Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w59 15/8 blz. 508-511
  • Waarom velen het bestaan van Satan in twijfel trekken

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Waarom velen het bestaan van Satan in twijfel trekken
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • TWIJFEL OVER SATANS BESTAAN
  • VANWAAR DIE TWIJFEL?
  • GODS WOORD ANTWOORDT
  • VERWIJSBRONNEN
  • Pas op: Satan wil je verslinden!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2015
  • Satan
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Satan
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Satan
    Ontwaakt! 2013
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
w59 15/8 blz. 508-511

Waarom velen het bestaan van Satan in twijfel trekken

In moderne boeken over religie is beslist de neiging waarneembaar Satan totaal te negeren of zijn bestaan als geestelijk schepsel in twijfel te trekken. Waarom gebeurt dit?

VAN Genesis tot Openbaring spreekt Gods Woord over de persoon van Satan de Duivel. Hoewel er in het Genesisverslag naar hem wordt verwezen als naar de slang, behoeven wij over de identiteit van deze slang niet in het onzekere te verkeren, want deze blijkt duidelijk uit Openbaring 12:7-9 (NW), waar wij lezen dat hij „die de gehele bewoonde aarde misleidt” de „oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd”, is. Ja, de Verleider in Eden was niet slechts een „drang tot het kwade” welke door God bij Adam was ingeplant, zoals zekere joodse geleerden, de Tannaïeten van de tweede eeuw n. Chr., ons willen doen geloven. Hij was niemand anders dan Satan de Duivel zelf.1

In de hoofdstukken 1 en 2 van het boek Job wordt Satan opnieuw duidelijk als een geestelijk persoon geschilderd die tezamen met andere geestelijke zonen in de aanwezigheid van God verschijnt, met hem spreekt en een strijdvraag betreffende Jobs rechtschapenheid opwerpt. Ook lezen wij over zijn beschuldiging aan het adres van de hogepriester Jozua in de dagen van Zacharia. Paulus noemt Satan „de god van dit samenstel van dingen” die „de geest der ongelovigen heeft verblind.” Petrus spreekt over Satan als hij die ’rondgaat als een brullende leeuw, die tracht iemand te verslinden.’ En Judas, discipel en halfbroer van Jezus, verhaalt ons dat Satan met Michaël betreffende het lichaam van Mozes een twistgesprek voerde. Stellig kan er van een onpersoonlijk beginsel van kwaad, zoals zovelen Satan beschouwen, niet gezegd worden dat het zulke dingen doet! — 2 Kor. 4:4; 1 Petr. 5:8; Judas 9, NW.

In het bijzonder is het het schriftuurlijke verslag over Jezus waardoor wordt bevestigd dat Satan een persoon is. In de woestijn bood Satan Jezus alle koninkrijken van de wereld aan indien hij zou ’nedervallen en een daad van aanbidding jegens’ hem zou verrichten. Kan een abstract beginsel er aanspraak op maken alle koninkrijken der wereld te bezitten en ze Jezus aanbieden? Zou Jezus daar een daad van aanbidding voor kunnen verrichten? Kunnen wij ons voorstellen dat de getrouwe, liefderijke en gehoorzame Zoon Gods door trouweloze, in zijn eigen geest ontstane gedachten verzocht zou worden? — Matth. 4:9, NW.

Jezus verklaarde eens, „Satan te zien, die reeds gelijk een bliksem uit de hemel was gevallen.” Het is duidelijk dat het niet het beginsel van kwaad is dat is gevallen, want alhoewel inactief, bestond het reeds vanaf de schepping. Vervolgens zei Jezus zijn vijanden dat zij van hun vader de Duivel waren, die ’een mensenmoordenaar was’ toen hij als Satan begon, „een leugenaar en de vader der leugen.” Toen Jezus ervan werd beschuldigd demonen door de macht van Satan uit te drijven, ontkende hij het bestaan van Satan niet maar zei hij: „Wanneer Satan Satan uitbant, is hij tegen zichzelf verdeeld.” Ja, al deze verwijzingen en nog vele meer laten er geen twijfel over bestaan dat er een Satan is en hij een persoonlijkheid heeft. — Luk. 10:18; Joh. 8:44; Matth. 12:26, NW.

