Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w78 1/7 blz. 12-16
  • Het enige werkelijk belangrijke geslachtsregister

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Het enige werkelijk belangrijke geslachtsregister
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1978
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • GESLACHTSLIJSTEN STELLEN VAST DAT CHRISTUS DE MESSÍAS IS
  • REDENEN VOOR VERSCHILLEN IN GESLACHTSLIJSTEN
  • JEZUS’ TEGENSTANDERS KONDEN DE OPENBARE VERSLAGEN NIET BESTRIJDEN
  • Geslachtsregister van Jezus Christus
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Geslachtsregister van Jezus Christus
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Hoofdpunten uit het boek Eén Kronieken
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2005
  • Geslachtsregister
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1978
w78 1/7 blz. 12-16

Het enige werkelijk belangrijke geslachtsregister

VOOR sommige mensen in deze tijd, die graag de oorsprong willen weten van hun geslachts- of stamboom, zijn geslachtsregisters erg belangrijk. Toch heeft het weinig werkelijke praktische waarde om onze stamboom tot in alle vertakkingen na te pluizen ten einde te weten te komen wie onze vroege voorouders zijn. Christenen weten dat alle mensen onvolmaakt zijn en dat er in verband met hun verre afstamming niets is waarop men zich kan beroemen of waarover men zich hoeft te schamen. De apostel Paulus schreef aan de jongeman Timótheüs dat hij geen „aandacht [moest] schenken aan . . . geslachtsregisters, die tenslotte nergens op uitlopen, maar die eerder vragen ter navorsing verschaffen dan dat er iets door God wordt uitgedeeld in verband met geloof”. — 1 Tim. 1:3, 4.

Timótheüs bevond zich toen in de Aziatische stad Efeze. Er waren vele tot het christendom bekeerde joden in die stad, en sommigen van hen hielden nog steeds aan de joodse gebruiken vast. Zij deden niets liever dan hun voorvaderlijke connecties, en die van anderen, uit te pluizen en te bespreken, meer uit een gevoel van trots of om met hun kennis te geuren, dan met een praktische of opbouwende beweegreden. In The Jewish Encyclopedia wordt over de vroege eeuwen van de gewone tijdrekening opgemerkt: „Deze bijbelse boeken [Kronieken] verschaften een zeer vruchtbare bodem voor het aankweken van op geslachtsregisters gebaseerde verwaande denkbeelden. In welke mate dit het geval was, blijkt wel uit de verklaring [in de Babylonische talmoed, Pes. 62B] dat er 900 kameelladingen commentaar bestonden over 1 Kron. viii. 37 tot ix. 44. . . . Er moet door dit gespeculeer over afkomst en stambomen veel onheil zijn aangericht.” — Deel V, blz. 597 (1910).

Hoewel iemands geslachtsregister dus af en toe nuttig kan zijn met het oog op wettelijke kwesties, is het tijdverspilling en afbrekend voor het geloof om over onze afkomst te argumenteren of er prat op te gaan. Er is slechts één geslachtsregister dat werkelijk belangrijk is. Dat is de geslachtslijn van Jezus Christus. Waarom is deze zo uitermate belangrijk? En waarom zouden wij er nu belangstelling voor hebben?

Een van de krachtigste redenen waarom wij ons voor dit geslachtsregister interesseren, is, dat ons geloof erdoor wordt bevestigd en gesterkt. Wij hebben alles nodig wat God met het oog hierop heeft verschaft, opdat wij onder beproevingen en onder aanvallen van de zijde van degenen die ons geloof trachten te verwoesten, sterk zullen blijven. Bovendien zullen wij graag in staat zijn aan anderen te bewijzen dat Jezus Christus de Messías is — ten einde hen een krachtige basis voor geloof te verschaffen.

