is, want, zoals Paulus zei tot de Atheners: God „woont niet in met handen gemaakte tempels” (Hand. 17:24). Het oorspronkelijke Griekse woord in Mattheüs 16:18 voor „kerk,” ecclesia, verwijst niet naar een stenen of houten gebouw maar naar een gemeente of vergadering
-