-
Een manier om geschillen bij te leggenOntwaakt! 1981 | 8 februari
-
-
mening vormen of een van u beiden achter de rug van de ander dingen horen zeggen die hij de ander niet in zijn gezicht zou zeggen.
Stap Twee is geen verhoor voor een rechterlijk comité. Het is eenvoudig een nog krachtiger poging om uw broeder te winnen. In plaats van het alleen te proberen, hebt u nu de hulp van nog een of twee anderen. Als uw bewijzen onomstotelijk zijn en het inderdaad uw bedoeling is ’uw broeder te winnen’, dan hebt u nu getuigen.
Maar als Stap Twee mislukt? In elk geval hebt u de zaak alleen onthuld aan personen die volgens de Schrift geautoriseerd zijn ze te horen. U hebt nu de steun van geloofwaardige getuigen dat de andere partij van iets beschuldigd wordt dat mogelijkerwijs zou kunnen leiden tot zijn uitsluiting uit de gemeente. Maar dit omvat dan nog een uiteindelijke en laatste stap.
STAP DRIE:
„Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente.” — Matth. 18:17.
Hoe spreekt u „tot de gemeente”?
De gemeente wordt vertegenwoordigd door haar lichaam van ouderlingen. En in dit geval wordt de gemeente vertegenwoordigd door een uit ouderlingen bestaand rechterlijk comité dat of door henzelf of door een andere bevoegde autoriteit wordt benoemd. Dus nu wordt uw probleem onder de aandacht van de ouderlingen gebracht. Hoe?
Vraagt u of het hele lichaam van ouderlingen uw zaak wil aanhoren? Zou dat nodig of praktisch zijn? In dit stadium vraagt u niet om door wie dan ook van hen aangehoord te worden, in elk geval niet in afwezigheid van de andere partij. Uw verzoek is of de zaak voor een daartoe benoemd en rechterlijk comité kan komen. U brengt eenvoudig een of meer ouderlingen ervan op de hoogte dat u een probleem hebt met Die-en-die en dat u Stap Eén en Stap Twee hebt geprobeerd. Nu vraagt u dat Stap Drie wordt gedaan:
„Indien hij [degene die de zonde beging] zelfs naar de gemeente [vertegenwoordigd door haar rechterlijk comité] niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner.” — Matth. 18:17.
Driemaal hebt u geprobeerd uw broeder te winnen. Bij iedere poging bent u op de juiste manier te werk gegaan. Toch zijn de feiten aan niemand anders onthuld dan aan degenen die volgens de bijbel geautoriseerd zijn om ze te horen en op grond daarvan een beslissing te nemen. Zover het u betreft, is de zaak geen onderwerp van gesprek in de gemeente geworden.
Het is waar dat geen enkel geschilpunt bijgelegd kan worden als uw broeder niet daartoe bereid is. U kunt hem dan niet winnen. Maar ondanks het feit dat u zich verplicht voelde de behandeling van de zaak zover door te voeren als nodig was, was uw beweegreden in werkelijkheid steeds het bevorderen van vrede. „Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen.” — Rom. 12:18.
Deze beginselen voor het bijleggen van geschillen, zoals Jezus ze heeft uiteengezet, zijn praktisch. Ze sorteren effect. Als dergelijke christelijke beginselen door iedereen werden opgevolgd, zou de wereld beslist een betere plaats zijn om in te leven.
-
-
Een Japanse huisvader leert wat liefde isOntwaakt! 1981 | 8 februari
-
-
Een Japanse huisvader leert wat liefde is
DE OMSTANDIGHEDEN van mijn jeugd verstikten elke ontwikkeling van intense liefde voor anderen. Mijn vader stierf toen ik slechts twee maanden oud was. Moeder ging een nieuwe verhouding in een huwelijk volgens gewoonterecht aan, maar gaf de zorg voor mijn opvoeding over aan anderen. Als jongen van tien kwam ik weer bij mijn moeder terug, maar ik heb nooit de warmte van een gezinsleven ervaren. Moeder was verslaafd aan gokken, en zij nam mij mee naar de gokhuizen die zij bezocht.
Tegen de tijd dat ik op een leeftijd van 25 trouwde, was ik al evenzeer aan gokken verslaafd, en iedere nacht speelde ik mah-jong. Keer op keer probeerde ik ermee te breken, zonder enig resultaat te boeken. Ik had het gevoel dat het mijn noodlot was of iets dat ik van mijn moeder had geërfd. De ontstellende gedachte bekroop mij dat ik mijn hele leven niet met gokken zou kunnen ophouden. Gedeprimeerd door een dergelijke toekomst besloot ik zelfmoord te plegen. Maar toen ik op het dak van een gebouw klom, flitsten de gezichten van mijn twee zoons mij voor de geest en ik kon niet springen.
Hoewel ik getrouwd was, wist ik niet dat liefde de band is die een gezin samenbindt, en het tot een voor alle partijen gezonde en vreugdevolle regeling maakt. Omdat ik nooit een dergelijke liefde van mijn vader en moeder had ontvangen, wist ik niet echt wat het was. Ik kon dan ook niet begrijpen dat mijn vrouw medegevoel kon opbrengen vanwege mijn opvoeding — dat zij de wens koesterde met mij samen een hartelijk en warm gezinsleven op te bouwen en dat zij bereid was te volharden hoewel ik steeds weer haar vertrouwen beschaamde. Mettertijd zou ik echter niet alleen de liefde van mijn vrouw gaan waarderen maar ook een nog veel grotere liefde.
Omdat mijn vrouw herkende welke gevaren eraan verbonden waren als ik voor mijn werk van huis was, drong zij er sterk op aan dat ik thuis iets voor mijzelf zou beginnen. Ik ging een lening aan en verbouwde ons huis iets zodat ik thuis een mah-jong speelhuis kon openen. Ik hield van mah-jong en zette mij er helemaal voor in. De onderneming liep goed en ik was in staat mijn lening op regelmatige basis geleidelijk af te lossen. Maar mijn vrouw was erg ongelukkig door gezinsproblemen en bovendien meende zij dat zij mijn gangen moest nagaan om erop te letten dat ik niet in mijn vroegere slechte gewoonten zou terugvallen. Door de hele situatie raakte ik geestelijk en lichamelijk volledig uitgeput.
Onder al deze gezinsspanningen pakte mijn vrouw op een dag zo maar op goed geluk een boek van de plank dat de titel droeg: „Is de mens ontstaan door evolutie of door schepping?” Ik had het zes jaar daarvoor van Jehovah’s Getuigen gekocht. Mijn vrouw neigde naar een materialistische Marxistisch-Leninistische filosofie en was een overtuigd atheïste. Maar terwijl zij het boek las, sprak dat haar hart aan. Zij zag dat er geen grond was om het bestaan van een almachtige en wijze Schepper te ontkennen. Zij voelde een vage vrees. Alsof het zo moest zijn, belde korte tijd later een van Jehovah’s Getuigen bij ons, en er werd een geregelde bijbelstudie begonnen. Zij gebruikten het boek „De waarheid die tot eeuwig leven leidt” en begonnen met het hoofdstuk „Een gelukkig gezinsleven opbouwen”. Toen mijn vrouw mij haar indrukken vertelde, wilde ik ook studeren.
Hoe meer ik de bijbel las, hoe dieper mijn overtuiging werd dat het de waarheid was. Hoe lethargisch ik ook was, ik raakte onder de indruk van de woorden die ik in Hebreeën 4:12 vond: „Het woord van God is levend en oefent
-