Met betrekking tot Jezus’ geslachtsregister doen zich echter enkele problemen voor, die echter alle opgelost kunnen worden. De authenticiteit van het geslachtsregister wordt hierdoor juist vergroot. Want hoewel de Hebreeën, die de geslachtsregisters door de eeuwen heen bijhielden, wisten dat de Messías in Abrahams geslachtslijn zou komen, wisten zij in het begin niet dat zijn geslachtslijn beperkt zou blijven tot de lijn van Juda, Abrahams achterkleinzoon, en later, tot de nakomelingen van koning David. Verder wisten zij niet van tevoren dat het wettelijke koninklijke recht via Davids zoon Salomo zou lopen. Ook wisten zij niet wanneer en hoe de Messías zou komen. Als het geslachtsregister volkomen pasklaar aan ons was overgeleverd, zonder problemen die moeilijkheden opleveren en zonder dat wij rekening moeten houden met wettelijke adopties, zouden wij goede redenen hebben er krachtig aan te twijfelen of het geslachtsregister niet „in elkaar was gezet”. Enkele moeilijkheden in het ontwarren van de geslachtslijn, versterken derhalve het bewijs dat het een eerlijk verslag is.

Het is dan ook goed dit uiterst belangrijke geslachtsregister te beschouwen en de verbazingwekkende nauwkeurigheid en omvang ervan te zien, want het is gedetailleerder en uitgebreider dan welke andere geslachts- of stamboom in de menselijke geschiedenis maar ook. Wij zullen ervan overtuigd raken dat God deze geslachtslijn zorgvuldig heeft behoed en erop heeft toegezien dat deze op juiste wijze werd opgetekend, soms door mensen die geen idee hadden van de werkelijke belangrijkheid ervan.

GESLACHTSLIJSTEN STELLEN VAST DAT CHRISTUS DE MESSÍAS IS

Er komen in de bijbel vier belangrijke geslachtslijsten voor die Christus’ afstamming aantonen en waarvan er drie met Adam beginnen. In de bijbel vinden wij ze in: (1) Genesis en Ruth, (2) 1 Kronieken, de hoofdstukken 1-3, (3) Matthéüs hoofdstuk 1 en (4) Lukas hoofdstuk 3 (Lukas gaat in werkelijkheid vanaf Jezus terug tot Adam). Op één uitzondering naa zijn ze vanaf Adam tot op Salomo, de zoon van David, precies met elkaar in overeenstemming. Parallel aan Salomo vermeldt Lukas vervolgens Nathan, een andere zoon van David. Tot op Nathan voert Lukas de geslachtslijn van Jezus terug via de familie van Eli, de vader van Maria, de vrouw van Jozef, waardoor hij Jezus’ natuurlijke recht aantoont op de positie van Messías als een zoon van David, want Jezus had geen aardse vader, aangezien hij de pleegzoon was van Jozef maar door middel van een wonder de werkelijke Zoon was van God. — Luk. 1:34, 35.

REDENEN VOOR VERSCHILLEN IN GESLACHTSLIJSTEN

In het verslag van Matthéüs wordt Jezus’ afstamming teruggevoerd via de geslachtslijn van Salomo, via welke het wettelijke recht op de troon van David liep. Daarom verschillen de verslagen van Matthéüs en Lukas met opzet van elkaar wat de afstammingslijn van David tot Jezus betreft. Het is echter opmerkenswaardig dat beide schrijvers uitdrukkelijk duidelijk maken dat Jezus niet werkelijk de zoon van Jozef was, maar dat hij de ware natuurlijke zoon van Maria was. Matthéüs zegt: „Jakob werd de vader van Jozef, de man van Maria, uit wie Jezus werd geboren, die Christus wordt genoemd” (Matth. 1:16). Lukas zegt: „Deze Jezus was . . ., toen hij met zijn werk begon, ongeveer dertig jaar, terwijl hij, naar men meende, de zoon was van Jozef.” — Luk. 3:23.

