Geloof — kan het werkelijk „bergen” verzetten?
HOE krachtig is geloof? Eeuwen geleden zei Jezus Christus: „Zo gij geloof hebt ter grootte van een mosterdzaadje, zult gij tot deze berg zeggen: ’Verplaats u van hier naar daar’, en hij zal zich verplaatsen, en niets zal u onmogelijk zijn.” — Matth. 17:20.
Hij toonde aan dat zo’n geloof krachtig genoeg was om ervoor te zorgen dat geen enkel met een berg te vergelijken obstakel iemand kon verhinderen zijn aanbidding van God te beoefenen. Maar is dit realistisch? Zijn Jezus’ woorden louter een ’mooiklinkende filosofie’? Zijn er deugdelijke bewijzen voorhanden dat er onder sommigen zo’n geloof dat ’bergen kan verzetten’ bestaat?
Wij nodigen u uit de volgende ervaringen te beschouwen. Stuk voor stuk zijn het werkelijke voorvallen die hebben plaatsgevonden in verband met negen internationale „Zegevierend geloof”-congressen die gedurende de herfst en winter van 1978 werden gehouden. Deze bijeenkomsten, in het Verre Oosten en op de eilanden in de Stille Zuidzee, spelen een belangrijke rol in de aanbidding van Jehovah’s Getuigen. Beschouw eens enkele van de enorme „bergen” waar de betrokkenen zich tegenover geplaatst zagen.
Financiële problemen
In de gebieden waar de congressen werden gehouden, heerst veel armoede onder het gewone volk. Veel afgevaardigden moesten soms honderden kilometers afleggen om het dichtstbijzijnde congres te bereiken. Waar zouden zij het geld voor de trein of de boot vandaan halen?
In Burma waren ontroerende ervaringen te horen hoe sommigen om aan het benodigde geld te komen het grootste gedeelte van hun rijstvoorraden hadden verkocht, en hoe vele anderen bezittingen verkochten, waaraan zij zeer gehecht waren geweest, soms zelfs hun enige koe. Sommige lezers vinden dit misschien niet zoveel bijzonders, maar voor hen betekende dat het verlies van hun materiële zekerheid voor het winterseizoen. Zij vertrouwden erop dat de Schepper hun eigen ijverige krachtsinspanningen om in de toekomst in de noodzakelijke behoeften te voorzien, zou zegenen.
Een christelijke vrouw in Nieuw-Caledonië die een aanzienlijk bedrag van de regering had ontvangen omdat haar man pas was overleden, gebruikte een deel daarvan om het congres bij te wonen. Het deel dat zij gebruikte, vertegenwoordigde drie jaar van haar inkomen, maar zij was blij dat zij zich met haar twee kinderen deze inspanning had getroost.
Onder degenen die in Bangkok (Thailand) aanwezig waren, bevonden zich zeven jonge vleselijke broers en zusjes die zelf hun reis van bijna 1120 kilometer hadden bekostigd. Om aan het geld te komen hadden twee van de meisjes op hun werk de kleine beetjes afval van ruwe rubber bewaard en dat ten slotte verkocht, en ook hadden zij eenvoudige armbanden gemaakt en verkocht. Dat hadden zij een jaar lang gedaan, ondanks de pogingen van hun moeder, die tegen de waarheid gekant was, om hen van het bezoeken van het congres af te houden.
Een vastberaden geloof was nodig in talloze gevallen waarin werkgevers weigerden de afgevaardigden vrij van hun werk te geven. Velen namen het vaste besluit om ongeacht de consequenties toch het congres te bezoeken. Dit liep vooral in Australië hoog op, omdat de vergaderingen daar in december waren gepland, in de tijd dat de detailhandel haar grootste omzet maakt. Maar de Getuigen als geheel handelden vol geloof en bezochten de prachtige congressen. Onder hen bevond zich een Getuige die was ontslagen omdat hij het congres bezocht. Onder gebed solliciteerde hij naar een andere baan. Het resultaat? Hij kon op 18 december, drie dagen nadat het congres in Sydney was afgelopen, weer aan de slag gaan!
