-
De muziek de je kiestDe Wachttoren 1974 | 15 augustus
-
-
jij door jouw keuze van muziek geïdentificeerd?
Er zijn ook liederen die worden gezongen als onderdeel van de ware aanbidding en ter ere van de Bron van ’s mensen muzikale gave, Jehovah God. Natuurlijk zijn we niet verplicht deze muziek te zingen of te beluisteren. Toch moeten we altijd in gedachten houden dat de dag komt waarop de aarde nog slechts gevuld zal zijn met mensen die Jehovah’s lof zingen (Ps. 148:12, 13; 150:1-6). Wees derhalve verstandig en kies muziek die je geest en hart niet van dat doel zullen afleiden.
-
-
Het doel van de transfiguratieDe Wachttoren 1974 | 15 augustus
-
-
Het doel van de transfiguratie
GELOOFT u dat Christus werkelijk als Koning over de aarde zal regeren? En zal hij dat vanaf een aardse of vanaf een hemelse troon doen? Of was hij volgens u alleen maar een bijzonder mens, een onderwijzer?
Het was om een betrouwbaar en zeker antwoord op deze vragen te verschaffen en bovendien ooggetuigen te hebben die een nauwkeurig en onwankelbaar getuigenis omtrent de realiteit van zijn hemelse heerschappij zouden kunnen afleggen, dat drie apostelen van Jezus Christus het transfiguratievisioen ontvingen en verslagen ervan op schrift werden gesteld.
Om het doel van de transfiguratie te begrijpen, moeten we teruggaan naar een gesprek dat Jezus slechts een paar dagen voordien met zijn discipelen voerde. Zij waren erbij toen Farizeeën en Sadduceeën ongelovig om een teken vroegen — waarschijnlijk of Jezus zichtbaar met de wolken van de hemel wilde komen. Maar Jezus zei tegen deze zelfzuchtige, goddeloze mannen dat zij slechts een aards teken zouden ontvangen — het teken van Jona, de profeet. — Matth. 16:4.
Wat later vroeg Jezus zijn discipelen naar de mening van de mensen in het algemeen: „Wie zeggen de mensen dat de Zoon des mensen is?” Zij antwoordden: „Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten.” — Matth. 16:13, 14.
Na zich van de mening van de mensen op de hoogte te hebben gesteld, vroeg Jezus: „Wie zegt gij echter dat ik ben?” Daarop antwoordde Simon Petrus: „Gij zijt de Christus, [de Messías], de Zoon van de levende God.” God had de apostelen dit wegens hun geloof geopenbaard, maar zij dienden niettemin nog meer over de Messías te weten: wat hij moest doen en hoe hij God zou verheerlijken. Dienovereenkomstig begon Jezus uit te leggen dat hij naar Jeruzalem moest gaan en daar veel zou moeten lijden en gedood zou worden. Petrus trachtte hem hiervan af te brengen, door te zeggen: „Wees goed voor uzelf, Heer; u zult deze bestemming geenszins hebben.” Uit het antwoord van Petrus blijkt dat hij nog niet volledig begreep dat Jezus een offerandelijke dood moest sterven en naderhand tot hemels leven zou worden opgewekt. Wat Petrus ook niet zag, was dat het Koninkrijk vanuit de hemel zou gaan regeren, lang na de dood van de apostelen, ten tijde van Christus’ parousía of onzichtbare tegenwoordigheid in heerlijkheid en macht. Jezus corrigeerde Petrus onmiddellijk en zei: „Gij denkt niet Gods gedachten, maar die der mensen.” — Matth. 16:15-23.
Jezus besefte dat zijn apostelen zijn koninkrijk
-