TWIJFEL OVER SATANS BESTAAN

Hoe vreemd het gezien dit ondubbelzinnige schriftuurlijke bewijs ook moge schijnen, toch zijn er nog talrijke zogenaamde christenen en ook joden die het bestaan van Satan in twijfel trekken. Zij zijn de mening toegedaan dat niemand hem ooit heeft gezien en dat hij daarom slechts een denkbeeld is, aan de menselijke geest ontsproten; of dat Satan slechts het beginsel van kwaad of slechte impulsen welke in de mens tot uiting komen, is.

Zo verklaarde een doctor in de godgeleerdheid van Oxford: „Buiten het menselijke gebied kunnen er andere geestelijke invloeden zijn, invloeden welke vreemd genoeg door het geloof dat men vroeger in demonen en Satan stelde werd omvat. . . . Wat wij ook van deze speculatieve aangelegenheid mogen denken,” enz.2 In een populair protestants werk stond het volgende: „Het gehele onderwerp is in een mysterieus waas gehuld. . . . Deze passages [welke op Satan betrekking hebben] laten veel onverklaard en ernaar gissen is nutteloos.”3

In verband met een der voornaamste theologen in de Verenigde Staten vernemen wij: „Niebuhr aanvaardt de bijbelse leerstelling betreffende de Duivel, hetzij als mythe of leerstuk, hetzij als een naar buiten tredend beginsel ’van de aan elke menselijke handeling ten grondslag liggende slechte inborst’, echter niet. Hij gebruikt Satan uitsluitend als een voorbeeld, als een illustratie van de wijze waarop de opstandige wil van de mens werkzaam is.”4 En om zijn eigen woorden aan te halen: „De gedachte om aan het kwade een persoonlijkheid toe te schrijven, kan wetenschappelijk absurd zijn, ze berust echter op de natuurlijke vergissing, dat wanneer blinde en onpersoonlijke natuurkrachten in de mens tot leven komen, er een schijn van persoonlijkheid aan wordt toegekend.”5

VANWAAR DIE TWIJFEL?

Een van de verdere redenen waarom sommigen Satans bestaan in twijfel zijn gaan trekken, is dat hij voor menselijke ogen onzichtbaar is. Is dit echter wel juist? Neen. De bijbel, ons verstand en de zichtbare feiten tonen duidelijk aan dat God bestaat, al heeft geen mens hem ooit gezien en kan ook niemand hem zien (Ex. 33:20; Joh. 1:18). Gods Woord vertelt ons tevens over geestelijke schepselen, verschillende soorten van engelen die Gods geboden nakomen, welke allen voor het menselijke oog onzichtbaar zijn; en zou het ons, wanneer wij toegeven dat er rechtvaardige geestelijke persoonlijkheden of wezens bestaan, moeilijk kunnen vallen, eveneens in het bestaan van onrechtvaardige goddeloze geestelijke schepselen te geloven?

Ongetwijfeld hebben de bijgelovige en bespottelijke verkeerde opvattingen die velen er over Satan op na houden of hielden ertoe bijgedragen dat men aan zijn bestaan ging twijfelen. In de donkere middeleeuwen werd hij vaak als een bok afgebeeld. Thans wordt hij gewoonlijk afgeschilderd als een man in nauwsluitende roodkleurige kleren, met horens, een staart en een hooivork in zijn hand. Louter het feit dat de schriftuurlijke leer betreffende Satan is verdraaid, is echter nog geen geldige reden om zijn bestaan in twijfel te trekken. Evenmin wordt doordat vele niet-christelijke religiën het beginsel van het kwade persoonlijkheid toekennen, het bestaan van Satan weerlegd.

Anderen zijn geneigd het bestaan van Satan te betwijfelen omdat zij niet begrijpen hoe hij is ontstaan en waarom God hem zo lang heeft laten bestaan. Daarom verklaart R. Niebuhr verder: „De gedachte in de Hebreeuwse mythologie dat Satan een opstandeling tegen God is terwijl hij toch onder zijn toezicht staat, onderschrijft het paradoxale feit dat kwaad enerzijds meer is dan afwezigheid van orde, en anderzijds op orde is gebaseerd.”5

Wat valt er over de verschillende redenen waarom men aan het bestaan van Satan twijfelt, te zeggen? Is de voornaamste oorzaak niet in het feit gelegen dat men de bijbel niet als Gods Woord aanvaardt? Indien wij geloven dat de bijbel geïnspireerd is, zullen wij dan niet, of wij nu al dan niet al de waaroms en waarvoors begrijpen, haar duidelijke verklaringen als waarheid aanvaarden? Natuurlijk! Dan zullen wij met Jezus instemmen, die ervan zei: „Uw woord is waarheid”, en met Paulus, die schreef: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en heilzaam om te onderwijzen”; en ook met Petrus, die vertelde dat „mensen van Godswege [hebben] gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd.” — Joh. 17:17; 2 Tim. 3:16; 2 Petr. 1:21, NW.