Er komen in het verslag van Kronieken andere namen voor dan in dat van Matthéüs, dat Salomo’s geslachtslijn volgt, zoals trouwens ook in Kronieken wordt gedaan. Deze namen verschijnen na Zerubbábel, de negentiende na Salomo. Dit verschil kan gemakkelijk worden uitgelegd door het feit dat in veel bijbelse geslachtsregisters enkele schakels worden weggelaten. Een goed voorbeeld wordt in Ezra’s geslachtsregister aangetroffen, waarin hij aantoonde dat hij een priester was (Ezra 7:1-5). In zijn lijst worden verscheidene namen weggelaten die in een parallelle lijst in 1 Kronieken 6:3-14 wel worden aangetroffen. Waarom liet Ezra deze namen weg? Hij deed dit waarschijnlijk om onnodige herhaling te vermijden en ten einde de lange lijst korter te maken. Ook kan hij alleen de meest bekende namen gebruikt hebben, net zoals iemand die in deze tijd zou willen bewijzen dat hij een nakomeling is van een beroemd persoon, zoals bijvoorbeeld George Washington, slechts enkele van de meest herkenbare en erkende nakomelingen van de beroemde man zou hoeven te noemen en daarbij zou aantonen dat zijn eigen vader of grootvader een van hen was. Ezra gebruikte de namen die nodig waren om zijn doel te bereiken, en hij bereikte dit doel ook. Deze gewoonte wordt ook in enkele andere bijbelse geslachtsregisters gevolgd.

JEZUS’ TEGENSTANDERS KONDEN DE OPENBARE VERSLAGEN NIET BESTRIJDEN

Matthéüs en Lukas hebben bij het optekenen van Jezus’ geslachtsregister ongetwijfeld gebruik gemaakt van het openbare register in de stad Bethlehem in Juda, waar Jezus werd geboren (Luk. 2:1-5; Micha 5:2; Matth. 2:1-6). Er is een opmerkelijk feit waardoor elke twijfel weggenomen zou moeten worden of Jezus zowel de natuurlijke erfgenaam van David was als degene die het wettelijke recht op Davids troon had, aangezien hij de eerstgeboren zoon (in werkelijkheid pleegzoon) was van een man die van koning Salomo was afgestamd. Het is het volgende feit: Geen van Jezus’ vijanden onder de joden heeft ooit zijn afstamming van David in twijfel getrokken, hetzij van de zijde van zijn moeder of van de zijde van zijn pleegvader. Wij weten echter dat de Farizeeën en Sadduceeën er als de kippen bij waren om Jezus op alle mogelijke manieren in diskrediet te brengen. Zij konden echter niet de officiële geboorteregisters loochenen, die welbekend waren onder de mensen en die voor iedereen toegankelijk waren. Ook hebben de heidense vijanden Jezus’ geslachtsregister pas aangevallen nadat de joodse verslagen waren vernietigd, hetgeen gebeurde toen de Romeinen Jeruzalem binnenvielen en verwoestten. Toen kon natuurlijk niemand hun leugenachtige beweringen aan de hand van de openbare berichten controleren.

Jezus, als de langverwachte Messías, is de laatste persoon in het bijbelse geslachtsregister, degene bij wie het geslachtsregister eindigt. Hij verwierf de troon van David, om die zonder opvolgers te bekleden (Luk. 1:31-33). Hij werd door God gebruikt om een nieuwe priesterschap te stichten, aangezien hij nu in de hemel is als een eeuwige „hogepriester naar de wijze van Melchizédek” en niet overeenkomstig de levitische priesterschap van de joden (Hebr. 6:20; 7:11-14, 23, 24). Het bijbelse verslag over Jezus’ geslachtslijn staat in de bijbel als een onderdeel van het fundament van ons geloof en als een getuigenis van de zekerheid van het woord en de beloften van God.

[Voetnoten]

a Lukas vermeldt een tweede Kainan tussen Arpachsad en Selah (Luk. 3:36). Dit wordt door de meeste geleerden als een afschrijvingsfout beschouwd. Deze naam komt niet op deze plaats in de geslachtslijsten in de Hebreeuwse en Samaritaanse tekst voor, en ook in geen van de targoems of vertalingen, behalve in de Septuaginta, en mogelijk niet in de vroege exemplaren ervan, aangezien Josephus, die gewoonlijk de Septuaginta volgt, Selah na Arpachsad als diens zoon noemt (Joodsche Oudheden, Boek 1 Hfdst. VI, par. 4). De vroege schrijvers Africanus, Eusebius en Hiëronymus verwierpen de vermelding als een interpolatie. Nog een mogelijkheid is dat „Kainan” een variant is van „Chaldeeër”. De Griekse tekst kan dus geluid hebben: „de zoon van de Chaldeeër Arpachsad.”