Gezondheidsproblemen
Een ziekte met verlammingsverschijnselen kan eruitzien als een grote berg die iemand verhindert naar een congres te gaan. Dit zou vooral het geval zijn bij een Australische Getuige die zichzelf beschrijft als „beneden de nek dood”. Deze quadriplegie-lijder (aan zowel armen als benen verlamd) handelde echter in geloof en deed een beroep op het ziekenhuis waar hij onder behandeling was. Er werden speciale regelingen getroffen, zodat hij met zijn twee kinderen per vliegtuig naar het congres kon reizen, waar zijn voorbeeld het hart van velen roerde.
Zelfs voor een sterke, gezonde jongeman zou een reis van 2000 kilometer in een rammelende trein, zonder te slapen, een hele beproeving zijn. Nu een van de afgevaardigden van het congres in India, een man van 78 jaar (zie plaatje), reisde vier dagen en drie nachten in een trein met houten banken, om het congres te bereiken! Noch zijn leeftijd, noch zijn minder goede gezondheid kon hem tegenhouden!
De oudste zoon van een zeer arme weduwe in Thailand is kreupel en kan zich alleen maar kruipend verplaatsen. Vorig jaar werd hij een van Jehovah’s Getuigen. Maar hoe zou hij op het congres moeten komen? Hij begon zijn nieuwe geloof met zijn moeder en jongere broertje te delen. Zij luisterden, en beiden vergezelden hem en hielpen hem naar en op het congres (zie plaatje). Zijn broer was een van de 21 personen die daar werden gedoopt. Inderdaad, obstakels als „bergen” in de vorm van verscheidene fysieke handicaps werden glansrijk overwonnen.
Natuurrampen en door mensen veroorzaakte hindernissen
Verscheidene weken voor het congres in Bombay (India) werd het gebied overspoeld met een zware overstroming die duizenden doden heeft geëist en miljoenen dakloos heeft gemaakt. Ongeveer 100 Getuigen in Calcutta, 2092 kilometer van de congresstad vandaan, waren bezig met de voorbereidingen voor hun congresbezoek. Vier vijfde van Calcutta stond onder water. Een broeder beschreef zijn situatie als volgt:
„Het water liep geleidelijk aan terug, maar wij hadden geen voedsel, geen kerosine, geen brandstof om te koken, en om de zaak nog erger te maken, veroorzaakte een gerucht over de komst van een aardbeving paniek in de natte vieze straten.
Mijn vrouw kan vanwege haar jicht niet lopen. Wanhopig zei ze: ’Hoe kunnen we erover denken onder deze omstandigheden met drie kinderen naar het congres te gaan?’ Na een gebedsvolle beschouwing antwoordde ik: ’Als we nu deze beproevingen niet aankunnen, hoe zullen we dan de grote verdrukking doorstaan?’ Dus hebben wij het klaargespeeld om op het station te komen om in de trein naar Bombay, naar het congres, te stappen.”
Dit gezin en anderen trotseerden de gevaarlijke omstandigheden waaronder men het station moest zien te bereiken en kwamen toen tot de ontdekking dat alle treinen waren uitgevallen. Het water van de overstroming had de spoorrails beschadigd. „Misschien dat de spoorwegen wel voor een speciale trein zullen zorgen, enkel voor jullie!” spotten enkele toeschouwers. Het leek allemaal een verloren zaak.
Enkele uren later werd de mededeling gedaan dat er een proeftrein naar Bombay zou gaan om de situatie van de rails op te nemen. Spoedig daarop bevonden de verbaasde Getuigen zich op weg naar het congres!
Vermoeid na een reis van 36 uur, voegden zij zich in Bombay verheugd bij andere afgevaardigden en kwamen bij de congreshal aan. Deze was gesloten! Zij werden begroet met het onplezierige bericht dat het congres misschien niet zou doorgaan. Dit was net een paar uur voordat het eerste programmaonderdeel zou beginnen.
Een door mensen veroorzaakte hindernis, een staking onder het onderhoudspersoneel, had de vergaderruimte gesloten. De congresgangers zonden vurige gebeden en smekingen op. Op het laatste moment werd er door de Getuigen een persoonlijk bezoek aan de vakbondsleider gebracht. Zij brachten naar voren dat zij vredelievende mensen waren die de hal alleen maar om religieuze redenen wilden gebruiken.
Na een uur gespannen praten ging de vakbondsleider, die slechts zelden in het openbaar verschijnt, naar de hal en instrueerde de stakers de Getuigen toe te staan het gebouw te gebruiken zonder hen ook maar in enig opzicht te hinderen. Het werd al gauw het grootste congres dat Jehovah’s Getuigen ooit in India hadden gehouden.
Vervolging
Door een onjuist begrip en diepgewortelde gevoelens kan religieuze vervolging een enorme „berg” lijken, vooral voor degenen die de bijbel bestuderen om Getuigen te worden.
Dit was beslist zo in het geval van een Australisch echtpaar dat door de vader van de vrouw werd gezegd de gesprekken met de Getuigen af te breken. In deze familie met sterk patriarchale verhoudingen had de vader veel autoriteit. Om zijn eisen kracht bij te zetten, schopte hij zijn dochter, die zes maanden in verwachting was, in haar buik en brak met zijn vuist haar neus.
Weerhield dit het jonge echtpaar ervan het congres te bezoeken? Integendeel! In feite maakte hun vastberadenheid zo’n indruk op de vader dat hij zachter gestemd werd en zelfs op hun pasgeboren baby paste terwijl zij met hun drie jaar oude zoontje van het congres genoten!
Op het congres in Fidji waren alle 25 kandidaten zich aan het klaarmaken voor de doop. Plotseling kwam de man van een van de kandidaten binnen en greep haar, sloeg haar en sleurde haar naar zijn auto. Nadat hij haar een anderhalve kilometer verder had gereden zei hij haar dat zij naar huis moest gaan terwijl hij naar zijn werk ging. Keerde zij naar huis terug? Neen, zij rende weer terug naar het congresterrein, net op tijd om met de rest van de groep ondergedompeld te worden!
Zijn dit alleenstaande gevallen? Denk dat niet! In veel landen waar de congressen werden gehouden loopt de religieuze vijandschap hoog op. Christenen zijn een minderheid waarop wordt neergekeken. De gemeenschap oefent veel druk uit wanneer iemand een getuige van Jehovah wordt. Toch weerstonden honderden een dergelijke tegenstand, en zelfs vroegere hindoes en boeddhisten waren een deel van de bijeengekomen menigten.
Raciaal en etnologisch vooroordeel
De wereld van vandaag is vol raciaal en cultureel vooroordeel. Een recente opiniepeiling in Engeland bijvoorbeeld duidt erop dat één op de twee Britten zich zorgen maakt over de verhouding tussen de verschillende rassen en van mening is dat de regering „immigranten zou moeten betalen om terug te keren naar hun land van herkomst, zoals Pakistan, Jamaica, India, Kenia, en andere vroegere Britse bezittingen”. De meeste religies hebben niet zo veel aan de situatie gedaan, zoals uit een Canadees onderzoek bleek dat 65 percent van de baptisten, luthersen en presbyterianen ofwel een beetje, ofwel heel erg racistisch zijn. Zouden zulke vooroordelen met bergen te vergelijken hindernissen blijken te zijn wanneer bezoekers met verschillende raciale en culturele achtergronden deze internationale vergaderingen zouden bijwonen?
Honderden afgevaardigden van Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Canada, Duitsland, Zweden, Zwitserland, Venezuela en andere landen woonden deze congressen in het Verre Oosten en op de eilanden in de Stille Zuidzee bij. Maar wat een scherpe tegenstelling! Zowel van hun kant als van de kant van degenen die hen als gasten ontvingen, was zelfs geen spoortje van racisme te bespeuren. Er wachtte de buitenlandse bezoekers op het vliegveld gewoonlijk een warm onthaal. De Fidjiaanse Getuigen gaven een begroeting op een speciale manier. Een verslag bericht:
„Nadat de afgevaardigden de douane waren gepasseerd, stonden zij verbaasd toen zij een enorm spandoek zagen dat hen welkom heette en zij door glimlachende Fidjiaanse broeders bloemenkransen van heerlijk geurende jasmijn om hun hals gehangen kregen. Het was een ontroerende herinnering aan de woorden van de apostel Petrus toen hij verwees naar de ’gemeenschap van broeders in de wereld’ (1 Petr. 5:9). Zo’n warme band van liefde van de kant van mensen die hen niet persoonlijk kenden maar alleen door geloof, zal nog een lange tijd in de herinnering voortleven.”
Al gauw namen de bezoekers volledig deel aan de gebruiken van hun hartelijke onthalers. Velen waren ermee ingenomen dat zij in de eenvoudige woningen van medegetuigen verbleven in plaats van in de gerieflijkere hotels. Hieronder bevonden zich ook enkelen van het hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen in New York.