GODS WOORD ANTWOORDT

Gods Woord geeft ons echter op al deze vragen antwoord. Bevredigend beantwoordt het elke vraag welke een oprechte, openhartige waarheidszoeker betreffende Satan zou kunnen stellen, en het geeft ons de verzekering dat al Gods activiteiten volmaakt en zijn wegen gerechtigheid zijn (Deut. 32:4). Daarom kan hij geen goddeloos geestelijk schepsel geschapen hebben. De bijbel vertelt ons tevens dat God vele rechtvaardige geestelijke schepselen, engelen, schiep, onder wie er een was die door God als een overdekkende cherub of beschermengel over het eerste menselijke paar werd aangesteld. Deze was er begerig naar om evenals God aanbeden te worden en spoorde daarom Adam en Eva tot ongehoorzaamheid aan. Hij ontketende een opstand en trok daarbij de universele soevereiniteit van Jehovah God in twijfel. — Gen. 3:1-7; Ezech. 28:12-16.

De Schrift openbaart verder dat Satan snoefde dat God geen schepselen op aarde kon plaatsen die hij, Satan, niet kon verderven, waardoor dus de strijdvraag ontstond, Kan de mens zijn rechtschapenheid handhaven? Ter wille van deze strijdvraag heeft Jehovah het Satan toegestaan te blijven bestaan en heeft hij Adam en Eva de gelegenheid gegeven, voordat zij het loon der zonde, de dood, zouden betalen, verder te leven om nakomelingen te verwekken. Jehovah heeft het volste vertrouwen in zijn vermogen menselijke schepselen op aarde te hebben, die ondanks alles wat Satan zou doen, hun rechtschapenheid zouden bewaren, daarmee bewijzend dat Satan een leugenaar is. Dit is de reden waarom God het toestond dat Job, Jezus en anderen door de hand van Satan lijden ondergingen. Wanneer wij eenmaal beseffen wat er op het spel staat — de strijdvraag betreffende Jehovah’s oppermacht en ’s mensen rechtschapenheid — zien wij dat er genoeg goede redenen voor zijn om te begrijpen waarom God het Satan heeft toegestaan tot op de huidige dag zijn boze praktijken te blijven uitoefenen. — Job, de hoofdstukken 1 en 2; Spr. 27:11; Hebr. 5:8, 9.

In dit alles zit opgesloten dat Satans bestaan op zijn hoogst slechts tijdelijk is, en dat is nu precies wat de Schrift zegt: ’God die vrede geeft, zal Satan binnenkort verpletteren.’ Jezus Christus zal hem „vernietigen die het middel bezit de dood te veroorzaken, namelijk, de Duivel.” Ja, te zijner tijd zal Satan in de poel des vuurs, de tweede dood, het symbool van vernietiging, worden geworpen. — Rom. 16:20; Hebr. 2:14; Openb. 20:10, 14, NW.

Wanneer wij de Schrift dus met verstand lezen, wordt het ons duidelijk wat Satans oorsprong is, waarom God hem het heeft toegestaan tot op de huidige dag te blijven bestaan en dat zijn dagen thans geteld zijn. De mens heeft daarom geen enkele reden om het bestaan van Satan in twijfel te trekken.

Laten wij dus aandacht schenken aan de waarschuwing: „Houdt uw zinnen bij elkaar, zijt waakzaam. Uw tegenstander, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, die tracht iemand te verslinden. Neemt uw standpunt echter tegen hem in, vast in het geloof.” — 1 Petr. 5:8, 9, NW.

VERWIJSBRONNEN

1 Judaism in the First Centuries of the Christian Era door G.F. Moore.

2 Redemption and Revelation door H. Wheeler Robinson, D.D.

3 555 Difficult Bible Questions Answered door The Christian Herald.

4 Reinhold Niebuhr — His Religious, Social and Political Thought door Kegley en Bretall.

5 The Theology of Reinhold Niebuhr door Hans Hofman.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen