Is de bijbel realistisch?
WIL een gids reëel zijn, dan moet hij niet alleen vrij zijn van mythen of onjuiste begrippen, maar ook een gezonde kijk op onze aangelegenheden en problemen geven. Laat ons wat dat betreft de bijbel eens vergelijken met wat mensen van de toekomst denken en verwachten.
Ondanks de dreiging van voortdurende inflatie, werkloosheid en talrijke internationale problemen geloven veel mensen dat het wel weer beter zal gaan. Zij menen dat politieke verschillen, raciale en nationalistische onenigheden, voedseltekorten en de energiecrisis op de lange duur wel opgelost zullen worden. Zij geloven dat de wereld aan de vooravond van vrede en zekerheid staat.
In een nationaal tijdschrift werd onlangs de mening uitgesproken dat „het voor de V.S. al met al een hoopvol vooruitzicht is een periode van vrede binnen te gaan. . . . De geschiedenis schijnt erop te duiden dat alles in gereedheid is voor een economische groei, voor gelukkiger tijden voor het land. De V.S. die in het verleden wel grotere moeilijkheden te boven zijn gekomen, zullen hier opnieuw in slagen.”
Over de vooruitzichten voor de wereld schrijft G. W. Shepherd Jr. in The Christian Century: „De werkelijke wereld . . . is die waarin vrede kan worden opgebouwd, met veel moeite en slechts op grond van internationale overeenstemming, met volledige erkenning van de rechten en belangen van de meeste landen, vooral die van de Derde Wereld. Het enige raamwerk dat wij bezitten, waarbinnen zo’n overeenstemming mogelijkerwijs tot succes gebracht kan worden, is de Verenigde Naties. Daarom proberen wij dat lichaam nieuw leven in te blazen, te zamen met de ontwikkeling van vredesmaatregelen op grond van wat men een nieuwe ’vredesbeweging’ zou kunnen noemen.”
Waarop beroepen de wereldleiders zich echter om de hoop van het volk op een voortzetting van de huidige stelsels of op een „betere wereld” levend te houden? Doen zij niet dezelfde beloften die al eeuwenlang gedaan zijn? Heeft niet elke voorbijgegane wereldmacht de aandacht op zijn heerlijkheid en macht gevestigd om het volk ervan te doordringen dat deze macht de hoop voor de wereld was? Maar waar is de roem en glorie van die machten gebleven? Beroept men zich thans niet op precies dezelfde dingen? En zelfs al hebben veel mensen het vertrouwen in hun leiders verloren, dan menen zij toch, bij gebrek aan een betere hoop, dat er te zijner tijd wel iemand naar voren zal komen die de zaken in het reine zal brengen. Is dat realistisch?
Een voorbeeld van zo’n menselijke „profetische” blik in de wereldtoekomst vormt de volgende verklaring van wijlen Walter Lippmann, die staat opgetekend in The World Book Encyclopedia: „Kijken wij verder, dan bemerken wij dat er iets gaande is wat wij de Grote Revolutie zouden kunnen noemen en het is deze Grote Revolutie waarop wij moeten vertrouwen om de vrede en stabiliteit te brengen waarop de universele maatschappij ten slotte kan gedijen.
. . . Wat is de Grote Revolutie? Het is een radicale verandering in de toestand van de mens. Het is een produkt van ’s mensen voortschrijdende kennis, de wetenschap hoe hij de materiële omstandigheden van zijn leven op aarde in de hand kan houden.”
Er zijn echter ook mensen die zulke „profetieën” slechts als een droom beschouwen. In U.S. News & World Report van 5 mei 1975 werd gezegd: „Men hoort in deze tijd hoe langer hoe minder over ’een nieuwe wereldorde’ spreken en dat is niet te verwonderen. De wereld schijnt steeds meer opgedeeld te worden in regionale groeperingen, die meer tot strijdlust dan tot samenwerking zijn geneigd. Zelfs deze groeperingen blijken met toenemende moeilijkheden te kampen te hebben en verscheurd te worden door nationalisme en onzekerheid.”
Is het bijbelse standpunt realistisch?
Anderzijds is het bijbelse standpunt niet verwarrend of wankel. Er wordt in uiteengezet waarom de plannen van de mens falen en waarom elk decennium meer ernstige problemen met zich meebrengt. Als Gods geïnspireerde Woord vertelt de bijbel ons dat de benarde toestand van de mensen aan onvolmaaktheid van de gehele mensheid is te wijten (Rom. 5:12). De bijbel zegt: „Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten” (Jer. 10:23). De bijbel verzekert ons tevens dat Gods leiding nu meteen, zelfs in deze onvolmaakte wereld, hulp kan bieden indien de mensen die zouden volgen. (Spr. 2:6-9). Maar de mensen, en vooral de wereldleiders, weigeren hun handelwijze overeenkomstig bijbelse beginselen te hervormen en als gevolg hiervan oogsten zij wanorde en corruptie. Waarom? Feitelijk omdat zij een soevereiniteit wensen onafhankelijk van God. Zij willen God niet als allerhoogste Raadgever en Koning erkennen. — Hand. 4:24-26; Openb. 17:12-14.
Ja, de bijbel grijpt heel realistisch terug naar de wortel van ’s mensen problemen en geeft een deugdelijke kijk op de huidige toestand en waarom die bestaat. Hoe staat het met de toekomst? Voorzegt de bijbel een dag des oordeels voor de mensheid of stelt hij een vreugdevolle hoop in het vooruitzicht?
Een realistische kijk op de toekomst?
Laten wij voor het antwoord eens zien naar de profetie die Jezus aan zijn discipelen gaf, nadat dezen aan hem hadden gevraagd: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” (Matth. 24:3) Jezus beschreef onder inspiratie nauwkeurig onze tegenwoordige tijd toen hij zei: „Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen in de ene plaats na de andere voedseltekorten en aardbevingen zijn. Al deze dingen zijn een begin van weeën der benauwdheid.” — Matth. 24:7, 8.
Mensen die in deze generatie leven, hebben sedert 1914 de vervulling van deze profetie gezien. Werd dat jaar niet gekenmerkt door een „begin der weeën der benauwdheid” die verschilden van de oorlogen en voedseltekorten uit het verleden? In zijn boek, getiteld „1914”, schrijft J. Cameron: „In het jaar 1914 nam de wereld zoals men die toen kende en aanvaardde, een einde. Veel meer dan enig jaar daarvoor of daarna was dat jaar het ’leesteken’ van de twintigste eeuw.”
In welk opzicht is dit zo? Wel, de oorlogen die dit geslacht heeft meegemaakt, zijn geen gewone oorlogen geweest. Ze worden met recht „wereldoorlogen” genoemd. Bovendien heeft Jezus nog gezegd dat de natiën ’in radeloze angst geen uitweg zouden weten’ en dat de mensen ’mat zouden worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen’. Deze en nog vele dingen meer die Jezus in Matthéüs hoofdstuk 24, Markus hoofdstuk 13 en Lukas de hoofdstukken 17 en 21 heeft geprofeteerd, gebeuren en zijn kenmerkend voor ons geslacht. Jezus voorzei ook dat „dit geslacht [dat deze dingen zou meemaken] . . . geenszins [zal] voorbijgaan totdat alle dingen geschieden”. — Luk. 21:32.
Wat zijn „alle dingen” die in dit ene geslacht zouden moeten plaatsvinden? Onder andere het einde van dit huidige door mensen gemaakte samenstel van dingen; niet de letterlijke aarde en de hele mensheid erop, maar de bevrijding van de corrupte, onderdrukkende, verontreinigde toestand waarin de mensheid zich thans bevindt. Jezus zegt tot hen die het goede willen doen en die met vertrouwen naar de bijbel opzien: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt” (Luk. 21:28). De bijbel stelt dus geen angstaanjagende oordeelsdag in het vooruitzicht, maar voor hen die naar rechtvaardigheid en vrede verlangen, een vreugdevolle toekomst. Het ziet er volgens de bijbelprofetieën alleen somber uit voor hen die zelfzuchtig aan de corrupte dingen van dit falende samenstel blijven vasthouden en die weigeren Gods soevereiniteit te erkennen. — 2 Thess. 1:6-8.
Wat hebben wij behalve deze tekenen — de radeloze angst der natiën en de vrees van de wereldleiders voor de dingen die over deze aarde komen, alsmede de toeneming van misdaad, vervuiling, immoraliteit en het gevaar van een kernoorlog — nog meer als bewijs dat het einde van dit samenstel van dingen nabij is? Hoe kunnen wij weten dat het zo niet veel langer meer kan voortgaan, of dat het niet nog wel eeuwen kan duren, zoals sommigen zeggen?
De laatste wereldmacht bestaat thans
De bijbel geeft ons een verslag, nu eens historisch dan weer profetisch, van zeven wereldmachten in de geschiedenis van de mensheid. Geen kleine onbetekenende machten, maar machten die in de periode van hun bestaan de grootste invloed hebben gehad. Elk was in zijn tijd de belangrijkste macht waarmee de natiën rekening hadden te houden. Dit zijn en waren: Egypte, Assyrië, Babylon, Medo-Perzië, Griekenland, Rome en de Anglo-Amerikaanse wereldmacht. In het bijbelboek Daniël wordt in de profetie nauwkeurig over de machten in Daniëls eigen tijd gesproken, namelijk Babylon en Medo-Perzië, daarna worden de drie volgende voorzegd. De profetie noemt de Medo-Perzische en de Griekse wereldmacht bij name en geeft een beschrijving van de twee daaropvolgende. Wat heeft Daniëls profetie over ze te zeggen?
In het visioen dat God hem gaf, zag Daniël vier reusachtige beesten die „koningen” voorstelden of afbeeldden (Dan. 7:17). Deze symbolische beesten waren een leeuw (Babylon), een beer (Medo-Perzië) en een luipaard (Griekenland), gevolgd door een vreeswekkend beest met tanden van ijzer, dat verschilde van alle andere en tien horens had. Uit dit beest groeide een andere „koning”, een kleine horen, die groot werd en grandioze woorden sprak. Deze laatste horen ontving een oordeel dat niet door een andere wereldmacht over hem werd gebracht, maar een oordeel dat direct door de Almachtige God zelf werd geveld. Het verschrikkelijke beest was de Romeinse wereldmacht en de horen die eruit kwam groeien was de zevende wereldmacht, die de laatste op aarde zou zijn. Dat is de Anglo-Amerikaanse wereldmacht. — Dan. 7:2-12; vergelijk Daniël 8:20-22.
Indien wij inderdaad in de tijd van het einde van dit samenstel van dingen leven, is dit uiterst belangrijk en dringend. Het betekent dat de tijd is gekomen dat het Messiaanse koninkrijk over deze aarde gaat regeren. Opdat wij, zonder enige ruimte voor twijfel, overvloedige bewijzen zouden hebben, heeft God ons in het laatste boek van de bijbel de volledige verzekering van de waarachtigheid van Daniëls profetie en van de nabijheid van de duizendjarige regering van rechtvaardigheid over de aarde door de Messías verschaft. De apostel Johannes, die gedurende de regering van de zesde wereldmacht, het Romeinse rijk, leefde, vermeldt het visioen dat God hem gaf. Hij schrijft: „Er zijn zeven koningen: vijf zijn gevallen [vóór Johannes’ tijd], één is er [het Romeinse], de andere is nog niet gekomen, maar als hij gekomen zal zijn, moet hij een korte tijd blijven.” — Openb. 17:10.
Het Amerikaanse deel van de zevende wereldmacht is ongeveer 200 jaar gebleven — een korte tijd in de wereldgeschiedenis. Terwijl hij de nadruk legt op de nabijheid van het einde, spreekt Johannes ook over een ACHTSTE koning, maar deze koning blijft maar heel kort, hij „spruit voort uit de zeven” en bestaat gelijktijdig met de zevende wereldmacht. Deze „koning” zou een samengestelde regering zijn, opgebouwd uit de kenmerken van de zeven wereldmachten — een wereldbond. Hij gaat, te zamen met de zevende wereldmacht, „de vernietiging tegemoet”. In de bijbel wordt daarom geen wereldmacht meer genoemd die de zevende zou overleven. Het is het einde. — Openb. 17:11.
Dus, is de bijbel niet realistisch wanneer hij de wereldtoestanden die wij thans om ons heen zien, precies zo heeft beschreven als ze gebeuren, wanneer hij ons in staat stelt te bepalen waar wij ons in de stroom des tijds bevinden, ja, wanneer hij ons helpt inzien dat een tijd van bevrijding nabij is? De bijbel is beslist ronduit in het identificeren van de wereldmachten en hij toont ons aan dat de problemen waar de wereld thans mee worstelt, niet door de inspanningen van mensen tot een gelukkige oplossing gebracht kunnen worden. De bijbel is eveneens realistisch wanneer erin staat dat de menselijke roep van „vrede en zekerheid” valse woorden van troost zijn, die onmiddellijk aan de vernietiging van door mensen gemaakte stelsels zullen voorafgaan. — 1 Thess. 5:3.
Ja, de bijbel is reëler dan de beloften van politici, economische deskundigen of zelfs geestelijken. Hij toont aan waarom de problemen in de wereld bestaan en wat er werkelijk op komst is. Bevat hij echter ook raad die praktisch is voor het leven van alledag en die de mensen thans kan helpen? Laten wij die aangelegenheid eens onderzoeken.
[Illustratie op blz. 13]
Jezus Christus gaf zijn volgelingen een beschrijving van de gebeurtenissen die tot het einde van het samenstel van dingen zouden leiden en die wij thans in vervulling zien gaan