In Nieuw-Caledonië stond de plaatselijke bevolking verbaasd dat zij Getuigen van verschillende rassen zag samenwerken. Een vrouw die vlak bij het congresterrein woonde, begroette de twee Getuigen die bij haar aan de deur kwamen hartelijk en zei: „Zijn jullie Getuigen? Dan wil ik graag jullie brochure nemen! Weten jullie dat mijn woning zo dichtbij staat dat ik het hele congresprogramma kan zien en horen? Ik ben erg onder de indruk omdat er zo veel nationaliteiten zijn!”
Een van de leden van het Besturend Lichaam van Jehovah’s Getuigen bezocht Burma, waar de eenvoudige mensen van mening zijn dat de „westerlingen” op hun cultuur en kledinggewoonten neerkijken. De Burmanen waren verrukt dat hij een plaatselijke longi (rok) droeg, die men hem had gegeven. Zelfs zijn lezingen hield hij in de ’rok’. Verschillen in ras en cultuur zouden een verdeeldheid veroorzakende „berg” geweest kunnen zijn, maar oprecht geloof verplaatste deze.
Waardoor ontstond zo’n geloof?
Wij hebben alleen nog maar heel enkele van de vele voorbeelden aangetipt van personen voor wie geloof een groot obstakel uit de weg heeft geruimd. Maar hoe werd zo’n geloof ontwikkeld? Dit wordt door de volgende ervaring van een congresganger geïllustreerd:
Een man in Thailand was een dronkaard en vergokte zijn geld. Regelmatig sloeg hij zijn vrouw en kinderen. Zes maanden voor het congres begonnen hij en zijn vrouw met een Getuige de bijbel te bestuderen.
Hij begon onmiddellijk de beginselen van de bijbel toe te passen en stopte met zijn slechte gewoonten. Hij werd een ijverige werker en het lukte hem zo veel geld te sparen dat hijzelf, zijn vrouw en zes andere gezinsleden op het congres konden zijn. In slechts zes maanden van een dronken gokker tot een vlijtige arbeider — en dat alles door de bijbel!
In Fidji, waar een speciaal programma voor de Engels-sprekende bezoekers was, werd hetzelfde punt aangehaald. De voorzitter, van geboorte Fidjiaan, gaf weer hoe vroeger het gedrag van veel Fidjiaanse Getuigen was, toen hij zei: „Wij waren koppensnellers en kannibalen.” Om zijn woorden kracht bij te zetten, hield hij de bijbel omhoog en vervolgde: „Als dit boek er niet was geweest, zouden jullie, bezoekers, waarschijnlijk in onze kookpot hebben gezeten!”
Ja, de bijbel is de bron van oprecht geloof. Deze kan in mensen een ware liefde voor rechtvaardige beginselen ontwikkelen. En door middel van dit boek kan geloof worden opgebouwd dat zo sterk is dat het ’bergen kan verzetten’.
[Tabel/Kaart op blz. 22]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
HOOGTEPUNT PLAATSELIJKE
STAD BEZOEKERS GETUIGEN
Bangkok, Thailand 1.026 720
Sydney, Australië 27.808
27.864
Perth, Australië 9.043
Bombay, India 4.456 4.506
Ba, Fidji 2.282 610
Nouméa, Nieuw-Caledonië 816 372
Papeete, Tahiti 985 437
Auckland, Nieuw-Zeeland 12.328 6.520
Rangoon, Burma 901 884
—————— ——————
TOTAAL 59.645 41.913
[Kaart]
INDIA
Bombay
BURMA
Rangoon
THAILAND
Bangkok
AUSTRALIË
Perth
Sydney
NIEUW-ZEELAND
Auckland
NIEUW-CALEDONIË
Nouméa
FIDJI
Ba
TAHITI
Papeete
[Illustratie op blz. 24]
Een 78-jarige afgevaardigde op het congres in India
Kreupele Thaise afgevaardigde met zijn moeder en zijn broer
[Illustratie op blz. 25]
Ondanks blank staande straten deelt een congresbezoeker in Bangkok het goede nieuws met een boeddhistische monnik
[Illustratie op blz. 26]
Afgevaardigden van verschillende rassen in ware liefde bijeen