-
Deel 24: Uitbreiding op het westelijk halfrondDe Wachttoren 1957 | 15 februari
-
-
Jaar Landen waarin Totaal aantal Aantal
wordt gepredikt predikers predikingsuren
1942 8 807 219.905
1947 12 2.431 956.928
1952 13 11.795 1.990.208
1953 12 13.174 2.137.541
1955 12 18.800 2.874.637
Het getuigeniswerk op dit zuidelijke continent is betrekkelijk nieuw. Toch is er voor elke 6435 inwoners reeds één bedienaar van het evangelie van Jehovah’s getuigen. De toekomst belooft echter dat deze verhouding steeds gunstiger zal worden naarmate de expansie van het ware christendom voortschrijdt.
(Wordt vervolgd)
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1957 | 15 februari
-
-
Vragen van lezers
● Jezus wierp bij een gelegenheid een demon uit een jongen die zijn discipelen niet konden genezen, en toen deze hem later vroegen waarom zij de demon niet hadden kunnen uitwerpen, zeide Jezus hun: „Wegens uw kleine geloof. Voorwaar, ik zeg u: Zo gij geloof hebt ter grootte van een mosterdzaadje, zult gij tot deze berg zeggen, ’Verplaats u van hier dáár heen,’ en hij zal zich verplaatsen en niets zal u onmogelijk zijn” (Matth. 17:20, NW). Kan men door slechts een klein beetje geloof te oefenen een letterlijke berg in beweging brengen? Wat bedoelde Jezus hier eigenlijk mee? — R.C., Verenigde Staten.
De joden gebruikten een mosterdzaadje om iets zeer kleins aan te duiden, en doordat Jezus dit beeld hier gebruikte, legde hij er de nadruk op hoe weinig geloof de discipelen eigenlijk aan de dag hadden gelegd bij hun poging de door demonen bezeten jongen te genezen, alhoewel zij voordien zieken hadden genezen en demonen hadden uitgeworpen (Luk. 9:1-6; 10:1, 17-20). Jezus legde er dus eerst de nadruk op dat zij meer geloof dienden te bezitten; hun kleine geloof moest groeien. Zelfs het kleine mosterdzaadje kon geweldig in omvang toenemen, want Jezus had ergens anders gezegd dat het het „kleinste aller zaden is, maar wanneer het volgroeid is, is het de grootste der planten en wordt een boom, zodat de vogels des hemels in zijn takken komen nestelen.” Evenals een mosterdzaadje, door het water te geven en in goede grond op te kweken, tot een plant zou opgroeien welke zo groot was als een boom, zou een klein geloof, wanneer het door persoonlijke studie, vergaderingbezoek en dienst wordt gevoed, toenemen en groeien. — Matth. 13:32, NW.
De grote kracht van het geloof, dat eerst „ter grootte van een mosterdzaadje” is, wordt getoond doordat het een berg in beweging kan brengen. Wordt hiermee een letterlijke berg bedoeld? Ja, ongetwijfeld de berg der transfiguratie, zo dat Gods wil was. Het woord „berg” kan ook gebruikt worden ter aanduiding van grote, indrukwekkende hindernissen en moeilijkheden welke de vooruitgang in onze dienst voor Jehovah belemmeren. Het betekent echter iets onoverkomelijks en onbeweegbaars als een grote letterlijke berg. Er zijn in de bijbel voorbeelden van dat het woord berg in deze betekenis wordt gebezigd. Toen Jesaja de tijd van Juda’s herstel uit Babylonische gevangenschap en de terugkeer van een getrouw overblijfsel naar Jeruzalem voorspelde, zei hij: „Elk dal worde verhoogd en elke berg en heuvel geslecht, en het oneffene worde tot een vlakte en de rotsbodem tot een vallei.” Symbolisch werd hierdoor aangeduid dat de voor hun terugkeer in de weg staande hindernissen verwijderd zouden worden. — Jes. 40:4, NBG.
In Zacharia 4:7 (NBG) staat: „Wie zijt gij, grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel wordt gij een vlakte.” Was dit een letterlijke berg? Neen, het was de tegenstand tegen het theocratische herstelwerk onder landvoogd Zerubbabel, die na de Babylonische gevangenschap aan het hoofd van duizenden getrouwe Israëlieten was teruggekeerd. De naburige vijandige Samaritanen werkten het herbouwen van de tempel tegen en na jaren saboteren, wisten zij het gedaan te krijgen dat de Perzische regering het werk officieel verbood. Dit alles vormde een grote berg waardoor het pad der herbouw werd geblokkeerd, maar voor Zerubbabel en de moedige Israëlieten verdween deze berg, werd ze geslecht en tot een vlakte gemaakt, omdat zij vol geloof aan het werk bleven en weigerden tegengehouden te worden. Ten slotte werd de op een berg gelijkende hindernis van het regeringsverbod verwijderd en werden de vijanden onderworpen.
Wanneer wij thans geloof hebben, zal Jehovah ons in zijn werk zegenen; en wij zullen tonen dat wij een levend geloof bezitten door voort te gaan in de dienst en er op te vertrouwen dat Jehovah ons alle hindernissen zal doen overwinnen. Daar wij vol geloof ons werk moeten verrichten en op Jehovah moeten vertrouwen, dienen wij ons geloof te vergroten. Het mosterdzaadje geloof in ons hart moet water worden gegeven, opgekweekt worden en aangemoedigd worden om op te groeien, zodat het zal voortgaan tot rijpheid, kracht en vruchtbaarheid in goede werken, en omdat het is gegroeid, machtige werken kan doen, welke onmogelijk geweest
-