[Tabel op blz. 14, 15]

JEZUS’ GESLACHTSLIJSTEN

Genesis 1 Kronieken Lukas Hfdst. 3

en Ruth Hfdst. 1, 2, 3

Adam Adam Adam

Seth Seth Seth

Enos Enos Enos

Kenan Kenan Kainan

Mahalaleël Mahalaleël Mahalaleël

Jered Jered Jered

Henoch Henoch Henoch

Methusalah Methusalah Methusalah

Lamech Lamech Lamech

Noach Noach Noach

Sem Sem Sem

Arpachsad Arpachsad Arpachsad

Kainan

Selah Selah Selah

Heber Heber Heber

Peleg Peleg Péleg

Rehu Rehu Rehu

Serug Serug Serug Matthéüs

Nahor Nahor Nahor Hfdst. 1

Terah Terah Terah

Abram Abraham Abraham Abraham

(Abraham)

Isaäk Isaäk Isaäk Isaäk

Jakob Jakob Jakob Jakob

(Israël)

Juda Juda Juda Juda

(en Tamar) (en Tamar)

Perez Perez Perez Perez

Hezron Hezron Hezron Hezron

Ram Ram Arni (Ram?) Ram

Amminádab Amminádab Amminádab Amminádab

Nahésson Nahésson Nahésson Nahésson

Salmon Salmon (Salma, Salmon Salmon

1 Kron. 2:11) (en Rachab)

Boaz Boaz Boaz Boaz

(en Ruth) (en Ruth)

Obed Obed Obed Obed

Isaï Isaï Isaï Isaï

David David David David

(en Bathséba)

Salomo Nathanb Salomo

Rehábeam Mattatha Rehábeam

Abía Menna Abía

Asa Melea Asa

Josafat Éljakim Jósafat

Joram Jonan Joram

Jozef

Ahazia Juda

Joas Simeon

Amazia Levi

Azarja (Uzzía) Matthat Uzzía (Azarja)

Jotham Jorim Jotham

Achaz Eliëzer Achaz

Hizkía Jezus Hizkía

Manasse Er Manasse

Amon Elmadan Amon

Josía Kosam Josía

Addi

Jojakim Melchi

Jechonja Neri Jechonja

(Jojachin)

Seálthiël Seálthiëlc Seálthiël

(Pedaja)d

Zerubbábele Zerubbábel Zerubbábel

Resa

Hananja Joanan Abíud

Jesaja Joda

Josech Éljakim

Refaja Semeïn Azor

Arnan Mattathías

Maäth

Obadja Naggai Zadok

Esli

Sechanja Nahum Achim

Semaja Amos Elíud

Mattathías

Nearja Jozef

Jannai Eleázar

Eljoënai Melchi

Levi Matthan

Matthat

Eli (vader Jakob

van Maria)

Jozef Jozef

(schoonzoon)

Jezus Jezus

(Maria’s zoon) (pleegzoon)

[Voetnoten]

b Bij Nathan begint Lukas het geslachtsregister via Jezus’ moederlijke lijn te rekenen, terwijl Matthéüs met de vaderlijke lijn verder gaat.

c Zerubbábel was klaarblijkelijk de natuurlijke zoon van Pedaja en de wettelijke zoon van Seálthiël als gevolg van een zwagerhuwelijk; of hij was na de dood van zijn vader Pedaja door Seálthiël opgevoed en werd wettelijk als de zoon van Seálthiël erkend. — 1 Kron. 3:17-19; Ezra 3:2; Luk. 3:27.

d Seálthiël, de zoon van Jechonja, was klaarblijkelijk de schoonzoon van Neri. — 1 Kron. 3:17; Luk. 3:27.

e De lijnen komen bij Seálthiël en Zerubbábel samen en gaan daarna uiteen. Dit verschil kan door twee verschillende nakomelingen van Zerubbábel zijn ontstaan of doordat één zoon in de drie lijsten een schoonzoon was.

[Illustraties op blz. 14]

Adam

Abraham

[Illustratie op blz. 15]

Geslachtsregisters bevestigen duidelijk dat JEZUS de Messías is

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen