Jezus, de grote onderwijzer
JEZUS CHRISTUS leefde ongeveer tweeduizend jaar geleden op aarde. Dat is heel lang geleden. Het was nog lang voordat oma of opa werd geboren. En het was lang voordat mensen auto’s hadden of treinen of andere dingen die er nu zijn.
De mensen in die tijd waren zo gelukkig dat zij een bijzonder wijze man in hun midden hadden. Jezus was zelfs de wijste man die ooit op aarde heeft rondgewandeld. Hij was de beste onderwijzer die ooit heeft geleefd. Hij verstond de kunst moeilijke dingen zo uit te leggen dat ze gemakkelijk te begrijpen waren.
Jezus onderwees de mensen overal waar hij hen tegenkwam. Hij onderwees hen aan de zeekust en vanuit boten. Hij onderwees hen thuis en wanneer hij onderweg was. Jezus had geen auto, en ook reisde hij niet per bus of trein. Jezus liep van plaats tot plaats om de mensen te onderwijzen.
Wij kunnen veel van andere mensen leren. Maar de allerbelangrijkste dingen kunnen wij van de Grote Onderwijzer, Jezus, leren. Jezus’ woorden staan in de bijbel geschreven. Wanneer wij die woorden uit de bijbel horen, is het net alsof Jezus met ons praat.
Waarom was Jezus een groot onderwijzer? Een van de redenen is dat Jezus luisterde. Hij wist hoe belangrijk het is te luisteren. Maar naar wie luisterde Jezus? Wie onderwees hem? Jezus’ vader deed dit. En Jezus’ vader is God.
Voordat Jezus als mens naar de aarde kwam, had hij in de hemel bij God geleefd. Jezus verschilde dus van andere mensen, want niemand anders heeft ooit in de hemel geleefd voordat hij op aarde werd geboren. Jezus was in de hemel een goede zoon geweest die naar zijn vader luisterde. Daarom kwam Jezus de mensen onderwijzen wat hij van God had geleerd. Door naar jouw vader en moeder te luisteren, kun je Jezus navolgen.
Nog een reden waarom Jezus een groot onderwijzer was, is dat hij van de mensen hield. Hij wilde de mensen helpen meer over God te leren. Jezus hield van volwassenen, maar hij hield ook van kinderen, en kinderen waren graag bij Jezus omdat hij met hen praatte en naar hen luisterde.
Toen ouders op zekere dag hun kleine kinderen naar Jezus brachten, zeiden Jezus’ vrienden tot hen dat zij moesten weggaan. Zij dachten dat Jezus het te druk had om met kinderen te praten. Maar Jezus zei tot zijn discipelen dat dit niet zo was. Hij wilde dat de kleine kinderen tot hem kwamen. Jezus zei: ’Laat de jonge kinderen toch met rust en houdt hen niet tegen tot mij te komen.’ Dus ook al was Jezus een heel wijze en belangrijke man, toch nam hij er de tijd voor om kleine kinderen te onderwijzen. — Matth. 19:13, 14.
Waarom onderwees Jezus kinderen? Eén reden is dat hij hen graag blij wilde maken door hen over God te vertellen. Jij kunt anderen ook gelukkig maken door hen te vertellen wat jij over God hebt geleerd.
Jezus heeft eens een klein kind gebruikt om zijn vrienden een belangrijke les te leren. Jezus nam het kleine kind en zette het in het midden van de kring van zijn discipelen — zijn volgelingen. Toen zei Jezus dat deze volwassen mannen hun handelwijze moesten veranderen en net zoals dit kleine kind moesten worden.
Wat bedoelde Jezus toen hij dit zei? Hoe zouden volwassen mensen als een kind kunnen worden? Een klein kind leert dat het respect of achting moet hebben voor een volwassene. Het kan heel veel van andere mensen leren. Jezus bedoelde dus dat zijn discipelen hem als hun Grote Onderwijzer moesten respecteren. Zij moesten beseffen dat de onderwijzingen van Jezus belangrijker waren dan hun eigen gedachten. — Matth. 18:1-5.
Als Jezus onderwees, zorgde hij ervoor dat hij boeiend tot de mensen sprak. Hij legde de dingen op een eenvoudige en duidelijke manier uit. Toen Jezus op zekere dag op een berghelling zat, kwamen veel mensen naar hem toe. Jezus ging zitten en hield een toespraak of rede tot hen. Dit wordt de Bergrede genoemd. In deze toespraak sprak Jezus over de vogels en de bloemen, en hij gebruikte deze om de mensen te helpen dingen over God te begrijpen.
Jezus zei tot de mensen: ’Kijk eens naar de vogels in de lucht. Zij planten geen zaad. Zij slaan geen voedsel in huizen op. Maar God in de hemel voedt hen. Zijn jullie niet meer waard dan deze dieren?’
Jezus zei ook: ’Leer een les van de lelies van het veld. Zij groeien zonder te werken. En kijk eens hoe mooi ze zijn! Zelfs de rijke koning Salomo was niet mooier gekleed dan de lelies van het veld. Als God dus voor de bloemen zorgt die groeien, zal hij dan ook niet voor jullie zorgen?’
Jezus leerde de mensen dus dat zij niet bezorgd moesten zijn over waar zij voedsel vandaan moesten halen om te eten of kleren om aan te trekken. God weet dat de mensen deze dingen nodig hebben. Jezus zei dus dat de mensen eerst het koninkrijk van God moeten zoeken en moeten doen wat God goed vindt. Als zij dat doen, zal God ervoor zorgen dat zij voedsel hebben om te eten en kleren om aan te trekken. — Matth. 6:25-33.
Wat dachten de mensen van Jezus toen hij klaar was met zijn toespraak? De bijbel zegt dat zij verbaasd waren over zijn manier van onderwijzen. Het was heel boeiend om naar Jezus te luisteren. Wat hij zei, hielp de mensen het goede te doen. Wat is Jezus een grote onderwijzer! Het is heel belangrijk dat wij in deze tijd naar hem luisteren. — Matth. 7:28.
God zelf zegt dat wij naar Jezus moeten luisteren. God heeft zelfs vanuit de hemel gesproken en dit gezegd! Dit gebeurde op een dag toen Jezus zijn volgelingen Petrus, Jakobus en Johannes met zich meenam naar een hoge berg.
Toen zij daar op de berg waren, gebeurde er iets verbazingwekkends. De mannen werden door een heldere wolk bedekt en een stem uit de wolk zei: „Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd; luistert naar hem” (Matth. 17:1-5). Dat was Gods eigen stem die uit de hemel kwam! God zei dat wij naar het onderwijs van zijn Zoon moeten luisteren.
Zul jij naar de Grote Onderwijzer luisteren? Je zult heel gelukkig worden wanneer je dit doet. De Grote Onderwijzer heeft ons een heleboel dingen te vertellen. Je zult het fijn vinden naar de dingen te luisteren die in de bijbel staan geschreven. En het zal je blij maken wanneer je met je vriendjes en vriendinnetjes en met andere mensen over deze goede dingen kunt spreken.